Prioriteiten voor voetgangers: prominenten kijken vier jaren vooruit 

prioriteiten voor voetgangers

Door Derk van der Laan, zelfstandig schrijver en redacteur 

In aanloop naar het Nationaal Voetgangerscongres op 13 oktober de laatste aflevering van een serie van drie artikelen. Wat heeft prioriteit om de positie van lopers te verbeteren? Aan het woord drie prominenten. Judith Bokhove, voormalig wethouder in Rotterdam (2018-2022) en nu fractievoorzitter van GroenLinks in de gemeenteraad. Sipke van der Meulen, regisseur verkeersveiligheid provincie Fryslân. En Walther Ploos van Amstel, lector City Logistics aan de Hogeschool van Amsterdam.

Wat is verbeterd in de positie van lopers de afgelopen vier jaar?

JUDITH BOKHOVE: “Wij hebben als gemeentebestuur in Rotterdam voor het eerst het beleid voor voetgangers vastgesteld en een deel van het actieprogramma uitgevoerd. Lopen was te lang een ondergeschoven kindje. We zetten hen nu op een voetstuk. Het besef is toegenomen dat een fors percentage autoritjes, korter dan drie kilometer, vaak prima te lopen valt wanneer je simpelweg wat eerder weggaat. De voetganger als cruciale gezondheidsfactor kreeg meer erkenning. Ontwikkelingen die het nieuwe college van B&W ook inziet, gelukkig.

Daarnaast hebben Rotterdamse voetgangers in kaart gebracht wat ze waar precies goed en slecht vinden. Een mooie basis voor het omgekeerde ontwerpen dat nu is ingevoerd: eerst het lopen, dan de fiets, het openbaar vervoer en de auto. En niet te vergeten: het aantal initiatieven van burgers nam toe, zo is er nu ook een Rotterdamse Voetgangersvereniging actief. Als actieve ouder zag ik jaren geleden zelf hoe inzet tot succes en enthousiasme leidt. We wisten de jaarlijkse Avondvierdaagse in de wijk Delfshaven, met veel arm en rijk, nieuw leven in te blazen. Eerst met 60 kinderen en ouders, oplopend tot 1400 deelnemers later. Onderweg praat iedereen met elkaar!”.     

SIPKE VAN DER MEULEN: “De belangstelling in Friesland is aanzienlijk toegenomen. Lopen niet alleen voor winkelen en verblijven, maar ook als een vorm van ontspanning. Alle gemeenten op de vaste wal plus de provincie ondertekenden het ‘Charter for Walking’.  Sommige plaatsen hebben een ‘Potje voor putjes” ingesteld: speciale fondsen van enkele duizenden euro`s per jaar voor snelle reparaties in de openbare ruimte. Een klein stukje stoep opnieuw bestraten heeft soms meer impact dan grote, meeslepende veiligheidsprojecten. Bij wijze van spreken gaat de wethouder met een emmer zand en schep op pad. Geen sexy onderwerp, maar het trekt wel aandacht.  

Leeuwarden heeft een grote kwaliteitsslag gemaakt in de openbare ruimte. Dit voorbeeld straalt ook uit naar andere gemeenten: zij geven voetgangers meer aandacht. Buitenruimte moet ruim en mooi zijn. De kwaliteit bepaalt in hoge mate je welzijn en welbevinden en daarmee ook de verkeersveiligheid. Leeuwarden had als drager voor deze kwaliteitsslag weliswaar het uitroepen tot Europese Cultuurhoofdstad van 2018, maar de trend zet door. De stedenbouw besteedt veel aandacht aan de voetganger inclusief het maken van ommetjes, zoals aan de zuidkant van de stad waar ommetjes bewoners ook in contact brengen met de historie en hun omgeving.    

Goede verblijfskwaliteit wordt erkend als een steeds belangrijker factor in een gunstig ondernemersklimaat. Binnenstadmanagers spelen in Friesland een stimulerende belangrijke rol bij het upgraden van kernen. Ook het toegenomen wandelen stimuleert, zoals de pelgrimage naar Santiago de Compostella die start in Sint Jacobiparochie.    

Ik zie dat bij woningcorporaties, altijd krachtige spelers op lokaal niveau, de aandacht voor leefbaarheid terugkomt. Zij mogen zich weer gaan bemoeien met zulk soort onderwerpen en dat komt de belangstelling voor voetgangers ten goede”.   

WALTHER PLOOS VAN AMSTEL: “Ik zie een toenemende belangstelling voor autoluwe woonwijken en dito binnensteden. Vaker staat de auto niet meer centraal en dat dwingt tot heroverwegingen. Wil je bijvoorbeeld in een gebied auto`s vervangen die daar nu gemiddeld 18 kilometer per uur rijden, dan kom je gauw uit op andere, maar wel snellere, tweewielers. Dat roept weer nieuwe vraagstukken op.  

Een gunstige ontwikkeling vind ik ook de aandacht voor de  ’15 minuten’ stad. Hierbij draait het feitelijk om meer sociale cohesie. Kun je alles wat dagelijks belangrijk is dichtbij vinden? De houding van projectontwikkelaars verandert de laatste tijd. In plaats van denken over de vraag ‘hoe kunnen mensen zo snel mogelijk de wijk in of uit?’ nemen zij nu als uitgangspunt: ‘de wijk mag zelf ook leuk worden’. Betere verblijfskwaliteiten leveren hogere huren en verkoopopbrengsten op.    

Een aantal nieuwe gebiedsontwikkelingen, verspreid over het land, spelen inmiddels goed in op deze trend van een integrale aanpak, die lokaal wordt gesteund door een community van bewoners en bedrijven”.

Welke verslechteringen signaleer je de laatste vier jaar? 

JUDITH BOKHOVE: “De enorme bezuinigingen in het openbaar vervoer. Deels al ingevoerd, maar voor de komende jaren een dramatische bedreiging. Door corona nam het gebruik fors af, maar prognoses zeggen dat in 2024 het aantal passagiers weer op het oude niveau zal zijn en dan moet je hen niet in 2023 gaan wegjagen. Een slechtere dienstregeling vermindert het aantal reizigers en dat zet weer extra snoeien in gang. De combinatie lopen en openbaar vervoer is een van de grote dragers van de mobiliteitstransitie waar we voor staan.

Met ontwikkelingen zoals deelmobiliteit en e-bikes weten beleidsmakers niet goed raad. De essentie is meer flexibiliteit. Wie `s ochtends lopend de dag ingaat, moet tussendoor of op de terugweg kunnen rekenen op andere verplaatsingsvormen. Lastig is ook de e-deelscooter. Mooi dat dertig procent van het gebruik dient als vervanging van autoritten, maar velen laten vaker de gewone fiets staan of lopen minder. Wat is precies de winst of verlies voor wie?”   

SIPKE VAN DER MEULEN: “De staat van onderhoud van voetgangersvoorzieningen is veronachtzaamd. Een sluipende verslechtering als gevolg van bezuinigingen. Niemand merkt het direct wanneer je tien procent bespaart op infrastructuur, als het gaat om jeugdzorg wel. En lopen gaat snel ten onder in de veelvoud van onderwerpen. Kwaliteit van loopvoorzieningen verdient het om een extra aandachtspunt te zijn met een vergrijzende bevolking waarmee Friesland te maken heeft. Eenvoudig weg te nemen obstakels zoals scheefliggende tegels en boomwortels kunnen veel ellende veroorzaken. 

Als een gemiste kans zie ik dat in nog te weinig gemeenten gezamenlijk wordt gekeken naar hoe straten erbij liggen. Leg de gemeenteraad en de dorpsbelangen een visuele inspectie voor en laat ze gezamenlijk van situaties beoordelen wat goed, acceptabel of slecht is”.

WALTHER PLOOS VAN AMSTEL: “De verkeerde vragen worden gesteld, met daarbij als de onuitgesproken olifant in de kamer het gedrag in het verkeer. Het moet gaan om: ‘van wie is de stad’ en bijvoorbeeld niet: ‘van wie is het fietspad’.  De discussie is de mond gesnoerd door de machtige en gesubsidieerde Fietsersbond om de ‘oprukkende’ voetgangers, zonder stem, te stoppen. Jammer. In veel gemeenten raakte het beleid hierdoor veel te versnipperd om in te kunnen spelen op een gemeenschappelijke visie waaraan zo`n behoefte is. 

De eigen auto is onbetaalbaar geworden en het openbaar vervoer wordt  langzaam afgebouwd. De tweewieler houd je in de stad mobiel tegen lage kosten. Maar plezierig lopen wordt in een stad als Amsterdam op veel plekken onmogelijk gemaakt. De stoep is het domein van de commerciële belangen geworden. 

Gemeenten raakten afhankelijk van externe adviseurs en zijn niet meer in staat om zelf goede probleemanalyses te maken. Zo telt bijna niemand voetgangers en verblijvers. Hoe kun je dan komen tot goede herkomst- en bestemmingsanalyses, laat staan een verantwoord plan maken?  Adviesbureaus, waarvan gemeenten afhankelijk zijn geworden, hebben als klant ook de internationale mobiliteitsaanbieders, met hun diepe zakken. Dat is zorgwekkend”. 

Wat is top drie urgente acties voor de komende vier jaar? 

JUDITH BOKHOVE

1. “Verhoog de status van het lopen. Stimuleer leefstijlen die hiermee te maken hebben, leer van de vele initiatieven die voor het fietsen zijn opgezet. Een voorbeeld. Wie nu een route aanvraagt bij google krijgt eerst de auto, dan het OV, vervolgens de fiets en als laatste soms de voetganger. Keer dat om. Ook goede cijfers verhogen het imago, zet andere getallen tegenover voertuigverliesuren“

2. ”Praktisch knelpunten opheffen naast zichtbare iconen voor het lopen realiseren. Autoluwe steden    vergroten vanuit een wenkend perspectief: verleid inwoners om al thuis te besluiten: er zijn goede alternatieven, ik laat daarom de auto staan. Maak meer groene corridors, neem burgers mee in het verbeelden van plannen”. 

3. “Een steviger structurele rol van het rijk. Laten gemeenten en anderen er bij het rijk op aandringen dat het instrumenten ontwikkelt die het lopen bevorderen en daarbij goede voorbeelden verzamelt. En maak regelgeving voor snellere invoering van 30 kilometer per uur inclusief meer handhavingsmogelijkheden.” 

SIPKE VAN DER MEULEN

1.”Bundel alle aandacht voor actieve mobiliteit. Zet bij organisaties medewerkers voor lopen en fietsen niet apart, maar maak gemengde teams. Het ankerpunt daarvoor binnen een gemeente is minder belangrijk, het kan de verkeersafdeling, sport, gezondheid of het sociale domein zijn. Een cruciale rol speelt een bestuurder die deze interdisciplinaire aanpak omarmt. Maak daarbij ook meer gebruik van collega`s die GIS systemen beheren. Zij beschikken over relevante basisgegevens waarvan nog veel te weinig gebruik wordt gemaakt. Zo gebruikt vijfentachtig procent van de gemeenten in Nederland jaarlijks opnames van een bedrijf dat ook een flink deel van de stoepen meeneemt in hun inventarisaties (Cyclomedia). Als eerste grove zeef een ideaal hulpmiddel voor een digitale buurtschouw.” 

2.”Geef het overnemen van taken door burgers een serieuze kans. Dit ‘right to challenge’, nu vooral gebruikt in de groene hoek waarbij inwoners zelf een deel van openbaar groen onderhouden, is ook toepasbaar bij straatbeheer. Zij kunnen een deel van het werk aan looproutes uitvoeren, al gebeurt dat soms voor slechts enkele jaren totdat een burgerinitiatief stopt. Natuurlijk zijn goede afspraken nodig en inspecteert de gemeente of de uitvoering klopt, maar dat zijn ze altijd al gewend bij aannemers. Een voorbeeld is de gemeente Súdwest- Fryslân met 89 kernen. Het ambtelijk apparaat en het bestuur, ook na kleurwisseling in het nieuwe college, zetten zich enorm in voor dorpsbelangen, servicegericht.”   

3. “Geef meer prioriteit aan goede toegankelijkheid voor iedereen die buiten de ‘norm-mens’ valt en dat zijn heel velen. De minimaal benodigde bewegingsruimte voor iemand met een beperking zou altijd de basis moeten zijn voor een gewenst ‘Design for All’.”  

WALTHER PLOOS VAN AMSTEL

1.”Maak veel meer ruimte voor voetgangers. Steden moeten vooral mentaal ruimte leren delen. In aantrekkelijke, autovrije woonstraten waar de buren elkaar goed kennen, zie de Amsterdamse Houthavens, is shared space op zich geschikt. Je wilt als fietser toch niet je buurman de stuipen op het lijf jagen? Maar dat verhaal verandert, wanneer een flitsbezorger van de straat zijn hoofdrijroute maakt.”  

2. “Het gesprek over mobiliteit moet veel meer gaan over mensen en mensenstraten. Dat geldt voor gebiedsontwikkelingen en herinrichtingen. Stel een ambtenaar ‘Leuke wijken’ aan. Monitor de veiligheid van lopers, zoals al decennia lang gebruikelijk is voor automobilisten en fietsers.” 

3. “Normeer en handhaaf. Stel als gemeente een beleidskader vast zodat je ontwerpen en inrichtingsvoorstellen met betrekking tot voetgangers kunt toetsen. De minimum breedtes, de materiaalsoorten, oversteekmogelijkheden, het onderhoud. Stel maximumsnelheden en een kentekenplicht in voor e-bikes, zodat je de berijder hierop kunt aanspreken. Voor bereikbaarheid van het openbaar vervoer is de bewezen goede norm: hoogstens zeven minuten hoeven lopen naar een halte. In Amsterdam zijn vele tramhaltes opgeheven en is de looproute er naartoe vol obstakels. Keer deze ontwikkeling”.   

Door Derk van der Laan, zelfstandig schrijver en redacteur 

Derk van der Laan is zelfstandig schrijver en redacteur. Hij specialiseert zich in mobiliteit en ruimtegebruik en is initiatiefnemer van www.gewoongezondlopen.nl 




Dit zijn de genomineerden voor LoopAward 2022

Blij verrast! Maar liefst 16 verschillende organisaties stuurden hun initiatief in voor de LoopAward 2022. Stuk voor stuk schitterende initiatieven die het lopen hoger op de agenda brengen. De jury, bestaande uit Wouter Veldhuis (Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving), Chantal Walg (andersdenker en doener in de zorg) en Bruno Bruins (voormalig Minister Medische Zorg en Sport), beoordeelde samen alle inzendingen.

6 loopinitiatieven springen er écht uit. Zij zijn genomineerd en dingen mee naar de twee prijzen. Eén award reiken we uit aan de organisatie die het meeste heeft bijgedragen aan meer (toekomstige) ruimte voor lopen in de fysieke omgeving. De tweede award is bedoeld voor het meest aansprekende maatschappelijke initiatief dat ervoor heeft gezorgd dat (meer) mensen zijn gaan lopen.

Genomineerden met een maatschappelijk initiatief (in willekeurige volgorde)

Met Walking4School loopt het beter!
Walking4School is een bewustwordingscampagne met als doel om meer kinderen (en hun ouders) vaker naar school te laten lopen. Fietsen en steppen mag ook (we verzamelen alle data), maar zeker minder met de auto: wel zo gezond, veilig en gezellig. Met vrolijke stickers en een actieweek speelt Walking4School in op problemen van de school en motiveert kinderen om vaker te lopen, fietsen of steppen. En met succes: bij een pilot in de gemeente Katwijk is het autoverkeer naar school tot wel 75% afgenomen. 

Maak een ommetje –Gemeente Terneuzen

Het initiatief van de gemeente Terneuzen om deze wandelroutes te maken ontstond tijdens de coronapandemie. Blijven bewegen is belangrijk voor de gezondheid. Toen vele inwoners thuis moesten werken, kwam het wandelen in eigen omgeving in opkomst. De gemeente wilde het wandelen stimuleren. Daarom hebben ze 14 verschillende ommetjes gemaakt, voor elke kern één. De ommetjes bestaan niet alleen uit simpelweg een route, maar er wordt ook een stukje geschiedenis of erfgoed aan gekoppeld. De routes zijn veelal gebaseerd op het wandelnetwerk ‘Tussen Linies en Kreken’. 

#1 wandel-vergaderapp
Met Feeting al vergaderend naar de 10.000 stappen! Deze app bevrijd je in het Zoom- en Teams-tijdperk van je werkplek en vooral: van je bureaustoel en monitor. Op afstand vergaderen met je collega’s blijkt prima al wandelend te kunnen en met Feeting worden de gesprekken automatisch genotuleerd. Je notitieblok mag dus gewoon thuis of op kantoor blijven. Hetzelfde geldt voor de stappenteller, want je krijgt na afloop het gespreksverslag en je sportieve prestaties op een presenteerblaadje. 

Genomineerden met een ruimtelijke initiatief (in willekeurige volgorde)

Erf2.0, een nieuwe impuls uit Delft voor meer mensenruimte!
50 jaar geleden werd in Delft het woonerf uitgevonden. Mobycon en MENSenSTRAAT, beiden met wortels in Delft, vinden de beperkte toepassing van het erf een gemiste kans en ijveren voor meer en beter gebruik hiervan. In Duurzaam Veilig kreeg het onvoldoende aandacht, met voor woonwijken vooral een focus op 30km/u, terwijl het belang van de lagere snelheid heel essentieel is. Kennis over erven raakte op de achtergrond. Erf 2.0 beoogt een bredere toepassing van woonerven in stad en dorp waarin meer ruimte is voor voetgangers, we flexibeler met ruimte omgaan en autoverkeer (max 15km/u) te gast is. 

Als bomen kunnen wandelen, kunnen wij veranderen
In 2022 werd de binnenstad van Leeuwarden bezocht door een bos van meer dan 1000 bomen. Dit ‘wandelende’ bos werd in beweging gebracht door honderden vrijwilligers en heeft de bomen een stem gegeven. Doel van dit bijzondere project was om aandacht te vestigen op de noodzaak om anders naar de relatie tussen de mens en de natuur te kijken. Het is nog lastig om je voor te stellen hoe het eruit komt te zien, zegt Doedens. En zo’n project kan volgens hem alleen maar in Fryslân. “Bij de Culturele Hoofdstad was er een soort energie van ‘laten we het toch met z’n allen doen’. Hoe onmogelijker het is, hoe leuker de mensen het vinden om er aan mee te doen.” 

Dementievriendelijke route – De Oost
De Oost in Dronten is een straat waar een verzorgingshuis en seniorencomplex aan liggen. Er komen steeds meer mensen met dementie en iedereen moet steeds langer thuis blijven wonen. Daardoor is het steeds belangrijker dat mensen met dementie die nog thuis wonen, zelfstandig naar buiten kunnen. Bewegen is immers voor iedereen goed. De gemeente Dronten heeft samen met bureau Lieftink Advies gesprekken gevoerd met en vragen gesteld aan alle aanwonenden en input opgehaald uit wandelingen. Alles is verwerkt in een sfeerbeeld. Dit is de basis geweest voor reconstructie de Oost. 

De juryleden hebben bij hun beoordeling vooral gekeken naar originaliteit, actualiteit en in hoeverre het initiatief een voorbeeld is voor anderen. Tevens werd beoordeeld in hoeverre de inzendingen voldoen aan de ambities van Ruimte voor Lopen. Te weten:

  • Lopen is een vanzelfsprekend en integraal onderdeel van beleid, ontwerp en beheer
  • De omgeving biedt gelegenheid en nodigt uit om veilig te lopen
  • Lopen heeft een positief imago en wordt gestimuleerd

Uitreiking LoopAward 2022

Tijdens het Nationaal Voetgangerscongres op 13 oktober 2022 in Zwolle maken we de uiteindelijke winnaars van de LoopAward bekend. Dat mag je natuurlijk niet missen!

Gespot: Meer ruimte voor voetgangers op Nieuwezijds Voorburgwal 

Nieuwezijds Voorburgwal

Meer ruimte voor lopen: veel gemeenten timmeren hard aan de weg om deze ambitie te verwezenlijken. Zo ook City Deal-partner Amsterdam. Zo is dit jaar de centrumstraat Nieuwezijds Voorburgwal opnieuw ingericht, waardoor het een aangename en overzichtelijke straat is geworden. Met meer ruimte voor wandelaars, groen en fietsers. 

Allereerst is het zuidelijke gedeelte van de straat aangepakt. Verbeteringen die ten goede komen aan de voetganger:

  • Nieuwe verlichting zorgt ervoor dat de Nieuwezijds Voorburgwal beter verlicht is. Dat geeft voetgangers een veiliger gevoel. 
  • Op het Singel is ter hoogte van de Universiteitsbibliotheek een nieuwe tramhalte gekomen die voor iedereen toegankelijk is. Deze nieuwe halte vervangt de slecht toegankelijke halte Spui en halte Koningsplein. Op het Koningsplein is daardoor meer ruimte voor wandelaars. 
  • 68 parkeerplaatsen zijn gesneuveld. Met als resultaat onder meer een bredere stoep en een nieuw fietspad. 
  • Bij de Postzegelmarkt is het ‘Postzegelparkje’ aangelegd. Een oase van groen: klein maar fijn. 

‘Servicestrook’, waardoor meer ruimte op stoep

Ook het noordelijke deel is onder handen genomen. Hier komt naast de trambaan een zogenoemde ‘servicestrook’, waarin nieuwe bomen, fietsparkeerplaatsen en ondergrondse afvalcontainers komen. Op de stoep krijgen voetgangers zo meer ruimte. Op dit deel mogen auto’s maar 30 kilometer per uur rijden, wat de verkeersveiligheid verbetert. 

Ruimte maken voor ontmoeting: op naar een sociale leefomgeving

sociale leefomgeving - wandelende mensen in stad

Hoe kunnen we een sociale leefomgeving binnen handbereik brengen in buurten en dorpen? Die vraag beantwoordt het advies van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving en College van Rijksadviseurs. Eén van de aangedragen aanbevelingen: meer ruimte voor lopen. 

 Corona legde het pijnlijk bloot: we zijn sociale wezens. Betekenisvolle sociale contacten dragen bij aan ons welzijn en gezondheid. Vandaar dat het belangrijk is om te investeren in een goede sociale infrastructuur. In plekken zoals parken en mooie wandelroutes die bewoners de mogelijkheid geven elkaar te ontmoeten. 

Sociale leefomgevivng

Een buurt hoort in de allereerste plaats een sociale leefomgeving te zijn. Een fijne plek waar je graag een ommetje maakt, even sport of buurtgenoten ontmoet. Deze sociale functie moeten we beter borgen, zeker nu we staan voor een aantal grote veranderingen (transities) op het gebied van energie, verduurzaming, infrastructuur, en woningbouw. Dat betekent dat de overheid heldere doelen gaat stellen en zelf het goede voorbeeld gaat geven. Bijvoorbeeld door eigen vastgoed een maatschappelijke bestemming te geven.

Ruimtelijke condities dragen bij aan sociale leefomgeving 

“De bijdrage van ruimtelijke condities mag je niet onderschatten”, stelt het advies. Ingrepen in de openbare ruimte kunnen veel verschil maken voor het sociale karakter van de buurt. Minder auto’s betekent bijvoorbeeld meer ruimte voor voetgangers en bewoners. De Raad pleit er daarom voor om straten autoluw te maken. Zo ontstaan er meer leefbare straten. Ook is ze voorstander een goede wandelinfrastructuur. Dat geldt op het platteland, maar ook als onderdeel van een toegankelijke stad. 

Lees het hele advies ‘ruimte maken voor ontmoeting‘.

Vier jaren vooruit kijken: prioriteiten voor voetgangers

prioriteiten voor voetgangers

Door Derk van der Laan, zelfstandig schrijver en redacteur 

Het Nationaal Voetgangerscongres is op 13 oktober. In aanloop daarnaartoe drie artikelen over de positie van lopers, gezien door de gebruikers. Wat verbeterde de afgelopen vier jaar, wat is verslechterd? En welke top drie urgente acties zien betrokkenen voor de komende vier jaar? Vandaag aflevering 2 met Jeanette van ’t Zelfde (Adviseur Public Affairs ANWB), Boudewijn Leeuwenburgh en Patty Muller, voorzitters van respectievelijk Voetgangersbeweging Nederland en Voetgangers Vereniging Nederland.

Wat is verbeterd in de positie van lopers de afgelopen vier jaar?

JEANETTE VAN ’T ZELFDE:  “Lopen is gezond zijn. De coronatijd bracht veel meer mensen op de been en het is nog steeds drukker dan eerst. Het bezoek aan natuurgebieden nam een enorme vlucht en je ziet qua infrastructuur letterlijk dat de vraag het aanbod overstijgt. Waren onverharde looproutes eerst smalle paden, nu zijn ze op flink wat plekken in de breedte veel meer uitgesleten geraakt door het massale gebruik. Ook andere loopvormen werden populairder, zoals lunchwandelen en ommetjes in eigen leefomgeving. Tijdens corona was onze verkoop aan wandelschoenen spectaculair. Mensen ontdekten hun eigen buurten, vonden verrassende, nieuwe routes. Ik zie een herwaardering van bestaande plannen, waarvan wij mede-initiatiefnemer zijn, voor meer en betere groene wandelroutes in en om de stad. De noodzaak voor snelle uitvoering is toegenomen. Een mooi eerste besluit van staatssecretaris Heijnen om € 370 miljoen te steken in nieuwe fietsinfrastructuur, maar een volgende stap is natuurlijk dat voetgangers niet achterblijven. 

De ontwerpmethode ‘Verkeer In De Stad’, in opdracht van de ANWB ontwikkeld, kwam beschikbaar.  De essentie: richt straten en pleinen in op basis van snelheid, massa en omvang van voertuigsoorten. Deze indeling in ‘voertuigfamilies’ betekent onder meer dat voetgangers maatgevend zijn voor de inrichting van een 10 km/uur zone. Naast verkeerskundigen zijn andere relevante disciplines en lokale stakeholders betrokken. Dit gedachtegoed wordt in meer plannen overgenomen. 

Tot slot zie ik beter overleg ontstaan tussen het Platform Ruimte voor Lopen en Tour de Force, de brede coalitie voor fietsbelangen. Ze werken meer samen en zetten ‘actieve mobiliteit’ op één. “

BOUDEWIJN LEEUWENBURGH: “De aandacht is toegenomen in de gehele mobiliteitswereld. Wij zijn daar blij mee. Daarvoor gold de belangstelling vooral voor lopen als recreatie. Maar nu gaat het om de voetganger breed uit. Te voet gaan van A naar B, ommetjes, sportief lopen, enzovoort: alle vormen zijn ontdekt. Deze ontwikkeling betreft het hele land, maar vooral lokaal zie je hoe deze verandering praktisch uitpakt. Zo hebben wij als Voetgangersbeweging in Leiden mooie resultaten weten te boeken. Eerst had de gemeente vooral aandacht voor wandelen, met name in de vorm van het Singelpark, overigens een prachtig plan, goed uitgevoerd en nu volop in gebruik. Maar de laatste jaren heeft de gemeente een meer uitgebreide visie ontwikkeld en neergelegd in de Voetgangersnota, met een grote inbreng van ons. Ook in andere gemeenten zijn wij in overleg. Een andere verbetering is de oprichting van het Platform Ruimte voor Lopen. Heel nuttig dat een groot aantal partijen hierin elkaar weten te vinden en samen werken. Tot slot zie ik bij de adviesbureaus de gunstige trend dat zij steeds meer specialisten in huis hebben voor voetgangers”.  

PATTY MULLER: “Het besef nam toe dat voetgangers überhaupt een issue zijn. In plaats van als één groep worden fietsers en voetgangers tegenwoordig gelukkig meer als twee aparte identiteiten gezien. In mobiliteitsplannen kwam het woord voetganger eerst nauwelijks voor, maar dat verandert. Wij zijn in 2020 opgericht en in sommige steden zijn plannen bijgesteld. Zo wordt in Utrecht nu de herinrichting van de iconische Maliebaan zo uitgevoerd dat voetgangers meer ruimte en veiligheid krijgen, dankzij de bereidheid van de gemeente om open te staan voor onze voorstellen. We vertrouwen op voortzetting van deze trend in Utrecht. In Rotterdam wil het nieuwe college voortzetten wat begonnen is onder de vorige wethouder Judith Bokhove van GroenLinks. Ik zie aandacht voor voetgangersbelangen dwars door partijen heen. Politieke keuzes zijn nodig, maar partijbelangen kunnen op de achtergrond blijven. Iedereen loopt toch?” 

Welke verslechteringen signaleer je de laatste vier jaar? 

JEANETTE VAN ’T ZELFDE: “Het populaire fietsen en lopen zit elkaar steeds meer in de weg. Het aantal conflicten neemt toe en tweewielers worden steeds sneller en breder. De infrastructuur is daar niet op berekend. In hun gedrag houden verkeersdeelnemers sinds corona minder rekening met elkaar. Zij ervaren meer overlast van elkaar, zo toont het ANWB-onderzoek recreatief fietsen uit 2021. 

Wandelaars ondervinden nadelen, ook indirect. Zo neemt een kwart van de e-bikers eerst de auto naar de rand van natuurgebieden en maakt dan fietstochten. Schaars beschikbare parkeeraccommodatie gaat zo ten koste van consumenten die naar de gebieden de auto nemen en daar willen wandelen.  

Bezuinigingen verslechterden op heel wat plekken de kwaliteit van looproutes. Neem de wandel- en fietsroute tussen Renesse en Burgh-Haamstede. Staatbosbeheer sloot deze slagader eerder dit jaar af voor fietsers vanwege de onveiligheid. Er waren 75 gaten in de weg en geld voor onderhoud ontbrak. Lokale ondernemers losten het probleem tijdelijk op en overwegen de rekening te presenteren aan de terreinbeheerder. 

Daarnaast nam de barrièrewerking toe, denk aan het afsluiten aan onbewaakte spoorwegovergangen of nieuwe gebouwen en infrastructuur. Mensen zien hierdoor af van lopen of zijn gedwongen grote omwegen te maken. Het gaat om obstakels die zij tegenkomen of afsluitingen die vaak vele kilometers aan onaangename omlooproutes veroorzaken. Omdat het vaak onverharde routes zijn, gebeurt sluiting van wandelpaden veel gemakkelijker dan van fietspaden, doorgaans verhard”.  

BOUDEWIJN LEEUWENBURGH: “Straten, wegen en pleinen moesten steeds meer mooi worden in plaats van functioneel en veilig voor gebruikers. In ontwerpen kregen stedenbouwkundige visies de overhand en werd de verkeerskunde naar de achtergrond gedrongen. Neem shared space. Een concept dat soms werkt, maar meestal niet. Door onduidelijke verkeerssituaties kunnen velen hier niet meer ontspannen lopen. Zij voelen zich uiterst onzeker en bedreigd. Shared Space hoort niet bij een gemeente die zegt inclusief te willen zijn. Wel in speelstraten in woongebieden in combinatie met een maximum snelheid van 15 kilometer. Gelukkig is in Leiden het tij gekeerd. De gemeenteraad nam een motie aan, met steun van alle partijen en na inbreng van ons, om geen shared space meer aan te leggen. Een andere verslechtering is het verlies aan samenhang tussen projecten. Gemeenten zijn te afhankelijk geworden van inhuurkrachten als projectmanager die binnen hun tijdplan een project moeten realiseren. Lokale kennis kost tijd en wordt te weinig benut”.   

PATTY MULLER: “De opkomst van shared space in steden en dorpen. De gedachte is dat uiteenlopende verkeersdeelnemers met elkaar oogcontact maken en vervolgens door geven-en-nemen hun weg vinden. Uit onderzoek blijkt dat dit meestal niet opgaat. In de praktijk geldt het recht van de snelste en de sterkste. 

Ook zie ik een toenemend cyclo-centrisme: de fiets zien als het middelpunt van een ideale wereld, als panacee. De fiets is zeker een groot goed, maar e-bikes bijvoorbeeld horen thuis in de categorie gemotoriseerd verkeer. Voor velen nuttig, maar een e-bike een ‘fiets’ noemen werkt verhullend: dit is geen fietsen op eigen kracht meer. Fietsen gezond? Deze claim verdampt hier. Snelheidsverschillen nemen met alle e-devices in rap tempo toe. Gemeenten moeten daarom bij het rijk aandringen om zo spoedig mogelijk met wet- en regelgeving voor e-verkeer te komen.” 

Wat zijn de nodige top drie acties voor de komende vier jaar? 

JEANETTE VAN ’T ZELFDE:

  1. ”Maak infrastructuur in steden en dorpen geschikt voor toekomstige situaties. Denk vooral aan aanpassingen in verband met nieuwe vervoersvormen, deelmobiliteit en andere stadslogistiek. Laat de verdichting van de stad niet ten koste gaan van de ruimte voor de voetganger. Pas maatwerk toe niet alleen in nieuwbouwwijken en binnensteden maar ook in buitenwijken, waar inwoners vaak weinig reële verplaatsingsalternatieven hebben.”  
  2. “Houd de wandelmogelijkheden in de natuur op orde en voorkom slechtere toegankelijkheid door niet te bezuinigen op beheer en onderhoud. Richt de promotie van routes en vestiging van horeca ook op interessante, maar nu nog onbekende, gebieden. Duurzaam toerisme in eigen land willen stimuleren vraagt juist investeren in voorzieningen voor wandelen en lopen.”  
  3. “Voetgangers- en fietsersorganisaties moeten goed samenwerken en geen onderlinge strijd aangaan. Laten ze elkaar versterken en zich concentreren op gezamenlijk belang zoals goed ingerichte steden en buitengebieden. Op die manier realiseer je noodzakelijke ruimte voor voetgangers en fietsers, veel meer dan nu gescheiden van elkaar.”  

BOUDEWIJN LEEUWENBURGH:

  1. “Alle niet-recreatieve verplaatsingen te voet moeten de aandacht krijgen die zij verdienen en dat gebeurt toch nog te weinig. Een voorbeeld is de relatie met het openbaar vervoer. Voor veel gebruikers luistert een korte en aantrekkelijke looproute naar de halte nauw en is een redelijke dienstregeling essentieel. Een afstand tot hoogstens vierhonderd meter is voor velen net aanvaardbaar. Ouderen worden gestimuleerd langer zelfstandig thuis te wonen, maar moeten dan ook zelfstandig overal naartoe kunnen en sociale contacten blijven onderhouden. Voorkom ernstige versoberingen. De laatste bus uit het centrum van een middelgrote stad naar een grote buitenwijk al om half elf `s avonds, dat kan toch niet?”  
  2. “Regel deelmobiliteit op een goede manier. Ga bij alle nieuwe huur- en deelfaciliteiten precies na welke knelpunten spelen. Snelheden, foutief parkeren, andere overlast of onveiligheid. Bepaal gezamenlijk na goed overleg de oplossingen, leg dat vast in lokale verordeningen (APV) en treedt op, en corrigeer indien nodig. Kijk naar de Brusselse gemeente Elsene met een helder beleid en handhaving. Verkeerd geparkeerde huurscooters worden dagelijks verwijderd en verhuurders krijgen een boete van € 250,- plus kosten voor verwijderen en opslaan. Kijk vaker naar manieren waarop in Vlaanderen wordt gewerkt en leer daarvan. Gedrag en beleving zijn er belangrijker items dan hier”.
  3. “Stel meer leefstraten in. Na afloop van experimenten, zoals met speelstraten, wil bijna niemand meer terug naar de oude situatie, zo blijkt uit de praktijk. Stimuleer zulke veranderingen waarbij de verblijfsfunctie voor de voetganger voorop staat en de ruimte vooral bestemd is voor het spelen van kinderen en sociale contacten. Leg juridisch vast dat overig verkeer zich aanpast aan de voetganger, zoals in Duitsland en Vlaanderen”. 

PATTY MULLER:  

  1. “Geef leefbaarheid meer prioriteit. Niet alleen voor nieuwe wijken, ook bestaande, oudere, wijken. Het idee dat minder regelen automatisch tot socialer verkeersgedrag blijkt een illusie. Stop dus met het weghalen van zebra`s en voetgangerslichten, houd wegscheidingen intact. De meeste voetgangers hebben bescherming nodig. Doe recht aan uiteenlopende leefstijlen en cultuurverschillen. Veel inwoners met een migratieachtergrond bijvoorbeeld fietsen liever niet”.
  2. ”Zorg met concrete beleidskaders voor een verbinding tussen de  generieke visies en de dagelijkse uitvoeringspraktijk op straat. Zonder politiek gesanctioneerd beleid wordt het beleid voor de stoep gemaakt door technische uitvoerders”. 
  3. “Neem in stadsplannen de voetganger als basis en besteed meer aandacht aan nieuwe micromobiliteit. Dat maakt een palet aan oplossingen mogelijk. Bied bij openbaar vervoer meer keuzes aan dan de standaard-bus of niets. Zet autoparkeervakken deels om in ruimte voor het stallen van fietsen en e-devices, groen, kinderspeelplekken of terrassen. Dat neemt de woede van vele burgers over allerlei overlast weg. Tot slot: snelle fietsen horen thuis op de 30 kilometer straat, niet op het fietspad. De hoogste tijd voor een minimumleeftijd voor e-bikers, misschien moeten we rijexamens voor gemotoriseerde fietsen invoeren”. 

Derk van der Laan is zelfstandig schrijver en redacteur. Hij specialiseert zich in mobiliteit en ruimtegebruik en is initiatiefnemer van www.gewoongezondlopen.nl 




Dementievriendelijke looproute in Dronten

Herkenbare groene bankjes op dementievriendelijke looproute in Dronten

Rustig, herkenbaar en veilig: In Dronten is een bijzondere looproute aangelegd. Een straat die helemaal is ingericht voor mensen met dementie. En die loopt van een verzorgingshuis naar het nabijgelegen winkelcentrum. 

De dementievriendelijke looproute is zo rustig mogelijk gehouden, zodat mensen met dementie zich op hun gemak voelen. Er staan nauwelijks verkeersborden, wel zijn er een aantal duidelijke oversteekplaatsen die er allemaal precies hetzelfde uitzien. Ook is de stoep overal even breed en is er een aparte fietsstrook. 

Bankjes met herkenbare groene kleur

Bovendien zijn er 4 plekjes waar de mensen even tot rust kunnen komen door plaats te nemen op een bankje. Een bankje met een opvallend felle, groene kleur. “Een heel herkenbare kleur”, vertelt Wilma Herms van het plaatselijke Alzheimer Café bij Omroep Flevoland. “Voor mensen met dementie is het heel belangrijk dat ze herkenbare punten hebben.” 

Dementievriendelijke looproute positief ontvangen 

De straat wordt positief ontvangen door de omwonenden. “Een vooruitgang”, bevestigt één van de gebruikers op de route. “Vooral dat we nu makkelijker kunnen oversteken!” De aanpassingen zijn niet alleen voor mensen met dementie prettig. Ook andere mensen profiteren ervan. Het loopt bijvoorbeeld net wat makkelijker met wat boodschappen in de rollator. 

Lees meer over de dementievriendelijke looproute in Dronten

Magazine Beweegvriendelijke omgeving verschenen

CROW heeft een magazine over beweegvriendelijke buitenruimte gepubliceerd met daarin interviews, achtergrondartikelen en inspirerende praktijkvoorbeelden. Het blad verwijst ook naar een webpagina waar je kennis kunt vinden om zelf aan de slag te gaan.

Veel mensen zijn graag buiten en vinden het fijn af en toe te lopen, te fietsen of te sporten. Maar er zijn ook veel mensen die onvoldoende bewegen. In 2019 voldeed ruim de helft van de Nederlanders van 4 jaar of ouder niet aan de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad. Volgens die beweegrichtlijnen moeten volwassenen wekelijks ten minste tweeënhalf uur matig intensief bewegen. Dit verlaagt het risico op chronische ziekten als diabetes, hart- en vaatziekten, depressieve symptomen en, bij ouderen, botbreuken.

Het is dus belangrijk dat meer mensen meer gaan bewegen. Dat kan door dagelijkse verplaatsingen die je toch al moet maken vaker met de fiets of lopend te doen in plaats van met de auto. Dat kan ook door geregeld een ommetje te lopen, een eind te gaan fietsen of te gaan hardlopen. Maar dat betekent wel dat de buitenruimte voor iedereen toegankelijk moet zijn, dat het er veilig is en dat het zo aantrekkelijk is dat mensen verleid worden om te gaan lopen, fietsen of sporten.

Gelukkig neemt de laatste jaren de aandacht voor gezondheid en daarmee voor een beweegvriendelijke buitenruimte toe. Steeds meer gemeenten investeren erin. Want gemeenten hebben veel invloed op de inrichting van de openbare ruimte. En zeker bij herinrichtingen of bij plannen voor nieuwe woonwijken is het goed mogelijk er meteen voor te zorgen dat mensen worden verleid om vaker te gaan bewegen.

De toenemende aandacht zorgt er ook voor dat er steeds meer vraag komt naar hoe je beweegvriendelijk beleid kunt opstellen en hoe je de omgeving beweegvriendelijk kunt inrichten. Om die reden heeft CROW een magazine gemaakt met interviews, achtergrondartikelen, een column met Erik Scherder en inspirerende praktijkvoorbeelden. De laatste pagina verwijst naar een webpagina waarop CROW een overzicht biedt van de beschikbare kennis om zelf aan de slag te gaan. Het magazine is mogelijk gemaakt door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Het magazine en de bijbehorende kennis is beschikbaar via deze webpagina.

https://www.fietsberaad.nl/Kennisbank/beweegvriendelijke-omgeving

Looptool ontwikkeld

Rapportage ‘Beleidskader lopen’: Meet de beloopbaarheid van een straat of wijk – rapportage-beleidskader-lopen

Ter ondersteuning van de decentrale overheden heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan Goudappel gevraagd een ‘quickscan’ tool te ontwikkelen, die met name gemeenten kan helpen bij het ontwikkelen van een loopbeleid. Deze eenvoudig te gebruiken looptool kan gemeenten helpen om snel een globaal inzicht krijgen in de beloopbaarheid van een wijk of straat.

Downloaden

PITSTOP: geen auto’s op Ring Amersfoort 

PITSTOP Amersfoort

De Ring van Amersfoort en snel voorbijrazende auto’s: onlosmakelijk zijn ze aan elkaar verbonden. Met de PITSTOP wil provincie Utrecht daar verandering in brengen. Door in het weekend van 17 en 18 september het deel tussen kruising Molenstraat/Van Asch van Wijckstraat en de kruising Utrechtseweg/Utrechtsestraat af te sluiten voor auto’s. 

Met PITSTOP aandacht voor duurzame mobiliteit

Een heel weekend lang is dit deel van de stadsring niet het toneel van een snelle bandenwissel, maar een plek om prettig te ver-BLIJVEN. De unieke plek kent geen vastomlijnd programma. Je kunt meedoen aan verschillende activiteiten of zelf bepalen hoe je omgaat met de openbare ruimte. Wandel bijvoorbeeld door dit gebied heen voor een praatje en een vers kopje koffie, sluit aan bij een ontspannende yogales of ga los met je stoepkrijtjes. Ook zijn er inhoudelijke sessies; je kunt onder meer meepraten over het autoluw maken van de stad. 

Hoe gebruik jij de Stadsring als er geen verkeer is? 

Hoe zou jij, met je gezin, familie of vrienden, de Stadsring gebruiken als die verkeersvrij is? Op deze prangende vraag wil PITSTOP een antwoord geven. Met name de duurzame mobiliteit hoopt de Provincie zo meer in the picture te krijgen. Want: “Het aantal inwoners en bezoekers van onze regio groeit de komende jaren sterk. Om de provincie Utrecht bereikbaar, groen en gezond te houden, stimuleren we daarom deze vorm van mobiliteit.”

PITSTOP onderdeel van Mobiliteitsweek Utrecht

Het Amersfoortse initiatief maakt deel van de Mobiliteitsweek Utrecht. Een initiatief waarvoor 16 september het startsein klinkt en waarmee de provincie en verschillende partners de inwoners van de regio een hele week lang in beweging brengt. Door ze uit te dagen anders, duurzamer, groener en gezonder te reizen. 

Lees meer over de PITSTOP Amersfoort

Zwolle maakt op haar eigen manier ruimte voor groen

Zwolle Lubeckplein
Lubeckplein Zwolle

Zwolle ontwikkelt haar stad net iets anders. “De spoorzone van Zwolle was een beetje zielloos.“ vertelt gebiedsregisseur van de gemeente Zwolle Anne-Marie Mosterman.

In de afgelopen jaren heeft Mosterman vooral met kleinere placemaking-projecten het gebied op de kaart proberen te zetten. Bijvoorbeeld het Lubeckplein. “Hier is in het mini uitgeprobeerd wat wij eigenlijk voor het hele gebied zouden willen, namelijk een nieuw stuk stad maken. Het Lubeckplein is een van de duurste pleinen om te onderhouden, maar totaal niet klimaatadaptief.” Legt ze uit. “Dat was de aanleiding om ermee aan de slag te gaan. We hebben gekeken waar de behoefte zit van alle partijen, dus bewoners, de stad en de overheid, en dit opgedeeld in kleinere projecten.”

Lubeckplein Zwolle

Meer groen op het Lubeckplein

Bijvoorbeeld een kunstproject met de creatieve-mbo-opleiding Cibap en een groene gevel van de gemeente. “Toen zei de provincie: Deze aanpak spreekt ons aan! Hier heb je een ton om met het plein aan de slag te gaan en te investeren in klimaatadaptatie.” Om het plein groener en leuker te maken. Inwoners van Zwolle mochten plannen indienen voor de aanpak van het plein. Dat leverde ruim honderd ideeën op. Het resultaat: Extra groen door bomen en stadslandbouw, een sport- en skatevoorziening, bankjes, en een grote muurschildering.

Nek uit steken

Normaal gesproken zou het kavel verdeeld worden en ontwikkelt iedereen zijn ‘eigen stukje’. Anne-Marie wilde het anders doen. Meer samenhang. En een gebied in beweging brengen met betrokkenen uit de omgeving zoals bij het Lubeckplein vraagt om een andere sturing vanuit de gemeenteraad. “Ik weet waar ik naartoe wil, maar niet wat ik daarvoor ga doen. Als gebiedsregisseur moet je dan wel je nek uit durven te steken.”

Voor de gebiedsontwikkeling in de Spoorzone is er door deze aanpak dus geen vaststaande blauwdruk. Mosterman: “Voor eigenaarschap is het belangrijk dat er ruimte wordt gelaten voor ideeën van anderen.” Op deze manier is een plek ontstaan met meer ruimte voor groen, lopen, skaten, sporten en om elkaar te ontmoeten.

Lees meer over de bijzondere aanpak van gebiedsregisseur Anne-Marie Mosterman van de Gemeente Zwolle.

Top-10 wandelsteden NL 

Van Alkmaar tot Delft en van Maastricht tot Rotterdam. Veel steden in Nederland creëren meer ruimte voor de voetgangers. Zo komen er steeds meer voetgangerszones bij: in Alkmaar is 11,71% van de hele stad autovrij. Een mooie ontwikkeling! 

Dit zijn de 10 meest wandelvriendelijke steden van Nederland: 

  1. Alkmaar – 11,71% autovrij
  2. Amsterdam – 10,28% autovrij
  3. Breda – 7,84% autovrij 
  4. Dordrecht – 7,36% autovrij 
  5. Maastricht – 7,29% autovrij
  6. Rotterdam – 6,43% autovrij
  7. Eindhoven – 6,40% autovrij 
  8. Delft – 5,88% autovrij
  9. Heerlen – 5,65% autovrij 
  10. Utrecht – 5,37% autovrij 

(bron: https://www.seasons.nl/reizen/per-land/10x-fijne-wandelsteden-van-nederland)

Overheid heeft meer aandacht voor groen in steden

groen

Goed nieuws! Overheden hebben groeiende aandacht voor groen in onze woonomgeving. Een aandacht die het afgelopen decennium toenam en een extra impuls kreeg door corona. Zo komt naar voren uit onderzoek van Wageningen Environmental Research. 

Redenen om aan groen in steden te werken zijn: gezondheid, welzijn, klimaatbestendig maken van de omgeving en het vergroten van de stedelijke biodiversiteit. Meer ruimte voor lopen valt onder de noemer gezondheid. De natuur nodigt namelijk uit om te wandelen en wandelen in het groen heeft allerlei gezondheidsbevorderende voordelen, zoals een lagere bloeddruk en minder cortisol. De aandacht voor groen in het kader van gezondheid blijkt onder andere uit het Programma Groene Gezonde Leefomgeving van de centrale rijksoverheid. 

Kennis over ontstaan voordelen ontbreekt

Dat (lopen in het) groen vele voordelen heeft staat buiten kijf, maar toch blijft de vertaling van gezondheidsambities naar groenmaatregelen in de praktijk lastig. Dit komt mede doordat de kennis ontbreekt over hoe die voordelen tot stand komen.

Lees alles over dit onderzoek: ‘Groen wordt steeds belangrijker voor steden’. 

>