Een stad begint bij de voetganger. Althans, als het aan Erna Jansen ligt. Als beleidsadviseur Actieve Mobiliteit bij de gemeente Zwolle houdt zij zich dagelijks bezig met fietsen en lopen – twee vormen van vervoer die meer verdienen dan alleen een plek op het asfalt. Wat fietsen betreft loopt Zwolle voorop als Wereld-fietsstad, maar voor voetgangers valt er nog terrein te winnen.
Daarom werkt Erna aan een opvallend en vernieuwend actiepunt binnen het Nationaal Masterplan Lopen: ‘Ruimte voor Lopen in het Hoger Onderwijs’. Want als toekomstige ontwerpers, beleidsmakers, gezondheidsexperts en mobiliteitsprofessionals het belang van lopen niet meekrijgen tijdens hun opleiding, hoe moeten ze er dan later in de praktijk rekening mee houden? Met die gedachte zet ze zich in om lopen een structurele plek te geven in curricula van hogescholen en universiteiten. “Het vak ‘lopen’ bestaat niet, maar het onderwerp moet wél overal in terugkomen.”
“Lopen loopt door alles heen”
“Bijna iedereen is elke dag wel een voetganger”, zegt Erna. En toch krijgt de voetganger vaak maar een bijrol in ruimtelijke plannen. Vanuit de gemeente Zwolle werkt ze daarom hard aan verandering. Zwolle is al jaren fietsstad, met een stevige uitvoeringsagenda, maar voor voetgangers is de route nog in ontwikkeling. “We hebben STOMP omarmd: een manier van ontwerpen die begint bij de voetganger. Maar we hebben nog geen kwaliteitseisen vastgelegd voor de verschillende type routes, en een voetgangersnetwerkkaart ontbreekt nog. Een toegankelijke stad begint bij goed ontworpen looproutes.”
“Als je iets wilt veranderen, begin je bij het onderwijs”
Erna’s missie begon met de CityDeal Ruimte voor Lopen en groeide uit tot betrokkenheid bij het Nationaal Masterplan Lopen. Een belangrijke schakel daarin? Ruimte voor Lopen in het Hoger Onderwijs. “Er is onderzoek gedaan naar lopen in het hoger onderwijs door Ineke Spapé en Sandra Schuit. Hun conclusie: als we lopen serieus willen nemen in stadsplanning, dan moet het terugkomen in opleidingen.”
Die boodschap nam Erna ter harte. Ze zocht contact met hogescholen, bracht onderzoeken van studenten bijeen en legde verbindingen tussen mensen die in de praktijk bezig zijn met de voetganger en opleidingen. “Er zijn zoveel professionals die graag gastdocent willen zijn. Zij kunnen laten zien waar zij in hun dagelijks werk mee te maken hebben. . En dat het altijd een strijd is om ruimte.”
Geen vak ‘Lopen’, wel een duidelijke plek
Een vak ‘Lopen’ bestaat (nog) niet, maar dat weerhoudt Erna niet. “We zijn met docenten aan het kijken: hoe geef je lopen een plek in het curriculum? Wat moeten studenten weten over voetgangers? Dat is best complex. Het moet niet alleen afhangen van een gemotiveerde docent. Het moet onderdeel worden van de leerdoelen.”
Samen met een werkgroep van docenten werkt Erna aan het formuleren van die doelen. “Vanuit mobiliteit, gezondheid en het sociale domein. Lopen gaat niet alleen over vooruitgang. Het gaat ook over ontmoeten, over je goed voelen, over bewegen. Daarbij zijn veel beroepsgroepen betrokken: planologen, verkeerskundigen, maar bijvoorbeeld ook ontwerpers, fysiotherapeuten en podotherapeuten.”
“Het moet niet alleen afhangen van een gemotiveerde docent; het moet onderdeel zijn van de leerdoelen.
Eén taal, één verhaal
Om iedereen dezelfde basis mee te geven, werkt de werkgroep aan een gezamenlijke ‘slide-deck’ — slides met gedeelde definities, beelden en uitgangspunten. “We moeten over dezelfde termen spreken, dezelfde ’feiten delen. Dan kunnen we effectief kennis verspreiden. Donderdag 20 maart heb ik op de NML-meeting een oproep gedaan om materiaal te delen. Zo bouwen we samen aan een stevige basis.”
“Lopen is niet het doel, maar de sleutel”
Voor Erna is het grotere plaatje duidelijk: een samenleving waarin de voetganger vanzelfsprekend wordt meegenomen in beleid en ontwerp. “Of je nou fysiotherapeut bent, verkeerskundig ontwerper of stedenbouwer — allemaal moeten ze leren nadenken over de voetganger. Lopen is niet alleen een vervoerswijze, het is verweven met gezondheid, leefbaarheid, en toegankelijkheid.”
Het uiteindelijke doel? “Dat lopen een integraal onderdeel is van relevante opleidingen, van MBO tot universiteit. Zodat professionals in al die vakgebieden voortaan vanzelf aan de voetganger denken.”
Toekomst in beweging
De komende maanden werkt Erna met de werkgroep aan het verfijnen van leerdoelen. “Iedereen is enthousiast, maar ook druk. We nemen de tijd. In juni zetten we nieuwe stappen, maar het is echt een meerjarenplan. We willen de actiepunten uit het Nationaal Masterplan Lopen uiterlijk in 2030 realiseren. Het kost tijd, maar dan is het goed verankerd.”
Met de juiste mensen aan tafel, een gezamenlijke visie en steeds meer draagvlak, komt die loopvriendelijke toekomst steeds dichterbij. Of, zoals Erna het samenvat: “Het is een logische verandering. We worden ouder, de ruimte wordt schaarser. Lopen is geen optie meer — het is noodzaak.”