Onderzoek naar belevingswaarde van bomen met Virtual Reality

Belevingswaarde van bomen - straat in Virtual Reality

Wat vinden mensen mooi aan verschillende bomen? En: hoe beïnvloedt deze beleving hun wandelervaring? Dit onderzochten Martin Goossen en collega’s van Wageningen Universiteit & Research (WUR). 

Dit deden ze aan de hand van een conjoint analyse: een vorm van onderzoek die werkt met vragenlijsten. Marktonderzoek waarmee gemeten kan worden hoe consumenten of gebruikers afzonderlijke kenmerken van een product waarderen. 

Archetypen bomen 

In dit geval zetten de Wageningse onderzoekers de conjoint analyse in om afzonderlijke eigenschappen van bomen systematisch te combineren tot verschillende archetypen. Eigenschappen die werden meegenomen: kleur in de winter, vruchten, herfstkleur, kleur bloemen, geurend, kroonvorm en hinder (door bijvoorbeeld vallende zaden/fruit, insecten of giftigheid). 

Digitaal wandellab 

Deze archetypen, modellen van bomen, zijn met Virtual Reality beleefbaar gemaakt. De deelnemers wandelen digitaal over een straat, terwijl ze bomen passeren. Ieder seizoen kwam voorbij: winter, lente, zomer en herfst. Welke bomen vonden ze aantrekkelijk, mooi en waarom? Deze vragen beantwoordden de deelnemers na afloop van de online walk. In totaal kwamen er 31 mensen naar het wandellab: 17 vrouwen en 14 mannen. Met een gemiddelde leeftijd van 40 jaar.  

Omgeving belangrijk voor (wandel)-ervaring

Eén ding stond in ieder geval als een paal boven water: mensen hechten veel waarde aan de omgeving. Bomen en ander groen bepalen in grote mate hun wandelervaring. Bij bomen zijn verschillende aspecten belangrijk, onder andere hoe groot ze worden. De meeste mensen vonden bomen met een ronde kroon (bovenste deel) het aantrekkelijkst. Die boom heeft bij voorkeur gele bloesem, is in de herfst overwegend geel en is vruchtdragend. Een boom die goed past in dit ideale plaatje, is de Aesculus flave ‘Vestita’ of Gele Pavia/Amerikaanse paardenkastanjeboom. 

Video van Martin Goosen over zijn onderzoek naar de belevingswaarde van bomen en de belangrijkste conclusies.

0 voetgangersdoden in Oslo. Hoe?

in Oslo

Een mooie ontwikkeling in autoluwe stad Oslo. Over heel 2019 waren er nul (0!) verkeersongelukken waarbij een voetganger overleed.  

Autoluwe aanpak Oslo werpt vruchten af 

Sinds 2016 is de auto in deze Scandinavische stad minder welkom: time-slots, afgesloten straten en de aanleg van kinderkopjes maken het de automobilist lastig. Terwijl de voetganger tegelijkertijd meer ruimte krijgt door bredere stoepen en veel overzichtelijke oversteekplaatsen. En het ov is nóg beter geworden. Deze aanpak werpt z’n vruchten af: de verkeersveiligheid verbeterde en in 2019 was er maar één verkeersongeluk met fatale afloop.  

Belangrijke stap richting ‘Vision Zero’

Vision Zero komt hiermee voor Oslo binnen handbereik. Dit is het voornemen om alle verkeersdoden omlaag te brengen naar 0. Hoe wil de stad dat bereiken? Allereerst door ervoor te zorgen dat er minder auto’s op de weg rijden. Door auto’s zich minder welkom te laten voelen, de omgeving auto-onvriendelijk te maken. Concreet bijvoorbeeld door meer dan duizend parkeerplaatsen weg te halen. Als je je auto niet kwijt kunt voor de deur ga je liever over op wandelen, fietsen of ov. 

‘De auto was ooit de baas in onze steden, maar we resetten deze rangorde nu.’

Rune Gjøs (directeur bij de afdeling Mobiliteit van de gemeente Oslo) 

Stadscentrum aantrekkelijker 

Het weren van auto’s maakte het centrum aantrekkelijker. Zo vertelt Gjøs dat er onder winkeleigenaren een wedloop gaande is voor een plekje op de autovrije straten. Ook de prijzen voor onroerend goed zitten in de lift. ‘Doordat er minder verkeer, geluid en luchtvervuiling is.’ De stad wordt nu een plek om activiteiten te ondernemen. Mensen gaan niet meer ’s weekends met de familie weg uit het drukke stadscentrum, maar gaan er shoppen, wandelen en genieten.

Bron

Op zoek naar meer inspiratie? Wil jij wel weten hoe Oslo deze mooie resultaten neerzette? Lees het hele artikel over Oslo op Wired.co.uk.

Kleine veranderingen maken groot verschil in wandelbare stad

wandelbare stad - mensen lopen in de stad met zonsondergang

Hoe maak je steden aantrekkelijker voor wandelaars? Kleine ingrepen maken vaak al een groot verschil, zo vonden Delftse onderzoekers. Zij namen het centrum van Delft onder de loep. 

Nu steeds meer stadscentra autovrije zones worden, beleeft het begrip ‘de wandelbare stad’ een grote opmars. Bestuurders zien steeds meer in dat een stad die aantrekkelijk is voor voetgangers meer voordelen met zich meebrengt. Zo is de luchtvervuiling minder en voelen mensen zich gezonder én gelukkiger. 

Combineer fysieke en mentale aspect

Naar de effecten van de wandelbare stad zijn verschillende onderzoeken gedaan. De meest recente: Het Delftse onderzoek dat vorige maand in het Journal of Urban Design verscheen. Dat laat zien dat hele kleine ingrepen al grote resultaten opleveren. Maar één kanttekening: gebiedsontwikkelaars moeten niet alleen naar de aanwezigheid en kwaliteit van het wandelnetwerk kijken (= het fysieke aspect). Ze moeten ook meewegen hoe iemand zich voelt tijdens de wandeling. Voelt hij of zij zich veilig? En: is de omgeving mooi? Komen voetgangers bijvoorbeeld langs voldoende groen of mooie, historische gebouwen? 

Wandelbare stad 

De wandelbare stad is volgens de onderzoekers een omgeving waarin mensen veilig, comfortabel en met een fijn gevoel wandelen. Pas als ontwikkelaars zowel het fysieke als het gevoelsaspect meewegen, kun je mensen stimuleren vaker te wandelen. Deze twee belevingen hangen namelijk nauw samen. Zo verbetert de mentale beleving door fysieke veranderingen: door het veranderen van de ondergrond of het toevoegen van bloembakken krijgen mensen al meer zin om ergens te wandelen. 

Benieuwd welke ingrepen nog meer de wandelbare stad stimuleert?

Lees het hele artikel van Gebiedsontwikkeling.nu.

Wandelroute van het jaar 2022

Wandelroute van het jaar 2022

De Dutch Mountain Trail in Zuid-Limburg of het Wandelroutenetwerk Kromme Rijnstreek. Welke wandelroute wint de eretitel voor de beste wandelroute van de BeNeLux? De Fiets- en Wandelbeurs schrijft een verkiezing uit. 

Op de nominatielijst prijken maar liefst 13 titels, waarvan 8 (deels) Nederlandse. Dit zijn: 

  1. Dutch Mountain Trail                                                
  2. LAW via Belgica                                             
  3. Streek-LAW Biesboschpad                             
  4. Wandelroutenetwerk Kromme Rijnstreek;            
  5. Interreg project Hondsbrugpad – Hünenweg;            
  6. Ons Kloosterpad;                                                       
  7. Edelherttrail;                                                            
  8. Oude Boswandeling door Zuid-Limburg.                             

19 februari: bekendmaking winnaar wandelroute van het jaar 2022

Een deskundige vakjury beoordeelt alle wandelingen. Wie komt er als winnaar uit de bus? Dat maakt ze op 19 februari bekend tijdens de Fiets- en Wandelbeurs in Gent. Om alle inzendingen gelijkwaardig te vergelijken, let de jury op veel verschillende criteria. Zoals de ondergrond, het landschap, bewegwijzering, thema, en kwaliteit van informatie online en op papier. Bovendien lopen de juryleden de meeste wandelingen zelf. 

Boost voor betere wandelroutes 

‘Alle wandelaar verdienen mooie routes’, zo vindt de initiatiefnemer van de verkiezing. ‘Deze prijs moet overheden en andere instanties dan ook stimuleren om kwalitatief goede routes uit te zetten.’ Benieuwd naar de verkiezing ‘beste wandelroute van de BeNeLux 2022′ en de organisator erachter? Kijk op de website van de Fiets- en Wandelbeurs

Nationale Wandelmonitor 2021 uit

Cover Nationale Wandelmonitor 2021

Wandelen is “hot”. In dit tweede coronajaar werd wandelen nóg populairder. Zo maakte 66.7% van alle Nederlanders een wandeling van 5 tot 10 kilometer. En 7 op de 10 jongeren is meer gaan wandelen. Zo concludeert de Nationale Wandelmonitor 2021

Deze Wandelmonitor is vorige week uitgebracht door Wandelnet. Ten grondslag eraan ligt een uitgebreid onderzoek door Kien, een marktonderzoekbureau dat gespecialiseerd is in kwantitatief onderzoek. De uitkomsten zijn aangevuld met andere relevante cijfers. 

1.8 miljard ommetjes en 1.1 miljoen wandelvakanties 

De cijfers spreken boekdelen: wandelen is in de volle breedte populair. We maakten met z’n allen ruim 1.8 miljard ommetjes en 1.1 miljoen Nederlanders gingen op wandelvakantie. Maar liefst 94% van alle 16+’ers wandelde wel eens. Weet je hoeveel dat er zijn? 13.7 miljoen. Geweldig! Want wandelen is gezond voor lichaam en geest én geeft een boost aan een duurzame(re)samenleving. Bovendien is het goed voor de economie. 

Meer wandelende jongeren

Eén van de meest opvallende conclusies is dat meer jongeren tot 30 jaar zijn gaan wandelen: 7 op de 10. Het leeuwendeel wil dit blijven doen. Niet alleen jongeren gaan massaal aan de wandel; Nederlanders blijven tot op hoge leeftijd wandelen. Zo maakt 75% van de 60-plussers nog geregeld een ommetje. Hoe we wandelen? Bij voorkeur met onze partner en/of onze kinderen, maar een deel geniet ook van solitaire wandelingen.  

Wandelen goed voor economie 

“Wandelen is goed voor de economie”, zo zegt de Nationale Wandelmonitor 2021. Denk bijvoorbeeld aan de versnaperingen die onderweg worden gekocht of een goede wandeluitrusting plus fijn zittende schoenen. We gaven bijna €2.5 miljard uit aan wandelen en €788 miljoen aan wandelvakanties in eigen land. Maar er is meer dan deze directe uitgaven: als iedereen voldoende zou bewegen door bijvoorbeeld te wandelen, besparen we 2.5 tot 7.3 miljard euro aan zorgkosten. Een grote winst dus!

Wandelen langdurige trend 

Ondanks dat corona een enorme impuls gaf aan wandelen, mogen we zeker niet spreken van een hype. Wandelen is meer een langdurige trend die waarschijnlijk ook na corona doorzet. De vorige Wandelmonitoren lieten namelijk al zien dat de wandelmarkt groeiende was. Daarbij komt dat 83% van de mensen van plan is om ook na de pandemie te blijven wandelen. 

Benieuwd naar alle wandelcijfers?

Wie is de wandelaar? Hoe ziet wandelen in Nederland eruit? En: waar wringt de schoen? Wil je een totaalbeeld krijgen van onze wandelmarkt? Spit eens de Nationale Wandelmonitor 2021 door. Die staat daadwerkelijk boordevol interessante gegevens en feiten.  

Provincie Zuid-Holland wil hele kustgebied omvormen tot Nationaal Park

toolboxen lopen

Goed nieuws voor mensen die graag in de Zuid-Hollandse duinen wandelen! Bestuurders, natuurorganisaties, de provincie en andere bestuurders slaan de handen ineen voor het Nationaal Park Hollandse Duinen

Het nationale park nieuwe stijl moet het hele kustgebied tussen Hoek van Holland en Noordwijk beslaan. Nieuwe stijl, omdat het stedelijk gebied van gemeente Den Haag er onderdeel van gaat uitmaken. Midden in het dichtstbevolkte stukje Nederland creëert het een ‘duurzaam en veerkrachtig gebied waar waardevolle natuur voorop staat, maar ook plaats is voor onder meer cultuur, waterwinning’ en natuurlijk wandelen. 

Behoud van ecosystemen 

Het Park beslaat grote aaneengesloten gebied; behoud van ecosystemen komt hier centraal te staan. ‘Net als de natuurlijke dynamiek van wind, water en beesten’, aldus Patrick Jansen, ecoloog bij de Wageningen University & Reasearch (WUR). ‘Waar de mens recreatief mede-gebruiker is, zonder schade aan te brengen.’ 

Spreiden recreatie 

Het idee voor het Nationaal Park Hollandse Duinen komt mede uit de koker van drinkwaterbedrijf Dunea. Om drinkwater te kunnen winnen, heeft zij duinen nodig zónder al te veel drukte. ‘Ik wil de recreatiedruk kunnen spreiden’, aldus bestuurder Wim Drossaert. ‘Daarvoor is het nodig dat niet iedereen op een mooie dag naar het duingebied Meijendel gaat, maar juist ook naar de andere gebieden langs de kust, en dat die met elkaar worden verbonden. 

Status Nationaal Park nog niet binnen 

Officieel mogen de Hollandse Duinen nog niet het predicaat ‘Nationaal Park’ voeren. De aanvraag ervoor ligt bij het Ministerie van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit, maar staat momenteel on hold. Dit in afwachting van een nieuwe standaard voor nationale parken. Maar volgens Drossaert en wethouder Bredemeijer (buitenruimte, gemeente Den Haag) maakt dat geen verschil. ‘Het feit dat we ons National Park noemen, is al genoeg.’

Bron 

Lees het oorspronkelijke artikel op NRC: Zuid-Holland wil van het kustgebied een nationaal park nieuwe stijl maken, inclusief de stad.

Therapie in de buitenlucht werkt

Ruimte voor lopen - therapie in buitenlucht

Vijf jaar geleden startten GZ-psychologen Irina Poleacov en Christel Westgeest hun maatschap ‘De Buitenpsychologen’. Zij zien hun cliënten niet in behandelkamers, maar in de buitenlucht. Daarbij zien ze de natuur als co-therapeut. 

De twee psychologen zijn voorlopers van een nieuwe ‘groene’ stroming binnen de geestelijke gezondheidszorg. ‘Voorheen vertelden we onze cliënten – die onder meer kampten met depressies – dat ze naar buiten moesten om meer te bewegen’, vertellen ze. ‘Dat deden we zittend, binnen vier muren, met op tafel de onvermijdelijke doos tissues, die de cliënt dikwijls aanzet tot de gedachte: ik ga níet huilen. Maar mensen zijn niet gemaakt om aan tafel tegenover elkaar te zitten, terwijl de therapeut vaak ook achter een laptop driftig aantekeningen maakt, en op de achtergrond een klok hard tikt. Dat werkt het ongemak en de schaamte alleen maar in de hand.’

Therapie in buitenlucht werkt 

Van de vrouw die tijdens sessies van spanning continu moest overgeven en de jongen die al anderhalf jaar gameverslaafd was. De vele praktijkvoorbeelden bewijzen dat door weer en wind wandelen en praten werkt. Daarnaast komen sommige ziekten eerder aan het licht, zoals seksuele stoornissen. Poleacov: ‘Mensen ervaren buiten letterlijk en figuurlijk meer ruimte.’ Op de website van de Buitenpsychologen kun je inmiddels zestig andere buitenpsychologen vinden die verspreid over het hele land zitten. 

‘Groene pionier’ 

De Buitenpsychologen zijn niet de enige voorlopers. Zo riepen de Stichting Green Mental Health en natuureducatie-organisatie IVN De Groene GGZ in het leven. Een initiatief dat pleit voor een grotere rol van natuur in behandelingen.  De Groene GGZ benoemde 14 geestelijke gezondheidsinstellingen tot ‘groene voorlopers’, waaronder Mondriaan in Heerlen. Deze instelling zet al sinds de jaren ’80 haar omvangrijke tuin en kas in voor therapieën. 

Bron

Meer weten over hoe wandelen in de natuur kan helpen om psychische problemen te voorkomen en te genezen? Lees het hele artikel ‘De donkere wolken verdrijven in de herfstregen: therapie in de buitenlucht’ op Trouw.nl. 

Maak werk van inclusieve beweegruimte

(On)toegankelijkheid van voetpaden

Door corona zijn er grote verschillen ontstaan in het gebruik van groen en andere openbare ruimte. Zo zijn mensen met een lichamelijke handicap of chronische aandoening minder gaan sporten. Wat onder andere komt doordat de buitenruimte niet toegankelijk genoeg is. 

In totaal zijn er 2 miljoen mensen in Nederland die wel willen sporten en bewegen, maar dit niet doen. Bijvoorbeeld omdat een buitenlocatie niet te bereiken is voor hen: het is te ver afgelegen of er gaat geen bus naartoe. Of er zijn drempels of trappen. Kortom, de locatie is niet inclusief. 

Wat is een inclusieve beweegruimte?

Zo’n omgeving houdt rekening met de behoeften van mensen die een aandoening hebben. De Richtlijn toegankelijkheid van kennisinstituut van CROW is er duidelijk over: “Een goede ingerichte openbare ruimte is toegankelijk voor elke gebruiker zodat hij of zij zich zelfstandig kan voortbewegen zonder hulp van derden”. Maar er komt natuurlijk meer kijken bij toegankelijkheid. Denk ook aan aspecten als:

  • Beschikbaarheid: heeft de locatie fijne, ruime openingstijden?
  • Bereikbaarheid: kan iedereen er komen.
  • Betreedbaar: kun je makkelijk naar binnen of buiten? Ook als je in een rolstoel zit?
  • Begrijpelijk: begrijpt iedereen alle informatie? Ook zonder alles twee keer te moeten lezen?

Ruimte voor iedereen is een VN-doel

De noodzaak van een inclusieve beweegruimte is door de Verenigde Naties (VN) vastgelegd in de zogenaamde Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals of SDG’s). Deze doelen zijn de bouwstenen voor een goed en inclusief omgevingsbeleid. Belangrijke (sub)doelen zijn:

  • 3.4 ‘Goede gezondheid en welzijn’. Dit is positief te beïnvloeden met bijvoorbeeld aantrekkelijke voorzieningen voor sport, spel, recreatief, fietsen en wandelen. Maar ook door voldoende water en groen in alle wijken, een veilige inrichting van de buitenruimte en groene en uitnodigende schoolpleinen die ook toegankelijk zijn voor de buurt. 
  • 10.2 ‘De sociale, politieke en economische inclusie van iedereen mogelijk maken.’ Dit kunnen overheden bevorderen door goede randvoorwaarden in de fysieke leefomgeving zoals fijne ontmoetingsplekken en locaties die goed toegankelijk zijn.
  • 11.1 ‘Duurzame steden en gemeenschappen’ bevat een belangrijk onderdeel: goede bereikbaarheid van daelijkse voorzieningen, ook voor kleine kernen. 

Meer weten over inclusieve beweegruimte?

Ben je benieuwd naar alle aspecten van een inclusieve bewegingsruimte? En wat je er zelf aan kunt doen om die te bevorderen? Lees het artikel Maak van inclusieve beweegvriendelijke omgeving een automatisme van Alles over Sport.

Ruimte voor verbetering beweegvriendelijkheid Nederland

Beweegvriendelijkheid Nederland kan beter - Foto: Mulier Instituut

Sporten, spelen, wandelen en ontspannen: de verwachting is dat de openbare ruimte steeds meer gebruikt zal worden om te bewegen. Maar hoe maken we daar ruimte voor? 

Inzicht in sporten en bewegen in leefomgeving

Het brancherapport ‘Sporten en bewegen in de openbare ruimte’ helpt om hierop een antwoord te geven. Dit brancherapport is uitgebracht door het Mulier Instituut en geeft inzicht in sporten en bewegen in de buitenruimte. De cijfers liegen er niet om. Meer dan 9 op de 10 Nederlanders gebruiken de openbare ruimte om te sporten of recreatief te bewegen. En door vergrijzing, verdichting, overgewicht en bevolkingsgroei zal dat aantal alleen maar toenemen.

Nederland kan nog beweegvriendelijker

Des te belangrijker om de openbare ruimte ook beweegvriendelijk in te richten. Maar daar liggen een aantal verbeterpunten: gemiddeld scoort Nederland 60 van de 100 punten op de Kernindicator Beweegvriendelijker Omgeving (KBO). Vooral op het platteland en in dorpen scoren we laag op de fysieke inrichting van de leefomgeving om sporten en bewegen te stimuleren. 

KBO indicator voor beweegvriendelijkheid

De KBO kijkt naar de aanwezigheid en bereikbaarheid van recreatief groen en water, sportaccommodaties, speelplekken in de openbare ruimte en voorzieningen van algemeen nut. Zo brengt ze de beweegvriendelijkheid in kaart. Meer weten over de KBO? Lees snel het hele Brancherapport ‘Sporten en bewegen in de openbare ruimte’

Het hele artikel vindt u op de website van het Mulier Instituut

Terugblik Nationaal Voetgangerscongres 2021

Nationale Voetgangerscongres 2021 terugblik - zaal met mensen vermeld

Voor de vijfde keer vond dit jaar het Nationaal Voetgangerscongres plaats. En wel op 7 oktober 2021 in de Hofstad van Nederland: Den Haag. Het congres bracht vele wandel/loopexperts samen. Hier konden ze bijpraten, kennis opdoen, netwerken. En het belangrijkste: het lopen een stapje verder brengen. 

Wandelingen door Den Haag 

De dag werd afgetrapt met een interessante wandeling door stedelijk Den Haag of door Haags groen voor de vroegste vogels. Beide wandelingen begeleid door gidsen die enthousiast vertelden over hoe de gemeente de stad vriendelijker heeft proberen te maken voor de voetganger. Het autoluw maken van het centrum, omleiden van drukke verkeersstromen en verschillende kleuren bestrating. Vooral rondom Holland Spoor was duidelijk te zien hoe de omgeving opfleurt door voetgangers meer ruimte te geven. Toch zagen de deelnemers nog legio mogelijkheden voor verbetering. 

Opening door Wethouder Robert van Asten

Vervolgens stond de officiële opening van het congres op het programma. Aan het woord kwam Robert van Asten, wethouder Cultuur en Mobiliteit voor de gemeente Den Haag. “We hebben de afgelopen jaren al veel stappen gezet om de voetganger meer ruimte te geven. Om onze stad in de toekomst bereikbaar, leefbaar, gezond en economisch vitaal te houden moeten we haar aantrekkelijk maken om te gaan lopen,” aldus van Asten. Na dit boeiende interview konden de deelnemers kiezen uit diverse workshops en presentaties die de verschillende aspecten van wandelen belichtten. 

De LoopAward 

Een hoogtepunt was tenslotte de uitreiking van de LoopAward 2021 die dit jaar bestond uit twee prijzen: een ruimtelijke en maatschappelijke award. Van de ruim 22 inzendingen kwamen uiteindelijk Rondje Stadiopark en Stationsommetje als winnaars uit de bus. 

Benieuwd naar de totale sfeerimpressie? Lees het verslag van het Nationaal Voetgangerscongres 2021 op hun eigen website.

Interview met stedenbouwkundige Jan Gehl over de leefbare stad

leefbare stad

Een waslijst aan toonaangevende boeken, projecten over de hele wereld. Architect en stedenbouwkundige Jan Gehl heeft een indrukwekkende trackrecord. In november spreekt hij op de Dag van de Stad. Een goede gelegenheid voor vakblad ROm om hem te interviewen over zijn visie op stedelijkheid en de leefbare stad.

Jan Gehl (1936, Kopenhagen) is een Deense architect en stedenbouwkundige. In zijn werk legt hij de nadruk op ‘steden voor mensen’ en voetgangers en fietsers.

Stedelijke malaise

Een hoop stedelijke malaise vindt haar oorsprong in de vorige eeuw, aldus Gehl. We zetten massaal in op autogebruik en ideeën over de functionele stad waren invloedrijk. Ook in Nederland, waar de lage bebouwingsdichtheid mede voortkomt uit het gedachtengoed van het CIAM en architecten als Le Corbusier. Gehl is geen fan van dat 20e-eeuwse modernisme, op zijn zachtst gezegd. Hij werd er zelf in geschoold tijdens zijn studie bouwkunde in Kopenhagen, maar door zijn vrouw Ingrid ging hij anders over de stad denken. Zij is gedragspsycholoog en vroeg hem op een dag: ‘Waarom kijken jullie architecten eigenlijk zo weinig naar mensen?’

‘Voor de modernisten was het gebouw leidend, en niet de omliggende openbare ruimte. Sterker nog, de modernisten wezen vooral op de “negatieve” aspecten van de openbare ruimte, zoals hangjongeren, demonstraties en afval’, zegt Gehl. ‘Weg met de straat, was dus hun oplossing, leg maar een grasveld aan. Daar was Le Corbusier heel helder in en dat had een enorme invloed, die tot de eeuwwisseling dominant bleef.’

Leefbare stad

Het leverde onleefbare stukken stad op, met hoge torenflats, lage dichtheden, grote afstanden tussen voorzieningen en groene woestijnen. Gehl: ‘Terwijl de leefbare stad juist bestaat uit een aaneenschakeling van publieke plekken voor mensen. Het gaat niet om de gebouwen waar je werkt of waar je woont, maar om de ruimtes daar tussenin en het gebruik daarvan. Goede openbare ruimte nodigt uit tot stoppen met lopen, om je heen kijken, ontmoeten. Gebouwen moeten dat faciliteren.’

Lees het hele interview op stadszaken.
Foto: Sandra Henningsson

Mensen hadden meer beweging in en rondom het huis in 2020 dan het jaar ervoor

beweging in en rondom het huis

Mensen hadden meer beweging in en rondom het huis in 2020 dan in 2019. Het ging daarbij vooral om wandelen, huishoudelijke activiteiten en klussen. Dit blijkt uit onderzoek van onze partner Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

Uit interviews en vragenlijsten blijkt dat in 2020 meer Nederlanders aan de beweegrichtlijnen voldeden (53 procent) dan in 2019 (49 procent). Het percentage Nederlanders dat in 2020 minstens één keer per week sportte was gelijk aan het percentage in 2019. Wel sportten mensen in 2020 iets vaker (3 tot 4 keer in plaats van 3 keer) en iets langer (20 minuten per week) dan in 2019.

Beweging in en rondom het huis

Opvallend daarbij is dat mensen meer in en rondom het huis bewogen, zoals wandelen, huishoudelijke activiteiten en klussen. Dit gold vooral voor volwassenen van 30 tot en met 39 jaar, mensen met betaald werk, mensen met een hoger inkomen en een hogere opleiding, kinderen die thuis wonen, ouders met thuiswonende kinderen en mensen in stedelijk gebied.

Mogelijk zijn, vanwege corona, de schattingen over sport- en beweeggedrag in 2020 iets hoger uitgevallen. Zo konden bijvoorbeeld bepaalde groepen vanwege de coronamaatregelen niet thuis worden bezocht voor een interview. Hierdoor ontbreekt informatie van mensen die met een online enquête moeilijk te benaderen zijn. In het algemeen beweegt deze groep mensen minder.

Bronnen voor dit onderzoek

Het RIVM heeft voor dit onderzoek twee bronnen gebruikt: de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor en het Vragenlijstonderzoek Corona & Gedrag van RIVM, GGD GHOR Nederland en de 25 GGD’en.

Bron: RIVM

>