“Lopen moet verder groeien”, zo lezen we in dit interessante stuk op Goudappel. Onderwerpen zijn duurzame mobiliteit en de trias mobilica: verminderen, veranderen en verschonen. “Dat is een mooi instrument om het gesprek aan te gaan over welke opties overheden en burgers hebben om mobiliteit duurzamer te maken”, aldus Saskia Kluit. Zij is associate Brede Welvaart en Mobiliteit én voorzitter van reizigersvereniging Rover.
Een belangrijk aspect van de trias mobilica is ‘fietsen en lopen’: de twee meest duurzame vormen van mobiliteit. Zij zorgen ervoor dat het huidige mobiliteitssysteem verandert en dat minder duurzaam verkeer vermindert.
Saskia: “Op vlak van mobiliteit zou er stevig ingegrepen moeten worden bij de prijsstijgingen en uitholling van het openbaar vervoer. Daar is echt een dramatisch negatieve ontwikkeling gaande die klimaatvriendelijke opties jaren terugwerpen, terwijl we juist een versnelling en verbreding nodig hebben. Lopen en fietsen moet ook verder groeien.”
“Denken jullie aan mensen met een mobiliteitsbeperking? Houden jullie rekening met personen die een visuele beperking hebben?” Steeds vaker krijgen we bij wandelprojecten de vraag of we met bepaalde groepen rekening houden. Of we gaan voor een inclusieve openbare ruimte. Dat is zeker zo: ruimte voor iedereen is zelfs een VN-doel.
Iedereen kan zelfstandig bewegen in inclusieve openbare ruimte
De term ‘inclusieve openbare ruimte’ betekent dat de behoeften van iedereen zijn meegenomen in het ontwerp van de buitenruimte. Of je nu jong of oud bent. Cisgender man of transgender vrouw. Of je nu een beperking of een hogere leeftijd hebt. Bij platform Ruimte voor Lopen laten we ons leiden door de ‘Richtlijn toegankelijkheid’ van onze partner kennisplatform CROW. Zij zegt: “Een goede ingerichte openbare ruimte is toegankelijk voor elke gebruiker zodat die zich zelfstandig kan voortbewegen zonder hulp van derden.”
Maar toegankelijkheid staat niet gelijk aan inclusie. Om de ruimte écht volledig inclusief te maken voor iedereen, dient die:
Toegankelijk te zijn voor alle inwoners.
Veilig aan te voelen voor iedereen. Ook voor een vrouw die in de schemering alleen naar huis wandelt.
Stimulerend te zijn. Alle inwoners te inspireren om te gaan bewegen, buitenspelen en sporten.
Belanghebbenden (bijvoorbeeld mensen met een beperking) te betrekken bij het ontwerp ervan.
Samenwerking met expert-partners
Wij willen garanderen dat de belangen van iédereen worden meegenomen bij het creëren van meer ruimte voor lopen. Om die reden werken we veel samen met expert-partners. Namens de Vrije Universiteit Amsterdam neemt er bijvoorbeeld een man met een visuele beperking deel aan het platform. Hij kan goed uit eerste hand vertellen wat er nodig is om een omgeving fijn te maken voor iemand die minder goed ziet. Daarnaast is onze contactpersoon bij gemeente Zwolle expert op het gebied van toegankelijkheid van de openbare ruimte.
Ieder(in) belangrijke partner op gebied inclusie
En last but not least, Ieder(in) is partner. Zij zijn een netwerk voor iedereen met een beperking of chronische ziekte. Ze zetten zich in voor meer toegankelijkheid en inclusie op allerlei gebieden. Zo ook voor een inclusieve openbare ruimte. Al sinds 2016 roept ze politiek en stedenbouwkundigen op om de ruimte inclusiever te maken, zodat drempels letterlijk en figuurlijk verdwijnen. Bovendien maakte ze zich hard voor opname van het criterium ‘inclusie/toegankelijkheid’ in de Nationale Omgevingsvisie. Ieder(in): “Door onze aanhoudende lobby heeft toegankelijkheid in de definitieve NOVI een plaats gekregen. Het ‘waarborgen van een goede toegankelijkheid van de leefomgeving’ is opgenomen in de lijst met nationale belangen.”
Netwerkbijeenkomst toegankelijkheid
Een leuke toevoeging aan dit artikel is dat we op 14 september een netwerkbijeenkomst hebben in Nijmegen. Deze staat voor de volle 100% in het teken van het thema ‘toegankelijkheid’. Inmiddels kunnen zich geen mensen meer aanmelden voor deze bijeenkomst – dat laat wel zien hoe groot de interesse voor dit thema is! Na afloop delen we wél een verslagje over de besproken topics.
Wil je meer weten over een inclusieve openbare ruimte?
Een grootschalige Amerikaanse studie toont aan wat de meesten al in hun onderbuik voelden: hoe meer je wandelt, hoe ouder je wordt. De onderzoekers legden maar liefst 17 eerdere onderzoeken naast elkaar en voerden er een meta-analyse op uit.
Gegevens van ruim 226.889 deelnemers werden vergeleken. Zij vielen uiteen in twee groepen: gezonde mensen en patiënten met bloed- en vaatziekten. Gemiddeld volgden onderzoekers hen 7 jaar en maten hoeveel stappen ieder zette. De conclusie? Hoe meer stappen je zet, hoe gezonder je blijft.
2337 stappen: minder kans op hart- en vaartziekten
Al vanaf 2.337 stappen is de kans kleiner dat mensen vroegtijdig overlijden door hart- en vaatziekten. Als je er 10.417 per dag zet, is dat risico zelfs 77% kleiner dan normaal. 10.000 stappen zijn dus niet per se nodig voor een positief effect, maar wel is het zo dat hoe meer je wandelt hoe groter de gezondheidsvoordelen zijn.
15% vermindering sterfkans met 1.000 stappen
“Iedere 1000 stappen erbij verkleint de kans om vroegtijdig te sterven”, pennen de wetenschappers neer. Dat effect geldt pas vanaf 3.867 stappen. 5.537 stappen verkleint die kans al met 48%. Een enorme afname! En er lijkt geen ondergrens aan de gezondheidsvoordelen te zitten. Ook 20.000 stappen leveren nog veel voordelen op.
“Verbonden steden zijn autoluw”, kopt Platform 31. Ze zegt dat het noodzakelijk is om bij het ontwikkelen of opnieuw inrichten van gebieden actieve mobiliteit op 1 te zetten. Maar daarvoor is een radicaal omslag nodig. We moeten radicaal gaan omdenken.
Aantal parkeerplaatsen leidend
De auto heeft immers decennialang bovenaan in de verkeerspiramide gestaan. Emile Revier, stedenbouwkundige bij PosadMaxwan: “Parkeren is lange tijd, tot op heden, de maatstaf geweest van ruimtelijke ontwikkeling. Niet het gewenste aantal woningen of werkplaatsen is leidend, maar de beschikbare ruimte voor parkeerplaatsen – vermenigvuldigd door de parkeernorm – dicteert het aantal te bouwen woningen.” Dit geldt ook voor de inrichting van de openbare ruimte. Nu is al gauw 40 tot 60 procent van de openbare ruimte nodig voor wegverkeer.”
Ontwerpmethodiek STOMP helpt gebieden autoluw te maken
Dat moet dus anders, vindt het platform. Volgens hen kan het STOMP-principe daarbij leidend zijn. “STOMP stelt in het ontwerpproces niet de auto, maar de mens centraal. STOMP is een afkorting voor Stappen, Trappen, OV, MaaS en de Privéauto. De volgorde waarin idealiter wordt ontworpen.”
“Wie het trottoir betreedt, betreedt een hindernisbaan vol versperringen. Nog afgezien van vuilniszakken, grofvuil, hondenpoep, verzakte tegels en boomwortels”, aldus de redacteuren van NRC.
In het actuele commentaar van deze kwaliteitskrant werd vandaag het thema ‘de stoep’ besproken. Het trottoir en het belang van wandelruimte. Over obstakels en ‘shared spaces’. Met verfrissende opmerkingen. Zo lezen we “Ooit was het trottoir de plek waar de overheid de voetganger de ruimte gaf. De stoep was de buffer tussen huis en buiten, al sinds 1537 – als eerste door de gemeente Delft – gelegaliseerd, en bedoeld als een sociale plek. Het trottoir bood vervolgens vanaf de negentiende eeuw veiligheid aan de meest kwetsbare verkeersdeelnemer. Afgeschermd van het snellere verkeer kon de enige niet-bestuurder zich van A naar B voortbewegen, over een strook die iets hoger lag dan de rest van de straat.”
Lees het hele commentaar over obstakels op trottoirs
Benieuwd naar het hele relaas? Lees nu ‘Het trottoir is van iedereen en hoort obstakel vrij te zijn.’
De 15-minutenstad is een stedelijk concept waarin je binnen en kwartier lopen of fietsen alle dagelijkse basisbehoeften vindt. Denk bijvoorbeeld aan de huisarts, supermarkt, school, openbaar vervoer, cultuur en natuur. Hiermee creëer je leefbare, gezonde en goed bereikbare steden waar iedereen kan meedoen. 15-minutensteden moeten daarom meer de norm worden, maar hoe pak je dat als overheid en stedenbouwers aan? Fietsersbond, Wandelnet en Rebel schreven samen een interessante whitepaper over dit onderwerp.
Er is ook kritiek
Naast alle positieve ontwikkelingen die de 15-minutenstad met zich meebrengt, zijn er ook critici die erop wijzen dat het concept bestaande ongelijkheden in de stad juist kan vergroten. Het principe van de 15-minutenstad negeert namelijk bepaalde stedenbouwkundige principes die in het verleden hebben bijgedragen aan toenemende ongelijkheid, zoals afgezonderde wijken en ongelijke toegang tot voorzieningen.
Het aanleggen van fietspaden en herinrichten van parkeerplaatsen is niet voldoende om deze afzondering te laten verdwijnen. “De aanleg van fietspaden en herinrichting van parkeerplaatsen zorgt er niet voor dat de segregatie verdwijnt. Hoe goed deze maatregelen ook voor het milieu kunnen zijn, ze kunnen ook de gentrificatie versterken.”
“Autogebruik kunnen we alleen terugdringen als de ‘STOM’-alternatieven op orde zijn. Onder andere deze conclusie deed Eline Augustijn in haar afstudeeronderzoek bij Arcadis. “Het afgelopen halfjaar deed ik hier onderzoek naar de kansen voor STOMP”, vertelt de kersverse afgestudeerde. Daarvoor naam ze 3 wijktypes in middelgrote plaatsen onder loep. Gedurende het onderzoek ontwikkelde ze zelfs een heuse STOMP-scanner. Een tool die wijken scant en gedetailleerd in beeld brengt in hoeverre STOMP wordt toegepast.
Wat kwam er uit deze STOMP-scan?
Het principe zie je het meeste terug in wijken gebouwd tussen 1970 en 1990.
De grootste kansen liggen in de wijken gebouwd in de dertig decennia daarvoor (1930-1960).
De focus moet niet liggen op iedere individuele plaats, maar op het grotere netwerk. Op dat niveau moet je bepalen op welke plekken, welk modaliteiten (vervoerstypen) voorrang krijgen.
Autogebruik (de ‘P’) kan alleen worden teruggedrongen met pushmaatregelen als gebiedssluitingen en parkeertariefverhogingen als de ‘STOM’-alternatieven op orde zijn. Als er bijvoorbeeld genoeg fijne wandelroutes zijn, brede fietspaden en goed bereikbare bushaltes.
Zuid-Holland biedt veel mogelijkheden voor actieve mobiliteit: veel voorzieningen zijn dichtbij en er ligt al veel infrastructuur. Toch beweegt de helft van de inwoners te weinig. Hoe kun je hen aanzetten tot meer beweging? Daarover bogen het Mulier Instituut, Molster Stedenbouw en het Kennisplatform CROW zich in het Toekomstonderzoek Beweegvriendelijk Zuid-Holland.
Het provinciale beweegnetwerk moet aantrekkelijker en veiliger, zo concludeerden de Gedeputeerde Staten. Daarom stemden zij op 30 in met het Toekomstonderzoek Beweegvriendelijk Zuid-Holland. In dit onderzoek wordt gekeken naar maatregelen die de provincie kan nemen om mensen die auto uit te krijgen, zodat ze meer bewegen. Eén van de hoofdconclusies is dat investeringen in het loop- en fietsnetwerk relatief hoge winst opleveren voor de gezondheid van inwoners en voor de maatschappij.
Belangrijke rol voor lopen
Lopen krijgt een belangrijke plek toebedeeld in het Toekomstonderzoek Beweegvriendelijk Zuid-Holland. In alle 5 aanbevelingen komt deze manier van verplaatsen terug. En eentje gaat er specifiek over: 4, neem lopen op in het beleid. “Lopen is laagdrempelig. Investeren in betere mogelijkheden voor lopen kan zeer kosteneffectief helpen om mensen meer te laten bewegen. Meer ruimte voor lopen draagt bovendien bij aan andere beleidsdoelen, zoals verdichting, vergroening en verduurzaming van de leefomgeving.”
De tool helpt om de potentie van lopen te verzilveren. Om de bijdragen aan verschillende beleids- en maatschappelijke doelen te realiseren. Denk aan de vergroeningsopgave, klimaatadaptatie (= omgaan met klimaatverandering), het welzijn van de mensen, het economische klimaat en meer ruimte voor recreatie en verblijven. Kortom, alle doelen waaraan lopen bijdraagt.
Hoe werkt de looptool?
De tool geeft inzicht in beloopbaarheid en doet suggesties voor verbeteringen van hoogwaardige looproutes. Hiervoor dien je als gebruiker 30 meerkeuzevragen te beantwoorden. Op basis waarvan de app een score voor de wandelvriendelijkheid berekent. Dit wordt gedaan op basis van 5 indicatoren uit de voetgangersbehoeftepiramide:
Meer lopen fietsen, openbaar vervoer, slimme vervoersoplossingen en een autoluw centrum. Sinds 2013 kiest ons lid Eindhoven steeds vaker voor een duurzame koers. Op het moment is ze bezig met het opstellen van een Agenda Ruimte voor Lopen (werktitel). Een Agenda waarvoor de input wordt gevraagd van de inwoners van de Brabantse stad. Dit gebeurde door middel van een DigiPanel.
Het DigiPanel is een online enquête waarin Eindhovenaren hun mening konden geven over de voetgangersvriendelijkheid van hun stad en hun visie op lopen. De vragenlijst bestond grotendeels uit eens-oneens vragen. De resultaten: 40% is van mening dat hun stadsgenoten en zijzelf zich geregeld te voet verplaatsen, 40% vindt van niet. Daartegenover staat dat maar liefst 60% Eindhoven een voetgangersvriendelijke stad vindt. Een stad die aantrekkelijk is om in te lopen.
Jongeren vinden Eindhoven vaker een voetgangersvriendelijke stad dan ouderen. Dit komt overeen met het beeld dat uit de eerdere inwonersenquête (2022) naar voren komt.
Nabijheid en gezondheid belangrijke redenen om te lopen
Het DigiPanel ‘Agenda Ruimte voor Lopen’ laat zien dat reden nummer 1 om te gaan lopen is dat bestemmingen zich binnen handbereik bevinden. Op loopafstand. Een verspreiding van voorziening is dus essentieel. Daarnaast vinden mensen het gezondheidsaspect belangrijk: lopen is goed voor lichaam en geest! Meer dan 1/3 vindt bovendien dat lopen praktisch of prettig is.
Waarom pakt een groot deel van de Eindhovenaren nog altijd de auto? Dit komt voordat doordat het ver lopen is naar hun bestemming, zo geeft 88% van de respondenten aan. het kost tijd. Maar routes zijn ook onveilig of oncomfortabel.
Een reactie die op het DigiPanel ‘Agenda Ruimte voor Lopen’ kwam, was dat natuurparken voor voetgangers niet aaneengesloten zijn. En dat je nergens aantrekkelijke kiosken hebt waar je naartoe kunt wandelen voor een kopje koffie of thee.
Benieuwd naar alle conclusies uit het DigiPanel ‘Agenda Ruimte voor Lopen’
Het volledige onderzoeksverslag met interactieve grafieken van het Eindhovense DigiPanel ‘Agenda Ruimte voor Lopen’ vind je via de site van gemeente Eindhoven.
Een mooie ontwikkeling in het Verenigd Koninkrijk! Het land maakt werk van de wandelvriendelijkheid van Manchester, een grote stad met meer dan ½ miljoen inwoners. Een stad die te kampen heeft met een snel groeiende bevolking. En een stad die een belangrijk commercieel centrum is. Om de leefbaarheid en duurzaamheid van het stadscentrum te verbeteren, wordt het wandelnetwerk verbeterd.
Het vertrekpunt voor het verbeteren van de wandelvriendelijkheid van Manchester is een grondige analyse van het wandelnetwerk. Welke wandelroutes zijn er momenteel? Wat kan er beter? En: welke aanpassingen in de openbare ruimte zijn daarvoor nodig? Doel is vooral om de belangrijkste bezienswaardigheden, straten en kruispunten met elkaar te verbinden via looproutes. En om ervoor te zorgen dat alle gebieden veilig en aantrekkelijk zijn, zowel gedurende de dag als in de dacht.
Data-driven toolkit
Arup is het bedrijf dat haar vizier richt op de wandelvriendelijkheid van Manchester. Ze maak hierbij gebruik van de zogenoemde uMove-toolkit. Een nieuw, digitaal en data-driven toolkit dat helpt om voetgangersmobiliteit en zaken als stedelijke vitaliteit, productiviteit en welzijn beter te begrijpen. Hiervoor leunt ze op rijke ruimtelijke data over waar en wanneer mensen reizen. Hoe en waar ze heen gaan.
Lees meer over het onderzoek naar de wandelvriendelijkheid van Manchester via de site van Arup.
De provinciale verkiezingen liggen net een maandje achter de rug. En de onderhandelingen over welke partijen bij elkaar in het bestuur komen, zijn in volle gang. Een mooi moment voor Wandelnet en Mobycon om een manifest uit te brengen: ‘wandelgeluk voor ons allemaal’.
In dit manifest roepen ze colleges en Statenleden op om meer aandacht te geven aan lopen. Om wandelen mee te nemen in de onderhandelingen. Er wordt uit de doeken gedaan welke rol lopen in de provincie in kan nemen. Om zo een grote bijdrage te leveren aan de levenskwaliteit in steden en dorpen.
Constateringen over wandelen vertrekpunt ‘wandelgeluk voor ons allemaal’
Vertrekpunt van het manifest zijn een aantal constateringen:
De impact van lopen op de kwaliteit van leven wordt sterk onderschat.
We zien termen als vitaliteit, nabijheid en beweegvriendelijke openbare ruimte veel terug in Omgevingsvisies, maar bij de concrete uitvoeringsprogramma’s raakt lopen naar de achtergrond en belandt het onderaan de prioriteitenlijst.
De regie op lopen door overheden komt onvoldoende in gang.
Bekijk het manifest ‘Wandelgeluk voor ons allemaal’.