12 manieren om auto’s uit steden te krijgen

Steeds meer Europese steden proberen auto’s zo veel mogelijk te weren uit hun centrum. Dat is niet voor niets. Auto’s zorgen voor opstoppingen, zijn vaak geen meerwaarde voor het straatbeeld, nemen veel waardevolle plek in beslag, leveren geluidsoverlast op en, de belangrijkste, zijn een van de grootste bronnen van milieuverontreiniging binnen de stad. Bovendien kosten ze veel levens; voor kinderen zijn auto-ongelukken doodsoorzaak nummer één in Europa en de Verenigde Staten.

Maar wat zijn nou maatregelen die helpen? Hoe houd je stadscentra zo leefbaar en autovrij mogelijk? Hoe ontmoedig je mensen de auto te pakken en hoe moedig je hen aan om een alternatief te kiezen? Diverse Europese steden experimenteren met deze vraag en daar zijn inmiddels ook al antwoorden op te geven. Daarom, op een rijtje: twaalf manieren om auto’s zoveel mogelijk uit steden te weren.

  1. Congestieheffingen. Automobilisten moeten betalen om het stadscentrum in te mogen. De inkomsten hieruit gaan naar duurzaam en openbaar vervoer. De Engelse hoofdstad Londen voert deze strategie en zij signaleren liefst 33% minder auto’s in het centrum. Overigens lost dit het probleem (nog) niet op. De infrastructuur in veel centra is nog bijzonder autogericht en daardoor nog altijd aantrekkelijk.
  2. Parkeer- en verkeerscontroles. Net als punt 1: verwijder parkeerplaatsen, wijzig verkeersroutes, ontmoedig een doorgang door het centrum. Vervang wegen door autovrije straten, fiets- en wandelpaden. In de Noorse hoofdstad Oslo ziet men door deze ingrepen inmiddels 19% minder verkeer.
  3. Beperkte verkeerszones. In de altijd drukke Italiaanse hoofdstad Rome mag je op bepaalde momenten van de dag de stad simpelweg niet in, tenzij je een bewoner van dat centrum bent. En ook: tenzij je een jaarlijkse vergoeding betaalt. Het levert 20% minder verkeer op tijdens deze beperkte uren, maar ook 10% minder tijdens de onbeperkte uren. Boetes hieruit komen ten goede aan het openbaar vervoer.
  4. Mobiliteitsdiensten voor forenzen. We gaan naar Utrecht. De lokale overheid en particuliere bedrijven hier financieren gratis ov-bussen aan werknemers die in het centrum werken. Je parkeert de auto aan de rand van de stad en gaat met de bus naar het centrum. Het zorgt voor liefst 37% minder pendelaars.
  5. Parkeerkosten werkplek. In een groot medisch centrum in Rotterdam betalen werknemers geld voor hun eigen parkeerplek. Geld dat ook aan het openbaar vervoer betaald kon worden, dat is de keuze. Het leverde 20-25% minder woon-werkverkeer van werknemers van dit ziekenhuis door de stad op.
  6. Reisplanning op de werkplek. Shuttlebussen van het bedrijf waar je werkt, kortingen op het openbaar vervoer en een verbeterde fietsinfrastructuur. In Engeland wordt daar volop mee gewerkt en deze oplossing zou zo’n 18% minder auto’s opleveren.
  7. Universitaire reisplanning. Net als punt 6, maar dan met universiteiten. Bij de Engelse Universiteit van Bristol leverde dat 27% minder auto’s op. In het Spaanse San Sebastián ging het om zowel docenten als studenten. Daar reduceerde het aantal auto’s met een bescheiden 7,2%.
  8. Mobiliteitsdiensten voor universiteiten. In de Siciliaanse stad Catania gaf de universiteit een gratis ov-kaart en shuttleverbindingen. Het leverde 24% minder autobewegingen op.
  9. Autodelen. Vaak wordt ook carpoolen genoemd. In het Duitse Bremen en het Italiaanse Genua is aangetoond dat iedere deelauto 12 tot 15 privévoertuigen vervangt. Er is wel een risico dat mensen die nooit de auto gebruikten en altijd al het ov namen, nu alsnog in de auto stappen.
  10. Schoolreisplanning. Geef reisadviezen en planning en moedig ouders en leerlingen vooral aan om niet de auto te pakken. En verbeter de fietsinfrastructuur. In het Engelse Norwich kwamen daardoor 10,9% minder auto’s.
  11. Gepersonaliseerde reisplannen. Kijk naar het individu. Moedig hen aan door gepersonaliseerde reisanalyses te geven, te voet, per fiets of met het openbaar vervoer te gaan. In Marseille (Frankrijk), München (Duitsland), Maastricht en San Sebastián zorgde dat voor een reductie van 6 tot 12%. Lijkt bescheiden, maar deze actie is niet gericht op een bepaalde doelgroep, maar op een gehele stad. Geen slechte score.
  12. Apps voor duurzame mobiliteit. In het Italiaanse Bologna werd een app ontwikkeld waar medewerkers van deelnemende bedrijven hun eigen mobiliteit kunnen volgen. Deelnemers streden om punten voor wandelen, fietsen en het gebruik van het ov. Bedrijven bieden beloningen aan. Liefst 73% gaf aan dat ze de auto minder gebruikten, maar echte en vooral concrete cijfers kunnen nog niet gegeven worden.

Op de website van The Conversation kun je veel meer lezen. Met talloze extra feitjes over autogebruik.

“De mens is gemaakt om te wandelen”

wandelen in de natuur verlaagt al na kwartier cortisol

In het Algemeen Dagblad (AD) gaan journalist Tijn Elferink en gedragswetenschapper Johny Buivenga op zoek naar de voor- en nadelen van verschillende sporten. Onlangs schreven ze over wandelen door verschillende specialisten te interviewen. 

Tezamen komen ze tot de conclusie dat lopen stress verlaagt. Wat hard nodig is, want stress is één van de meest voorkomende gezondheidsproblemen in Nederland. 1 op 7 werknemers heeft last van burn-outklachten. “Dat zijn één miljoen Nederlanders”, vat registerpsycholoog Hilde Backus samen. Zij schreef het boek ‘Wandelcoaching bij stress en onzekerheid; 7-Stappenplan voor coaches die de natuur in willen’. 

Natuurcoaching is driedubbele bonus

In de natuur coachen, is volgens haar een driedubbele bonus: je beweegt, al wandelend heb je de beste gesprekken en dezelfde beweging maken bevordert de onderlinge connectie die mensen ervaren. Backus: “Dat wordt ‘synchronized movement’ genoemd. Wandelen activeert in de hersenen de beloningsgebieden, waardoor je een fijn positief gevoel ervaart en die persoon ook leuker vindt.” 

Dé mens is gemáákt om te wandelen 

Volgens de sportcoach en gedragspsycholoog Johny Buivenga moeten we wandelen echter niet opvatten als concept. Als nieuwe hype. “De mens is gemaakt om te wandelen. Een kwartier in de natuur vermindert het stresshormoon cortisol al. Het is absurd als we gaan bewijzen dat wandelen gezond is. Het is gewoon heel raar om de hele dag binnen op een stoel te zitten.”  

Bron:

Benieuwd naar alle inzichten? Lees het volledige artikel op AD.nl.

Dokters willen natuur op voorschrift 

natuur op voorschrift - vrouw die wandelt bij opkomende zon

“Voor veel klachten is natuur een veilige behandeling”, zo tonen steeds meer wetenschappelijke studies aan. Depressie, angst, stress: tijd doorbrengen in de prachtige buitenlucht is goed voor onze mentale gezondheid. In Canada kunnen dokters jaarabonnementen voor nationale parken voorschrijven. En ook bij ons pleiten enkele zorgverleners voor ‘natuur op voorschrift.’ Professor Hans Keune en huisarts Lotte Mortier de Borger vertellen er meer over in het Het Laatste Nieuws (HLN): “Patiënten krijgen dan een brochure met alle groene plekjes in de buurt.”   

Aangeboren connectie met de natuur

Hans Keune is doctor in de milieuwetenschappen en coördinator van de Leerstoel Zorg en Natuurlijke Leefomgeving. Volgens hem is er een positieve relatie tussen de natuurlijke omgeving en verbeterde ontspanning of herstel. Hoe dat kan? “We hebben als mensen gewoon een aangeboren connectie met de natuur”, aldus de Vlaamse professor die doceert aan de Universiteit van Antwerpen. 

Natuur op voorschrift: enthousiaste reacties

Ook huisarts Mortier De Borger toonde deze relatie aan in haar masterscriptie. Zij schreef een paar momentjes per week in de natuur voor aan patiënten met onder meer spanningsklachten. Dit voorschrift kregen ze op papier mee. “Patiënten krijgen dan een infofolder mee en ook een brochure met alle groene plekjes in de buurt. De meeste mensen reageren daar erg enthousiast op”, vertelt ze. 

Lees het hele interview via ‘Artsen willen meer natuur op voorschrift. “Voor veel klachten is het een veilige behandeling.’

De Nationale Beweegminuut: beweeg meer tijdens je werkdag

De Nationale Beweegminuut

Binnen Europa zijn we kampioen zitten: 32% van de Nederlanders zit meer dan 8,5 uur op een dag. Dat lijkt onschuldig, maar geeft mogelijk ernstige gevolgen voor de gezondheid. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid start daarom De Nationale Beweegminuut.

Met z’n allen 1 minuut bewegen

Dit is een campagne die werkenden met een zittend beroep bewustmaakt van de risico’s die weinig bewegen met zich meebrengt. Door iedere dag om 11.00 met z’n allen 1 minuut te bewegen. Niet dat dit voldoende beweging is, maar zo hoopt het Ministerie duidelijk te maken dat bewegen óók tijdens een werkdag vanzelfsprekend hoort te zijn. 

Gevolgen van langdurig zitten 

Langdurig zitten kan grote gevolgen hebben voor onze gezondheid. Zo loop je meer kans op hart- en vaatziekten, diabetes type 2, depressie, kanker en zelfs vroegtijdig overlijden. Daarbij komt dat beeldschermwerkers vaker klachten hebben aan armen, nek en schouders. Wat niet te compenseren is door 3x per week naar de sportschool te gaan. Gelukkig is de oplossing wel vrij simpel: regelmatig even opstaan en bewegen. 

Belang van De Nationale Beweegminuut 

Hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder vertelt over het belang van de campagne: “Het is een goed idee om elk half uur het zitten te onderbreken, bijvoorbeeld door lopend te bellen of wat te drinken te pakken. Maar het belangrijkste is dat mensen geen invulling hoeven te zoeken, omdat bewegen onderdeel van het werk is geworden.”

Gezonde leefomgeving goed voor volksgezondheid

gezonde leefomgeving - afbeelding VNG

De gezondheidsverschillen tussen bevolkingsgroepen nemen toe. Wat ook nog eens wordt versterkt door de omgeving waarin mensen wonen: in de ene buurt blijven mensen gezonder dan in andere. Daarom is het belangrijk om werk te maken van een gezonde buurt. Alleen dan krijgt iedereen dezelfde kansen.

“Het is belangrijk dat gezondheid wordt meegenomen in de keuzes voor de fysieke leefomgeving, schrijft de Delftse wethouder Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Dienstverlening, Martina Huijsmans. Steeds meer gemeenten zien in hoe ongelooflijk groot de impact van de openbare ruimte op de gezondheid is.

Position Paper VNG

Maar hoe zetten gemeenten deze openbare ruimte in om de gezondheid te verbeteren? De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) publiceert er een position paper over. “Gezondheid moet meegewogen worden bij keuzes in de fysieke leefomgeving”, schrijft ze. Dat kan op verschillende manieren: bescherming tegen uitstoot van verkeersgassen, geluidsoverlast en industrie. Maar het is even belangrijk om een omgeving te creëren die uitnodigt om te bewegen. Met ruimte voor lopen en fietsen of een speeltuin. 

Gezonde leefomgeving als ‘satéprikker’ door andere beleidsterreinen

Volgens de VNG loopt gezondheid als een satéprikker door andere gemeentelijke beleidsthema’s; het komt terug in alle portefeuilles. Haar streven is dan ook ‘health in all policies’: gezondheid in alle beleidsdomeinen. We verbeteren de gezondheid via factoren die buiten het gezondheidsstelsel liggen, maar die wel een grote invloed hebben. Denk aan bijvoorbeeld de leefomgeving, maar ook: verkeer, cultuur en armoedebeleid. 

Meer informatie

Wil je meer over de position paper ‘Samenwerken aan een Gezonde Leefomgeving’? Klik en lees. 

Nationale Voetgangerscongres

Op 13 oktober 2022 vindt alweer het vijfde Nationaal Voetgangerscongres plaats. Het Nationaal Voetgangerscongres is het enige vakevenement waar lopen in alle facetten centraal staat. Het Nationaal Voetgangerscongres stelt zich ten doel vakprofessionals met elkaar te verbinden.

Deze editie van het Nationaal Voetgangerscongres dagen wij je uit te laten zien hoe jij loopt en de voetganger een stap verder brengt. Wat is jouw bijdrage aan de gelukkige, gezonde voetganger? Welke aanpak is succesvol? Welk project biedt kansen? Welke informatie hebben we nodig en wat is nodig om een stap verder te komen? Dien uiterlijk 24 mei je bijdrage in via https://bit.ly/3wmBorY.

Deel je kennis op het Nationaal Voetgangerscongres op 13 oktober! Dien uiterlijk 24 mei je bijdrage in en geef ook invulling aan het programma. Je kunt je bijdrage indienen via https://bit.ly/3wmBorY.

Wandel Tijdens je Werkdag 

Wandel Tijdens Je Werkdag

Vandaag is het zover! Het prachtige slotakkoord van de Wandel Tijdens Je Werkdag-challenge: 7 april. Vandaag is het officieel #WandelTijdensJeWerkdag. Een dag waarop Wandelnet en Hersenstichting meer werkende mensen aan het wandelen proberen te krijgen. 

Mooi om te zien hoeveel organisaties er enthousiast meedoen! Zeker de afgelopen dagen zagen we steeds meer geweldige wandelacties binnenkomen. Een paar voorbeelden:

🎓 ‘Walkshops’ (wandel workshops) bij Hogeschool InHolland
🤳 Fotowedstrijden bij o.a. Provincie Groningen, CWS Group en NLO.  
💬 Weetings (walk your meeting) bij o.a. stichting O2A5 openbaar onderwijs

Rotterdam: host en inspirator Wandel Tijdens Je Werkdag

En last but not least: Rotterdam. De wandelstad is dit jaar de host van Wandel Tijdens Je Werkdag en lanceert maar liefst 3 weetingroutes, waar langs je wandelen kunt vergaderen. Na Amersfoort is ze hiermee de volgende stad van de City Deal Ruimte voor Lopen die wandelen tijdens je werkdag op deze manier stimuleert. 

Vandaag om 13.00 vindt de officiële lancering plaats op het stationsplein van Rotterdam Centraal. Werkend Rotterdam leert hier hoe je een succes maakt van weetings. Het startsignaal wordt gegeven door wethouder Judith Bockhove, waarna werknemers van Rotterdam Central District voor de allereerste keer de routes bewandelen. Ze eindigen bij 3 iconische plekken: het Groothandelsgebouw, Delftse Poort en LaatBloeien aan de Hofpleinfontein. 

Door heel Nederland wandelacties

Overal in Nederland houden organisaties wandelacties tijdens de Wandel Tijdens Je Werkdag, om aandacht te vragen voor wandelen tijdens werk. De één roept werknemers op om naar het werk te wandelen en legt vitaliteitspakketjes klaar bij de cateraar. Een ander organiseert een wandelfotowedstrijd onder collega’s. En uiteraard vinden er heel wat weetings plaats.

Meer weten over weetings?

In onderstaande video vertelt onder andere Martine de Vaan over deze wandelende meetings. Zij is innovatiemanager bij het Rijksvastgoedbedrijf en projectleider van Ruimte voor Lopen. Bovendien loopt ze iedere dag 7 kilometer zonder dat het extra moeite kost. Eerder schreef ze het boek ‘Walk your Meeting’

Bewegen cruciaal voor gezonde gemeente 

Sporten en bewegen vergroten de kwaliteit van leven, laten ziekteverzuim dalen, maken productiever en verminderen criminaliteit. Volgens de koepelorganisatie NOC*NSF zou sportieve beweging daarom aan de bakermat moeten staan van een gezonde, veerkrachtige gemeente. 

Sportief bewegen hoger op politieke agenda

Ze pleit ervoor om sport & beweging hoger op de (lokale) politieke agenda te zetten. “Sport en bewegen zijn onmiskenbare sleutels om te werken aan preventie en gezondheid.” En: “Door als (lokale) politiek nu in te zetten op de versterking en professionalisering van de sport- en beweegsector zorgen we voor de meest gezonde generatie in 2040. Zorgen we voor aantrekkelijke gemeentes en een aantrekkelijke leefomgeving.”

Hoge ROI

Investeren in deze thema’s is daarnaast lonend. Zo wees het onderzoek ‘De Social Return On Investment (SROI) van sport en bewegen’ van Mulier Instituut uit: de SROI is hoog. Iedere euro die een gemeente nu investeert in sport en bewegen levert later 2,5 euro op. 

Goed voor gezondheid ontwikkeling jeugd

Bovendien is sportieve beweging goed voor de lichamelijke, mentale en sociale ontwikkeling van kinderen. Kinderen die met plezier bewegen als ze jong zijn, hebben vaak als volwassene een gezonde levensstijl.

Benieuwd naar alle positieve effecten van meer aandacht voor de sport- beweegsector? Lees het interessante artikel van NOC*NSF over ‘De sportieve gemeente als bakermat voor een gezonde samenleving’

Over het autobezit: méér afhankelijk buiten grote steden

autobezit op platteland neem toe - auto die door land rijdt

In de grote steden verliest de auto snel z’n aantrekkingskracht dankzij goed OV, minder parkeerplekken en drukte. Het aantal auto’s per inwoner daalde hier, terwijl het autobezit in de meer landelijke gebieden juist duidelijk toenam. Hoe kan dit?

“Mensen buiten de grote steden zijn steeds meer afhankelijk van de auto”, stelt het Kennis Instituut Mobiliteitsbeleid (KiM). Dit komt doordat de afstanden tot werk, sociale contacten, de plaatselijke supermarkt en andere winkels groter zijn. Bovendien is het openbaar vervoer er minder goed. Bussen rijden minder vaak en stoppen niet op heel veel plekken, waardoor je alsnog té lange afstanden langs drukke wegen naar je bestemming moet wandelen. De wandelinfrastructuur kan in deze gebieden namelijk beter. 

Toenemend autobezit, méér kilometers in landelijke gebieden

In landelijke gebieden hebben niet alleen meer mensen een auto, ze maken er ook méér gebruik van. Oftewel: ze rijden meer kilometers. Voor 64% is autorijden geen vrije keuze, “maar bittere noodzaak.” In de meest stedelijke gebieden ligt dit percentage meer dan de helft lager: 35% zegt hier steeds meer afhankelijk te zijn van de auto. De groeiende afhankelijkheid maakt dat sommige mensen zich nauwelijks een auto kunnen veroorloven, maar ‘m toch aanhouden. Zij bezuinigen op andere huishouduitgaven. 

Meer info?

Lees de brochure ‘Het wijdverbreide autobezit in Nederland’ van het KiM. 

Landsdekkend wandelnetwerk af

wandelnetwerk NL

Na jaren wandelen, rondde Marcel van der Perk vorige week zijn Wandelproject Nederland af. Een prachtig project met een even mooi resultaat: een landsdekkend wandelnetwerk. Een mooi doorlopend netwerk waarbij je vanaf iedere locatie kunt wandelen naar elke willekeurige andere plek. Een grote inspiratiebron voor de doorgewinterde wandelaar. 

1.100 wandeldagen, 25.000 kilometers en 11 paar schoenen 

Marcel stopte veel tijd en energie in het grootse project. “Hierin zitten zo’n 1.100 wandeldagen, 25.000 wandelkilometers en onderweg versleet ik ruim 11 paar schoenen.” Dit, terwijl het geen vooropgezet plan was. “Wandelen doe ik al sinds ik een kleine jongen was. De échte passie ervoor werd geboren tijdens de zomervakanties in de Zwitserse bergen. Hier nam mijn grote broer me mee op tochten die verschillende wandelgebieden met elkaar verbonden. Fascinerend om te zien hoe je van A naar B kunt wandelen, terwijl die locaties op uren autorijden afstand van elkaar af lagen! In de jaren erna ben ik in meer of mindere mate intensief blijven wandelen: korte en lange dagtochten, kampeerwandelvakanties en ik begeleidde wandelreizen. Vanaf 2010 ging ik weer váker en verder wandelen. Al snel begon ik de wandelingen aaneen te rijgen. En langzaamaan ontstond het idee om zo door heel Nederland te gaan wandelen. Een idee dat uitgroeide tot de drijfveer om streken, natuurgebieden, steden en dorpen in heel Nederland te ontdekken.”

De mooiste wandelgebieden van ’t wandelnetwerk

En wat viel er veel te ontdekken! Als we hem vragen naar zijn favoriete wandellandschappen komt hij met een onwijs lange opsomming. Marcel: “Waar ik het het mooist vond om te wandelen? De stuwwallen van Salland en Twente, de flanken van de Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en het Rijk van Nijmegen met uitzicht over de rivieren, de beekdalen van de Geul en Gulp in Zuid-Limburg, de Dommel, de Overijsselse Vecht en de Drentse Aa; het Leudal, de coulisselandschappen van de Friese Wouden en de Achterhoek; het strand, duinen en kwelders van de Waddeneilanden. Maar ook de Tiendwegen in het Hollandse Veenweidegebieden en de buitendijkse paden langs de Oosterschelde… O en niet te vergeten: Aekingerzand en Fochteloërveen.” 

De kaart van Marcel: een wandelnetwerk door heel Nederland heen

GPS-apparaat, Google Earth en QGIS

Achter de schermen kwam er heel wat kijken bij wandelproject Nederland. Zo vertelt Marcel dat hij ál zijn wandelingen trackt met een GPS-apparaat, wat hij vervolgens inlaadt in Google Earth. Verder houdt hij in Excel een lijst bij van zijn wandelingen met specifieke statistieken. Voor de uitgebreidere analyses maakt hij gebruik van QGIS, een open-source Geografisch Informatiesysteem. “Daarmee kon ik bijvoorbeeld de oppervlakte van de polygonen berekenen”, legt Marcel uit. “Polygonen zijn de vlakken of gebieden die worden omsloten door de gelopen wandelroutes van waaruit het wandelnetwerk is opgebouwd.” Tot slot een leuk feitje: voor de wandelingen gebruikte de ervaren wandelaar enkel gedrukte, topografische kaarten. “Daarin was ik vrij conservatief”, lacht hij. “Pas sinds een jaar gebruik ik vaker de kaarten-apps op mijn mobiele telefoon.” 

“Anderen tot inspiratie zijn” 

In Marcels ogen heeft het project verschillende doelen. “Voor mezelf bijhouden waar ik had gewandeld, zodat ik mijn volgende wandelingen kon plannen en uitzetten. Dat was en is mijn voornaamste doel. Natuurlijk hoop ik ook dat de kaart anderen inspireert om wandelend gebieden in Nederland te ontdekken. Het is niet mijn bedoeling om de kaart te publiceren als wandelgids. Daarvoor zijn veel betere routeplanners en wandelgidsen beschikbaar.” Zoals de Wandelrouteplanner van Wandelnet.

Minder diabetes en obesitas in wandelvriendelijke stad

minder diabetes en obesitas in wandelvriendelijke stad - twee mensen met obesitas lopen

Mensen lopen minder kans op diabetes en obesitas als ze in een wandelvriendelijke stad wonen. Een stad die een fijne en veilige infrastructuur heeft voor voetgangers. Zo concluderen onderzoekers van de University of Toronto. Zij vergeleken 170 studies over steden wereldwijd. 

10% minder diabetes en obesitas in wandelvriendelijke stad

Het verschil tussen wandelvriendelijke en wandelonvriendelijke steden was maar liefst 10%. In steden waar lopen een minder voor de hand liggende optie is, krijgt 53% van de inwoners diabetes of obesitas. Op plekken die voetgangersvriendelijk zijn ingericht, ligt dit op 43%. “De studie laat zien dat de inrichting van steden invloed heeft op zowel het voorkomen als het tegengaan van ziektes”, meent betrokken professor Gilian Booth. 

Stedelijke wildgroei groot probleem 

De “ongecontroleerde, stedelijke wildgroei” is volgens professor Booth een groot probleem. Zij legt uit dat die mensen afhankelijk maakt van de auto. Om die reden pleit ze voor maatregelen die in haar ogen nodig zijn om de gezondheid te verbeteren. Ze denkt dan vooral aan noodzakelijke voorzieningen op loopafstand, betere voetpaden en goed openbaar vervoer. Dit soort steden worden ook wel 15-minuut-steden of urban villages genoemd. 

De logica erachter? “Mensen worden actiever als je hen dit mogelijk maakt, als ze toegang hebben tot betere infrastructuur en voorzieningen in de buurt”, aldus Booth. 

Benieuwd naar alle onderzoekresultaten?

Lees het interessante artikel dat Stadszaken erover schreef: ‘Minder diabetes en obesitas in wandelvriendelijke stad.’

Loopscore van groenblauwe routes in gemeente Dordrecht

De loopscore-tool van Wageningen Environmental Research is nu ook in de gemeente Dordrecht toegepast. Op basis van 69 van de oorspronkelijk 160 indicatoren is de kwaliteit van de loopmogelijkheden gemeten voor de hele gemeente. De hoofdindicatoren Infrastructuur, Omgevingskwaliteit, Levendigheid, Veiligheid en Aantrekkelijkheid bieden interessante informatie voor de monitoring rond gezonde leefomgeving. De gemeente is bezig te verkennen hoe de monitoring op dit vlak vorm kan krijgen en zal de uitkomst uit dit onderzoek daarin meenemen. Ook zal zij de loopscore opnemen in het project “Samen op de kaart” en biedt de loopscore-tool input voor het beleid rond het realiseren, verbeteren en in stand houden van groenblauwe routes tussen openbare speel-, beweeg- en ontmoetingsplekken. In een workshop met beleidsmedewerkers van de gemeente en de plaatselijke GGD zijn voor twee straten de effecten van diverse herinrichtingsvoorstellen met de loopscore doorgerekend. Belangrijkste resultaat is dat het verbeteren van de loopkwaliteit een multidisciplinaire aanpak vraagt, waarbij veel beleidsterreinen zijn betrokken.

Lees ook https://ruimtevoorlopen.nl/kennisitem/beloopbaarheid-gemeten/

>