Maar liefst 18 verschillende organisaties stuurden hun initiatief in voor de LoopAward 2023. Wat een bijzonder goed resultaat! Allemaal mooie initiatieven die het lopen hoog in het vaandel hebben staan. De jury beoordeelt de inzendingen en maakt op 25 september de genomineerden bekend.
Stijging aantal inzendingen
We kunnen nu alvast een paar weetjes delen. Het aantal inzendingen is gestegen ten opzichte van vorig jaar. Dat onderstreept dat aandacht voor lopen in de lift zit! Van alle inzendingen is bijna 1/3 een ruimtelijk initiatief, de overige inzendingen zijn in te delen als maatschappelijk initiatief. Wat verder leuk is om te weten is dat er ook initiatieven zijn ingezonden door derden; mensen die zo enthousiast zijn over het initiatief van een ander dat ze de moeite hebben genomen ze in aanmerking te laten komen voor de LoopAward. Deze inzet wordt bijzonder gewaardeerd!
Bekendmaking genomineerden en winnaars LoopAward 2023
De jury, bestaande uit Karen van Ruiten (Directeur Alles is Gezondheid & Positieve Gezondheid), Bruno Bruins (voormalige wethouder Verkeer en -minister voor Medische Zorg & Sport en nu adviseur voor de Raad van State) en Wouter Veldhuis (Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving) buigt zich de komende weken over de inzendingen. Op 25 september as. wordt bekendgemaakt wie de genomineerden zijn.
En op 3 oktober wordt tijdens het Nationaal Voetgangerscongres de winnaars bekendgemaakt. Want ook dit jaar belonen we, net als vorig jaar, TWEE initiatieven die bijdragen aan meer ruimte voor lopen in Nederland. Eén award wordt uitgereikt aan de organisatie die het meeste heeft bijgedragen aan meer (toekomstige) ruimte voor lopen in de fysieke omgeving. De tweede award gaat naar het meest aansprekende maatschappelijke initiatief dat ervoor heeft gezorgd dat (meer) mensen zijn gaan lopen.
‘Als we willen dat voetgangers een vanzelfsprekend onderdeel worden van stadsplanning, dan moeten we beginnen met het goed opleiden van studenten.’ Dat stelt Ineke Spapé, die samen met Sandra Schuit voor de City Deal Ruimte voor Lopen onderzoek doet naar het lopen in het hoger onderwijs. Spapé: ‘Zo zorg je voor een goede basis van professionals die er met passie aandacht aan besteden.’
Lopen heeft vele voordelen: de voetganger vraagt weinig ruimte, lopen is gunstig voor het milieu en lopen heeft weinig dure voorzieningen nodig. Bovendien is lopen goed voor lichaam en geest. Kortom: wat wil je nog meer! ‘Nou, aandacht dus dat lopen zo veel goede effecten heeft,’ aldus Ineke Spapé. ‘ Die voordelen kunnen ons als samenleving helpen onze steden beter in te richten, leefbaarder, aantrekkelijker, minder anoniem dan in auto’s en bussen, vitaler en minder belastend voor het milieu. Lopen als kans en potentie dus.’
‘Lopen wordt te vaak gezien als vanzelfsprekendheid,’ vertelt Ineke Spapé. ‘Je hoeft er niets speciaals voor te doen. Maar dat is niet zo en lopen is mede door corona belangrijker geworden: gewoon een rondje in je buurt, naar een parkje gaan, een boodschap doen of de natuur in. Dat zijn we met z’n allen meer gaan waarderen.’
Jong geleerd is oud gedaan ‘Maar om ervoor te zorgen dat de voetganger een serieus onderdeel wordt van stadsplanning, is het belangrijk om te starten bij het goed opleiden van studenten,’ vult Sandra Schuit aan. ‘Jong geleerd is immers oud gedaan. In opleidingen wordt wel aandacht besteed aan de auto, het openbaar vervoer en ook steeds meer aan de fiets, maar aandacht voor specifiek lopen is nog schaars. Onterecht, want gemiddeld 18% van onze verplaatsingen gaat te voet, in steden is het aandeel nog veel groter. Het openbaar vervoer heeft een aandeel van 4% en daar gaat veel geld en serieuze aandacht naar toe.’
Ineke Spapé, emeritus-lector aan Breda University of applied sciences (BUas) en landschapsarchitect Sandra Schuit van Zijaanzicht onderzochten in opdracht van de City Deal en het platform Ruimte voor Lopen wat HBO- en universitaire opleidingen nu aanbieden als het gaat om voetgangers. ‘Zijn opleidingen direct met lopen bezig, of meer indirect, bijvoorbeeld door de voetganger mee te nemen in andere vakken, trainingen of cursussen? En wat zouden de opleidingen eigenlijk willen rond lopen? Met deze vragen zijn we aan de slag gegaan,‘ aldus Ineke Spapé.
Passie en interesse Samen deden ze internetresearch bij elf onderwijsinstellingen, interviewden docenten van zes verschillende opleidingen en voerden een enquête uit onder professionals. ‘Er gebeurt best wel wat binnen de opleidingen, maar het hangt erg af van de passie en interesse van docenten. De onderwijswereld is behoorlijk gesegmenteerd. Er vindt weinig onderling overleg plaats, zelfs binnen opleidingen. Docenten bepalen vaak hun eigen thema’s, ook ten aanzien van de voetganger.’
Uit het onderzoek blijkt dat veel opleidingen wel de nut en noodzaak zien van meer aandacht voor de voetganger in het lesaanbod. ‘Docenten willen geholpen worden met voorbeeldmodules, goede voorbeelden, geschikte literatuur en netwerken of concreter: een digitale stage/afstudeerbank waar studenten bijvoorbeeld stage- en afstudeeropdrachten kunnen vinden. Ook zeiden meerdere docenten dat ze graag meer onderlinge uitwisseling wensen.‘
Advies Om de voetganger beter te verankeren in het lesaanbod van het hoger onderwijs adviseren, Ineke Spapé en Sandra Schuit het onderwijs om meer uitwisseling tussen geïnteresseerde docenten te faciliteren: ‘We denken daarbij aan het ontwikkelen van een ‘Learning Community Voetgangers’, aan het aanbieden van experimenteerruimte met Tactical Urbanism en aan Summerschoolachtige settings om studenten steden bij te laten staan met hun ideeën om het voor de voetgangers beter te maken.
‘Professionals uit het werkveld, zeker die bij de grotere gemeenten, zijn steeds meer bezig met lopen. Hen roepen we op studenten te begeleiden voor stages en afstudeeropdrachten: daar leren ook zij van, zo hoorden we vanuit het werkveld. Daarnaast kan een professional ook een bijdrage leveren aan de Learning Community en zijn of haar expertise delen als gastdocent.’
Ook hebben ze aanbevelingen voor de City Deal en het Platform Ruimte voor Lopen: ‘Voor hen ligt er een verbindende rol en het delen van kennis. Bijvoorbeeld door het organiseren van bijeenkomsten voor onderwijs- en vakwerelden, door webinars te faciliteren, door voorbeeldmodules, literatuursuggesties, bestpractices van gemeenten, stage/afstudeerbank) op de website te plaatsen en door een Learning Community Voetganger op te zetten.’
“Dagelijkse voorzieningen op loop- en fietsafstand van huis zijn essentieel, zodat iedereen mee kan doen in onze maatschappij”, schrijft Hannah Kandel (adviseur mobiliteit). De 15-minutenstad is een mooi concept, maar hoe pak je het aan? Fietsersbond, Wandelnet en Rebel Group schreven samen een interessante whitepaper over dit onderwerp.
15-minutenstad passend bij woningbouw- en mobiliteitsopgave
Leefbare, gezonde en groene steden waar iedereen kan meedoen zijn de ambitie voor de toekomst. Om dit doel te bereiken is essentieel dat “mobiliteit en ruimtelijke ordening in samenhang bekeken worden. Enerzijds omdat nieuwe woningbouw nieuw verkeer genereert. Als je daarbij niet inzet op duurzame verplaatsingen, loopt het mobiliteitssysteem vast en gaat er een streep door de woningbouwplannen.
Ook uit maatschappelijk oogpunt moet je mobiliteit en ruimte samen bekijken. Dagelijkse voorzieningen op loop- en fietsafstand van huis zijn essentieel, zodat iedereen mee kan doen in onze maatschappij. Ook de mensen die om financiële of andere redenen geen toegang hebben tot auto of openbaar vervoer.”
Opbouw whitepaper
Na een inleiding passeren de volgende onderwerpen de revue in het whitepaper:
✅ 7 concrete ontwerpprincipes die passen bij een gebied waar de mens centraal staat en duurzame verplaatsingen de norm zijn. Handige principes die je kunt gebruiken als richtlijn bij het ontwerpen van een gebied, bijvoorbeeld bij Mobiliteit Programma’s van Eisen of een gebiedsplan. Ook is het ideaal om een bestaand ontwerp aan te toetsen. ✅ 9 dilemma’s waar overheden en ontwikkelaars in de praktijk mee te maken kunnen krijgen. Natuurlijk met waar mogelijk mogelijk manieren om daarmee om te gaan. ✅ 2 cases: Almere Pampus en Zwolle Meeuwenlaan. Per case laten we een aantal ontwerpprincipes zien die op een interessante manier zijn uitgewerkt, of juist nog aandacht nodig hebben.
Hoe kan meer ruimte voor lopen bijdragen aan de leefbaarheid van De Binckhorst nu de wijk langzaam transformeert van industrieterrein naar een woon- en werkgebied? De City Deal Ruimte voor Lopen boog zich over deze uitdagingen en bood zijn advies donderdag aan aan Wethouder van Asten van Den Haag.
Het Haagse industrieterrein De Binckhorst verandert de komende jaren van een industrieterrein naar een aantrekkelijk woon- en werkgebied. Het ligt gunstig, vlakbij het centrum, de snelweg en het spoor. Ook al neemt het aantal bewoners snel toe, het gebied ziet er nog echt uit als een bedrijventerrein; met grote hekken en een versteende openbare ruimte. Het ontbreekt aan groen en er is nauwelijks ruimte om prettig te lopen. Of zoals in het rapport staat: “De Binckhorst heeft echt potentie om iets heel moois te worden. Daarvoor moet er nog heel wat gebeuren.”
Vrachtverkeer Vooral het drukke verkeer maakt het onaantrekkelijk om te wandelen. Zware vrachtwagen denderen door de straten, er wordt vaak te hard gereden en auto’s staan geparkeerd op de stoep. Geadviseerd wordt om ruimte te maken voor voetgangers en fietsers. Goede voetpaden en veilige routes kunnen ervoor zorgen dat lopen hier een stuk prettiger wordt.
Meer groen Ook meer groen maakt lopen in de Binckhorst aantrekkelijker. Groen zorgt ook voor veiligheid. Bijvoorbeeld om een duidelijke scheiding te maken tussen autoverkeer en langzaam vervoer. Groen langs de weg geeft ook een vernauwend effect, waardoor autoverkeer geneigd is langzamer te rijden. Het advies is ook om te kijken naar plekken die tijdelijk kunnen worden vergroend. Juist in tijden van verandering is het belangrijk dat mensen natuur om zich heen hebben, waar ze elkaar kunnen ontmoeten.
De Binckhorst moet ook beter worden aangesloten op omliggende wijken en stadsdelen. Voorzieningen zijn nu onvoldoende bereikbaar. Hiervoor is een fijnmazig netwerk van loop- en fietsroutes en goed openbaar vervoer.
Aandacht voor de voetganger Wethouder Van Asten van Den Haag ontving donderdag het rapport uit handen van Susanne van der Kleij en Gert-Joost Peek van I’M BINCK. De wethouder zei het rapport met zeer veel interesse te gaan lezen. “In de Binckhorst zijn we nog maar net begonnen met een grote transformatie van het gebied. Ruimte, aandacht en veiligheid voor de voetganger zijn hierbij van groot belang. Mensen moeten zich uitgenodigd voelen om de straat op te gaan, op ieder moment van de dag. De toekomst van onze stad bepalen we samen, daarom moedig ik iedereen van harte aan om met ideeën, adviezen en oplossingen te komen. Mooi als dat ook daadwerkelijk gebeurt.”
Andre de Wit is adviseur mobiliteit bij de gemeente Rotterdam en maakt deel uit van het gemeente-brede team achter Rotterdam Loopt: het ambitieuze plan dat de voetganger beleidsmatig op een voetstuk zet. Deze column is zijn zoektocht naar hoe lopen ons kan verlichten. ‘Ambulo ergo sum’
“Ik loop dus ik ben. Deze parafrase van de bekende uitspraak ‘Cogito ergo Sum’ – ik denk dus ik ben – van Rene Descartes schoot me onlangs te binnen. Dat zou dan worden: Ambulo ergo sum. Waar kwam deze gedachte eigenlijk vandaan?
De eerste associatie was filosofisch. De uitspraak van Descartes was het begin van de moderne filosofie en daarmee de aanzet tot de verlichting. Door lopen verlichten we onszelf. We verlichten ons tijdelijk van spanning en zorgen. De een doet dat door een wandeling langs het water of in het bos. De ander door een paar kilometer hard te lopen. Soms alleen en soms gezamenlijk bij avondvierdaagse en marathons. Bijkomend voordeel is dat we onszelf dan ook kunnen verlichten van overbodige kilo’s.
Het kan nog verder gaan. Deze zomer las ik het boekje Mindfullness voor wandelaars. Hierin staat beschreven dat Boeddha tot het inzicht kwam dat als je alles loslaat er geen zelf meer overblijft en we terecht komen in de verlichte staat Nirwana. Het zal niet verbazen dat je deze staat bereikt via een Achtvoudig Pad.
Met lopen zorgen we voor persoonlijke ontwikkeling. We lopen naar en door het museum zoals in mijn geval deze zomer het Rijksmuseum en het Kröller-Müller ( waar ik altijd weer ben gefascineerd door het beeld Walking Man van Giacometti)\ de bibliotheek of door de natuur en vergroten onze kennis. Het tempo van lopen geeft de tijd om indrukken op te doen en te verwerken. Of zelfs op te slaan. Zo ontdekte ik deze zomer de app Obstitentify waarmee je alle flora en fauna die je onderweg tegenkomt kunt herkennen.
Zelf houd ik van de terloopse ontdekkingen tijdens wandelingen tussen bestemmingen in. Je hebt de mogelijkheid een andere route te nemen, een nieuw plek te ontdekken of toch snel nog even een boekhandel in te duiken. Strikt genomen leidt een aanschaf dan tijdelijk tot verzwaring, maar goed…
Je kan ook verlichting vinden door te wandelen met een ander. Ter ontspanning bijvoorbeeld: ‘s avonds na het werk met je partner, vriend of goede kennis. Of een wandeling met een wandelcoach of tijdens werk met een collega. Een meeting wordt dan een weeting. Wat ook wel weer past: meer weten geeft toch ook verlichting.
Ook geeft lopen de kans op verlichting van maatschappelijk onbehagen. Lopen stelt ons in staat om maatschappelijke keuzes te sturen. We lopen voor een humaner vreemdelingenbeleid, hogere beloningen voor personeel in zorg en onderwijs of simpel weg to unmute us.
Tenslotte rest mij de link met mobiliteit. Lopen draagt ook hier bij aan verlichting. Het huidige mobiliteitsdenken wordt gedomineerd door het faciliteren van gemotoriseerde voertuigen. Dat dit langzamerhand een doodlopende weg blijkt wordt steeds duidelijker. Gelukkig zijn er ook voldoende pleitbezorgers (Thalia Verkade, Marco Brommelstoet enz.) voor een andere op lopen gerichte aanpak en zijn er steden succesvol mee zoals Parijs.
En daarmee is de cirkel rond. Descartes was een Fransman die zijn belangrijkste werk schreef tijdens zijn zevenjarig verblijf in de Verenigde Nederlanden. Dus laten we goede tijden doen herleven en zorgen dat ons landje opnieuw een lichtend voorbeeld wordt voor de voetganger.”
“Ik loop dus ik ben.”
Deze bijdrage is een onderdeel van de Walking being columns, een reeks van persoonlijke verhalen over Lopen van mensen die actief samenwerken in de City Deal Ruimte voor Lopen.
Andre de Wit, adviseur mobiliteit bij de gemeente Rotterdam, sprak deze column uit in december 2021.
Jose Besselink van de Gemeente Rotterdam pakte sneller de fiets, dan dat ze ging lopen, maar de Wandel tijdens je werkdag heeft daar verandering in gebracht. Hoe dat gebeurde, legt de strategisch adviseur van het Programma Rotterdam Loopt uit in deze column.
‘The walking being. Eigenlijk was ik altijd meer een cycling being. Maar sinds een paar jaar ben ik ook een echte loper geworden. Het begon in 2017 toen ik Jim Walker van Walk21 ontmoette en de wereld van de wandelaar zich aan mij openbaarde.
Twee jaar geleden hadden we nog een echte wandel naar je werkdag. We liepen met een grote groep collega’s van centraal station naar ons kantoor De Rotterdam op de Wilhelminapier. Een goed begin van de dag en ook wel een eyeopener voor mij. Want ik fietste eigenlijk altijd naar kantoor, maar lopend bleek het ongeveer een half uur te zijn. Dat viel me best mee dus na die dag ben ik dat vaker gaan doen. Gewoon af en toe als ik er zin in had.
En tijdens die wandeling liep ook Jim Walker met ons mee. Hij was in de stad voor de voorbereidingen van Walk21. Zoals jullie wel weten is het mede dankzij dit congres gelukt om de voetganger op een voetstuk te zetten in Rotterdam. In ieder geval in ons beleid en hopelijk ook steeds meer op straat. De timing van de lancering van Rotterdam Loopt kon wat dat betreft niet beter, nu lopen (voor een deel van ons) een nationale hobby is geworden. En de urgentie is hoog als we de cijfers over bewegingsarmoede zien…
Lopen hoort toch ook wel echt bij het DNA van Rotterdam. Al is het alleen al in de taal. Want Rotterdammers hebben nogal de neiging om overal het woord lopen voor te plakken. Lopen te lopen dus. En het loopt inmiddels ook best lekker moet ik zeggen. We zijn nu bezig met het actieplan waarin we allerlei verschillende projecten aan het opzetten zijn, maar waarbij we ook proberen om zoveel mogelijk samen op te lopen met andere projecteren programma’s in de stad. En ook onze samenwerking in de City Deal is daar onderdeel van.
Weer terug naar het thema van deze dag. Volgens de wandeltest ben ik een spontane wandelaar en daar herken ik mezelf ook wel in. Het zijn geen vaste momenten, maar ik doe het gewoon wanneer ik zin heb. ‘s Ochtends vroeg, even tussendoor wanneer ik vastloop in m’n werk, tijdens een belletje met een collega of luisterend naar een podcast, ‘s avonds nog net even snel voor de avondklok. En natuurlijk wandelingen met vriendinnen nu we nog steeds niet in een café kunnen afspreken…
Dus ja, wandelen doe ik eigenlijk tijdens alle werkdagen en niet alleen vandaag. Ik heb het inmiddels echt geïntegreerd in mijn dagelijkse routine. Helemaal nu ik ook een fitbit heb. Ik ben niet zo erg dat ik tijdens het koffiezettenen of tandenpoetsen op m’n plek ga staan te lopen, maar ik moet zeggen dat het toch wel een sport is geworden om die 10.000 te halen.
En het leuke voor een walking cycling being als ik, is dat een ritje op de fiets ook gewoon meetelt!’
Jose Besselink
Jose Besselink is strategisch adviseur bij de Gemeente Rotterdam. Zij sprak deze column uit tijdens een City Deal dag in 2022. Deze bijdrage is een onderdeel van de Walking being columns, een reeks van persoonlijke verhalen over Lopen van mensen die actief samenwerken in de City Deal Ruimte voor Lopen.
Jacqueline Pieters zet zich als Programmamanager mobiliteit Gemeente Den Haag in voor de voetganger. Maar het is inmiddels al dertig jaar geleden dat ze besmet raakte met het voetgangersvirus. In deze column neemt ze je mee in hoe de afgelopen decennia de aandacht voor lopen steeds is veranderd.
“Dertig jaar geleden werd ik als schoolverlater aangenomen voor mijn eerste baan; bij de Voetgangersvereniging VBV in Den Haag. In een statig pand aan het Emmapark in Bezuidenhout mocht ik Emile Oostenbrink opvolgen als verkeersadviseur en kwam ik onder de hoede van Rob Methorst. Twee bekende namen die nog steeds veel betekenen voor de voetgangerswereld. Hier raakte ik besmet met – zoals ik het zelf noem – het voetgangersvirus.
Jaren later ging ik aan de slag ging bij de gemeente Den Haag waar een van mijn eerste acties het schrijven van een Zebranota was. Ik vond dat er voor het toepassen van zebra’s in Den Haag teveel werd geredeneerd vanuit de auto (schijnveiligheid!) en niet vanuit de behoefte van de voetganger. Die Zebranota staat nog steeds als geldend beleid. Hij is zo oud dat er geen digitale versie van is, alleen een scan van het gedrukte exemplaar 😊.
De Voetgangersvereniging had de afkorting VBV van de oorspronkelijke naam de Vereniging voor Bescherming Voetgangers. Dat was ook het oorspronkelijke doel: zorgen dat voetgangers beschermd worden tegen het al maar toenemende autoverkeer. Van oorsprong een Haagse vereniging, een beetje beschaafde club van mensen van goede komaf (van het Zand, zouden ze hier zeggen). Heel anders dan de veel radicalere clubs als Stop de Kindermoord (het latere Kinderen Voorrang) en de Fietsersbond.
Ludieke actie
Ik herinner me nog goed dat we in 1993 een ludieke actie hielden. In de Haagse Grote Markstraat hielp een straattheatergroep mensen op een grappige manier om veilig over te steken. Toen was dit nog een echte verkeersader met bussen, trams en autoverkeer. Het was ook de hoofdwinkelstraat van de stad, met aan de ene kant van de Bijenkorf en aan de andere kant de V&D. Hier lag een zebrapad met verkeerslichten met waarschuwende bordjes erbij ‘door rood, hier al zoveel doden’.
Grote Marktstraat in 1995: Beeld: Gemeente Den Haag
Inmiddels is de Grote Marktstraat het exclusieve domein voor voetgangers. De auto’s en bussen zijn verdwenen en de tram rijdt onder de grond. Voor de fietsers wordt naarstig gezocht naar een goede alternatieve route, want op de drukke momenten zitten voetgangers en fietsers elkaar hier flink in de weg. Of dat het resultaat was onze actie? Nee, de plannen van de gemeente lagen er al, maar het heeft vast geholpen.
Grote Marktstraat in 2016: Beeld: Jurriaan Brobbel
Fusie In mijn tijd bij de Voetgangersvereniging lag de nadruk op verkeersveiligheid. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat, onze subsidieverlener, vond het niet efficiënt dat er meerdere belangenorganisaties waren voor verkeersveiligheid. De Voetgangersvereniging moest fuseren met Kinderen Voorrang! en Veilig Verkeer Nederland. Aanvankelijk onder de naam 3VO om de verschillende identiteiten van de 3 organisaties uit te drukken. Maar al gauw werd het Veilig Verkeer Nederland en verdween de belangenbehartiger voor voetgangers langzaam uit beeld.
De fusie heb ik niet meer meegemaakt, maar het ging me wel aan mijn hart dat de vereniging van het toneel verdween. De Fietsersbond echter floreerde als nooit tevoren. Fietsen was hot. Het belang van fietsen voor een efficiënt mobiliteitssysteem werd steeds meer omarmd. In steeds meer steden en dorpen verschenen rode lopers om de fietser ruim baan te geven. Een positieve ontwikkeling, maar door de belangstelling voor fietsen verdween de voetganger meer en meer naar de achtergrond.
Terug naar de menselijke maat De laatste jaren keert gelukkig het tij en groeit de belangstelling weer voor lopen. Steeds meer mensen zien in dat het mobiliteitssysteem moet veranderen als we steden en dorpen leefbaar en bereikbaar willen houden. Naar vervoerswijzen die minder ruimte innemen en die schoon en veilig zijn. Terug naar de menselijke maat. Lopen is daarbij een essentiële schakel. En lopen is meer dan een manier van verplaatsen. Het draagt bij aan de gezondheid, de levendigheid en economische vitaliteit en is bovendien laagdrempelig. Want iedereen kan lopen.
De hernieuwde belangstelling voor lopen verenigt ons weer. Er bestaat weer een voetgangersvereniging, een Wandelnet, een Stichting MensEnStraat, een platform Ruimte voor Lopen. Steden slaan de handen ineen in de City Deal Ruimte voor Lopen. Het voetgangersvirus heeft mij nog steeds goed te pakken en steeds meer mensen raken ermee besmet. En niet alleen voor het werk heeft het virus mij te pakken. In mijn vrije tijd loop ik graag. Iedere thuiswerkdag start ik steevast met een flinke wandeling. Lopen is voor mij een manier van leven geworden.”
“Lopen is voor mij een manier van leven geworden.”
Jacqueline Pieters
Deze bijdrage is een onderdeel van de Walking being columns, een reeks van persoonlijke verhalen over Lopen van mensen die actief samenwerken in de City Deal Ruimte voor Lopen.
Jacqueline Pieters sprak deze column uit in in december 2022. Jacqueline Pieters zet zich als Programmamanager mobiliteit Gemeente Den Haag in voor de voetganger. Tegenwoordig werkt Jacqueline voor de gemeente Utrecht.
Vandaag donderdag 1 december is het congres ‘Gamechangers in de Bouw & Infra’. Met extra veel aandacht voor lopen – wat zijn wij daar blij mee! Eén van de sprekers is onze programmaleider Martine de Vaan. “Het specifiek ontwerpen voor een wandelvriendelijke stad is een echte gamechanger”, vindt zij.
“De ruimte voor voetgangers is een restpost”, vertelt zij aan het platform ‘Duurzaam Gebouwd.’ “De stoepen staan vol met obstakels als lantaarnpalen, afvalbakken, fietsen en tegenwoordig ook laadpalen. Op de rijbaan zie je dat nooit. Heb je weleens een lantaarnpaal midden op de rijbaan gezien?”
Nog meer om trots op te zijn! Afgelopen donderdag hebben we een gloednieuwe editie van ons magazine gelanceerd. Met als inspirerende titel LOPEN. Tijdens het Nationaal Voetgangerscongres overhandigde ‘onze’ Martine de Vaan, projectleider van City Deal Ruimte voor Lopen de gedrukte versie aan Gerdien Rots (Wethouder van Mobiliteit gemeente Zwolle).
Ook online versie!
Tegelijkertijd verscheen het magazine LOPEN online. Barstensvol interessante interviews, inspirerende voorbeelden en indrukwekkende stappen die worden gemaakt op het gebied van lopen. Van de voetganger in de gemeente Coalitieakkoorden tot een groene, gezonde stad. En van de Schoolstraat tot de 15-minutenstad. Het ene onderwerp is nog interessanter dan het andere en we belichten lopen in al z’n facetten.
Terugkijken en vooruitkijken
Verder biedt het magazine LOPEN een inkijkje in welke stappen we in het tweede jaar van de City Deal Ruimte voor Lopen zetten. En: wat heeft de toekomst voor ons in het verschiet? Al onze partner-organisaties krijgen een gezicht en inspireren met uiteenlopende initiatieven.
Wil je het magazine in gedrukte versie ontvangen? Stuur dan een e-mail naar citydeal@ruimtevoorlopen.nl met jouw gegevens.
Derk van der Laan, zelfstandig schrijver en redacteur
Gemeenten en organisaties kunnen veel doen om mensen meer te laten lopen. Dat blijkt tijdens het eerste Open Huis City Deal Ruimte voor Lopen op 5 juli 2022. Bestuurders, specialisten en andere professionals reiken hun belangrijkste ‘tips en tools’ aan. Hella van der Wijst, journaliste en loop-enthousiast (KRO tv-programma De Wandeling) gaat met hen in gesprek. Online en in de zaal bij Beeld & Geluid in Den Haag maken volgers de interviews en presentaties mee.
Meer aandacht voor lopen = urgent
Meer aandacht voor lopen is urgent, schetst Martine de Vaan, projectleider van de City Deal Ruimte voor Lopen: “Veel mensen lopen en genieten daarvan. Maar er valt heel wat te verbeteren, zeker voor iedereen die iets minder flexibel is dan de gemiddelde gezonde Nederlander. Een scheve stoeptegel weerhoudt mensen ervan om naar buiten te gaan”.
CityDeals helpen steden versterken
Frank Reniers, Programmamanager van Agenda Stad, legt uit hoe City Deals steden helpen versterken. Een voorbeeld is de afgeronde City Deal Klimaatadaptatie. Een geslaagde toekomstgerichte samenwerking tussen belangrijke partijen. Wat verwacht hij van deze Deal? “Ik vertrouw hier ook op zo`n succes. Een miljoen woningen bouwen kan alleen met meer lopen en dat is nog onvoldoende in het vizier bij gemeenten. Stap voor stap werken we daar nu aan”.
Troep van de stoep
Annemieke Molster, stedenbouwkundige en auteur van het boek ‘Loop!’, toont goede voorbeelden van herinrichting, zoals de Groene Loper in Breda. Maar regelmatig wordt bij projecten niet gedacht vanuit voetgangers zelf en hun looplijnen. Haar tips voor gemeenten? “Stel een doel, zoals bijvoorbeeld meer tevreden burgers. Zet daarna het voetgangersnetwerk op je netvlies. Wat heb je en wat wil je? Doe tellingen, gebruik kaarten. Kijk over plangrenzen heen, want te vaak stopt een route abrupt. Waarmee beginnen? Met troep van de stoep. Ruimte is er al en die hoef je alleen maar vrij te maken”.
André de Wit, adviseur mobiliteit van de gemeente Rotterdam: “Bij ons gebruiken we meer de benenwagen dan in andere steden, ondanks de vele lege ruimtes en langere afstanden. Een gedreven wethouder in het vorige college, maar met steun van alle wethouders, heeft een aantal ingrepen in de binnenstad aangejaagd. Aantrekkelijke voetgangersgebieden zijn ontstaan zoals het Binnenrotteplein. Een prima plek als verbindingsroute en als verblijfsgebied. De nieuwe coalitie zet het beleid voort met veel aandacht voor toegankelijkheid en autoluwe gebieden”.
Lopen is leven
In haar gesproken column gaat Patty Muller uit van de belevingswereld van de voetganger. Zij is voorzitter van de Voetgangers Vereniging Nederland. Ruimte voor lopen is ruimte voor leven en zou in de dagelijkse praktijk centraal moeten staan: “Heel anders dan fietsen, waarbij je altijd een zekere oogklep op moet hebben. Fietsend kijk je nauwelijks links of rechts, daar kom je niet aan toe. Een kind van vier moet vooral lopen, spelen en onverhoedse, kriskras bewegingen kunnen maken: nodig voor de ontwikkeling van de hersenen”.
Productiever dankzij lopen
Femke Hulshof is projectleider bij ‘Werken in Beweging’, een samenwerkingsverband van Wandelnet en de Fietsersbond. Zij biedt faciliteiten en kant en klare tools voor bedrijven die medewerkers meer willen laten lopen. Soms is goede motivatie de invalshoek, soms financiële voordelen. Zo becijfert een rekentool productiviteitsstijging en afname van ziekteverzuim wanneer medewerkers, bijvoorbeeld, twee keer per week een uur lopend overleggen. “Beloon lopers op allerlei manieren”, adviseert zij. “Geef ze voorrang in de lunchrij. Zet in agenda`s een overleg buiten als standaard optie”.
Medewerkers verleiden tot bewegen lukt, maar vereist regelmatig opnieuw aandacht. Dat is de ervaring van Marjan den Braber, directeur Marktgroep Water, Klimaat en Landschap bij Arcadis. Het bedrijf kent al jaren een vitaliteitsbeleid. “Regelmatig achter de computer vandaan komen als blijvende sociale norm, is een kwestie van herhaling. Stimuleringsprogramma`s hebben regelmatig een impuls nodig, globaal één keer per jaar schat ik. Wij kijken ook hoe je thuiswerkers in beweging krijgt. Met het sponsoren van sta-bureaus doen wij daarin een eerste stap”.
Hella van der Wijst vraagt aan Govert de With, beleidsadviseur verkeer en openbare ruimte van de gemeente Amsterdam, wat de stad doet om voetgangers te helpen, gegeven de schaarse ruimte: “Het is lastig kiezen, er zijn veel gevechten om de vierkante meter, of zelfs centimeter. Terrassen en groen kunnen ten koste gaan van loopruimte. Lopen wordt wel steeds meer gezien als onderdeel van het hele straatleven, zoals Patty Muller aangaf. Zo leveren lagere snelheden een meer leefbare stad op. Amsterdam wil in een jaar of wat in één keer de standaard van 50-kilometer snelheid omdraaien in 30 kilometer. Dat gebeurt voor een groot deel van de stad”.
Snoepwinkel
Burgemeester Simon de Boeck van het Vlaamse Gooik, tevens architect, vergelijkt drie grote steden die voetgangers meer ruimte geven. Barcelona bereikte aanvankelijk veel door abrupt een andere straatinrichting door te voeren en quasi autovrije zogenaamde superblokken te maken (‘tactical urbanism’). Na zo`n voldongen feit werd vervolgens de weerstand overwonnen. Later ging de stad meer inzetten op een mooi ontwerp en vroegtijdige, intensieve participatie.
Een loopvriendelijker stad maken blijkt in Londen vooral een apolitiek onderwerp. Voor de verkiezingen liet negentig procent van de bevolking weten dit accent op parken en vergroening te ondersteunen. Alle kandidaat-burgemeesters namen deze keuze over.
In Parijs geldt sterke polarisatie, maar won een gemeentebestuur met een sterk voetgangersvriendelijk programma twee keer de verkiezingen. Bewoners hebben veel zeggenschap over projecten in hun directe woonomgeving. Parijs wordt zo wel minder coherent dan Barcelona, daar wordt meer van bovenaf op consistentie gestuurd.
Wat kunnen we leren?
Martinede Vaan: “Deze ervaringen zijn bij elkaar een ware snoepwinkel waaruit je kunt kiezen voor je eigen methoden en financieringsstrategieën. In deze City Deal werken we met veel partijen aan vernieuwing, maar we hebben meer gemeenten nodig die dezelfde druk gaan uitoefenen op deze verandering.
De komende tijd gaan we binnen de City Deal verder aan de slag met de ideale voetgangersstad. In september dragen we bij aan de Dag van de Stad, samen met de City deal Openbare Ruimte. En in oktober komt ons tweede Magazine uit rond het Nationaal Voetgangerscongres”.
Wil je het eerste Open Huis terugzien?
Benieuwd naar de tips en tools die bestuurders, specialisten en andere professionals aanreiken? Kijk nu terug hoe journaliste Hella van der Wijst met hen in gesprek gaat: bekijk het Open Huis online.
Hoe kunnen gemeenten haar inwoners verleiden om (meer) te gaan lopen? Samen met Alles is Gezondheid ontwikkelden we de infographic ‘Verleiden om te Lopen’. Om beleidsmakers op het gebied van ruimte en sociale zaken te helpen bij hun zoektocht naar het best passende loopinitiatief. Deze presenteren we vandaag, 7 juni 2022, de eerste dag van de week van de Gezonde Jeugd
Verleiden om te Lopen bundelt alle alle loopinitiatieven
Op 16 mei lazen we in een CBS-rapport dat ruim de helft van alle Nederlanders te weinig beweegt. Gelukkig zijn er tegelijkertijd verschillende initiatieven die verleiden om te lopen. Die lopen stimuleren. Op dit moment zijn dit allemaal losse stukjes, maar wij willen de puzzel compleet maken: wij willen alle loopinitiatieven bundelen tot een handig overzicht. Vanuit deze behoefte is de infographic ontstaan.
Focus op gedrag
Belangrijkste focuspunt is gedrag. Een aantrekkelijke inrichting van de openbare ruimte stimuleert ook om te wandelen. We onderscheiden in de infographic de volgende thema’s: Gezondheid & Zorg, Werk,Groen,Mobiliteit,Onderwijs, Buurt, Recreatie & SportCentrum. Elk thema geeft actuele kennis, tips voor hoe je dit in de praktijk brengt en praktijkvoorbeelden. De best practices zijn gebundeld als inspiratie. Bijzondere aan de infographic is dat ‘ie leeft: periodiek vullen we hem aan met de meest actuele documenten en voorbeelden. Wel zo handig, want kennis verandert continu!
Zo’n tien keer per jaar komen we met alle deelnemers samen voor de City Deal Dag, op de tweede donderdag van de maand. 4 keer per jaar is dit op een locatie in plaats van online en op 14 april was dit in Amsterdam. Op een stralende en leerzame dag.
De City Deal Ruimte voor Lopen bestaat uit 3 werklijnen:
1) de ideale voetgangersstad 2) samen oplopen: organiseren van integraliteit 3) verleiden om te lopen
Amstel III
Een werkgroep van werklijn 1 bezoekt in de ochtend een gebied nabij Amsterdam Arena wat Amstel III wordt genoemd. De werkgroep wordt voordat ze op pad gaan meegenomen in het mobiliteitsplan voor het gebied, met twee presentaties. De overgang van kantorengebied naar woon-werk-gebied is hier een hele uitdaging! De menselijke maat moet terugkomen, door verbeterde openbare ruimte en veel groen. Ook de voetganger krijgt een belangrijke plek. Als voorbeeld dient de vier-baans-autoweg die straks plaatsmaakt voor het Hondsrugpark. Inspirerend!
Tolhuistuin
Een andere werkgroep organiseert de bijeenkomst bij de Tolhuistuin. Zittend op het beneden-terras in de volle zon nemen ze de gezamenlijke actiepunten door en toetsen ze de plannen bij elkaar. Aan bod komen:
een wegwijzer of checklist voor de omgevingsvisie en eventueel het omgevingsplan;
het onderzoek van Human Kind naar het gedrag in de publieke ruimte bij 4 gemeenten: Den Haag, Groningen, Nijmegen en Rotterdam; en
fotovergelijkingen van vroeger en nu met inspiratie voor meer ruimte voor lopen.
Plenaire sessie
Daarna is het tijd voor de gezamenlijke middag in de Expo-zaal van de Tolhuistuin. Een zaal met prachtig uitzicht over het IJ, het fiets- en voetpad van de pont richting het Eye Museum. Inspirerender kan haast niet! Om 13.30 trapt Fokko Kuik af met zijn walk-being-gast-column. Hij vertelt over zijn eigen ervaring als Amsterdamse voetganger. Én over hoe de voetganger lang het ondergeschoven kindje was (en nog steeds een beetje is) bij mobiliteitsbeleid en gebiedsontwikkeling. Een interessante presentatie over de gebiedsontwikkeling van het Noorderpark volgt, waarbij we inzoomen op beweeggedrag en verblijf voor en na de verandering. Kort samengevat: mensen bewegen meer in het park. Goed nieuws!
Altijd mooi om te horen over succesvolle, groene initiatieven, maar die moeten we natuurlijk ook zien met eigen ogen! Na de presentatie maken we een mooie wandeling door het Noorderpark, waar we een kennisquiz doen.
Het programma eindigt met een wandelende presentatie door stichting Gezond Natuurwandelen die ons vertelt over haar maatschappelijke project. Met wandelgroepen gaan zij eenzaamheid te lijf in 9 provincies, 65 gemeenten en 120 locaties.