Een rechtvaardige straat voor iederéén: waar beginnen we?

Vorige week stonden we stil bij de Week van de Rechtvaardige Straat, een uitgelezen kans om een belangrijke vraag te onderzoeken: hoe creëren we een straat die eerlijk/rechtvaardig is voor iedereen die deze gebruikt? Het ontwerp van onze straten is namelijk allesbehalve neutraal. Elke beslissing – van de breedte van de stoep tot de indeling van parkeerplaatsen – beïnvloedt wie zich welkom voelt in onze openbare ruimte.

Partner Goudappel belichtte deze kwestie op inspirerende wijze in het artikel “Een rechtvaardige straat: hoe doe je dat?” geschreven door Suzanne Lansbergen. Zij laat zien hoe politieke filosofie ons kan helpen om bewuste keuzes te maken. Drie belangrijke denkrichtingen worden in het artikel besproken: utilitarisme, egalitarisme en sufficiëntarisme.

drie denkkaders die de toekomst van straatontwerp bepalen

  • Utilitarisme: De meeste mensen, het grootste nut. Een busbaan die duizenden reizigers sneller naar hun bestemming brengt, kan belangrijker zijn dan het ongemak voor een paar automobilisten.
  • Egalitarisme: Gelijkheid voorop. Dit betekent extra aandacht voor kwetsbare verkeersdeelnemers, zoals voetgangers, kinderen en mensen met een beperking.
  • Sufficiëntarisme: Een minimum voor iedereen. Dit vertaalt zich naar minimale normen voor ruimte, veiligheid en bereikbaarheid voor álle gebruikers van de straat.

Deventer als inspirerend voorbeeld van rechtvaardigheid

In Deventer hebben ontwerpers deze drie principes toegepast op hetzelfde kruispunt, wat leidde tot drie totaal verschillende ontwerpen, elk met een unieke kijk op rechtvaardigheid:

  • Utilitaristisch: Meer ruimte voor actieve mobiliteit richting het centrum.
  • Egalitaristisch: Veilige oversteekplaatsen en lagere snelheden.
  • Sufficiëntaristisch: Minimale maatvoering volgens STOMP (Stappen, Trappen, Openbaar vervoer).

Deze aanpak laat zien dat er niet één juiste keuze is. Door openhartig te praten over wat rechtvaardigheid betekent, creëren we meer begrip en ruimte voor alternatieve oplossingen. Rechtvaardigheid in het straatontwerp is essentieel om een inclusieve en toegankelijke openbare ruimte te waarborgen. Door de verschillende denkrichtingen te overwegen, kunnen we ontwerpen ontwikkelen die rekening houden met de behoeften van alle gebruikers. Het gaat erom dat niemand wordt uitgesloten en dat iedereen zich veilig en welkom voelt in de straat. Door deze fundamentele vragen te stellen en gesprekken te voeren over rechtvaardigheid, kunnen we samen werken aan een toekomst waarin onze straten eerlijk en leefbaar zijn voor iedereen.

Terugblik op bijeenkomst Lopen naar ov-halte

CROW hield op donderdag 27 maart in Utrecht een bijeenkomst over lopen naar ov-haltes. Hierbij waren zowel werknemers van vervoerders als ambtenaren van gemeenten, provincies en vervoerregio’s aanwezig om kennis en ervaringen te delen. We kijken terug op drie interessante presentaties en een levendige discussie.

Emile Oostenbrink van CROW haalde in zijn presentatie het werk van Helge Hillnhütter aan over het belang van een aantrekkelijke looproute naar de ov-halte. Daarnaast besprak hij de ontwerpeisen uit de Ontwerpwijzer voetgangers. In de discussie hierover kwam ook het design for all-principe ter sprake. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk om voldoende bankjes te plaatsen in het kader van de ontwerpeis ‘begaanbaarheid’. De gemeente Amsterdam heeft onlangs de beleidsregel ingesteld dat de inrichting van de openbare ruimte prettig moet zijn voor jonge vrouwen. Hierachter gaat dezelfde gedachte van design for all schuil, maar dan specifiek gericht op sociale veiligheid.

Zebrapad over HOV-baan

De presentatie van Mark Degenkamp (Vervoerregio Amsterdam) richtte zich op de regionale aanpak van de vervoerregio voor lopen. Onderdeel daarvan zijn data-analyse om zwakke plekken in kaart te brengen en gedragsinterventies. In de discussie ging het onder andere over het feit dat een zebrapad over een busbaan steeds meer als een plus wordt beschouwd. Dat geeft aan dat professionals steeds vaker kijken naar de hele mobiliteitsketen, in plaats van naar één schakel. Een ander discussiepunt was het kruisen van netwerken. Wat gebeurt er als een hoofdlooproute of doorfietsroute kruist met een HOV-lijn? Dat kan immers leiden tot lang doorwerkende vertragingen in het ov.

100 opstapplaatsen in plaats van 35 haltes

Tot slot informeerde Peter Heuven van de gemeente Schouwen-Duivenland de deelnemers over de investeringen in de combinatie ov en loopvriendelijke infrastructuur op het Zeeuwse eiland. Hierbij kijkt de gemeente niet naar aparte haltes maar naar de hele ov-keten. Peter vertelde onder andere over de omslag naar vraaggestuurd openbaar vervoer, als onderdeel van het Wmo-vervoer, wat de mogelijkheid biedt om opstapplaatsen te creëren op locaties die logisch zijn voor de gebruikers. Voor de reizigers is het grote voordeel dat er nu meer dan 100 opstappunten zijn in plaats van 35 haltes. Ook kwam het transferium in Renesse aan de orde met de aantrekkelijke looproute die de voetgangers als vanzelf naar de dorpskern leidt.

Lopen in het kader van toegankelijkheid

Uit de discussie kwam onder meer naar voren dat gemeenten looproutes naar ov-haltes vooral bezien vanuit het thema toegankelijkheid. Eindhoven heeft inmiddels een masterplan tot 2050 met daarin een voetgangersnetwerk en een HOV-netwerk die elkaar kruisen op bepaalde plekken. Er is budget vrijgemaakt en een ambtenaar is begonnen met de uitvoering van het beleid. Ook de gemeente Groningen heeft een visie op lopen ontwikkeld die zich met name richt op woonwijken. De route naar de ov-halte is een van de vervolgstappen. De uitdaging is nog waar te beginnen.

Verkenning baten loopvriendelijke gebiedsontwikkeling verschenen

CROW heeft een publicatie uitgegeven met relevante kennis en inspiratie over de baten van investeren in een loopvriendelijke openbare ruimte bij gebiedsontwikkeling. Hierbij ligt de nadruk op woningbouw.

Uit een eerdere verkenning naar de baten van investeren in een loopvriendelijke openbare ruimte kwam naar voren dat het waardevol zou zijn om partijen die betrokken zijn bij gebiedsontwikkeling inzicht te geven in de baten van investeren in een loopvriendelijke omgeving.

Dit betreft zowel baten voor henzelf als voor de maatschappij. CROW heeft Decisio en Molster Stedenbouw een verkenning laten uitvoeren naar die baten. Ook om inzicht te krijgen in wat er nodig is om gebiedsontwikkelaars te stimuleren de omgeving loopvriendelijk in te richten.

Bewustzijn creëren

Deze publicatie biedt een overzicht van de beschikbare kennis en onderbouwing over de baten van investeren in loopvriendelijke omgevingen voor partijen die betrokken zijn bij gebiedsontwikkeling.

Daarmee hopen we ook meer bewustzijn te creëren van de voordelen van investeren in loopvriendelijke omgevingen. De publicatie biedt ook een aanzet voor een set richtlijnen voor loopvriendelijke gebiedsontwikkeling en een aantal inspirerende voorbeelden. Het gaat daarbij om

  • bouwen in hoge dichtheid om de nabijheid van functies te bevorderen
  • een fijnmazig netwerk van looproutes dat aansluit op de omgeving en voorziet in korte, directe routes naar bestemmingen en mogelijkheden voor ommetjes en langere wandelingen
  • een goed aanbod van publiek vervoer, zodat mensen voor grotere afstanden niet afhankelijk zijn van de (eigen) auto
  • een goede kwaliteit van de looproutes zelf, wat betreft directheid, begaanbaarheid, leesbaarheid, veiligheid en aantrekkelijkheid (de kwaliteitseisen uit de Ontwerpwijzer voetgangers).

Tot slot noemen we een aantal gewenste vervolgstappen om gebiedsontwikkelaars te stimuleren te investeren in loopvriendelijke gebiedsontwikkelingen.

Download de publicatie.

Doe mee aan enquête over toegankelijkheid in gemeenten

Hoe gaan gemeentelijke professionals om met de toegankelijkheid van de openbare ruimte? Betrekken zij ervaringsdeskundigen bij hun plannen? Hebben zij eisen vastgelegd in de gemeentelijke organisatie? CROW wil graag meer inzicht krijgen in de keuzes die gemeenten maken op dat vlak.

In het kader van haar afstudeerstage bij CROW heeft Lonneke Jaspers, vierdejaarsstudent International Spatial Development aan de BUas in Breda, een enquête opgesteld over de fysieke toegankelijkheid in gemeenten. De resultaten gebruikt CROW om de producten en activiteiten nog beter aan te laten sluiten bij wat gemeenten nodig hebben.

De vragenlijst is bedoeld voor gemeentelijke professionals die zowel actief zijn op beleidsniveau als op uitvoerings- en/of beheerniveau. Het invullen van de enquête duurt zo’n 10 tot 15 minuten (afhankelijk van de functie) en kan nog tot 14 april. Doe je mee? Daar doe je Lonneke en CROW een groot plezier mee.

Dit is de link naar de enquête.

Alvast bedankt voor het invullen en/of doorsturen! 

Vragen?

Neem contact op met Lonneke via lonneke.jaspers@crow.nl

Succesvolle NML-bijeenkomst van 20 maart

Nationaal Masterplan Lopen meeting

Van galmende gangen tot stevige stappen. Het Nationaal Masterplan Lopen heeft een vliegende start gemaakt. Dat werd meer dan duidelijk tijdens de allereerste gezamenlijke NML-sessie op donderdag 20 maart. In het sfeervolle Academiegebouw van de Universiteit Utrecht kwamen meer dan zestig partners samen – een bijeenkomst die net zo veel energie gaf als een frisse wandeling.

Nieuwe gezichten, nieuwe energie

De opkomst bestond uit een krachtige mix van bekende partners en enthousiaste nieuwkomers. Sinds de officiële lancering van het NML in oktober 2024 hebben zich maar liefst twaalf nieuwe partijen aangesloten. Daaronder de gemeenten Dordrecht, Harderwijk, Leiden en Leusden én organisaties zoals Arup, Decisio, Mobycon, OKRA, SmartwayZ, Ruimte voor Bewegen, Stichting Blue Zones en ZorgSaamWonen.

Nieuwe verbindingen ontstonden spontaan, ideeën werden direct uitgewisseld. Het netwerk groeit – en daarmee ook onze slagkracht.

Van kennis naar actie

De bijeenkomst trapte af met een update over de stand van zaken. De eerste City Deal Ruimte voor Lopen is afgerond, na vier jaar intensief samenwerken. Er is enorm veel kennis gedeeld en vernieuwd. De resultaten zijn gebundeld in een uitgebreide eindrapportage. Maar stilzitten? Geen denken aan. Er komt een vervolg: de CityDeal wordt met twee jaar verlengd. Meedoen kan nog tot eind maart.

‘NML in actie!’: stappen zetten met elkaar

Tijdens het interactieve programmaonderdeel ‘NML in actie!’ kwam het Masterplan écht tot leven. In een flitsintroductie werden de al gestarte acties gepresenteerd. Daarna volgde een ‘gallery walk’ – langs flipovers vol plannen en ideeën, waar deelnemers suggesties en input achterlieten voor de coördinatoren.

Samen verder bouwen

Het programma bracht deelnemers letterlijk in beweging. In kleine groepen gingen ze, al wandelend, aan de slag met concrete uitkomsten:

  • Een menukaart voor lokale verkiezingsprogramma’s
  • Een overzicht van rollen binnen overheden
  • Vernieuwende ideeën om lopen een plek te geven in gebiedsontwikkeling

Ook praktijkvoorbeelden passeerden de revue, zoals de looptijdenkaart in Rotterdam en de rol van NS bij het voetgangersvriendelijk maken van stationsomgevingen.

Op weg naar 2030

De eerste gezamenlijke sessie van het Nationaal Masterplan Lopen was meer dan een inspirerende middag. Het was een signaal. Het plan is geland. Partners zijn aan boord. De acties zijn gestart. De energie is voelbaar. Lopen krijgt letterlijk en figuurlijk de ruimte.

Het NML is in beweging – en blijft dat.

Voetgangersbeleid Westland aangenomen: meer ruimte voor de voetganger

Voetgangersbeleid Westland - voetgangers in gebied

De gemeenteraad van Westland heeft het eerste voetgangersbeleid van de gemeente vastgesteld. Dit betekent een belangrijke stap naar een veiliger, toegankelijker en aantrekkelijker Westland voor voetgangers. Met dit beleid erkent de gemeente lopen als volwaardig vervoersmiddel en zet ze in op betere infrastructuur en een fijnere leefomgeving voor iedereen.

Amendement: extra aandacht voor toegankelijke en veilige routes

Bij de vaststelling van het voetgangersbeleid is een amendement aangenomen dat extra aandacht vraagt voor de toegankelijkheid en veiligheid van looproutes. Dit betekent concreet dat de extra middelen worden ingezet om voetpaden beter begaanbaar te maken en om ontbrekende schakels in het wandelnetwerk aan te pakken. De gemeenteraad onderstreept hiermee het belang van een inclusieve openbare ruimte waarin iedereen zich veilig en prettig kan verplaatsen.

Duidelijke ambities en concrete doelen

Het voetgangersbeleid is opgebouwd rond drie pijlers:

  • Ruim, veilig, bereikbaar en toegankelijk: Een veilig en compleet loopnetwerk waar voetgangers de ruimte krijgen.
  • Aantrekkelijk en vanzelfsprekend: Lopen moet een prettige en logische keuze zijn, door een groene en uitnodigende inrichting van de openbare ruimte.
  • Sociaal en actief: Stimuleren van wandelen als sociale en gezonde bezigheid, met aandacht voor ontmoetingsplekken en wandelroutes.

Investeringen en uitvoering

De gemeente investeert de komende jaren in het verbeteren van trottoirs, het aanleggen van ontbrekende wandelverbindingen en het vergroten van de toegankelijkheid van voorzieningen. Ook richt ze de pijlen op gedragsverandering, bijvoorbeeld door campagnes die inwoners stimuleren om vaker te lopen. In 2028 volgt een evaluatie om te meten in hoeverre de doelen zijn behaald.

Wat betekent dit voor inwoners?

Westlanders zullen de komende jaren merken dat lopen prettiger en veiliger wordt. Denk aan beter onderhouden trottoirs, veiligere oversteekplaatsen en aantrekkelijkere wandelroutes door de dorpskernen en richting natuurgebieden. De gemeente zet hiermee een stap naar een toekomst waarin lopen een vanzelfsprekende keuze is.

Met dit beleid groeit Westland niet alleen uit tot een voetgangersvriendelijke gemeente, maar draagt ze ook bij aan een gezondere, duurzamere en socialere leefomgeving voor iedereen.

Meer weten over het voetgangersbeleid van Westland? Bekijk deze Linkedin-post van Isabeau Vellekoop met daarin de pdf met het hele beleidsplan.

Voetgangers en fietsers: de stille kracht achter een sterke binnenstad. Zo zegt Verplaatsings- en Bestedingsonderzoek

Mobiliteit speelt een cruciale rol in de levendigheid en economische kracht van stadscentra. Het Verplaatsings- en Bestedingsonderzoek 2024 leert ons meer over vervoerswijze en bestedingen. Wat is de relatie ertussen? Hoofdconclusie is in ieder geval dat voetgangers en fietsers een onmisbare bijdragen leveren aan de economie van binnensteden. Maar hoe zit dat precies?

Meer bezoeken, hogere bestedingen per bezoeker

Voetgangers en fietsers hebben een korte reistijd en komen vaker naar het centrum dan autobezoekers. Uit het onderzoek komen de volgende punten naar voren:

  • Voetgangers komen gemiddeld uit de directe omgeving en hebben een reistijd van zo’n 12 minuten. Ze bezoeken het centrum het vaakst, blijven kort en besteden per bezoek minder. Toch zorgen hun vele bezoeken ervoor dat hun totale bestedingen groot zijn.
  • Fietsers reizen iets verder dan voetgangers en komen minder vaak, maar geven per bezoek meer uit. Ook zij zijn trouwe bezoeker van hun eigen stadscentrum.
  • Autobezoekers besteden per bezoek het meest, maar komen minder vaak dan voetgangers en fietsers.

Wanneer je kijkt naar de totale omzet per bezoeker, blijkt dat je voor de bestedingen van 500 voetgangers 1.000 autobezoekers nodig hebt. Dit betekent concreet dat voetgangers en fietsers samen een cruciale economische pijler vormen voor stadscentra.

De juiste balans in de openbare ruimte

De discussie over mobiliteit en binnenstadseconomie wordt volgens het Verplaatsings- en Bestedingsonderzoek vaak versimpeld tot de vraag: “Welke bezoeker levert de meeste omzet op?” Hier kan het onderzoek geen eensluidend antwoord op geven. Eén ding staat wél als paal boven water: de functie van een stadscentrum bepaalt welke vervoersmiddelen het meest relevant zijn. Bij veel middelgrote en kleinere steden neemt de regiofunctie af, er komen minder bezoekers vanuit de wijde omgeving. Ze moeten zich dus steeds meer richten op hun eigen inwoners. Deze groep komt veelal te voet of op de fiets, daarom is het economisch slim om te investeren in deze vervoersmiddelen. Grote steden halen daarentegen mensen van heinde en ver binnen, dus is het verstandig om ook goed bereikbaar te blijven met de auto.

Benieuwd naar alle conclusies? En welke handvatten dat biedt? Lees het hele Verplaatsings- en Bestedingsonderzoek van 2024.

Want brengt dit jaar voor wandelliefhebbers? 7 wandeltrends voor 2025

wandeltrends voor 2025

Januari nog maar net over de helft, en nu mogen we alvast vooruitkijken naar de wandeltrends die 2025 voor ons in petto heeft. We verwachten immers dat wandelen onverminderd populair blijft en voortdurend blijft evolueren. Dit zijn de 7 wandeltrends voor 2025:

Gezondheidsvoordeel

Met de stijging van overgewicht in Nederland leren we wandelen dit jaar nog beter kennen als laagdrempelige manier om aan onze gezondheid te werken.  

Mindful wandelen en natuurbeleving

In onze drukke levens zoeken velen naar manieren om de rust te vinden. Een perfecte oplossing is mindful wandelen, waarbij je focust op bewust ademen en het ervaren van de natuur om je heen. Denk aan initiatieven als bosbaden en stiltewandelingen.

Avontuurlijk wandelen

Er zijn steeds meer mogelijkheden voor de avonturier. Micro-avonturen dicht bij huis of uitdagende wandelreizen naar ongerepte natuurgebieden. Volop nieuwe ervaringen voor degenen die buiten de gebaande paden willen treden.

Culinaire en culturele wandeltochten

Steeds vaker combineren mensen wandelingen met culturele en culinaire ervaringen, oftewel lekker eten. Denk aan stadswandelingen langs historische monumenten, concertwandelingen en routes langs wijngaarden met proeverijen van streekproducten.

Duurzaam wandelen

Het blijft niet onopgemerkt: de groeiende aandacht voor klimaatverandering. Ook voor de wandelaar is dit bekend terrein. Steeds vaker maken zij bewuste keuzes om hun ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden. Bijvoorbeeld door milieuvriendelijke schoenen en wandelbroeken en het ondersteunen van initiatieven die erop zijn  gericht om de natuur te behouden.

Kracht van techniek

Ook op wandelgebied laat de techniek zich gelden. Innovaties zoals 3D-rugpanelen en geavanceerde  wandelschenen verbeteren het comfort. Slimme horloges bieden routebegeleiding en houden je gezondheid volautomatisch in de gaten; Augmented Reality verrijkt je wandelervaring en geeft extra informatie over de omgeving.

Wandel-community

Groepswandelingen, wandelclubs en programma’s die wandelen combineren met welness en natuurbeleving zorgen voor meer sociale verbinding en inclusie binnen de wandelgemeenschap. Belangrijk, want samen wandelen wordt in 2025 steeds populairder.

Op de werklocatie de Gelderse Poort in Arnhem wordt hard gewerkt aan meer Ruimte voor Lopen

Wandeling Gelderse Poort

Fietsersbond en onze partner Wandelnet slaan hun handen ineen met het project Beweegvriendelijke Werklandschappen. Vier bedrijventerreinen dienen komend jaar als proeftuin om op allerlei manieren meer mensen te laten bewegen van, naar en tijdens het werk. En nog eens vier werklocaties willen meeleren van deze proeftuinen. Want we weten allemaal dat Nederland zitkampioen is met 9,2 uur zitten per dag. Tijd om dit te veranderen. Martine Sluijs is projectleider van dit mooie project en vertelt ons bij over de Gelderse Poort.

De Gelderse Poort is een bedrijventerrein in Arnhem zoals we er vele kennen in Nederland. Het bestaat uit 23 kantoorpanden, 90 bedrijven en er werken zo’n 5.000 mensen. “Het is één van onze proeftuinen voor Beweegvriendelijke Werklandschappen”, leidt Martine in. “Hier gaan we een jaar lang allerlei initiatieven nemen om mensen te activeren. Om ze laten bewegen. En dat langs drie sporen: lopen, fietsen en buiten werken. Doel is dat mensen dit massaal gaan doen én bedrijven beweging opnemen in hun beleid.”

Waarom de Gelderse Poort?

Over die vraag hoeft Martine niet lang na te denken. “In het hele land zijn we gaan kijken naar goede toplocaties. Voordeel van de Gelderse Poort is dat veel locaties zich met deze locatie kunnen identificeren. Een groot pluspunt, want we kunnen dan bij andere locaties goed werkenden oplossingen overnemen. Bovendien is de Green Business Club actief op dit bedrijventerrein. Dit is een organisatie die helpt om terreinen duurzamer en groener te maken. Super, want zij hebben al contacten met bedrijven.” Tenslotte vindt de projectleider het een dikke plus dat Arnhem ‘loopstad’ is, nummer 5 staat van de gezondste groeisteden in Nederland, en er goede contacten zijn tussen de Gelderse Poort met de gemeente.

Maatregelen voor de voetganger

Het project richt zich niet per se op het aanleggen van een hele nieuwe infrastructuur, maar gaat uit van de bestaande infrastructuur. Hoe kunnen we die beter inrichten? Hoe kunnen we looproutes nog aangenamer maken en beter bewegwijzeren? Martine: “Het is eigenlijk al best een goede loopomgeving. Er zijn stukjes groen dichtbij en je hebt de keuze uit verschillende paden en stoepen. Natuurlijk zijn er wel verbeterpunten, bijvoorbeeld op het gebied van toegankelijkheid en signing, zodat je routes beter ziet. En ik zelf had laatst dat ik een route liep en om het rondje af te maken over een stuk fietspad terug moest lopen. Het liefste wil je dat alle infrastructuur goed aansluit. Daarnaast is het een stenige omgeving, we willen meer groen. Er mogen meer aanlandplekken komen, van waaruit je jouw wandeling kunt starten.”

Mooie samenwerking tussen Fietsersbond en Wandelnet

Genoeg verbeterpunten dus, maar er gaat ook heel erg veel goed. Zo vindt Martine het ‘geweldig’ om te zien dat de Fietsersbond en Wandelnet samenwerken aan dit project. “Ze vinden elkaar in het doel om meer te bewegen. In gezondheid, in vitaliteit. Op de locatie staat fietsen en lopen elkaar niet in de weg: ieder heeft een eigen gebruiksruimte. Lopen lijkt er misschien iets beter georganiseerd. Als ik zie hoeveel verschillende voetpaden je hebt: gravel, trottoirs, landelijke paadjes…

Projecten om mensen te enthousiasmeren voor lopen

Wat we precies gaan doen? We liften sowieso mee met landelijke campagnes: Wandel tijdens je werkdag (april), fietsen naar je werkdag (mei) en Outdoor Office Day (juni). 3 april is het Wandel Tijdens je Werkdag. Daar maken wij een hele week van die 100% om de voetganger draait. We gaan routes maken, allerlei werkwandelingen organiseren. We laten tal van opties zien die je lopend kan doen: vergaderen, brainstormen, bellen, lunchwandeling et cetera.

Daarnaast willen we veel dingen uitproberen en doen. En vervolgens monitoren hoe het werkt. Belangrijk is ook dat we niet alleen kijken naar ruimtelijke verbeteringen en het activeren en trainen van mensen, maar ook aan de slag gaan met bedrijven bewegen van naar en tijdens het werk als werkcultuur in beleid op te nemen. De uitkomsten van de proeftuinen gaan we breed delen en promoten, want je wilt dat de kennis hierover wordt voortgezet. Die campagne geven we vervolgens met de proeftuinen samen verder vorm, maar ik kan één ding beloven: ‘we gaan allerlei ludieke, opvallende dingen doen, waardoor niemand er onderuit komt om gewoon naar buiten te gaan.’ Eén van haar ideeën is goed gejat van het Voetgangerscongres: het uitleggen van rode lopers voor de voetganger.

Blij van het geven van gastcolleges

Jos van Langen, master urbanism bij de gemeente Leeuwarden, geeft met veel plezier gastlessen aan studenten Stedenbouw en Mobiliteit van de NHL Stenden in Leeuwarden. Het voelt voor hem ook als een soort verantwoordelijkheid. “We moeten staan voor ons vak en de kennis doorgeven.”

Van Langen werkt vanuit de gemeente Leeuwarden al decennia samen met de hogeschool. Zo’n dertig jaar geleden heeft de fiets voor het eerst een plek gekregen in verkeerskunde en is via het onderwijs steeds meer in de vakwereld terecht gekomen. “Dat kunstje moeten we nu herhalen voor de voetganger.”

Veel lesmateriaal is er nog niet, dus de voorlopers in het vak moeten hun praktijkervaring overbrengen. Maar Van Langen wil ook ‘dat wat niet in de schoolboeken staat’ de studenten leren. “Onderhandelen, ergens voor staan, een visie en strategie ontwikkelen; dat wil ik ze ook meegeven”, vertelt hij gepassioneerd.  “De ruimte is schaars en dat betekent vroeger of later dat er een strijd ontstaat. Daar kun je als aankomend professional maar beter op voorbereid zijn. Het leuke is ook dat als de studenten naar buiten kijken, ze mijn werk en hun eigen toekomstig werkveld zien. Het bewijs ligt op straat. Belangrijk is ook dat ze met eigen ogen gaan zien dat ze niet enkel vanuit de auto moeten denken en ontwerpen.”

Het geven van gastlessen heeft ook andere positieve effecten. “Studenten komen vaak stage lopen bij de gemeente en uiteindelijk worden sommigen dan ook nog mijn collega”, zegt Van Langen lachend.

Van Langen raadt iedereen aan gastlessen te geven en daarin de voetganger nadrukkelijk een plek te geven. “Er is nog een wereld te winnen voor een loopvriendelijke leefomgeving. Je kunt vanuit de praktijk zoveel toevoegen. Ik begeleid ook afstudeerders waardoor ik de studenten zie groeien in het vak. Daar word ik echt blij van.”

Wil jij ook jouw praktijkkennis overdragen aan studenten? Word gastdocent. Meld je aan bij lopeninhethogeronderwijs@ruimtevoorlopen.nl.

Geïnteresseerd in het laten geven van een gastles? Klik hier op de lijst en neem contact op!

Ruimte voor lopen vraagt oog voor diversiteit voetgangers

De voetganger – te vaak zien we mensen die lopen als één homogene groep. Maar er zit natuurlijk een levensgroot verschil tussen de sportieve twintiger die een wandeling van 10 kilometer maakt en een oudere vrouw voor wie een ommetje het hoogst haalbare is. Net zoals dat mensen in een rolstoel en ouders met kinderwagens de openbare ruimte heel anders ervaren. Ruimte voor lopen maken vraagt oog voor die diversiteit, aldus Biind.

Allereerst: iedereen die reist, is in de eerste plaats voetganger. Toch geeft ons  huidige mobiliteitssysteem onvoldoende prioriteit aan voetgangers. Als er al aandacht voor is, dan creëren we ruimte voor ze: in de vorm van een stoep. Biind: “Die biedt bij uitstek ruimte om te lopen, zou je zeggen. En alle stoepen samen vormen een netwerk van doorlopende verbindingen: het loopnetwerk.”

Te weinig aandacht voor wie loopt en waarom

De schrijver merkt echter zelf al op dat zo’n stoep te weinig rekening houdt met de verschillende groepen die lopen: kinderen, ouders, senioren en mensen met een beperking. Ieder heeft andere behoeften en ervaren andere obstakels als het gaat om lopen. Zo is het voor ouderen en mensen in een rolstoel belangrijk dat een looproute tredevrij is; zonder trappen, maar met liften of – nog beter – hellingbanen. Voor mensen met een visuele beperking zijn slecht verlichte voetpaden niet te doen. Dit betekent dat loopnetwerken in veel gevallen niet beantwoorden aan hun behoeften. Als het gaat om continuïteit, samenhang en comfort.

Open dialoog nodig

Om die behoeften en barrières scherp te krijgen is samenwerking met de diverse belanghebbenden nodig. Een open dialoog tussen verschillende groepen voetgangers, belangenorganisaties, beleidsmakers bij gemeenten, provincies en rijksoverheid, planners én ontwerpers.  

Aandacht voor diversiteit in Nationaal Masterplan Lopen

Wij zijn ons bewust van de diversiteit onder voetgangers. In het Nationaal Masterplan Lopen is daarom een belangrijke rode draad dat iedereen veilig moet kunnen lopen en verblijven. De ambitie die dat het mooiste verwoordt: “Iedereen kan veilig en zonder voorbehoud lopen en verblijven in de openbare ruimte ongeacht motief, leeftijd, permanente of tijdelijke fysieke en / of mentale beperkingen. (pagina 10). Maar ook bij andere ambities (pagina 10 – 12) gaat het over diverse doelgroepen en inclusiviteit.

Lees het hele artikel van Biind: Ruimte voor lopen vraagt oog voor diversiteit.

Stimuleren van wandelgedrag: Meer dan alleen infrastructuur

Annemarie Mars over wandelgedrag

Wandelvriendelijke steden zijn in opkomst, met steeds meer gemeentes die voetgangersbeleid ontwikkelen. ‘Elke stap telt’ was dan ook het thema van het Nationaal Voetgangerscongres 2024. Elke meter die extra wordt gelopen is belangrijk. Zo veel mogelijk mensen laten lopen, dat is het doel.

Toch waarschuwt veranderkundige Annemarie Mars, tevens keynote van het Nationaal Voetgangerscongres 2024, dat beleid gericht op infrastructuur alleen niet genoeg is om mensen daadwerkelijk te laten lopen. De kern van succesvol voetgangersbeleid ligt in gedragsverandering; het draait om het motiveren van mensen om de auto te laten staan en te kiezen voor lopen. Dit vraagt om een brede benadering waarin de vraag centraal staat: waarom lopen mensen niet en hoe kun je deze obstakels overbruggen?

Complexiteit van verschillende doelgroepen bij wandelgedrag

Om iedereen op de been te krijgen, is het belangrijk om de juiste interventies te ontwikkelen voor verschillende doelgroepen. Mars benadrukt dat een goede infrastructuur vooral helpt bij mensen die al willen lopen, maar niet kunnen. Daarnaast zijn er mensen die lopen zelfs niet overwegen of er weerstand tegen hebben. Beleid kan het best een bewuste keuze maken welke groep als eerste aangepakt wordt, met een focus op doelgerichte middelen om een maximaal effect te bereiken.

Samenwerken over afdelingsgrenzen heen

Het ontwikkelen van wandelbeleid vraagt samenwerking met meerdere afdelingen, niet alleen mobiliteit. Mars benadrukt dat het belangrijk is om lopen niet als doel op zich te zien, maar als middel om maatschappelijke problemen aan te pakken, zoals sociale isolatie of gezondheid. Alleen door het doel voor ogen te houden en samenwerking aan te gaan over afdelingsgrenzen heen, kan wandelbeleid effectief worden ingezet en kunnen passende oplossingen worden gevonden die lopen aantrekkelijk maken.

Omgaan met verschillende belangen

Voetgangers zijn niet de enigen die de openbare ruimte willen gebruiken. Beleidsmakers moeten daarom leren omgaan met tegenstrijdige belangen en hier en daar frictie opzoeken om hun visie te verdedigen zonder in boosheid te vervallen. Mars stelt dat beleidsmakers juist door een constructieve houding, met oog voor verschillende perspectieven, hun doelen kunnen bereiken. “Wat het ook is, je moet van iedereen evenveel houden: van de mensen die niet willen lopen, die niet kunnen lopen én de mensen die hun container op het voetpad zetten. Hoe dan ook ben je als beleidsmaker op meerdere fronten met gedragsverandering bezig.”

Lees het hele artikel op Biind.

>