Loopscore van groenblauwe routes in gemeente Dordrecht

De loopscore-tool van Wageningen Environmental Research is nu ook in de gemeente Dordrecht toegepast. Op basis van 69 van de oorspronkelijk 160 indicatoren is de kwaliteit van de loopmogelijkheden gemeten voor de hele gemeente. De hoofdindicatoren Infrastructuur, Omgevingskwaliteit, Levendigheid, Veiligheid en Aantrekkelijkheid bieden interessante informatie voor de monitoring rond gezonde leefomgeving. De gemeente is bezig te verkennen hoe de monitoring op dit vlak vorm kan krijgen en zal de uitkomst uit dit onderzoek daarin meenemen. Ook zal zij de loopscore opnemen in het project “Samen op de kaart” en biedt de loopscore-tool input voor het beleid rond het realiseren, verbeteren en in stand houden van groenblauwe routes tussen openbare speel-, beweeg- en ontmoetingsplekken. In een workshop met beleidsmedewerkers van de gemeente en de plaatselijke GGD zijn voor twee straten de effecten van diverse herinrichtingsvoorstellen met de loopscore doorgerekend. Belangrijkste resultaat is dat het verbeteren van de loopkwaliteit een multidisciplinaire aanpak vraagt, waarbij veel beleidsterreinen zijn betrokken.

Lees ook https://ruimtevoorlopen.nl/kennisitem/beloopbaarheid-gemeten/

CBS-cijfers wijzen uit: lopen in de lift

Het CBS heeft samen met mobiliteitsexperts bedacht hoe je steden zo kunt inrichten dat alle verkeersdeelnemers genoeg ruimte hebben, het verkeer veiliger wordt en de stad prettig is om in te wonen en verblijven. Dit concept wordt de ontwerpmethodiek Lopen in de stad genoemd.

Ontwerpmethodiek

De ontwerpmethodiek ‘Lopen in de stad’ zorgt ervoor dat de beschikbare ruimte in steden op een slimmere en veilige manier gebruikt kan worden. Dankzij een verandering in inrichting worden alle verplaatsingen van voetganger, fietser, automobilist en openbaar vervoergebruiker prettiger en veiliger. En nog een bijkomend pluspunt, de stad functioneert beter. 

Voertuigfamilies

Hoe zit de ontwerpmethodiek in elkaar? Voertuigen worden ingedeeld naar ‘voertuigfamilies’. Wat houdt dit in? Een indeling op basis van gewicht. Bij het ontwerpen van straten kijkt de gemeente eerst welke maximum snelheid het beste past bij de functie van de straat. Bijvoorbeeld, is het een winkelstraat of een doorgaande weg? Om dit soort vragen te beantwoorden werken verkeersdeskundigen en stedenbouwkundigen samen. Ook wordt de mening van bewoners, winkeliers en andere betrokkenen gevraagd. Aan iedere maximum snelheid wordt een voertuigfamilie gekoppeld, deze is maatgevend voor het ontwerp van de straat. Bijvoorbeeld: een 10 km/u zone is voor voetgangers, een 20 km/u zone voor fiets-achtigen (normale fietsen, e-bikes, elektrische steps), een 30 km/u zone voor lichte motorvoertuigen en een 50 km/u zone voor auto-achtigen (vrachtwagens enz.). 

>