Interview: hoe dichtbij is een fijne wandelroute? De Nabijheidsanalysetool geeft antwoord

Nabijheidsanalysetool: links Cas van Hardeveld, rechts Teun Kölner

In april werd die gelanceerd en op 1 oktober bij het Nationaal Voetgangerscongres voor het voetlicht gebracht. De nabijheidsanalysetool is ontworpen door Movares in opdracht van Wandelnet en laat voor iedere Nederlandse wijk zien hoe dichtbij blauwe, groen- en wandelstructuren zijn.

Wat is de aanleiding voor de nabijheidsanalysetool?

Een beetje een open deur, want dat hangt samen met het groeiende belang van lopen. Van Hardeveld: “Lopen wordt steeds belangrijker in ruimtelijke planning en we kwamen erachter dat we niet precies weten hoe de situatie rondom de nabijheid van fijne wandelroutes er nu precies uitziet. De vraag rees van: Hoe kunnen we dat in kaart brengen? Dus zo zijn we aan de nabijheidsanalysetool begonnen die per wijk laat zien hoe het met de nabijheid is, en waar kansen en opgaven liggen.”

Kolner voegt toe: “We hebben dus alle infrastructuur onder de loep genomen. Hoever is dat lopen en hoe is de beloopbaarheid? Zo kan een park hemelsbreed dichtbij liggen, maar dat het door een spoorweg heel ver omlopen is. Voor de tool hebben we als uitgangspunt genomen dat het binnen tien minuten te belopen móet zijn om een positieve beoordeling te krijgen. Aan de drie elementen hebben we geen wegingsfactor gehangen. Natuurlijk zijn het wel factoren die wat zeggen over de aantrekkelijkheid, maar beleving is ook subjectief. Dan moet je bijvoorbeeld ook kijken naar hoe kwalitatief groen het is: de biodiversiteit, de stilte, inclusiviteit en een gevoel van gezelligheid. Dat ligt buiten onze scope.”

Achterliggende wandeldata-sets

Achter de nabijheidsanalysetool zit een hele hoop data. Van Hardeveld: “We hebben voor een deel data gebruikt uit de Nationale Route Databank. “Daarin hebben we zelf onderscheid gemaakt tussen groenstructuren, blauwstructuren en wandelplekken”, neemt Kolner het stokje over. “Daarvoor hebben we bepaald aan welke eisen die structuren moeten voldoen. Dat was geen solo-beslissing, het vloeide voort uit een werksessie met Staatsbosbeheer, Wandelnet en andere loop-experts. Ook hebben we gedeeltelijk de aantrekkelijkheid geprobeerd mee te nemen. Zo zeiden we tegen elkaar dat we een begraafplaats niet meenemen als groenstructuur alhoewel dat wel groene en rustige plekken zijn. Het groen moet wel openbaar toegankelijk zijn en het t moet een bepaalde omvang hebben.

Presentatie nabijheidsanalysetool op Voetgangerscongres

Aandachtspunt: definities kunnen verschillend effecten hebben per locatie

Daarmee heb je gelijk een aandachtspunt van de tool te pakken. Van Hardeveld legt het zo uit: het is een tool met definities die gelden voor heel het land. Alleen niet alle locaties zijn hetzelfde: je hebt de randstad met compacte ruimte, provincies met veel land. Het postzegelpark in Amsterdam wordt bijvoorbeeld niet meegenomen, terwijl het voor de stedelingen wel kan gelden als een oase van groen, rust en lopen. “Het ligt ook aan veel factoren of iets nabij wordt genoemd. Zo kan een stoep iets verder van het water af liggen, wat mooier is, maar niet dichtbij genoeg is. Dan telt die ene stoep dus niet mee. Werken aan nabijheid is daarom ook maatwerk.”

Kolner doet nog de toevoeging dat nabijheid ook verschilt per doelgroep: voor iemand die slecht te been is, is 500 meter al ver, terwijl het voor een fitte dertiger een peulenschilletje is. Op een gegeven moment moet je echter de knoop doorhakken over de definitie. Kolner: “We gebruiken de 10-minutenstad. Dat houdt in dat alle basisvoorzieningen binnen 10 minuten lopend te bereikend moeten zijn. Bij meer dan 10 minuten is de nabijheid slecht, bij 5 zeer goed.”  Vertrekpunt om meer ruimte voor lopen te creëren

Terug naar Van Hardeveld die ons vertelt dat er nog geen inzicht is in welke beleidsmakers de nabijheidsanalysetool hebben gebruikt. Volgens hem is de mogelijke impact dat zij inzicht krijgen in hoe de nabijheid is geregeld. “Dat betekent heel veel voor hoe je de ruimte kan inrichten. Je ziet een transitie naar autovriendelijke binnenstad, de tool helpt je om dat voor elkaar te krijgen.”  Hij wijst erop dat niet alle gemeenten even ver zijn. Sommige hebben het voor de helft van de wijken de nabijheid tot aantrekkelijke wandelroutes goed geregeld, alleen voor een paar wijken niet. “Als je als gemeente aan de slag gaat met die wijken, dan is het al een enorme verbetering.”

En hoe kunnen die gemeente aan de slag gaan met wijken waar de nabijheid slechter is? “Die zijn roodgekleurd op de kaart”, legt Kolner uit. “Als je op die wijk klikt, zie je vervolgens wat het dichtstbijzijnde groenpunt is of de dichtstbijzijnde route. Je ziet dus de ruimtelijke context. Vervolgens kun je een verbinding bedenken om vanuit de slechtere wijk op dat punt te komen: een viaduct, bruggetje, of tunneltje. Daarmee haal je de barrière weg die tot nu dan toe werd ervaren.” “Ik zou hetzelfde zeggen: je krijgt inzicht in barrières”, bevestigt Van Hardeveld. En door de nabijheidstool kun je dan een voor- en na laten zien: de nabijheid vooraf en na de ingreep. “Dus: we hebben gewerkt aan groen. Wat is de impact?”

Inspiratie voor andere gemeenten

Beide hopen dat de nabijheidsanalysetool gemeenten en andere geïnteresseerden inspireert om eens te kijken hoe het in hun gemeente is geregeld. “De informatie die we eruit halen, is echt bedoeld als een vertrekpunt voor verder gesprek. Maatwerk blijft dus nodig: niet ieder stukje blauw of groen zit erin.”

Lees ook wat Wandelnet eerder schreef over de nabijheidsanalysetool: Nabijheidsanalysetool maakt aantrekkelijke wandelomgevingen zichtbaar – Wandelnet.

Provincie Noord-Brabant en SmartWayZ ondertekenen tijdens Dutch Design Week de City Deal Ruimte voor Lope

verlenging City Deal Ruimte voor Lopen

Provincie Noord-Brabant en SmartWayZ ondertekenen tijdens Dutch Desgin Week de City Deal Ruimte voor Lopen

Op de Dutch Design Week, tijdens Het startschot voor Lopen in Zuid-Nederland, zetten de vertegenwoordigers van twee partijen als laatsten hun handtekening onder de verlengde City Deal Ruimte voor Lopen. Andreas Welz namens SmartwayZ en John Kuijs namens de Provincie Noord-Brabant.

Dit tekenmoment vanuit Provincie Noord-Brabant wordt ondersteund door de gemeente Eindhoven, omdat zij samen met de provincie én met City Deal-partner gemeente Tilburg de kwaliteit voor voetgangers regionaal willen verbeteren. Bijvoorbeeld met experimenten voor aantrekkelijke looproutes naar OV-haltes en verbeterde vindbaarheid. De ondertekening was een belangrijk onderdeel van dit programma tijdens de Dutch Design Week, waar innovatie, ontwerp en actieve mobiliteit samenkomen. Met bijdragen van onder meer Erik Scherder en de TU/e laten we zien dat lopen niet alleen een gezonde en duurzame manier van verplaatsen is, maar ook een sleutel tot vitaliteit, brede welvaart en leefbare steden. De verlenging van de City Deal onderstreept deze ambitie en vormt het officiële startschot om samen met partners concrete stappen te zetten richting een loopvriendelijk Zuid-Nederland.

Met deze laatste handtekeningen is verlenging City Deal nu compleet. Eerder ondertekenden de volgende partijen:

de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO). De gemeenten Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg en Zwolle. De provincie Gelderland en Vervoerregio Amsterdam. De kennisinstellingen CROW en Kenniscentrum Sport en Bewegen. De bedrijven: Goudappel en Royal Haskoning-DHV. En de maatschappelijke partijen: ANWB, Beweegalliantie, Fietsersbond, JOGG, MENSenSTRAAT, Voetgangersvereniging, Wandelnet en Werken in Beweging. Bekijk ze allemaal via onze partner-pagina.

In deze verlenging van twee jaar gaan de samenwerkende partijen van de City Deal samen experimenteren. Voorbeelden van onderwerpen waarvoor de partijen samen gaan experimenteren zijn: herinrichten op wijk en straatniveau, inrichting schoolstraten, veilig oversteken en aansturen lopen & OV vanuit provincies en vervoerregio’s. De verlengde City Deal loopt tot en met tweede kwartaal van 2027 en wordt geleid door Karen van der Spek. 

Intelligente verkeerslichten bij Presikhaaf zorgen voor prioriteit lopen – interview met Heidi Kempers

intelligente verkeerslichten bij Presikhaaf

Op 1 oktober sprak Heidi Kempers tijdens het Nationaal Voetgangerscongres over de herinrichting van winkelcentrum Presikhaaf in Arnhem om korte-afstandslopen de norm te maken. Rond het winkelcentrum krijgen voetgangers en ander langzaam verkeer op zes kruispunten vaker groen dankzij slimme, cloudgestuurde iVRI’s. “Met als doel dat lopen voor iederéén vanzelfsprekend wordt,” vat Kempers het samen.

Zij is adviseur verkeersmanagement bij Haskoning en deelt uit de eerste hand hoe beleidskaarten van de gemeente Arnhem zijn vertaald naar meetbare wachttijdnormen en praktische ingrepen. Het resultaat: betere oversteekbaarheid en meer prioriteit voor langzaam verkeer, met bewuste keuzes over autovertragingen in piekuren. Vandaag horen we direct van haar wat dat in de praktijk betekent.

Welke stappen heb je doorlopen om de voetgangersstromen rond winkelcentrum Presikhaaf in kaart te brengen?

We duiken gelijk de diepte in en Kempers vertelt dat het rondom Presikhaaf druk is met veel verschillende soorten verkeersdeelnemers. Er komen dagelijks veel bezoekers en in de directe omgeving liggen de HAN Hogeschool, park Presikhaaf en Leerpark Arnhem. “Ook kent het gebied een hoge woningdichtheid en bouwt de gemeente komende jaren extra woningen”, voegt Kempers toe. Ze legt uit dat er daardoor veel langzaam verkeer is op bepaalde momenten van de dag. “De belangrijkste voetgangersstromen zijn bewoners van de wijken eromheen die voor dagelijkse activiteiten lopen. Naar de winkels, de basisscholen en het park. Naar de HAN en het Leerpark.” 

Nu heeft gemeente Arnhem kortgeleden het Duurzaam Mobiliteitsplan (DMP) vastgesteld. Daarin maakt ze de strategische keuze om langzaam verkeer beter te faciliteren en het STOMP-principe in de praktijk te brengen. “Daarvoor wil de gemeente intelligente verkeerslichten inzetten (iVRI’s)”, licht de adviseur toe. Om dit te bereiken, heeft het DMP netwerkkaarten die door heel Arnhem voetgangersroutes indelen. Voor Presikhaaf hebben we die kaarten samen met de gemeente vertaald naar een wegbeheerderskader met concrete streefwaarden voor wachttijden bij verkeerslichten per routetype.”

Hoe de intelligente verkeerslichten bij Presikhaaf werken

Zoals hierboven genoemd kiest Arnhem voor intelligente verkeerslichten bij Presikhaaf om langzaam verkeer voorrang te geven. Hoe zit dat precies? We horen over de zoektocht naar geschikte software die bij de Arnhemse situatie past. “Die zowel rekening houdt met het wisselende verkeersaanbod, de vele bussen en de wens om auto’s niet bij elk verkeerslicht laten stoppen. Daarmee is het belangrijker dan ooit dat voetgangers fijn kunnen oversteken. Een grote hoeveelheid wensen die vraagt om een slimme manier van regelen. Daarom hebben ze begin 2025 gekozen voor Flowtack rond Presikhaaf. Dit is het intelligente brein van de verkeerslichten: de software interpreteert data uit de hele keten en vertaalt die naar verkeerskundige beslissingen op kruispunt- en netwerkniveau.”

“Ook communiceren deze verkeerslichten onderling, analyseren data en stemmen op elkaar af. Dat allemaal in de cloud: continu en in real time. Zo kan het verkeer fijn doorrijden, zijn er minder opstoppingen en is het winkelcentrum toegankelijk voor iedereen.” Een bijkomend voordeel is dat Flowtack de wachttijden bijhoudt van alle weggebruikers bij een stoplicht, legt Kempers uit. Als je bijna te lang staat te wachten, krijg je als eerste groen. De volgorde waarin de verschillende modaliteiten groen krijgen, is dus flexibel.

Directe veranderingen

Volgens Kempers is de belangrijkste verandering, verbetering, dat langzaam-rijdend verkeer nu eerder voorrang krijgt. “In de vorige software was het niet goed mogelijk om op ieder moment van de dag real-time afwegingen te maken. Met Flowtack is het mogelijk om dit wél te doen en zo voetgangers en fietsers eerder te bedienen als daar de mogelijkheid voor is.” Dat laatste is ook echt in de praktijk bewezen. Zo zie je in onderstaande grafiek de wachttijd voor voetgangers het kortst is, gevolgd door fietsers en bussen. Auto’s wachten het langst.

Wat zijn geleerde lessen?

Kempers noemt als eerste les dat het vertalen van beleid naar meetbare wegbeheerderskaders een essentiële stap is. Ze zegt: “Hiermee maak je de prioriteit duidelijk en kan je software optimaal instellen.  Ook konden we zo heel eenvoudig toetsen of Flowtack werkt zoals bedoeld. Met intelligente verkeerslichten (iVRI’s) kun je dus prioriteit geven aan specifieke doelgroepen en daarmee direct beleid op straat krijgen. Hierbij is het voor stedelijk gebied wel nodig dat er meer zicht is op het aantal voetgangers en fietsers.  De mogelijkheden om dit voor elkaar te krijgen, is de gemeente Arnhem aan het onderzoeken met onder andere een pilot waarbij ze camera’s inzetten bij oversteekplaatsen.”

In ieder geval is de pilot goed nieuws voor andere steden. “Het op straat realiseren van het STOMP-principe is mogelijk bij alle combinaties van drukke binnensteden met veel voetgangers en fietsers in combinatie met intelligente verkeerslichten en Flowtack. Belangrijke randvoorwaarden: duidelijke keuzes maken in het wegbeheerderskader en dat je als overheid accepteert dat er in de spits wat meer filevorming ontstaat voor autoverkeer.”

Doe mee met enquête over zebrapaden op fietspaden!

Help jij mee? CROW wil samen met een aantal steden onderzoek doen naar de toepassing van zebrapaden op fietspaden. Hiervoor hebben we een enquête opgesteld. Deze enquête is bedoeld voor wegbeheerders.

Er zijn in Nederland geen duidelijke richtlijnen over de toepassing van zebrapaden op fietspaden. Sommige gemeenten leggen ze wel aan, anderen niet of alleen in specifieke situaties. Daarom wil CROW samen met een aantal steden onderzoek doen naar de toepassing van zebrapaden op fietspaden. Hiervoor hebben we een enquête opgesteld. Ben jij wegbeheerder en wil jij bijdragen aan de verkenning hiernaar? Vul dan de enquête in! Met jouw hulp draag je bij aan de start van het onderzoek. 

Je kunt de enquête tot en met 31 oktober 2025 invullen.

Vul hier de enquête in.

Natuur werkt: zo maak je je werkdag wandelvriendelijk

natuur werkt

Een frisse neus halen is geen luxe, maar een slimme investering in gezondheid én werkplezier. Natuur op en rond de werkplek ontspant, zet aan tot bewegen en brengt mensen met elkaar in contact. Adviseur Natuur en Gezondheid Tjisse Brookman ziet het elke dag: “Zelfs het uitzicht op bomen doet al wat met je.”

Waarom natuur werkt

Bij Vitaal Vechtdal vertelt Brookman wat de meerwaarde van natuur is: het ontspant, zet aan tot beweging en brengt mensen met elkaar in contact. “We weten het eigenlijk wel, maar tussen weten en doen zit vaak een wereld.” Een lunchwandeling of overleg in het groen verlaagt stress, verbetert de concentratie en geeft nieuwe energie. Dat is ook goed nieuws voor wandelvriendelijkheid op en rond het bedrijfsterrein: hoe wandelvriendelijker de omgeving, hoe vaker medewerkers een rondje pakken. En het sociale effect is merkbaar. “Een wandeling maakt een gesprek losser en menselijker dan aan een bureau.”

Goed voor mensen, goed voor je bedrijf

En natuur is niet alleen goed voor de individuele medewerker. Dit interview legt glashelder uit dat natuur vitaliteit en werkplezier vergroten. Twee broodnodige voorwaarden voor duurzame inzetbaarheid. Werknemers die regelmatig buiten bewegen, zijn productiever, creatiever en minder vaak ziek. Groen rondom de werkplek verlaagt stressniveaus en vergroot het concentratievermogen, wat direct terug te zien is in de kwaliteit van het werk. Ook het sociale klimaat profiteert: buiten wandelen of overleggen versterkt teamgevoel en stimuleert samenwerking over afdelingen heen. Bovendien draagt een aantrekkelijke, groene werkomgeving bij aan het imago als een organisatie die oog heeft voor gezondheid en welzijn; een belangrijke troef bij het werven én behouden van nieuwe collega’s.

Natuur is dus niet alleen een gezondheidsinvestering, maar ook een strategische keuze. Het is een laagdrempelige manier om actieve mobiliteit en gezondheid in de werkcultuur te verankeren. “Een picknicktafel buiten, een korte wandelroute of ruimte voor overleg buiten doet al veel,” zegt Tjisse. Bedrijven die dit omarmen, merken het verschil in energie, betrokkenheid en trots.

Maak impact met kleine stappen

Dit soort voorbeelden laten in onze ogen zien hoe wandelen en groen hand in hand gaan. En hoe de principes uit het Nationaal Masterplan Lopen ook op de werkvloer tot leven (kunnen) komen. Kleine stappen maken impact. Organiseer wandelmeetings of een functioneringsgesprek tijdens een rondje buiten. Zorg voor een wifi-punt en fijne zitplek in de schaduw, zodat korte taken naar buiten kunnen. Stimuleer lunchwandelingen, “gewoon in de baas z’n tijd.” Vergroen het bedrijventerrein of het uitzicht vanuit de kantine. En plan teamactiviteiten in de natuur, bijvoorbeeld tijdens Outdoor Office Day. Tjisse: “Begin gewoon. Zet een tafel buiten, plan een koffiemoment in het groen. Vaak is er ruimte rondom het kantoorgebouw.”

Nature-studie wijst uit: Jouw wijk maakt je fitter!

Je omgeving stimuleert lopen - kind in herfstbladeren.

Een grote internationale studie bevestigt wat Ruimte voor Lopen al jaren zegt: de gebouwde omgeving stuurt ons beweeggedrag. Onderzoekers volgden miljoenen smartphonegebruikers en gebruikten verhuizingen als een natuurlijk experiment. Wie naar een meer loopvriendelijke stad verhuist, loopt aantoonbaar meer en actiever.

Dat vertaalt zich in extra wandelminuten, meer matig-intensieve activiteit en grotere kans om aan beweegrichtlijnen te voldoen. Kortweg: investeren in voetgangersvriendelijkheid betaalt zich terug in gezondheid en vitaliteit.

Verhuizen als natuurlijke test

De onderzoekers gebruiken verhuizingen tussen steden om een zuiver voor–na-beeld te krijgen: wie verhuist, verandert zijn omgeving, en daarmee veranderde ook het loopgedrag: een sterke aanwijzing dat de omgeving het verschil maakt. Gemiddeld doen mensen die naar een loopvriendelijkere stad verhuizen zo’n 1.100 stappen per dag meer. Ongeveer 11 extra wandelminuten, zonder dat ze daar expliciet op inzetten. Dit is precies het soort passieve gezondheidswinst dat stedelijk ontwerp zoekt.

Brisk walking is de motor

De stijging komt vooral door brisk walking: de matig-intensieve beweging die artsen aanraden om chronische ziekten te voorkomen. Wie verhuist naar een loopvriendelijke buurt, krijgt er ongemerkt bijna een uur extra gezonde beweging per week bij.

Het effect werkt beide kanten op: wie van een zeer loopvriendelijke stad wegtrekt verliest ongeveer evenveel stappen als anderen winnen wanneer ze naar zulke steden verhuizen. Dat versterkt de conclusie dat “de omgeving, niet alleen persoonlijke voorkeuren, de belangrijkste motor is van beweging”.

Impact op voldoen aan beweegrichtlijnen

Verhuizen naar een loopvriendelijke stad verdubbelt bijna je kans om de beweegrichtlijn van 150 minuten per week te halen: van 21,5% naar 42,5%. Daarmee wordt stedelijk ontwerp een directe gezondheidsfactor. Voor gemeenten is de boodschap glashelder: goede stoepen, veilige oversteekplekken, aantrekkelijke routes en een slimme mix van functies werken. Ze zijn betaalbaar én leveren tastbare winst op: meer beweging, meer ontmoeting, levendigere straten. Of zoals de onderzoekers het treffend samenvatten: “Your city can make you healthier” – jouw stad kan je gezonder maken.

Ruimte voor Lopen: van bewijs naar actie

Wij gebruiken deze studie als stevig bewijs voor het Nationaal Masterplan Lopen en onze Toolbox Loopbeleid. Maak van je straat een gezondheidsinterventie: kleine ingrepen in de openbare ruimte kunnen grote effecten hebben op het dagelijkse bewegen en daarmee op de gezondheid van bewoners.

Terugblik Nationaal Voetgangerscongres 2025

Nationaal Voetgangerscongres 2025

“Kiezen voor lopen was nog nooit zo makkelijk.” Dat is de algemene indruk die het Nationaal Voetgangerscongres op 1 oktober 2025 achterliet. De congresopzet, sterke inhoudelijke sessies en praktische walkshops bezorgden maar liefst 150 loop-professionals een dag vol inspiratie en ontmoeting. Bezoekers gaven het congres gemiddeld een 8 en 9 van de 10 raadt deelname aan in hun netwerk.

Een ijzersterke openingskeynote vroeg  ons anders te waarderen: niet langer sturen op doorstroming en efficiency, maar op maatschappelijke waarde per vierkante meter. Met projecten als de Catharijnesingel en het Leidse Singelpark als bewijs dat loopvriendelijke inrichting meer waarde oplevert.

Veel afwisseling

De congresopzet bood daarna afwisselend plenaire sessies en kleinschalige workshops. Zo konden deelnemers kiezen tussen luisteren, doen, netwerken… en natuurlijk lopen! Zo gaven walkshops directe ervaring met toegankelijkheidsknelpunten en lieten ze zien hoe kleine veranderingen een groot verschil maken voor kwetsbare groepen. Presentaties en tools brachten in beeld waar aantrekkelijke ommetjes en plekken met groen en blauw zijn te maken, tot op woonadresniveau.

De dag toonde zowel beleidskeuzes als praktische interventies die snel opschaalbaar zijn als alle neuzen dezelfde kant opstaan. De enquêteresultaten en presentaties geven richting voor vervolgacties en lokale implementatie. Deze overzichtelijke opbouw van inspiratie naar instrumenten zette bij veel deelnemers concrete vervolgplannen in gang!

Cultuur en communicatie

De middag draaide ook om cultuur en communicatie: in brainstorms klonk de stelling “Lopen is niet sexy” en die stelling leidde tot een zoektocht naar rolmodellen, onderwijsinterventies en health framing. De vraag “Ov-gekkies en fietsgekkies zijn er wel, waarom zijn er geen loopgekkies” werd hardop gesteld en illustreert dat het verhaal rond lopen bij veel doelgroepen nog ontbreekt. Panels met bestuurders brachten realisme en politieke keuzes op tafel en benadrukten dat woonwensen en mobiliteitskeuzes elkaar soms uitsluiten. Tyas Bijlholt verwoordde de praktische consequentie helder: “Als je twee auto’s wil hebben, dan kan je niet in een autoluwe wijk wonen”, waarmee beleidsafwegingen concreet werden. Andere bestuurders pleitten voor betere framing en meer rijksmiddelen om infrastructurele barrières weg te nemen en investeringen in voetgangersbruggen en verbindingen mogelijk te maken. De slotdiscussie maakte duidelijk dat verandering vraagt om zowel technische maatregelen als heldere politieke keuzes en communicatie.

Volgend jaar in Eindhoven!

PREcongres zet de toon: Amersfoort podium voor voetgangersvriendelijke stad

PREcongres - banner Nationaal Voetgangerscongres

Op dinsdag 30 september vindt het allereerste Nationaal PREcongres van het Nationaal Voetgangerscongres plaats in Amersfoort. Een middag en avond vol inspiratie, beweging en ontmoeting, georganiseerd in samenwerking met Het Groene Spoor en partners Gemeente Amersfoort, Arcadis, Wandelnet en Alles is Gezondheid. Het precongres vormt een inhoudelijke en informele opmaat naar het Nationaal Voetgangerscongres op 1 oktober.

Lopen als leidraad voor stedelijke kwaliteit

Het PREcongres draait niet om presentaties in zaaltjes, maar om inzichten op straat. Deelnemers kunnen kiezen uit drie excursies die elk een ander aspect van voetgangersvriendelijke steden belichten. Zo voert de route “De Groene Draad en Autoluwe binnenstad” langs plekken waar Amersfoort ruimte maakt voor rust, groen en langzaam verkeer. Onder begeleiding van Frank Hart (Wandelnet) en Gijs van Valkenhoef (Het Groene Spoor) ontdekken deelnemers hoe de stad inzet op leefbaarheid en loopcomfort. Andere routes brengen je langs Europan-locaties en stedelijke levensaders, of door De Nieuwe Stad met het concept ‘weeting’.

Samen leren van de praktijk

De excursies zijn samengesteld door lokale experts en organisaties die zich inzetten voor gezonde, toegankelijke steden. Zij bundelen hun krachten om deelnemers te laten ervaren wat het betekent als lopen écht centraal staat in gebiedsontwikkeling. De stad wordt zo niet alleen decor, maar leeromgeving. Door letterlijk in beweging te komen, ontstaat ruimte voor reflectie, uitwisseling en nieuwe inzichten. Het precongres laat zien dat voetgangersbeleid niet alleen een mobiliteitsvraagstuk is, maar ook raakt aan gezondheid, sociale veiligheid en ruimtelijke kwaliteit.

Ontmoeten, proeven en verdiepen

Na de excursies verplaatst het programma zich naar Het Lokaal, een plek die duurzaamheid en lokaal ondernemerschap ademt. Hier kunnen deelnemers napraten tijdens een informele borrel, gevolgd door een diner met streekproducten. Het avondprogramma wordt nog verder ingevuld, maar zal in elk geval alle ruimte bieden voor verdieping, inspiratie en ontmoeting. Daarmee is het PREcongres niet alleen inhoudelijk sterk, maar ook sociaal verbindend. Het is een kans om vakgenoten te spreken, ideeën te toetsen en samen te bouwen aan een toekomst waarin lopen loont.

Ruimtemaker Nijmegen verandert parkeerplaats in plek om te lopen en ontmoeten

ruimtemaker Nijmegen - lege parkeerplaats

Van blik naar buurt

Parkeerplaatsen waren jarenlang een vast onderdeel van stedelijk ontwerp. Hoe meer auto’s er konden staan, hoe beter, zo leek de gedachte. Maar die tijd verandert. Steeds vaker klinkt de vraag: moeten we de auto nog wel zo’n prominente plek geven in de stad? En wat gebeurt er als we parkeerplekken juist inzetten voor meer leefbaarheid en ontmoeting? Het project ruimtemaker Nijmegen geeft daarop een concreet antwoord.

Straat op maat: de ruimtemaker Nijmegen

In Nijmegen startte de gemeente het project Straat op Maat. Tien woonstraten kregen de kans om parkeerplaatsen tijdelijk een andere invulling te geven. Daarvoor zijn houten modules ontwikkeld, de zogenoemde ruimtemakers. Deze flexibel inzetbare objecten kunnen dienen als fietsenstalling, zitplek of ontmoetingsruimte. Een origineel ontwerp.

“Met verschillende initiatieven werkt de gemeente samen met bewoners aan het vergroten van de leefbaarheid in Nijmeegse straten. De ruimtemakers zijn een proef om te onderzoeken hoe openbare ruimte flexibel en op maat voor de buurt kan worden ingezet,” aldus de gemeente Nijmegen. De term ruimtemaker Nijmegen is daarmee uitgegroeid tot symbool voor een nieuwe manier van omgaan met schaarse stedelijke ruimte.

Samen verantwoordelijkheid nemen

Een ruimtemaker in Nijmegen komt er niet zomaar. Wie er eentje aanvraagt, moet zelf het gesprek aangaan met de buren en samen afspraken maken over onderhoud. Daarmee wordt de parkeerplek niet alleen fysiek veranderd, maar ook sociaal versterkt. Op 11 juni zijn de eerste ruimtemakers geplaatst. Sindsdien wordt er volop geëxperimenteerd: in sommige straten staan extra fietsenstallingen, in andere juist bankjes waar buren elkaar ontmoeten. Ingrepen die mensen aanzetten tot meer wandelen.

Een beweging die breder trekt

De ruimtemaker Nijmegen is niet uniek: Rotterdam experimenteerde eerder met soortgelijke oplossingen. Ook andere steden tonen interesse. Zo heeft Ede inmiddels een ruimtemaker aangeschaft, mede dankzij de betrokkenheid van ‘fietsprofessor’ Marco te Brömmelstroet, die er zelf woont.

Internationaal zien we vergelijkbare initiatieven. In Texas werd een complete parkeerplaats tijdelijk omgevormd tot park en ontmoetingsplek. Dat onderstreept dat de behoefte aan wandelvriendelijke en leefbare straten wereldwijd groeit.

Van parkeren naar leefbaarheid

De discussie over parkeerplaatsen gaat al lang niet meer alleen over mobiliteit. Het gaat over leefbaarheid, gezondheid en sociale cohesie. De ruimtemaker Nijmegen laat zien dat een enkele parkeerplek kan uitgroeien tot een waardevolle ontmoetingsplek. Daarmee draagt het bij aan een wandelvriendelijke stad: een stad waarin bewoners lopend toegang hebben tot alles wat ze dagelijks nodig hebben.

Minder blik op straat betekent meer ruimte om te lopen, te spelen en elkaar te ontmoeten. Zo wordt de stad aantrekkelijker, gezonder en veiliger.


Bronnen

Lopen naar sport en park? Dat doen we al veel vaker dan je denkt

lopen naar sport

Lopen naar sportlocaties en andere beweeglocaties is al heel erg gebruikelijk. Dat laat onderzoek van Mulier Instituut zien. De cijfers zeggen dat 56% van de mensen loopt naar hun sportschool. Hun motivatie? Niet altijd sportiviteit, maar vooral gemak: wie dichterbij woont, loopt vaker. Daar liggen kansen voor een wandelvriendelijke stad met alle voorzieningen op loopafstand!

Wel een beetje het clichébeeld: rijen auto’s voor een sportschool. Maar wie denkt dat Nederlanders alleen met de auto naar sport gaan, komt bedrogen uit. Volgens deze nieuwe cijfers loopt dus meer dan de helft van de respondenten wel eens naar een sport- of beweegbestemming. Ze wandelen met name naar parken en sportvoorzieningen in de openbare ruimte. Zoals die pleintjes met fitnesstoestellen. Sportvelden en fitnesscholen zijn populairder onder fietsers. Daarmee zijn lopen en fietsen de dominante vormen van actieve mobiliteit richting sport en bewegen. Met name onder jongeren en de wat oudere mensen.

Woon je dichtbij? Dan loop je sneller

Een opvallend inzicht: hoe dichter mensen bij een sportlocatie wonen, hoe vaker ze ervoor kiezen om te lopen of fietsen. Bij een afstand van minder dan 3 kilometer is actieve mobiliteit het populairst. Dit sluit naadloos aan bij het idee van een beloopbare stad, waarin alle voorzieningen op loopafstand liggen. Voor de meeste mensen is dat binnen een straal van 1.5 kilometer. Met andere woorden: als we willen dat mensen meer lopen, moeten we zorgen dat sport, spel en bewegen letterlijk dichterbij komen. De inrichting van onze wijken is zeker medebepalend voor het succes van loopbeleid.

Eén ding staat in ieder geval als een paal boven water: goed loopbeleid is onmisbaar, op weg naar een gezonde wijk. Een gezonde stad. Een gezond Nederland. Juist die laatste meters maken het verschil. Van huis naar sportvereniging, van werk naar de sportschool. Denk aan veilige oversteekplaatsen, aantrekkelijke trottoirs en voldoende rustplekken. Het Mulier Instituut pleit er dan ook voor dat gemeenten actiever loopbeleid gaan voeren. Niet als sluitpost, maar als volwaardige pijler van mobiliteit en gezondheid.

Wandelvriendelijk betekent ook sociaal en inclusief

Lopen naar sport en spel heeft niet alleen impact op gezondheid, maar ook op sociale verbinding. Wandelen naar de speeltuin of het buurtplein betekent vaak: anderen ontmoeten, even bijpraten, erbij horen. Zeker voor jongeren en ouderen is dit sociale aspect belangrijk. Investeren in wandelvriendelijke routes betekent dus ook investeren in inclusie en leefbaarheid, een belangrijk uitgangspunt in het Nationaal Masterplan Lopen.

Wat kunnen gemeenten hiermee?

Voor beleidsmakers ligt hier een kans om meerdere doelen tegelijk te raken. Maak het makkelijker om te lopen naar sport en bewegen: bouw sportvoorzieningen in of nabij woonwijken, zorg voor veilige wandelroutes, en betrek bewoners bij het ontwerp van de publieke ruimte. Kleine ingrepen, zoals een zebrapad of een watertappunt, kunnen grote effecten hebben. En vergeet het wandelverkeer niet in mobiliteits- en sportbeleid: het is vaak de meest laagdrempelige en inclusieve vorm van verplaatsing.

Lopen als vanzelfsprekende keuze

Het Nationaal Masterplan Lopen zet zich in om lopen een vanzelfsprekende plek te geven in ruimtelijke ontwikkeling, mobiliteitsbeleid en gezondheidspreventie. Onderzoek zoals dat van het Mulier Instituut onderstreept waarom dat nodig is. Wie de cijfers ziet, begrijpt: we lopen al veel, maar de omgeving moet het makkelijker én aantrekkelijker maken om dat te blijven doen. Want een gezonde samenleving begint met een stap in de goede richting.

Kleine ingrepen, grote impact; Provincie Groningen stimuleert ruimte voor lopen met nieuwe subsidie

provincie Groningen investeert in loopbeleid. Sfeerbeeld Groningen

Vanaf april 2025 is de provincie Groningen een subsidieprogramma gestart waarmee gemeenten tot € 20.000 per gemeente kunnen aanvragen voor kleine, snel uitvoerbare maatregelen die voetgangersvriendelijkheid stimuleren. Deze regeling, onderdeel van de Loopagenda 2024–2027 ‘Samen stappen zetten’, biedt ruimte voor eenvoudige verbeteringen: bijvoorbeeld een nieuw voetpad in plaats van een olifantenpaadje, een veilige oversteek of het toegankelijk maken van trottoirs.

Laura Hagedoorn, beleidsmedewerker Provincie Groningen, legt uit: “Gemeenten zeiden vaak: weinig tijd, weinig geld. €20.000 is geen mega-investering, maar het geeft wel dat duwtje in de rug”. Met deze impuls hoopt de provincie vliegende starts mogelijk te maken voor voetgangersverbeteringen, ook buiten de stad.

Een breed scala aan initiatieven

De regeling ondersteunt een breed scala aan initiatieven: van het inkorten van looproutes, verbeteren van verbindingen met OV, tot het verwijderen van obstakels waar ouderen of mensen met mobiliteitsbeperkingen hinder van ondervinden. Daarbij is er ook aandacht voor recreatieve routes en kwetsbaarere groepen: boerenlandpaden, dorpsommetjes en veilige oversteekplaatsen horen binnen die scope.

De subsidie is bedoeld voor gemeenten én terreineigenaren zoals waterschappen en/of Staatsbosbeheer. En er is extra ondersteuning: eind juni wordt een ontwerpcursus georganiseerd voor ambtenaren, waarin ze leren hoe ze loopbeleid praktisch en haalbaar vormgeven.

Groningen zet wandelprovincie op de kaart

Met het miljoenenbudget voor veilige voetgangersinfrastructuur komt Groningen voorop: het is namelijk de eerste provincie in Nederland met een specifiek beleid voor lopen. De provincie investeert maar liefst €1 miljoen voor de uitvoering van de Loopagenda, gericht op tastbare verbeteringen buiten en verankering van lopen in al het beleid. Gedeputeerde Mobiliteit Johan Hamster benadrukt: “Lopen is de meest gezonde, duurzame, goedkope en toegankelijke vorm van verplaatsen. Daarom zetten we daar nu nadrukkelijk op in” 

Samenwerking als sleutel

Groningen pakt dit niet alleen op. Provinciale afstemming met gemeenten, Wandelnetwerk, Routebureau Groningen en terreinbeheerders is essentieel voor samenhang. De provincie werkt zelfs aan een “menukaart” met opties en voorbeelden, om ook andere provincies te ondersteunen bij het opzetten van eigen loopbeleid. Onderdeel hiervan is Actiepunt 5 uit het Nationaal Masterplan Lopen: een provinciaal overleg Lopen, waarin landen kennis delen, doelen afstemmen en gezamenlijke acties initiëren.

Wat betekent dit voor jou?

Voor gemeenten, provincies of terreinbeheerders is dit dé kans om loopbeleid concreet te maken:

  1. Breng tekortkomingen in kaart – zoals ontbrekende voetpaden of gevaarlijke oversteken.
  2. Dien een projectindiening in vóór april 2027, met maximaal €20.000.
  3. Doe mee aan de ontwerpcursus en pas kennis toe.
  4. Toon effect – verbeterde veiligheid, bereikbaarheid, gezondheid of leefkwaliteit in bewonersbeleving.

Zelfs kleine ingrepen zoals een vlondertje bij een slootstrook of begaanbare wegobstakels maken het verschil.

Samen bouwen aan voetgangersvriendelijkheid

De subsidieregeling Snelle Stappen laat zien hoe provinciaal landelijk beleid en lokale praktijk samenkomen. De focus op lopers – voetgangers die nóg gezonder, duurzamer én mobieler worden – sluit rechtstreeks aan op de ambitie van het Nationaal Masterplan Lopen: loopvriendelijke omgevingen, van stad tot dorp. Groningen loopt voorop door financiën, kennis en initiatief te bundelen. Daarmee zet de provincie een belangrijk precedent: loopbeleid is niet alleen stadszaak, maar provinciale en zelfs landelijke verantwoordelijkheid.

Amsterdam test fietssnelheidsremmers in stadsparken

Amsterdam plaatste een aantal van deze schermen 'ik fiets rustig omdat' om de snelheid van fietsers omlaag te brengen.

Gemeente Amsterdam werkt hard aan het verbeteren van de loopvriendelijkheid van haar parken. Drie weken lang testte ze een opvallende maatregel: schermen met de tekst “Ik fiets rustig omdat…” moesten fietsers aanzetten tot langzamer rijden. Geen handhaving of snelheidsboetes, maar positieve gedragsbeïnvloeding met beelden van spelende kinderen, hardlopers en picknickende mensen. De proef vond plaats van 14 mei tot en met 11 juni 2025, tijdens de drukste uren van de dag.

Veiligheid voorop

Voor voetgangers betekent deze aanpak veel goeds. De schermen maakten fietsers bewust van hun snelheid op plekken waar veel mensen wandelen, rennen en spelen. Dat draagt bij aan:

  • Minder snelheidsverschillen tussen weggebruikers, waardoor het risico op botsingen afneemt.
  • Meer rust voor iedereen die zich te voet verplaatst.
  • Een veiliger gevoel bij het oversteken van de paden.
  • Meer ruimte voor kinderen om veilig te spelen.
  • Grotere aantrekkelijkheid van parken als verblijfsplek voor alle leeftijden, waardoor nog meer mensen de benenwagen nemen.

Samen ruimte maken

Deze proef past naadloos in de visie van het Nationaal Masterplan Lopen. Daarin staat het idee centraal dat lopen een vanzelfsprekende, gezonde en duurzame vorm van mobiliteit is. Maar dat kan alleen als de ruimte er ook naar is ingericht. De fietsschermen zijn een voorbeeld van hoe we in gedeelde ruimtes, zoals stadsparken, meer balans kunnen aanbrengen tussen lopen en fietsen.

En nu?

De proef is inmiddels afgerond. De resultaten volgen later dit jaar. Waarschijnlijk geven die veel beter inzicht in snelheidsverandering én in hoe veilig wandelaars zich voelen. Als het werkt, kunnen andere steden dit voorbeeld volgen. Ook dat sluit aan bij de ambities van het Nationaal Masterplan Lopen: succesvolle voorbeelden zichtbaar maken en andere gemeenten inspireren.

Een stap richting de 15-minuten-stad

Door drukbezochte parken veiliger en rustiger te maken, worden ze meer dan een doorfietsroute: ze worden écht onderdeel van de leefomgeving. Denk aan joggen in je lunchpauze, even wandelen met de kinderen, of elkaar ontmoeten op een bankje. Dat maakt deze maatregel ook een kleine, maar betekenisvolle stap richting de 15-minuten-stad. We zijn benieuwd naar hoe het vervolg eruitziet. Eén ding is zeker: elke stap richting een wandelvriendelijke stad begint met aandacht voor de voetganger.

>