Ruimtemaker Nijmegen verandert parkeerplaats in plek om te lopen en ontmoeten

ruimtemaker Nijmegen - lege parkeerplaats

Van blik naar buurt

Parkeerplaatsen waren jarenlang een vast onderdeel van stedelijk ontwerp. Hoe meer auto’s er konden staan, hoe beter, zo leek de gedachte. Maar die tijd verandert. Steeds vaker klinkt de vraag: moeten we de auto nog wel zo’n prominente plek geven in de stad? En wat gebeurt er als we parkeerplekken juist inzetten voor meer leefbaarheid en ontmoeting? Het project ruimtemaker Nijmegen geeft daarop een concreet antwoord.

Straat op maat: de ruimtemaker Nijmegen

In Nijmegen startte de gemeente het project Straat op Maat. Tien woonstraten kregen de kans om parkeerplaatsen tijdelijk een andere invulling te geven. Daarvoor zijn houten modules ontwikkeld, de zogenoemde ruimtemakers. Deze flexibel inzetbare objecten kunnen dienen als fietsenstalling, zitplek of ontmoetingsruimte. Een origineel ontwerp.

“Met verschillende initiatieven werkt de gemeente samen met bewoners aan het vergroten van de leefbaarheid in Nijmeegse straten. De ruimtemakers zijn een proef om te onderzoeken hoe openbare ruimte flexibel en op maat voor de buurt kan worden ingezet,” aldus de gemeente Nijmegen. De term ruimtemaker Nijmegen is daarmee uitgegroeid tot symbool voor een nieuwe manier van omgaan met schaarse stedelijke ruimte.

Samen verantwoordelijkheid nemen

Een ruimtemaker in Nijmegen komt er niet zomaar. Wie er eentje aanvraagt, moet zelf het gesprek aangaan met de buren en samen afspraken maken over onderhoud. Daarmee wordt de parkeerplek niet alleen fysiek veranderd, maar ook sociaal versterkt. Op 11 juni zijn de eerste ruimtemakers geplaatst. Sindsdien wordt er volop geëxperimenteerd: in sommige straten staan extra fietsenstallingen, in andere juist bankjes waar buren elkaar ontmoeten. Ingrepen die mensen aanzetten tot meer wandelen.

Een beweging die breder trekt

De ruimtemaker Nijmegen is niet uniek: Rotterdam experimenteerde eerder met soortgelijke oplossingen. Ook andere steden tonen interesse. Zo heeft Ede inmiddels een ruimtemaker aangeschaft, mede dankzij de betrokkenheid van ‘fietsprofessor’ Marco te Brömmelstroet, die er zelf woont.

Internationaal zien we vergelijkbare initiatieven. In Texas werd een complete parkeerplaats tijdelijk omgevormd tot park en ontmoetingsplek. Dat onderstreept dat de behoefte aan wandelvriendelijke en leefbare straten wereldwijd groeit.

Van parkeren naar leefbaarheid

De discussie over parkeerplaatsen gaat al lang niet meer alleen over mobiliteit. Het gaat over leefbaarheid, gezondheid en sociale cohesie. De ruimtemaker Nijmegen laat zien dat een enkele parkeerplek kan uitgroeien tot een waardevolle ontmoetingsplek. Daarmee draagt het bij aan een wandelvriendelijke stad: een stad waarin bewoners lopend toegang hebben tot alles wat ze dagelijks nodig hebben.

Minder blik op straat betekent meer ruimte om te lopen, te spelen en elkaar te ontmoeten. Zo wordt de stad aantrekkelijker, gezonder en veiliger.


Bronnen

Den Haag zet stap voor stap in op meer ruimte voor de voetganger

Anne Kok - gemeente Den Haag meer ruimte voor de voetganger

Bij onze partner Den Haag groeit het besef dat lopen een volwaardige plek verdient in de stad. Adviseur mobiliteit en stadsinnovator Anne Kok vertelt hoe de gemeente van nul loopbeleid naar een stevige basis is gegaan, en welke kansen er nu liggen om dat verder uit te bouwen.

Van strategie naar actie

Dat iedere vierkante meter openbare ruimte fel bestreden is, weet Anne Kok als geen ander. “Ons uitgangspunt is STOMP: eerst de voetganger, dan de fiets, ov, mobiliteitshulpmiddelen en als laatste de auto. Maar daarmee zijn we er nog niet,” zegt ze. “Er zijn veel meer dingen die een plek willen, zoals deelmobiliteit, groen en ov.”

Sinds 2022, toen de Strategie Mobiliteitstransitie werd vastgesteld, zit Den Haag volgens Anne “met de goede kaarten aan tafel”. Voor het eerst is STOMP officieel het vertrekpunt voor al het Haagse mobiliteitsbeleid. “Het is een belangrijk document. Het vormt het vertrekpunt voor het uitwerken van beleid voor lopen.”

Van nul naar een loopnota

Tot die tijd was er helemaal geen beleid voor lopen. “Voor deelmobiliteit, ov en fiets hadden we beleid op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Voor lopen stond er alleen iets in het Handboek Openbare Ruimte: stoepen van 1,80 meter breed en in drukke gebieden 2,40 meter. Deze twee maten doen niet zoveel recht aan de verscheidenheid aan ruimtes waar gelopen wordt.” Om dat gat te vullen, begon Anne eind 2023 aan een plan van aanpak en een loopnota. “Het was niet mijn enige project, maar het moest er komen. Inmiddels ligt er een nota op hoofdlijnen. Geen uitgebreide versie, maar wel een stevige basis voor het verankeren van lopen bij planvorming.”

Meer plek voor lopen in projecten

De loopnota vraagt expliciet aandacht voor ruimte voor lopen en bevat een uitvoeringsagenda. “Die agenda geeft mij handvatten om verder te werken,” zegt Anne. De bedoeling is dat lopen een grotere plek krijgt in projecten, vooral bij herinrichtingen. “In de hoop dat er straks ook programmageld aan mag hangen. Nu hoop je dat lopenthema’s meeliften in verkeersprogramma’s. Gelukkig zie je dat het steeds vaker in de uitgangspunten wordt meegenomen. Bij projecten en ingenieursbureaus begint het te landen dat er ruimte moet zijn voor voetgangers.”

Haagse normen en voetgangersgebieden

De huidige normen voldoen maar beperkt. “Daarom willen we de set normen gaan uitbreiden en daarmee Haagse normen ontwikkelen. Tot die tijd verwijzen we naar die CROW-normen. In de uitvoeringsagenda staat dat we die Haagse normen willen vaststellen op wijk- en buurtniveau. Daarbij kun je ook verschillen maken per type gebied, zoals winkelstraten of woonwijken. Dat proces hoop ik binnenkort te starten.”  Verder wil de gemeente onderzoeken waar voetgangersgebieden kunnen worden uitgebreid en komt er een plan van aanpak voor voetgangerspaden.

In herontwikkelingsgebieden als Binckhorst, het Central Innovation District en Zuidwest is lopen al stevig verankerd. “Daar kun je vanaf de basis ruimte maken voor lopen, juist doordat een heel gebied op de schop gaat. Dat scheelt enorm.”

De bestaande stad en lastige keuzes

Toch speelt het meeste werk zich af in de bestaande stad. “Daar moet je roeien met de riemen die je hebt. Soms wordt een straat aangepakt omdat het riool vervangen moet worden, soms vanwege verkeersveiligheid. Wil je daar meer ruimte voor de voetganger, dan kan dat soms ten koste gaan van autoparkeerplaatsen. Dat is het heetste hangijzer.”

Tot voor kort werd er standaard veel ruimte voor de auto gereserveerd en kon de voetganger het doen met krappe restruimte. Maar die tijd is volgens Anne voorbij. “We zitten in een overgangsfase. Willen we meer woningen bouwen en meer mensen kunnen vervoeren, dan hebben we extra ruimte nodig voor fietsen en lopen, en minder voor de auto. Maar dat is een flinke omslag in een stad waar veel mensen gewend zijn alles met de auto te doen. 50% van de autoritten in de stad is korter dan 5 kilometer.”

Groen licht voor lopen: stationsgebied Eindhoven wordt wandelvriendelijker

Stationsgebied Eindhoven

In stationsgebied Eindhoven krijgt de voetganger eindelijk ruim baan. De komende jaren ondergaat dit gebied een enorme metamorfose: van een druk knooppunt naar een levendige stadswijk. Dat gebeurt onder de vlag van KnoopXL, een gebiedsontwikkeling die in totaal zo’n twintig jaar gaat duren.

Een van de eerste zichtbare stappen? De Stationsallee aan de zuidkant van het station. Daar komt een volledig nieuwe stadsentree, die de gemeente Eindhoven omschrijft als een plek “die uitnodigt tot wandelen, fietsen en ontmoeten”

“Minder plek voor de auto, meer ruimte voor voetgangers”

De plannen liegen er niet om. De verkeersruimte wordt heringericht: autoverkeer verdwijnt grotendeels, terwijl voetgangers en fietsers alle ruimte krijgen. De gemeente schrijft:  “We maken het gebied levendig met winkels, horeca en stadswoningen. De verkeersruimte richten we opnieuw in: minder plek voor de auto en juist meer ruimte voor voetgangers, fietsers en verblijf.” De nieuwe Stationsallee wordt een echte leefstraat: een straat waar lopen vanzelfsprekend wordt. Geen racebaan voor bussen en taxi’s meer, maar een prettige entree waar je als voetganger welkom bent.

Een stadswijk die uitnodigt tot lopen

KnoopXL is veel meer dan een upgrade van het stationsgebied. Het is een integrale visie op de stad van de toekomst. In het gebied komen er straks 15.000 nieuwe woningen, 1 miljoen m² aan ontwikkelruimte en naar verwachting 7.500 banen bij. En dat alles op loopafstand van het station. De gemeente werkt aan aantrekkelijke looproutes tussen centrum, Strijp-S, de TU/e-campus en omliggende buurten. Dat maakt de Brainport-stad stap voor stap een voorbeeld van de wandelvriendelijke stad: een stad waar alles wat je nodig hebt, te voet bereikbaar is.

Meer dan mobiliteit

KnoopXL kiest voor kwaliteit van verblijven in plaats van snelheid van verplaatsen. Wandelruimte is daarin geen extraatje, maar de basis. Met brede stoepen, meer groen, uitnodigende pleinen en aantrekkelijke ‘plinten’. Door winkels, horeca en cultuur wordt de stad weer een plek om te zijn; niet alleen om doorheen te haasten.

Eindhoven laat zien hoe het kan

De keuzes die Eindhoven nu maakt, laten zien wat er mogelijk is als je lopen écht serieus neemt. Geen beleidsnota die in de la verdwijnt, maar een zichtbaar plan met impact op straat. KnoopXL maakt ruimte voor lopen concreet – letterlijk en figuurlijk. Wil jij als gemeente ook stappen zetten? Bekijk dan het Nationaal Masterplan Lopen en ontdek hoe je jouw stad wandelvriendelijker maakt. Want wie ruimte maakt voor de voetganger, bouwt aan een gezonde, bereikbare en leefbare toekomst.

“Je kunt alleen samen stappen zetten” Groningen zet stappen in loopbeleid en vervult zo wens inwoners

Laura Hagedoorn

“Het idee van onze Loopagenda is ontstaan toen bewoners ons vroegen: kunnen jullie als provincie iets met lopen doen?” zegt Laura Hagedoorn, verkeerskundige en beleidsmedewerker bij provincie Groningen. “We willen Groningen op de kaart zetten als wandelprovincie. En dat begint bij luisteren naar wat inwoners zelf belangrijk vinden.”

Lopen als serieuze pijler in mobiliteitsbeleid

Een jaar geleden stelde provincie Groningen de Loopagenda vast. Die kwam niet uit de lucht vallen: de agenda is onderdeel van het programma Mobiliteit en sluit aan op zowel het Strategisch Programma Verkeersveiligheid als op het bredere beleid rond Brede Welvaart. “Fiets en voetganger staan bij ons samen op één.” De Loopagenda bevat meerdere doelen: van meer veiligheid tot gezondheidsbevordering. En van infrastructuur tot bewustwording.

Geen verstedelijking, wél beweging

Groningen is een grotendeels landelijke provincie, met veel buitengebied. En dat merk je in het beleid. “De ruimte is hier minder schaars, maar er lopen ook minder mensen. Je kunt een perfecte infrastructuur maken, maar dan moeten mensen er wel gebruik van maken.” Die observatie leidde tot een stimuleringsprogramma gericht op doelgroepen die niet vanzelfsprekend wandelen: oudere mensen (65+’ers), jongeren, mensen met een zittend beroep, personen met een visuele beperking én toeristen uit eigen provincie.

Snelle Stappen: kleine ingrepen, grote winst

Een concreet voorbeeld waarop de noordelijke provincie lopen wil stimuleren, is de subsidieregeling Snelle Stappen. Daarin ondersteunt de provincie gemeenten en andere organisaties die terreinen beheren met kleine subsidies voor zichtbare verbeteringen. “We hebben € 240.000,- gereserveerd tot 2027. Daarmee kunnen gemeenten voetgangersoversteekplaatsen aanleggen, stoepen verbeteren of extra verlichting plaatsen voor extra sociale veiligheid.” Kleine maatregelen met grote impact op lokaal niveau. “Het gaat niet om grote bedragen, maar om grote impact op lokale schaal.”

Als voorbeeld noemen we een gemeente die de overgangen tussen stoep en straat verbetert. “Zo’n kleine ingreep kan voor veel mensen het verschil maken tussen wel of niet gaan lopen,” legt Laura uit. “Het is een mooi voorbeeld van een kleine ingreep die de toegankelijkheid verbetert.”

Samenwerken met gemeenten

De provincie is niet de enige speler. “Wij beheren weinig voetpaden zelf. Dus we zijn afhankelijk van gemeenten.” Daarom investeert Groningen niet alleen in subsidies, maar ook in kennisdeling. Er komen sessies met gemeenten en er wordt gewerkt aan een Groningse handreiking, gebaseerd op de CROW-richtlijnen. “We willen dat die toepasbaar is op het buitengebied, zodat gemeenten echt geholpen zijn. En we willen fungeren als kennisexpert. Als vraagbaak voor al hun vragen over voetgangersbeleid. Wij gaan vaak over de grote lijnen, gemeenten over details:  over specifieke wandelroutes of plekken waar de voetgangersvriendelijkheid beter kan.”

Bewoners als aanjagers

Wat ons opvalt tijdens het interview: het loopbeleid ontstond niet achter een bureau, maar uit signalen van inwoners. “Om invulling te geven aan het programma mobiliteit vroegen we tijdens corona aan inwoners wat zij belangrijk vinden in mobiliteit. Veel mensen noemden wandelen als prettige manier van verplaatsen, maar zagen weinig mogelijkheden. Terwijl bewoners misschien wel willen lopen als ze de kans krijgen. Nu wordt er te vaak gedacht: ‘ze nemen wel de auto’.”

Van netwerk naar masterplan

De komende jaren ligt de focus op analyse. “We onderzoeken het loopnetwerk in vier kernen: Bedum, Ter Apel, Hoogezand en Scheemda. Daarmee bouwen we aan een netwerk dat recht doet aan de praktijk.” De analyse moet ook input opleveren voor een breder masterplan loop-infra. Die wil de provincie de komende drie jaar gaan schrijven. “Daarmee willen we straks aantonen dat er extra budget nodig is voor loopinfrastructuur. Zoals eerder is gebeurd met de fiets.” Die aanpak werkt niet alleen voor Groningen, maar is ook inspiratie voor andere provincies die hun loopbeleid willen versterken.

Van zittende werknemer tot wandelende werknemer

Lopen gaat niet alleen over infrastructuur, maar ook over gezondheid. Om die reden zijn de chronische zitters één van de target van het stimuleringsplan van de provincie. “We willen ook mensen met een zittend beroep stimuleren om te wandelen. Bijvoorbeeld in industriegebieden aantrekkelijkere wandelroutes aanleggen voor tijdens de pauze.” Het gaat dus om meer dan vrijetijdswandelen: ook de werkdag zelf wordt onder de loep genomen. “Wandel tijdens je werkdag is iets waar we in de toekomst veel meer op willen inzetten.”

Advies aan andere provincies

Wat kunnen andere provincies leren van het loopbeleid dat provincie Groningen heeft? “Ga in gesprek met je gemeenten en hun inwoners. Vraag wat zij nodig hebben en kijk hoe je kunt ondersteunen. Wij hebben tien gemeenten, dat maakt afstemmen iets makkelijker dan in provincies met tientallen gemeenten. Maar overal geldt: je kunt alleen samen stappen zetten.”

Soesterkwartier: de wijk die zelf vergroende is nu onderdeel van De Groene Draad

Vlinderpad

In Amersfoort is het Soesterkwartier opgenomen in het allereerste wandelpad van De Groene Draad: het Vlinderpad. Deze landelijke route van Wandelnet en het Collectief Natuurinclusief verbindt plekken waar bewoners, boeren en natuur samen werken aan een groene toekomst. En het Soesterkwartier? Dat is een schoolvoorbeeld van zo’n plek.

De Groene Draad verbindt natuur en buurt

De Groene Draad is een nieuwe beweging die wandelroutes verbindt aan plekken waar mens en natuur samenwerken. Geen route langs alleen maar mooie bomen, maar langs bijenlinten, voedselbossen, wijkinitiatieven en landschappen in transitie. Het zijn routes vol verhalen over samenwerking, veerkracht en vergroening. Wandelen wordt zo ook: ontdekken wat werkt.

Het Vlinderpad is de eerste route

Op 18 juni werd de eerste Groene Draad-route gelanceerd: het Vlinderpad. De wandeling van 13 kilometer loopt van Amersfoort naar Achterveld, of andersom natuurlijk. Je volgt de wit-rode markering of downloadt de GPX. Onderweg wandel je door beekdalen, stadsranden, bloemrijke graslanden en plekken waar bewoners samen hun buurt vergroenden. Langs de route zie je dat natuur niet alleen iets is om naar te kijken, maar om samen mee te werken. Libellen zoemen boven poelen, vlinders landen op gele lathyrus en bewoners zetten nieuwe planten in de grond. Waar vlinders zijn, is de natuur in balans – dat is het uitgangspunt. En juist die balans staat centraal in deze route.

Soesterkwartier: de wijk die zelf vergroende

Loop station Amersfoort Centraal aan de noordkant uit en je staat er al: het Soesterkwartier. Hier pakten bewoners in 2007 zelf de schop op. Geen groot plan, maar kleine stappen. Wat ooit een stenige middenberm was, werd Het Groene Spoor: een lint van bloemen en bomen, onderhouden door bewoners. Het begon met een idee en groeide uit tot voorbeeld voor heel Nederland.

Schep, gieter en koffie

Elke maand steken bewoners van het Soesterkwartier samen de handen uit de mouwen. Met schep, gieter en koffie onderhouden ze hun eigen stukje stadsnatuur. Niet vanuit een projectplan, maar vanuit betrokkenheid. De aanplant is niet alleen mooi, maar ook ecologisch sterk: met soorten die bijen, vlinders en vogels aantrekken. Zo ontstaat een buurt die leeft én laat leven. In 2021 kreeg Het Groene Spoor een officiële erkenning: het werd zusterpark van Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Inmiddels zijn er vier zusterparken in Amersfoort. Ze laten zien dat natuur niet ophoudt bij de stadsgrens, maar doorloopt tot aan de stoep. En dat burgerinitiatief net zo belangrijk is als beleidsvisie.

Je loopt de wijk zó in

Vanaf het Piet Mondriaanplein wandel je zo het Soesterkwartier in. De bloemen, geveltuinen en bomen langs de Piet Mondriaanlaan vallen meteen op. Dit is niet alleen een mooie plek, maar ook een startpunt van een verhaal. Je voelt direct: hier gebeurt iets. Dit is een wijk die niet afwachtte, maar zelf begon. Het Vlinderpad voert je langs groene ankerpunten in de regio, zoals Elisabeth Groen, natuurgebied De Schammer, de Barneveldse Beek en de Heerlijkheid Stoutenburg. Elk met hun eigen identiteit, allemaal verbonden door de gedachte dat natuur ruimte moet krijgen. Niet alleen voor biodiversiteit, maar ook voor ontmoeting, rust en verwondering.

Wandelen met een missie

De Groene Draad maakt wandelen betekenisvol. Je loopt niet zomaar van A naar B, maar door buurten die bloeien, langs boeren die vergroenen, en langs natuurgebieden die samenwerken met de stad. Het Vlinderpad is meer dan een route: het is een uitnodiging. Om stil te staan bij hoe we leven, bouwen en bewegen. En om zelf mee te doen.

Meer weten of zelf lopen?

De route is gemarkeerd met wit-rode strepen en ook als GPX beschikbaar. Bekijk het Vlinderpad.

Wandelboulevard Stadhouderskade: een flaneerplek terug van weggeweest

wandelboulevard Stadhouderskade, mensen die in het gebied verblijven.

De Stadhouderskade in Amsterdam heeft een flinke metamorfose ondergaan. Waar ooit auto’s domineerden, ligt nu een groene wandelboulevard waar voetgangers écht de ruimte krijgen.

Groene wandelroute langs de Singelgracht

Wie aan een wandelboulevard denkt, ziet al snel een zonnige boulevard aan zee voor zich. Maar sinds kort heeft ook Amsterdam er een: tussen de Weteringlaan en de Museumbrug ligt nu de compleet vernieuwde wandelboulevard aan de Stadhouderskade. Hier hoor je vogelgeluiden, ruik je het groen en wandel je ontspannen langs het water. Na een grondige herinrichting is de wandelboulevard helemaal af.

Ruimte voor lopen in het Jaar van de Voetganger

De herinrichting is een voorbeeldproject binnen het Jaar van de Voetganger in onze hoofdstad. De nieuwe inrichting maakt lopen niet alleen prettiger, maar ook veiliger. Er is ruimte om te flaneren, elkaar te ontmoeten en te genieten van de omgeving. Dat past bij de ambitie van de gemeente om lopen een volwaardige plek te geven in de stad. De Stadhouderskade is onderdeel van de S100 Centrumring. Deze grens van de oude stad deed ooit al dienst als wandel- en flaneerplek. In de vorige eeuw veranderde dit groene gebied in een ventweg met parkeerplaatsen, maar de oude functie is nu terug van weggeweest. Met een brede wandelstrook, sfeervolle verlichting en zitplekken is de flaneerruimte hersteld.

Meer groen, minder steen

Op de Stadhouderskade is 1400 m2 steen vervangen door halfverharding zoals grind. Daarnaast is 980 m2 nieuw groen toegevoegd: van de 29 verschillende plantensoorten zijn er 23 biologisch gekweekt. Denk aan vleesbes voor vogels, stinkende lis met felgekleurde bessen en lage bloeiende bodembedekkers. Deze beplanting maakt de boulevard aantrekkelijk voor mens en dier.

Samen met bewoners en The Green Mile

De wandelboulevard is ontworpen met inbreng van bewoners. In 2022 konden zij reageren op het voorlopig ontwerp, en die input heeft geleid tot aanpassingen. Op 6 juni 2023 is het definitieve ontwerp vastgesteld. Ook stichting The Green Mile was nauw betrokken bij de herinrichting. Zo is de boulevard echt samen met de stad tot stand gekomen

Zo meet je effect: dit staat er in de leidraad effectmeting loopmaatregelen

leidraad effectmeting loopmaatregelen - lopende mensen

Nieuw uitgekomen: de leidraad effectmeting loopmaatregelen. Deze praktische handleiding van CROW helpt beleidsmakers, ontwerpers en onderzoekers om het effect van voetgangersmaatregelen goed en gestructureerd in beeld te brengen. In dit artikel lees je wat de precies inhoudt, hoe je ermee werkt en waarom dit een belangrijke stap is richting een wandelvriendelijke leefomgeving.

Waarom de leidraad effectmeting loopmaatregelen onmisbaar is

De afgelopen jaren is er flink geïnvesteerd in het verbeteren van looproutes. Maar het meten van het effect bleef vaak achter. De leidraad effectmeting loopmaatregelen maakt daar nu korte metten mee. Door effectmetingen te standaardiseren, worden lokale inzichten vergelijkbaar – en leren we steeds beter wat écht werkt.

Eén leidraad, drie onderdelen

De leidraad effectmeting loopmaatregelen bestaat uit drie onderdelen:

  1. Een handleiding met alle stappen voor een goede effectmeting.
  2. Een Excelbestand waarin je effecten en kenmerken kunt registreren.
  3. Een Worddocument met een vragenlijst voor passanten, bewoners en ondernemers.
    Samen vormen ze een compleet pakket voor iedereen die het effect van loopbeleid wil aantonen.

Altijd meten in zes stappen

De handleiding werkt met zes vaste stappen: van het definiëren van je maatregel tot het analyseren van de resultaten. Dit maakt het makkelijker om projecten met elkaar te vergelijken. En nog belangrijker: het helpt om met data te laten zien wat het effect is van goed loopbeleid. De meeste aandacht in de leidraad gaat uit naar fysieke maatregelen zoals de aanleg van nieuwe routes of het verbeteren van de begaanbaarheid. Via een zevenpuntsschaal kun je onder andere directheid, veiligheid en aantrekkelijkheid van een route beoordelen – een mooie brug naar de ontwerpprincipes van de 15-minuten-stad.

Gedragsmaatregelen krijgen ook aandacht

In de leidraad effectmeting loopmaatregelen is er ook ruimte voor gedragsmaatregelen. Denk aan campagnes om lopend naar school te gaan, of het opzetten van wandelgroepen. Voor dit type maatregelen krijg je geen standaardvragenlijst, maar wel slimme tips voor wat en hoe je moet meten. Goede effectmeting begint met een nulmeting. De leidraad adviseert om die bij voorkeur in hetzelfde seizoen uit te voeren als de nameting. Zo voorkom je verstorende seizoenseffecten. De leidraad effectmeting loopmaatregelen raadt ook aan om een benchmark-locatie op te nemen: een plek waar geen maatregel is genomen, zodat je objectiever kunt vergelijken.

Praktisch en realistisch

De kracht van de leidraad zit in de praktische aanpak. De focus ligt op gedragsverandering en ruimtelijke beleving; niet op lange termijngezondheidseffecten. Daarmee blijft de effectmeting behapbaar én gericht op wat je lokaal echt kunt beïnvloeden: gaan mensen meer lopen? De leidraad is gratis beschikbaar via CROW. Je vindt de handleiding, het Excelbestand en de vragenlijst via de site van CROW.

Arnhem lanceert gloednieuwe weetingroutekaart: wandelen tijdens je werkdag wordt vanzelfsprekend

weetingroutekaart in Arnhem - hand houdt boekje vast

Arnhem introduceert een innovatieve weetingroutekaart die werkoverleggen in beweging brengt. Deze kaart is ontwikkeld in samenwerking met Werken in Beweging, gemeente Arnhem en diverse organisaties. En maakt wandelend vergaderen eenvoudig en toegankelijk. De boodschap is helder: je hoeft het niet voor te bereiden: gewoon gaan.

Zes routes voor elke gelegenheid

De weetingroutekaart biedt zes zorgvuldig uitgestippelde wandelingen vanuit de binnenstad, elk met een eigen karakter en tijdsduur. Het Rondje Binnenstad (41 min) voert je langs culturele iconen zoals Musis Sacrum en de majestueuze Eusebiuskerk, perfect voor gesprekken die wat meer diepgang vragen. Het kortere Monumentaal Rondje (24 min) is ideaal voor een efficiënt overleg tussen afspraken door, terwijl je historische gemeentelijke panden passeert die Arnhems rijke verleden weerspiegelen.

Voor wie inspiratie zoekt in het groen, biedt de Boulevardswijkwandeling (33 min) een verfrissende route door lommerrijke lanen en rustgevende plantsoenen. De langste route, de Nederrijnroute (56 min), is geschikt voor strategische gesprekken of brainstormsessies met adembenemende uitzichten over het water en de uiterwaarden. Daarnaast zijn er twee verkorte routes ontwikkeld, speciaal voor korte telefoongesprekken of een snelle pauze tussendoor.

Alle routes starten centraal in de binnenstad, waardoor ze gemakkelijk te vinden zijn voor bezoekers en lokale werknemers. De routes zijn bewust zo ontworpen dat ze zonder voorbereiding te volgen zijn, zowel op papier als digitaal via RouteYou. Zonder app of inloggegevens. Deze laagdrempeligheid maakt spontane weetings mogelijk. Óók voor wie nog nooit eerder wandelend heeft vergaderd.

De kracht van weetings

Een weeting (walking meeting) combineert overleg met beweging. Onderzoek bevestigt dat wandelende gesprekken leiden tot opener communicatie, meer creativiteit en hogere productiviteit. Het verlaagt stress, verbetert concentratie en stimuleert nieuwe ideeën. Deelnemers merken op: “Zonder scherm ertussen zie je elkaar écht en wordt het gesprek natuurlijker.”

Focus op gedragsverandering

Het Arnhemse initiatief gaat verder dan incidenteel buiten vergaderen. Het doel is een cultuurverandering waarbij je het gevoel krijgt iets te missen als je binnen blijft. De laagdrempelige opzet zonder ingewikkelde regels sluit perfect aan bij het Nationaal Masterplan Lopen, dat benadrukt dat zowel fysieke ruimte als gedragsverandering nodig zijn om lopen vanzelfsprekend te maken.

Onderdeel van een bredere beweging

Arnhem staat niet alleen. Gemeenten als Den Haag, Utrecht en Amersfoort omarmen het concept ook. De kaart wordt actief verspreid via lokale overheden en organisaties als de GGD, Brandweer en Rijkswaterstaat. Op bedrijventerreinen zoals Kantorenpark Gelderse Poort en Lage Weide worden ‘Wandel tijdens je Werk’-weken en wekelijkse walkshops georganiseerd om het concept te verankeren in de werkdag.

Aan de slag met de weetingroutekaart

Werk je in Arnhem? Download de kaart en ervaar zelf wat je mist door binnen te blijven. Werk je elders? Gebruik de aanpak van Arhem als “template”:

  1. Identificeer herkenbare startpunten nabij werklocaties
  2. Stem routelengte af op gespreksduur
  3. Zorg voor digitale én fysieke verspreiding
  4. Begin bij het management als voorbeeld
  5. Monitor de positieve effecten op welzijn en productiviteit

De Arnhemse weetingroutekaart past in de visie van een walkability-cultuur en de wandelvriendelijke stad. Door wandelen te integreren in dagelijkse werkroutines, laat Arnhem zien hoe stedelijke planning, beleid en praktijk samenkomen. Het resultaat: meer ruimte voor lopen, zowel op de kaart als in je agenda.

Kleine ingrepen, grote impact; Provincie Groningen stimuleert ruimte voor lopen met nieuwe subsidie

provincie Groningen investeert in loopbeleid. Sfeerbeeld Groningen

Vanaf april 2025 is de provincie Groningen een subsidieprogramma gestart waarmee gemeenten tot € 20.000 per gemeente kunnen aanvragen voor kleine, snel uitvoerbare maatregelen die voetgangersvriendelijkheid stimuleren. Deze regeling, onderdeel van de Loopagenda 2024–2027 ‘Samen stappen zetten’, biedt ruimte voor eenvoudige verbeteringen: bijvoorbeeld een nieuw voetpad in plaats van een olifantenpaadje, een veilige oversteek of het toegankelijk maken van trottoirs.

Laura Hagedoorn, beleidsmedewerker Provincie Groningen, legt uit: “Gemeenten zeiden vaak: weinig tijd, weinig geld. €20.000 is geen mega-investering, maar het geeft wel dat duwtje in de rug”. Met deze impuls hoopt de provincie vliegende starts mogelijk te maken voor voetgangersverbeteringen, ook buiten de stad.

Een breed scala aan initiatieven

De regeling ondersteunt een breed scala aan initiatieven: van het inkorten van looproutes, verbeteren van verbindingen met OV, tot het verwijderen van obstakels waar ouderen of mensen met mobiliteitsbeperkingen hinder van ondervinden. Daarbij is er ook aandacht voor recreatieve routes en kwetsbaarere groepen: boerenlandpaden, dorpsommetjes en veilige oversteekplaatsen horen binnen die scope.

De subsidie is bedoeld voor gemeenten én terreineigenaren zoals waterschappen en/of Staatsbosbeheer. En er is extra ondersteuning: eind juni wordt een ontwerpcursus georganiseerd voor ambtenaren, waarin ze leren hoe ze loopbeleid praktisch en haalbaar vormgeven.

Groningen zet wandelprovincie op de kaart

Met het miljoenenbudget voor veilige voetgangersinfrastructuur komt Groningen voorop: het is namelijk de eerste provincie in Nederland met een specifiek beleid voor lopen. De provincie investeert maar liefst €1 miljoen voor de uitvoering van de Loopagenda, gericht op tastbare verbeteringen buiten en verankering van lopen in al het beleid. Gedeputeerde Mobiliteit Johan Hamster benadrukt: “Lopen is de meest gezonde, duurzame, goedkope en toegankelijke vorm van verplaatsen. Daarom zetten we daar nu nadrukkelijk op in” 

Samenwerking als sleutel

Groningen pakt dit niet alleen op. Provinciale afstemming met gemeenten, Wandelnetwerk, Routebureau Groningen en terreinbeheerders is essentieel voor samenhang. De provincie werkt zelfs aan een “menukaart” met opties en voorbeelden, om ook andere provincies te ondersteunen bij het opzetten van eigen loopbeleid. Onderdeel hiervan is Actiepunt 5 uit het Nationaal Masterplan Lopen: een provinciaal overleg Lopen, waarin landen kennis delen, doelen afstemmen en gezamenlijke acties initiëren.

Wat betekent dit voor jou?

Voor gemeenten, provincies of terreinbeheerders is dit dé kans om loopbeleid concreet te maken:

  1. Breng tekortkomingen in kaart – zoals ontbrekende voetpaden of gevaarlijke oversteken.
  2. Dien een projectindiening in vóór april 2027, met maximaal €20.000.
  3. Doe mee aan de ontwerpcursus en pas kennis toe.
  4. Toon effect – verbeterde veiligheid, bereikbaarheid, gezondheid of leefkwaliteit in bewonersbeleving.

Zelfs kleine ingrepen zoals een vlondertje bij een slootstrook of begaanbare wegobstakels maken het verschil.

Samen bouwen aan voetgangersvriendelijkheid

De subsidieregeling Snelle Stappen laat zien hoe provinciaal landelijk beleid en lokale praktijk samenkomen. De focus op lopers – voetgangers die nóg gezonder, duurzamer én mobieler worden – sluit rechtstreeks aan op de ambitie van het Nationaal Masterplan Lopen: loopvriendelijke omgevingen, van stad tot dorp. Groningen loopt voorop door financiën, kennis en initiatief te bundelen. Daarmee zet de provincie een belangrijk precedent: loopbeleid is niet alleen stadszaak, maar provinciale en zelfs landelijke verantwoordelijkheid.

Outdoor Office Day: Vier jouw werkdag buiten

outdoor office day 2025

Buiten werken is gezond

Wist je dat je al wandelend een beter idee krijgt? En dat vergaderen in de buitenlucht leidt tot meer energie en betere gesprekken? Op donderdag 12 juni 2025 is het weer zover: de zevende editie van Outdoor Office Day. Hét moment om werk, natuur en welzijn te combineren. Of je nu een kantoorbaan hebt of thuiswerkt: iedereen kan meedoen.

Wat is Outdoor Office Day?

Outdoor Office Day is een jaarlijkse, internationale uitnodiging om je werk (deels) naar buiten te verplaatsen. Het is ontstaan vanuit het idee dat we te veel stilzitten en te weinig gebruikmaken van de natuurlijke ruimte om ons heen. Zeker in de stad. En dat terwijl de voordelen van buiten werken eindeloos zijn: frisse lucht, beweging, zonlicht, creativiteit én ontmoeting.

Volgens de organisatoren is deze dag een manier om ‘gezond werken in de stad’ te vieren. En dat kunnen wij alleen maar onderschrijven.

Hoe doe je mee?

Simpel. Je kiest een buitenplek, een activiteit en je doet het gewoon. Neem je laptop mee naar een parkbankje, voer een telefoongesprek terwijl je een rondje loopt, of spreek met een collega af voor een ‘weeting’ (een wandelvergadering). Inspiratie nodig? We zetten wat ideeën op een rij.

Tips voor kantoorwerkers

  • Ontdek de groenste route naar je werkplek.
  • Organiseer een buitenlunch of koffiemoment.
  • Vergader wandelend of spreek buiten af met een nieuwe collega.
  • Onderzoek welke stukjes ‘urban nature’ jouw buurt rijk is.
  • Zet een tafel en stoelen buiten, en noem het je ‘outdoor office’.
  • Gebruik een parkeerplek als kantoortuin voor een dag.

Tips voor thuiswerkers

  • Zet een stoel en tafel buiten en werk daar een paar uurtjes.
  • Bel staand en wandelend in de tuin of op het balkon.
  • Maak na een intensieve klus een korte wandeling van 10 minuten.
  • Zoek een ‘wifi natuur spot’ in de buurt—en installeer je eigen ‘nature desk’.
  • Wandel tijdens je lunchpauze en ontdek een nieuwe route.

Deel je buitenwerkplek

Maak een foto van jouw favoriete outdoor office en deel ’m op social media met de hashtag #OutdoorOfficeDay. Zo inspireer je anderen om van buiten werken het nieuwe normaal te maken.

Waarom dit past bij Ruimte voor Lopen

Outdoor Office Day raakt precies aan de thema’s van het Nationaal Masterplan Lopen. Het stimuleert een actieve werkdag, draagt bij aan een leefbare en wandelvriendelijke omgeving én brengt stedelijke natuur dichterbij de dagelijkse routine. Meer bewegen tijdens de werkdag zorgt voor gezondere mensen, minder druk op mobiliteit en meer verbondenheid met de buurt.

Laat je inspireren en doe mee. Kijk op de officiële site voor alle info en ideeën:
👉 www.outdoorofficeday.nl/2025nl

Roosendaal doorvoelt: leefbare stad begint bij lopen

Roosendaal

Met de nieuwe Mobiliteitsvisie 2040 kiest de Brabantse gemeente overduidelijk voor een bereikbare, veilige en leefbare stad. Dat begint bij meer ruimte voor langzaam verkeer. En dus: meer ruimte om te lopen.

Wethouder Robin Heij zegt daarover: “Actieve mobiliteit staat voorop, maar we blijven inzetten op veilige en toegankelijke mobiliteit voor iedereen. Daarbij betrekken we inwoners, ondernemers en andere belanghebbenden actief. Samen bouwen we een kwaliteitssprong voor onze stad en dorpen waar het prettig wonen, werken en verblijven is.” En dat doet de gemeente stap voor stap: een mooie knipoog naar het thema dat steeds vaker doorklinkt in mobiliteitsbeleid: actieve mobiliteit.

Wandelen krijgt een gezicht

Wat deze visie zo interessant maakt? Het noemt expliciet de voetganger. In de plannen is volop aandacht voor bredere stoepen, veilige oversteekplaatsen, logische looproutes én een autoluwe binnenstad. Roosendaal wil dat het vanzelfsprekend wordt om te voet door de stad te gaan. Niet alleen in het centrum, maar ook van woonwijk naar winkel, van station naar school. Hier staat de mens centraal – letterlijk.

Voorbeeld voor andere steden

De plannen blijven niet steken in ambities. De gemeente gaat de voetganger een vaste plek geven in uitvoeringsagenda’s. Daarmee laat Roosendaal zien hoe je loopvriendelijkheid écht meeneemt in ruimtelijke keuzes. Een aanpak die wij precies voor ogen hebben met het Nationaal Masterplan Lopen. Dat pleit voor lopen als volwaardige vorm van mobiliteit en stadsontwikkeling. Roosendaal laat zien dat het kan. En dat het werkt.

Mobiliteitsagenda op komst 

De komende periode werkt de gemeente de visie uit in een Mobiliteitsagenda. Hierin komt een concreet overzicht van projecten voor alle vormen van vervoer. Van voetgangers en fietsers tot openbaar vervoer, auto’s, vrachtverkeer, deelmobiliteit en landbouwverkeer. Nog dit kwartaal neemt het College van Burgemeester en Wethouders een besluit over deze agenda.

Auto weren uit de stad? Dit zijn de lessen die echt werken

autoluw stad

Autoluw is geen doel, maar een middel

Steeds meer steden kiezen voor autoluw beleid. Niet omdat de auto slecht is – integendeel, het is een efficiënt vervoermiddel voor lange afstanden – maar omdat de auto in de stad simpelweg te veel ruimte inneemt. Ruimte die we ook kunnen inzetten voor wandelen, ontmoeten en spelen. Zoals Annemiek Wiggers en Gido van Os van RUIMTEVOLK het treffend zeggen: “De auto is de minst efficiënte manier van stedelijk ruimtegebruik die we kennen.” Dat raakt direct aan de missie van Ruimte voor Lopen: steden zo inrichten dat lopen vanzelfsprekend én aantrekkelijk is.

Vier lessen uit Europa

Wetenschappers Sean van der Lee en Wijnand Veeneman onderzochten het beleid in Barcelona, Bremen, Kopenhagen en Milaan en distilleerden daaruit vier lessen. De eerste?

1. Wees continu op zoek naar nieuwe maatregelen

Denk aan deelauto’s (zoals in Bremen) of herinrichting van straten (zoals in Milaan). Daarbij is het cruciaal om van andere steden te leren. Want wat werkt in Kopenhagen, kan misschien ook in Groningen.

2. Betrek bewoners én wetgevers

De tweede les: let op de lokale context. Een maatregel die op papier slim lijkt, kan in de praktijk stranden op wetgeving of weerstand. In Milaan mochten fietspaden bijvoorbeeld niet tijdelijk worden ingericht – tot een wetswijziging tijdens corona dit mogelijk maakte. In Barcelona werden bewoners actief betrokken bij het ontwerp van de beroemde Superblocks. Zo creëer je draagvlak en voorkom je verkeersarmoede.

3. Grijp het juiste moment

De derde les is misschien wel de belangrijkste: grijp je kans zodra die zich voordoet. Vaak openen zogeheten ‘kansenvensters’ zich onverwacht, bijvoorbeeld door maatschappelijke onrust of zelfs tijdens een pandemie. Dan moeten beleidsmakers snel kunnen schakelen. Voor ingrijpende plannen is timing cruciaal.

4. Test en leer

Tot slot: probeer maatregelen eerst uit, vóór je ze definitief invoert. Zo ontdek je wat werkt, en wat bijsturing nodig heeft. Dat geeft vertrouwen, ook bij bewoners. Voor Ruimte voor Lopen betekent dit: blijf experimenteren met tijdelijke wandelzones, woonerven of autoluwe straten.

Meer ruimte om te lopen

Waarom dit alles relevant is? Omdat autoluwe steden automatisch wandelvriendelijker worden. Minder auto’s betekent meer ruimte, meer veiligheid en meer rust voor voetgangers. En dat is precies waar het Nationaal Masterplan Lopen om draait: lopen als volwaardige vorm van mobiliteit. Meer weten? Bekijk de uitgangspunten in het Nationaal Masterplan Lopen.

>