Ruimte maken voor ontmoeting: op naar een sociale leefomgeving

sociale leefomgeving - wandelende mensen in stad

Hoe kunnen we een sociale leefomgeving binnen handbereik brengen in buurten en dorpen? Die vraag beantwoordt het advies van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving en College van Rijksadviseurs. Eén van de aangedragen aanbevelingen: meer ruimte voor lopen. 

 Corona legde het pijnlijk bloot: we zijn sociale wezens. Betekenisvolle sociale contacten dragen bij aan ons welzijn en gezondheid. Vandaar dat het belangrijk is om te investeren in een goede sociale infrastructuur. In plekken zoals parken en mooie wandelroutes die bewoners de mogelijkheid geven elkaar te ontmoeten. 

Sociale leefomgevivng

Een buurt hoort in de allereerste plaats een sociale leefomgeving te zijn. Een fijne plek waar je graag een ommetje maakt, even sport of buurtgenoten ontmoet. Deze sociale functie moeten we beter borgen, zeker nu we staan voor een aantal grote veranderingen (transities) op het gebied van energie, verduurzaming, infrastructuur, en woningbouw. Dat betekent dat de overheid heldere doelen gaat stellen en zelf het goede voorbeeld gaat geven. Bijvoorbeeld door eigen vastgoed een maatschappelijke bestemming te geven.

Ruimtelijke condities dragen bij aan sociale leefomgeving 

“De bijdrage van ruimtelijke condities mag je niet onderschatten”, stelt het advies. Ingrepen in de openbare ruimte kunnen veel verschil maken voor het sociale karakter van de buurt. Minder auto’s betekent bijvoorbeeld meer ruimte voor voetgangers en bewoners. De Raad pleit er daarom voor om straten autoluw te maken. Zo ontstaan er meer leefbare straten. Ook is ze voorstander een goede wandelinfrastructuur. Dat geldt op het platteland, maar ook als onderdeel van een toegankelijke stad. 

Lees het hele advies ‘ruimte maken voor ontmoeting‘.

Vier jaren vooruit kijken: prioriteiten voor voetgangers

prioriteiten voor voetgangers

Door Derk van der Laan, zelfstandig schrijver en redacteur 

Het Nationaal Voetgangerscongres is op 13 oktober. In aanloop daarnaartoe drie artikelen over de positie van lopers, gezien door de gebruikers. Wat verbeterde de afgelopen vier jaar, wat is verslechterd? En welke top drie urgente acties zien betrokkenen voor de komende vier jaar? Vandaag aflevering 2 met Jeanette van ’t Zelfde (Adviseur Public Affairs ANWB), Boudewijn Leeuwenburgh en Patty Muller, voorzitters van respectievelijk Voetgangersbeweging Nederland en Voetgangers Vereniging Nederland.

Wat is verbeterd in de positie van lopers de afgelopen vier jaar?

JEANETTE VAN ’T ZELFDE:  “Lopen is gezond zijn. De coronatijd bracht veel meer mensen op de been en het is nog steeds drukker dan eerst. Het bezoek aan natuurgebieden nam een enorme vlucht en je ziet qua infrastructuur letterlijk dat de vraag het aanbod overstijgt. Waren onverharde looproutes eerst smalle paden, nu zijn ze op flink wat plekken in de breedte veel meer uitgesleten geraakt door het massale gebruik. Ook andere loopvormen werden populairder, zoals lunchwandelen en ommetjes in eigen leefomgeving. Tijdens corona was onze verkoop aan wandelschoenen spectaculair. Mensen ontdekten hun eigen buurten, vonden verrassende, nieuwe routes. Ik zie een herwaardering van bestaande plannen, waarvan wij mede-initiatiefnemer zijn, voor meer en betere groene wandelroutes in en om de stad. De noodzaak voor snelle uitvoering is toegenomen. Een mooi eerste besluit van staatssecretaris Heijnen om € 370 miljoen te steken in nieuwe fietsinfrastructuur, maar een volgende stap is natuurlijk dat voetgangers niet achterblijven. 

De ontwerpmethode ‘Verkeer In De Stad’, in opdracht van de ANWB ontwikkeld, kwam beschikbaar.  De essentie: richt straten en pleinen in op basis van snelheid, massa en omvang van voertuigsoorten. Deze indeling in ‘voertuigfamilies’ betekent onder meer dat voetgangers maatgevend zijn voor de inrichting van een 10 km/uur zone. Naast verkeerskundigen zijn andere relevante disciplines en lokale stakeholders betrokken. Dit gedachtegoed wordt in meer plannen overgenomen. 

Tot slot zie ik beter overleg ontstaan tussen het Platform Ruimte voor Lopen en Tour de Force, de brede coalitie voor fietsbelangen. Ze werken meer samen en zetten ‘actieve mobiliteit’ op één. “

BOUDEWIJN LEEUWENBURGH: “De aandacht is toegenomen in de gehele mobiliteitswereld. Wij zijn daar blij mee. Daarvoor gold de belangstelling vooral voor lopen als recreatie. Maar nu gaat het om de voetganger breed uit. Te voet gaan van A naar B, ommetjes, sportief lopen, enzovoort: alle vormen zijn ontdekt. Deze ontwikkeling betreft het hele land, maar vooral lokaal zie je hoe deze verandering praktisch uitpakt. Zo hebben wij als Voetgangersbeweging in Leiden mooie resultaten weten te boeken. Eerst had de gemeente vooral aandacht voor wandelen, met name in de vorm van het Singelpark, overigens een prachtig plan, goed uitgevoerd en nu volop in gebruik. Maar de laatste jaren heeft de gemeente een meer uitgebreide visie ontwikkeld en neergelegd in de Voetgangersnota, met een grote inbreng van ons. Ook in andere gemeenten zijn wij in overleg. Een andere verbetering is de oprichting van het Platform Ruimte voor Lopen. Heel nuttig dat een groot aantal partijen hierin elkaar weten te vinden en samen werken. Tot slot zie ik bij de adviesbureaus de gunstige trend dat zij steeds meer specialisten in huis hebben voor voetgangers”.  

PATTY MULLER: “Het besef nam toe dat voetgangers überhaupt een issue zijn. In plaats van als één groep worden fietsers en voetgangers tegenwoordig gelukkig meer als twee aparte identiteiten gezien. In mobiliteitsplannen kwam het woord voetganger eerst nauwelijks voor, maar dat verandert. Wij zijn in 2020 opgericht en in sommige steden zijn plannen bijgesteld. Zo wordt in Utrecht nu de herinrichting van de iconische Maliebaan zo uitgevoerd dat voetgangers meer ruimte en veiligheid krijgen, dankzij de bereidheid van de gemeente om open te staan voor onze voorstellen. We vertrouwen op voortzetting van deze trend in Utrecht. In Rotterdam wil het nieuwe college voortzetten wat begonnen is onder de vorige wethouder Judith Bokhove van GroenLinks. Ik zie aandacht voor voetgangersbelangen dwars door partijen heen. Politieke keuzes zijn nodig, maar partijbelangen kunnen op de achtergrond blijven. Iedereen loopt toch?” 

Welke verslechteringen signaleer je de laatste vier jaar? 

JEANETTE VAN ’T ZELFDE: “Het populaire fietsen en lopen zit elkaar steeds meer in de weg. Het aantal conflicten neemt toe en tweewielers worden steeds sneller en breder. De infrastructuur is daar niet op berekend. In hun gedrag houden verkeersdeelnemers sinds corona minder rekening met elkaar. Zij ervaren meer overlast van elkaar, zo toont het ANWB-onderzoek recreatief fietsen uit 2021. 

Wandelaars ondervinden nadelen, ook indirect. Zo neemt een kwart van de e-bikers eerst de auto naar de rand van natuurgebieden en maakt dan fietstochten. Schaars beschikbare parkeeraccommodatie gaat zo ten koste van consumenten die naar de gebieden de auto nemen en daar willen wandelen.  

Bezuinigingen verslechterden op heel wat plekken de kwaliteit van looproutes. Neem de wandel- en fietsroute tussen Renesse en Burgh-Haamstede. Staatbosbeheer sloot deze slagader eerder dit jaar af voor fietsers vanwege de onveiligheid. Er waren 75 gaten in de weg en geld voor onderhoud ontbrak. Lokale ondernemers losten het probleem tijdelijk op en overwegen de rekening te presenteren aan de terreinbeheerder. 

Daarnaast nam de barrièrewerking toe, denk aan het afsluiten aan onbewaakte spoorwegovergangen of nieuwe gebouwen en infrastructuur. Mensen zien hierdoor af van lopen of zijn gedwongen grote omwegen te maken. Het gaat om obstakels die zij tegenkomen of afsluitingen die vaak vele kilometers aan onaangename omlooproutes veroorzaken. Omdat het vaak onverharde routes zijn, gebeurt sluiting van wandelpaden veel gemakkelijker dan van fietspaden, doorgaans verhard”.  

BOUDEWIJN LEEUWENBURGH: “Straten, wegen en pleinen moesten steeds meer mooi worden in plaats van functioneel en veilig voor gebruikers. In ontwerpen kregen stedenbouwkundige visies de overhand en werd de verkeerskunde naar de achtergrond gedrongen. Neem shared space. Een concept dat soms werkt, maar meestal niet. Door onduidelijke verkeerssituaties kunnen velen hier niet meer ontspannen lopen. Zij voelen zich uiterst onzeker en bedreigd. Shared Space hoort niet bij een gemeente die zegt inclusief te willen zijn. Wel in speelstraten in woongebieden in combinatie met een maximum snelheid van 15 kilometer. Gelukkig is in Leiden het tij gekeerd. De gemeenteraad nam een motie aan, met steun van alle partijen en na inbreng van ons, om geen shared space meer aan te leggen. Een andere verslechtering is het verlies aan samenhang tussen projecten. Gemeenten zijn te afhankelijk geworden van inhuurkrachten als projectmanager die binnen hun tijdplan een project moeten realiseren. Lokale kennis kost tijd en wordt te weinig benut”.   

PATTY MULLER: “De opkomst van shared space in steden en dorpen. De gedachte is dat uiteenlopende verkeersdeelnemers met elkaar oogcontact maken en vervolgens door geven-en-nemen hun weg vinden. Uit onderzoek blijkt dat dit meestal niet opgaat. In de praktijk geldt het recht van de snelste en de sterkste. 

Ook zie ik een toenemend cyclo-centrisme: de fiets zien als het middelpunt van een ideale wereld, als panacee. De fiets is zeker een groot goed, maar e-bikes bijvoorbeeld horen thuis in de categorie gemotoriseerd verkeer. Voor velen nuttig, maar een e-bike een ‘fiets’ noemen werkt verhullend: dit is geen fietsen op eigen kracht meer. Fietsen gezond? Deze claim verdampt hier. Snelheidsverschillen nemen met alle e-devices in rap tempo toe. Gemeenten moeten daarom bij het rijk aandringen om zo spoedig mogelijk met wet- en regelgeving voor e-verkeer te komen.” 

Wat zijn de nodige top drie acties voor de komende vier jaar? 

JEANETTE VAN ’T ZELFDE:

  1. ”Maak infrastructuur in steden en dorpen geschikt voor toekomstige situaties. Denk vooral aan aanpassingen in verband met nieuwe vervoersvormen, deelmobiliteit en andere stadslogistiek. Laat de verdichting van de stad niet ten koste gaan van de ruimte voor de voetganger. Pas maatwerk toe niet alleen in nieuwbouwwijken en binnensteden maar ook in buitenwijken, waar inwoners vaak weinig reële verplaatsingsalternatieven hebben.”  
  2. “Houd de wandelmogelijkheden in de natuur op orde en voorkom slechtere toegankelijkheid door niet te bezuinigen op beheer en onderhoud. Richt de promotie van routes en vestiging van horeca ook op interessante, maar nu nog onbekende, gebieden. Duurzaam toerisme in eigen land willen stimuleren vraagt juist investeren in voorzieningen voor wandelen en lopen.”  
  3. “Voetgangers- en fietsersorganisaties moeten goed samenwerken en geen onderlinge strijd aangaan. Laten ze elkaar versterken en zich concentreren op gezamenlijk belang zoals goed ingerichte steden en buitengebieden. Op die manier realiseer je noodzakelijke ruimte voor voetgangers en fietsers, veel meer dan nu gescheiden van elkaar.”  

BOUDEWIJN LEEUWENBURGH:

  1. “Alle niet-recreatieve verplaatsingen te voet moeten de aandacht krijgen die zij verdienen en dat gebeurt toch nog te weinig. Een voorbeeld is de relatie met het openbaar vervoer. Voor veel gebruikers luistert een korte en aantrekkelijke looproute naar de halte nauw en is een redelijke dienstregeling essentieel. Een afstand tot hoogstens vierhonderd meter is voor velen net aanvaardbaar. Ouderen worden gestimuleerd langer zelfstandig thuis te wonen, maar moeten dan ook zelfstandig overal naartoe kunnen en sociale contacten blijven onderhouden. Voorkom ernstige versoberingen. De laatste bus uit het centrum van een middelgrote stad naar een grote buitenwijk al om half elf `s avonds, dat kan toch niet?”  
  2. “Regel deelmobiliteit op een goede manier. Ga bij alle nieuwe huur- en deelfaciliteiten precies na welke knelpunten spelen. Snelheden, foutief parkeren, andere overlast of onveiligheid. Bepaal gezamenlijk na goed overleg de oplossingen, leg dat vast in lokale verordeningen (APV) en treedt op, en corrigeer indien nodig. Kijk naar de Brusselse gemeente Elsene met een helder beleid en handhaving. Verkeerd geparkeerde huurscooters worden dagelijks verwijderd en verhuurders krijgen een boete van € 250,- plus kosten voor verwijderen en opslaan. Kijk vaker naar manieren waarop in Vlaanderen wordt gewerkt en leer daarvan. Gedrag en beleving zijn er belangrijker items dan hier”.
  3. “Stel meer leefstraten in. Na afloop van experimenten, zoals met speelstraten, wil bijna niemand meer terug naar de oude situatie, zo blijkt uit de praktijk. Stimuleer zulke veranderingen waarbij de verblijfsfunctie voor de voetganger voorop staat en de ruimte vooral bestemd is voor het spelen van kinderen en sociale contacten. Leg juridisch vast dat overig verkeer zich aanpast aan de voetganger, zoals in Duitsland en Vlaanderen”. 

PATTY MULLER:  

  1. “Geef leefbaarheid meer prioriteit. Niet alleen voor nieuwe wijken, ook bestaande, oudere, wijken. Het idee dat minder regelen automatisch tot socialer verkeersgedrag blijkt een illusie. Stop dus met het weghalen van zebra`s en voetgangerslichten, houd wegscheidingen intact. De meeste voetgangers hebben bescherming nodig. Doe recht aan uiteenlopende leefstijlen en cultuurverschillen. Veel inwoners met een migratieachtergrond bijvoorbeeld fietsen liever niet”.
  2. ”Zorg met concrete beleidskaders voor een verbinding tussen de  generieke visies en de dagelijkse uitvoeringspraktijk op straat. Zonder politiek gesanctioneerd beleid wordt het beleid voor de stoep gemaakt door technische uitvoerders”. 
  3. “Neem in stadsplannen de voetganger als basis en besteed meer aandacht aan nieuwe micromobiliteit. Dat maakt een palet aan oplossingen mogelijk. Bied bij openbaar vervoer meer keuzes aan dan de standaard-bus of niets. Zet autoparkeervakken deels om in ruimte voor het stallen van fietsen en e-devices, groen, kinderspeelplekken of terrassen. Dat neemt de woede van vele burgers over allerlei overlast weg. Tot slot: snelle fietsen horen thuis op de 30 kilometer straat, niet op het fietspad. De hoogste tijd voor een minimumleeftijd voor e-bikers, misschien moeten we rijexamens voor gemotoriseerde fietsen invoeren”. 

Derk van der Laan is zelfstandig schrijver en redacteur. Hij specialiseert zich in mobiliteit en ruimtegebruik en is initiatiefnemer van www.gewoongezondlopen.nl 




Dementievriendelijke looproute in Dronten

Herkenbare groene bankjes op dementievriendelijke looproute in Dronten

Rustig, herkenbaar en veilig: In Dronten is een bijzondere looproute aangelegd. Een straat die helemaal is ingericht voor mensen met dementie. En die loopt van een verzorgingshuis naar het nabijgelegen winkelcentrum. 

De dementievriendelijke looproute is zo rustig mogelijk gehouden, zodat mensen met dementie zich op hun gemak voelen. Er staan nauwelijks verkeersborden, wel zijn er een aantal duidelijke oversteekplaatsen die er allemaal precies hetzelfde uitzien. Ook is de stoep overal even breed en is er een aparte fietsstrook. 

Bankjes met herkenbare groene kleur

Bovendien zijn er 4 plekjes waar de mensen even tot rust kunnen komen door plaats te nemen op een bankje. Een bankje met een opvallend felle, groene kleur. “Een heel herkenbare kleur”, vertelt Wilma Herms van het plaatselijke Alzheimer Café bij Omroep Flevoland. “Voor mensen met dementie is het heel belangrijk dat ze herkenbare punten hebben.” 

Dementievriendelijke looproute positief ontvangen 

De straat wordt positief ontvangen door de omwonenden. “Een vooruitgang”, bevestigt één van de gebruikers op de route. “Vooral dat we nu makkelijker kunnen oversteken!” De aanpassingen zijn niet alleen voor mensen met dementie prettig. Ook andere mensen profiteren ervan. Het loopt bijvoorbeeld net wat makkelijker met wat boodschappen in de rollator. 

Lees meer over de dementievriendelijke looproute in Dronten

Magazine Beweegvriendelijke omgeving verschenen

CROW heeft een magazine over beweegvriendelijke buitenruimte gepubliceerd met daarin interviews, achtergrondartikelen en inspirerende praktijkvoorbeelden. Het blad verwijst ook naar een webpagina waar je kennis kunt vinden om zelf aan de slag te gaan.

Veel mensen zijn graag buiten en vinden het fijn af en toe te lopen, te fietsen of te sporten. Maar er zijn ook veel mensen die onvoldoende bewegen. In 2019 voldeed ruim de helft van de Nederlanders van 4 jaar of ouder niet aan de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad. Volgens die beweegrichtlijnen moeten volwassenen wekelijks ten minste tweeënhalf uur matig intensief bewegen. Dit verlaagt het risico op chronische ziekten als diabetes, hart- en vaatziekten, depressieve symptomen en, bij ouderen, botbreuken.

Het is dus belangrijk dat meer mensen meer gaan bewegen. Dat kan door dagelijkse verplaatsingen die je toch al moet maken vaker met de fiets of lopend te doen in plaats van met de auto. Dat kan ook door geregeld een ommetje te lopen, een eind te gaan fietsen of te gaan hardlopen. Maar dat betekent wel dat de buitenruimte voor iedereen toegankelijk moet zijn, dat het er veilig is en dat het zo aantrekkelijk is dat mensen verleid worden om te gaan lopen, fietsen of sporten.

Gelukkig neemt de laatste jaren de aandacht voor gezondheid en daarmee voor een beweegvriendelijke buitenruimte toe. Steeds meer gemeenten investeren erin. Want gemeenten hebben veel invloed op de inrichting van de openbare ruimte. En zeker bij herinrichtingen of bij plannen voor nieuwe woonwijken is het goed mogelijk er meteen voor te zorgen dat mensen worden verleid om vaker te gaan bewegen.

De toenemende aandacht zorgt er ook voor dat er steeds meer vraag komt naar hoe je beweegvriendelijk beleid kunt opstellen en hoe je de omgeving beweegvriendelijk kunt inrichten. Om die reden heeft CROW een magazine gemaakt met interviews, achtergrondartikelen, een column met Erik Scherder en inspirerende praktijkvoorbeelden. De laatste pagina verwijst naar een webpagina waarop CROW een overzicht biedt van de beschikbare kennis om zelf aan de slag te gaan. Het magazine is mogelijk gemaakt door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Het magazine en de bijbehorende kennis is beschikbaar via deze webpagina.

https://www.fietsberaad.nl/Kennisbank/beweegvriendelijke-omgeving

Looptool ontwikkeld

Rapportage ‘Beleidskader lopen’: Meet de beloopbaarheid van een straat of wijk – rapportage-beleidskader-lopen

Ter ondersteuning van de decentrale overheden heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan Goudappel gevraagd een ‘quickscan’ tool te ontwikkelen, die met name gemeenten kan helpen bij het ontwikkelen van een loopbeleid. Deze eenvoudig te gebruiken looptool kan gemeenten helpen om snel een globaal inzicht krijgen in de beloopbaarheid van een wijk of straat.

Downloaden

PITSTOP: geen auto’s op Ring Amersfoort 

PITSTOP Amersfoort

De Ring van Amersfoort en snel voorbijrazende auto’s: onlosmakelijk zijn ze aan elkaar verbonden. Met de PITSTOP wil provincie Utrecht daar verandering in brengen. Door in het weekend van 17 en 18 september het deel tussen kruising Molenstraat/Van Asch van Wijckstraat en de kruising Utrechtseweg/Utrechtsestraat af te sluiten voor auto’s. 

Met PITSTOP aandacht voor duurzame mobiliteit

Een heel weekend lang is dit deel van de stadsring niet het toneel van een snelle bandenwissel, maar een plek om prettig te ver-BLIJVEN. De unieke plek kent geen vastomlijnd programma. Je kunt meedoen aan verschillende activiteiten of zelf bepalen hoe je omgaat met de openbare ruimte. Wandel bijvoorbeeld door dit gebied heen voor een praatje en een vers kopje koffie, sluit aan bij een ontspannende yogales of ga los met je stoepkrijtjes. Ook zijn er inhoudelijke sessies; je kunt onder meer meepraten over het autoluw maken van de stad. 

Hoe gebruik jij de Stadsring als er geen verkeer is? 

Hoe zou jij, met je gezin, familie of vrienden, de Stadsring gebruiken als die verkeersvrij is? Op deze prangende vraag wil PITSTOP een antwoord geven. Met name de duurzame mobiliteit hoopt de Provincie zo meer in the picture te krijgen. Want: “Het aantal inwoners en bezoekers van onze regio groeit de komende jaren sterk. Om de provincie Utrecht bereikbaar, groen en gezond te houden, stimuleren we daarom deze vorm van mobiliteit.”

PITSTOP onderdeel van Mobiliteitsweek Utrecht

Het Amersfoortse initiatief maakt deel van de Mobiliteitsweek Utrecht. Een initiatief waarvoor 16 september het startsein klinkt en waarmee de provincie en verschillende partners de inwoners van de regio een hele week lang in beweging brengt. Door ze uit te dagen anders, duurzamer, groener en gezonder te reizen. 

Lees meer over de PITSTOP Amersfoort

Zwolle maakt op haar eigen manier ruimte voor groen

Zwolle Lubeckplein
Lubeckplein Zwolle

Zwolle ontwikkelt haar stad net iets anders. “De spoorzone van Zwolle was een beetje zielloos.“ vertelt gebiedsregisseur van de gemeente Zwolle Anne-Marie Mosterman.

In de afgelopen jaren heeft Mosterman vooral met kleinere placemaking-projecten het gebied op de kaart proberen te zetten. Bijvoorbeeld het Lubeckplein. “Hier is in het mini uitgeprobeerd wat wij eigenlijk voor het hele gebied zouden willen, namelijk een nieuw stuk stad maken. Het Lubeckplein is een van de duurste pleinen om te onderhouden, maar totaal niet klimaatadaptief.” Legt ze uit. “Dat was de aanleiding om ermee aan de slag te gaan. We hebben gekeken waar de behoefte zit van alle partijen, dus bewoners, de stad en de overheid, en dit opgedeeld in kleinere projecten.”

Lubeckplein Zwolle

Meer groen op het Lubeckplein

Bijvoorbeeld een kunstproject met de creatieve-mbo-opleiding Cibap en een groene gevel van de gemeente. “Toen zei de provincie: Deze aanpak spreekt ons aan! Hier heb je een ton om met het plein aan de slag te gaan en te investeren in klimaatadaptatie.” Om het plein groener en leuker te maken. Inwoners van Zwolle mochten plannen indienen voor de aanpak van het plein. Dat leverde ruim honderd ideeën op. Het resultaat: Extra groen door bomen en stadslandbouw, een sport- en skatevoorziening, bankjes, en een grote muurschildering.

Nek uit steken

Normaal gesproken zou het kavel verdeeld worden en ontwikkelt iedereen zijn ‘eigen stukje’. Anne-Marie wilde het anders doen. Meer samenhang. En een gebied in beweging brengen met betrokkenen uit de omgeving zoals bij het Lubeckplein vraagt om een andere sturing vanuit de gemeenteraad. “Ik weet waar ik naartoe wil, maar niet wat ik daarvoor ga doen. Als gebiedsregisseur moet je dan wel je nek uit durven te steken.”

Voor de gebiedsontwikkeling in de Spoorzone is er door deze aanpak dus geen vaststaande blauwdruk. Mosterman: “Voor eigenaarschap is het belangrijk dat er ruimte wordt gelaten voor ideeën van anderen.” Op deze manier is een plek ontstaan met meer ruimte voor groen, lopen, skaten, sporten en om elkaar te ontmoeten.

Lees meer over de bijzondere aanpak van gebiedsregisseur Anne-Marie Mosterman van de Gemeente Zwolle.

Top-10 wandelsteden NL 

Van Alkmaar tot Delft en van Maastricht tot Rotterdam. Veel steden in Nederland creëren meer ruimte voor de voetgangers. Zo komen er steeds meer voetgangerszones bij: in Alkmaar is 11,71% van de hele stad autovrij. Een mooie ontwikkeling! 

Dit zijn de 10 meest wandelvriendelijke steden van Nederland: 

  1. Alkmaar – 11,71% autovrij
  2. Amsterdam – 10,28% autovrij
  3. Breda – 7,84% autovrij 
  4. Dordrecht – 7,36% autovrij 
  5. Maastricht – 7,29% autovrij
  6. Rotterdam – 6,43% autovrij
  7. Eindhoven – 6,40% autovrij 
  8. Delft – 5,88% autovrij
  9. Heerlen – 5,65% autovrij 
  10. Utrecht – 5,37% autovrij 

(bron: https://www.seasons.nl/reizen/per-land/10x-fijne-wandelsteden-van-nederland)

Overheid heeft meer aandacht voor groen in steden

groen

Goed nieuws! Overheden hebben groeiende aandacht voor groen in onze woonomgeving. Een aandacht die het afgelopen decennium toenam en een extra impuls kreeg door corona. Zo komt naar voren uit onderzoek van Wageningen Environmental Research. 

Redenen om aan groen in steden te werken zijn: gezondheid, welzijn, klimaatbestendig maken van de omgeving en het vergroten van de stedelijke biodiversiteit. Meer ruimte voor lopen valt onder de noemer gezondheid. De natuur nodigt namelijk uit om te wandelen en wandelen in het groen heeft allerlei gezondheidsbevorderende voordelen, zoals een lagere bloeddruk en minder cortisol. De aandacht voor groen in het kader van gezondheid blijkt onder andere uit het Programma Groene Gezonde Leefomgeving van de centrale rijksoverheid. 

Kennis over ontstaan voordelen ontbreekt

Dat (lopen in het) groen vele voordelen heeft staat buiten kijf, maar toch blijft de vertaling van gezondheidsambities naar groenmaatregelen in de praktijk lastig. Dit komt mede doordat de kennis ontbreekt over hoe die voordelen tot stand komen.

Lees alles over dit onderzoek: ‘Groen wordt steeds belangrijker voor steden’. 

Rijk richt pijlen op vergroening stad en dat is goed voor de wandelaar

snellere vergroening - mensen aan de wandel in een park

De verstedelijking neemt met de dag toe: steeds meer mensen wonen in steden. Wat enorme uitdagingen met zich meebrengt: voor planners, ontwikkelaars, bouwers en overheden. “Bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid”, meent Isabelle Vreeke, beleidsmedewerker Groen in de stad. 

“Een versteende stad is niet een gezonde leefomgeving voor de mens. Meer groen heeft een positief psychisch effect, nodigt uit tot gezond gedrag, leidt tot minder hittestress en dempt geluidshinder.” Vreeke werkt bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Het ministerie dat nu haar pijlen richt op vergroening van de stad. Met als ultieme doel om de stedelijke omgeving groener, gezonder en klimaatbestendiger te maken. 

4 ministeries betrokken 

Dit doet het ministerie via het programma ‘Groen in de stad’. Een programma waaraan in totaal vier ministeries meewerken: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Infrastructuur en Waterstaat en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Zo weten zij de brug te slaan naar andere maatschappelijke opgaven in steden. 

Goed nieuws voor wandelaars 

Het programma is goed nieuws voor wandelaars, want meer groen betekent ook meer ruimte voor lopen. Bovendien wordt lopen een aantrekkelijkere optie naarmate een stad groener, gezonder en klimaatbestendiger is.

Lees alles over het programma ‘Groen in de stad’. 

Enquête Outdoor Office Day

Outdoor Office Day buitenkantoor

Buiten zijn én werken: gaat dat wel samen? Jazeker, dat lieten we zien tijdens Outdoor Office Day (16 juni). 🌳 💻 Een dag die Nature Desks organiseert en een dag waarop we door het hele land initiatieven zagen opbloeien die buiten werken in the picture zet.  

Lege parkeerplaatsen omtoveren tot kantoortuinen

Van wandelend vergaderen (weeten) tot de ‘urban nature’ in de buurt van je werkplek verkennen. Van een lunchwandeling tot heuse buitenterrassen of kantoortuinen op lege parkeerplaatsen. Wat ongelooflijk mooi om te zien hoe veel organisaties al massaal aan de slag gingen met buiten werken!

Deel jouw ervaring met buiten werken. Vul de enquête in…

Het doel voor volgend jaar: nog meer mensen buiten aan de laptop krijgen. Daarom zijn we benieuwd naar jouw ervaring met buiten werken. Neem je vaak je werk mee naar buiten toe? En: hoe werk je dan het liefste buiten? Maar ook: wat zou jou helpen om (nog) vaker met de laptop op schoot in het zonnetje aan een verslag te werken? Deel jij ook jouw ervaring? Vul de enquête in van Outdoor Office Day.

Vul nu de enquête voor Outdoor Office Day in

De positie van voetgangers: plussen, minnen en prioriteiten voor nu. 

prioriteiten voor voetgangers

Door Derk van der Laan, zelfstandig schrijver en redacteur 

Voor 13 oktober staat het Nationaal Voetgangerscongres al in vele agenda’s. In aanloop daarnaar een serie van drie artikelen over de positie van voetgangers. Wat is verbeterd de afgelopen vier jaar, wat verslechterd? En wat is de top-3 aan urgente acties de komende vier jaar? Vandaag aflevering 1 met:  Ankie van Dijk (directeur Wandelnet) en Rob Methorst (secretaris van MENSenSTRAAT).

Wat zijn de verbeteringen  in de positie van voetgangers?

ANKIE VAN DIJK: “Veel meer mensen zijn gaan wandelen sinds de pandemie. Iedereen kan dat buiten zien. Natuurlijk speelt COVID als belangrijke bewustzijn-verhogende factor. Maar ook daarvóór nam de belangstelling al toe. Intussen werden meer loopvormen populair. We voelen ons vrijer om te kiezen. Niet met de fiets, maar even lopen naar de winkel. Met een ommetje de werkdag beginnen, zakelijke afspraken lopend doen. Of eerst wandelen en daarna pas de kroeg of het festival induiken als je met vrienden afspreekt. 

Onder beleidsmakers zie ik een toegenomen bewustzijn over het belang van te voet gaan. Vier jaar geleden waren er slechts enkele voorlopers, nu staat het onderwerp op de agenda bij een veel grotere groep. De volgende stap bij hen zal zijn: wat gaan we nu echt doen? Hier en daar gebeurt het. Veel gemeenten investeren bijvoorbeeld fors in recreatieve routenetwerken. Een aantal steden stelt steeds ruimere autovrije zones in. Wandelen wordt serieuzer genomen, mede dankzij het gezondheidsbelang. Als directeur van Wandelnet gaat mijn hart van zulke ontwikkelingen toch een stukje sneller kloppen”.

ROB METHORST: “De politiek ontdekte nadrukkelijker het belang van voetgangers. Het Rijk neemt lopers meer serieus en al zoekt het nog naar zijn rol en taak, ik zie de aandacht verder toenemen. Een echte, stille aardverschuiving. Voor gemeenten geldt nu: hoe meer inwoners, hoe hoger het lopen op agenda`s. De grote steden zien in dat goede loopvoorzieningen meer sociale gelijkheid betekent en minder vervoersarmoede. Koning fietser en keizer voetganger: dat zeggen ze  tegenwoordig in Amsterdam. Ook middelgrote steden zijn veel actiever. In kleinere gemeenten zie ik vooral meer belangstelling bij inrichting van wijken en toegenomen bewonersparticipatie. Burgers nemen zelf initiatieven voor veiliger straten, snelheidsbeperkingen en goede looproutes.  

Een uitzonderlijk voorbeeld vind ik Groningen. Met de nieuwe Leidraad Openbare Ruimte is deze stad weer voorloper op verkeersgebied zoals met het eerste Verkeers Circulatie Plan in de jaren zeventig. 

De ommezwaai heeft te maken met de teruggang van de ideologie waarbij iedereen verantwoordelijk was voor zijn eigen hachje. Overheid, neem de regie, is de roep, versterkt door de coronacrisis.  Dit werkt in het voordeel van voetgangers. Ook sommige kleinere gemeentes leveren uitzonderlijke  prestaties. Zie de Leidseweg in Voorschoten na herinrichting van een deel van weg. Een aangename en veilige metamorfose inclusief ruime trottoirs”.      

Welke verslechteringen signaleer je de laatste vier jaar? 

ANKIE VAN DIJK: “Aandacht voor wandelinfrastructuur schiet in nieuwbouwwijken vaak tekort, terwijl de behoefte toenam. De woonkwaliteit van zulke wijken verslechtert omdat te vaak de mens wordt vergeten. Prioriteit krijgen auto`s en fietsen met een compleet systeem van beschikbare en direct toe te passen gedetailleerde normen. De ontsluiting daarvoor is goed geregeld, maar niet voor voetgangers. Voor wandel-infra ontbreekt basiskennis. Een Vinex-wijk zoals het Amersfoortse Vathorst heeft slechte  wandelverbindingen naar recreatiegebieden die nota bene dichtbij liggen.     

Het sterk toegenomen fietsgebruik hindert steeds vaker het lopen. De opkomst van een enorme variëteit aan fietsen en gevaarlijk oplopende snelheidsverschillen in het verkeer vraagt om nieuwe infrastructuur. Waar fietsers en wandelaars jarenlang gerust hun paden konden delen, is dat nu op steeds meer plekken gevaarlijk. Mountainbikers hinderen vaker wandelaars en omgekeerd. De toegankelijkheid van gebieden kwam verder onder druk te staan. Tegen wandelaars die tijdens de pandemie massaal natuurgebieden in wilden, werd gezegd: ‘Ga maar naar huis’. 

Ook ontstonden veel nieuwe afscheidingen die het lopen moeilijker maken. Ik denk aan spoorwegafsluitingen, afgesloten boerenpaden en nieuwe rondwegen.  Te vaak bleef de houding: ‘Loopt het voetpad dood? O, dan loop je toch een stukje om’. “    

ROB METHORST: “De gemiddelde gezondheid van voetgangers ging achteruit, simpelweg door de vergrijzing van de bevolking. Meer verkeersdeelnemers kunnen slechter bewegen. En wie altijd fietste en ontdekt dat dit niet meer kan, is voortaan aangewezen op lopen. Velen zijn dat ontwend geraakt.  

De sterkere greep van de projectontwikkelaars op de ruimtelijke ordening heeft grote, negatieve consequenties. Grondopbrengst moet maximaal zijn en dat betekent lagere prioriteit voor publieke ruimte wat immers minder winst oplevert. Tegelijk doet de Nederlander er werkelijk alles aan om niet op eigen terrein te hoeven parkeren. De behoefte aan openbare ruimte groeit, terwijl in de krappe Vinex-wijken glasvezelaanleg of infrastructuurveranderingen razend moeilijk te realiseren zijn. 

De grote aandacht voor fietsers ging ten koste van voetgangers. Snelheidsverschillen werden groter  en in de pijplijn zitten de komende jaren gigantische fietsinvesteringen terwijl die voor de lopers er relatief bekaaid afkomen. Beschikbare kennis over lopen komt nog niet op plekken die er toe doen. Adviesbureaus zitten nog vaak op de auto- of rijwieltour. Kleine gemeenten hebben moeten bezuinigen en je zult maar verkeersmedewerker zijn die twee uur per week beschikbaar heeft voor lopen. Enkele branden blussen kun je, maar onmogelijk leren gebruik maken van beschikbare kennis, laat staan voetgangersbeleid op poten zetten”.

Wat zijn de nodige top-3 acties voor de komende vier jaar? 

ANKIE VAN DIJK: 1 “Gemeenten moeten hun routenetwerk op orde brengen, zowel buiten- als binnen de bebouwde kom. Ik zie de grootste lacunes in de overgangsgebieden, zoals stadsrandzones, en in doorsneewoonwijken. Iedereen moet de mogelijkheid hebben om vanuit de eigen voordeur een goed ommetje te kunnen maken en dus niet voor een wandeling op reis te hoeven gaan. Ik vind dat een basisrecht”.    

2 “Laat bestuurders en ambtenaren lef tonen en dreigende barrières voor wandelaars weghalen. Let bij nieuwe rondwegen en andere infrastructuur op de gevolgen voor wandelroutes en ommetjes. Investeer daarom in ambtenaren die verstand hebben van lopen. Breng hun kennis en kunde op peil”. 

3 “Ontwikkel een visie en leg nieuwe infrastructuur aan. We verloren 30.000 kilometer aan paden in Nederland door onder meer ruilverkaveling. Kijk hoe we met het water omgaan. Eeuwenlang het water zijn natuurlijke loop geven, daarna rivieren en kanalen zo recht mogelijk maken en nu is de urgentie om water veel meer ruimte te geven en te laten meanderen. Vergelijkbaar met de veranderende en groeiende vraag naar ruimte voor lopen”.    

ROB METHORST: 1 “Wethouders moeten een andere benadering toepassen en zorgen voor structuren. Zorg dat medewerkers kennis verwerven en voldoende ruimte krijgen om voetgangersbeleid te ontwikkelen. In beheer en onderhoud spelen de wijkteams een cruciale rol. Leidt medewerkers zo op dat zij leren rond te lopen en goed om zich heen te kijken. Met de vaardigheid te rapporteren naar boven als  permanente ogen en oren voor verkeer, groen en andere publieke belangen.“

2 “Creëer meer herindeelbare en schuifbare ruimtes als een collectieve taak in publiek belang. Flexibiliteit is in het voordeel van voetgangersvoorzieningen. Overlaten aan particuliere, eigen verantwoordelijkheid kan niet. Wie zelf geen kleine kinderen heeft of goed ter been is, denkt al gauw, als zij er al bij stilstaan: wat kan het mij schelen dat het voetpad zo smal is! Met woningcorporaties als prominente partijen kan een gemeente makkelijker samenwerken om voetgangersbelangen zeker te stellen.”

3 “Stimuleer gebruik van openbare ruimte en richt activiteiten veel meer naar buiten. Ogen en oren op straat, geen keukens aan de straatkant maar woonkamers. Kinderen, nu vaak weggestopt in speeltuinen met hekken of binnen opgeborgen, moeten veel meer de straat op gaan, zelf ontdekken.” 

Derk van der Laan is zelfstandig schrijver en redacteur. Hij specialiseert zich in mobiliteit en ruimtegebruik en is initiatiefnemer van www.gewoongezondlopen.nl 

>