Gastdocenten zijn professionals met hart voor hun vakgebied. Die gedreven zijn in hun werk en graag hun kennis over lopen / de voetganger willen overdragen door les te geven op jouw opleiding. Er is nu een lijst met gastdocenten die graag studenten enthousiast willen maken over het vakgebied lopen.
Gastdocent in jouw les
Zet jij al gastdocenten in tijdens jouw lessen? Het is een echte aanrader. Gastdocenten zijn professionals uit het werkveld die met plezier vertellen over hun dagelijkse praktijk. Ze zijn een waardevolle toevoeging op het lesprogramma. Studenten krijgen informatie uit eerste hand én ze zien welke functie je kunt krijgen als de studie wordt afgerond.
Jos van Langen, master urbanism bij de gemeente Leeuwarden geeft al jaren met veel plezier gastlessen aan studenten Stedenbouw en Mobiliteit van de NHL Stenden in Leeuwarden. Van Langen wil ook ‘dat wat niet in de schoolboeken staat’ de studenten leren. “Onderhandelen, ergens voor staan, een visie en strategie ontwikkelen; dat wil ik ze ook meegeven”, vertelt hij gepassioneerd. Lees hierhet interview met deze ervaren gastdocent.
Actuele info over lopen Als je ook een keer een gastdocent wilt inzetten die meer kan vertellen over het ontwikkelen van loopbeleid, het ontwerpen van loopvriendelijke steden, het implementeren van STOMP, weeting, voetgangersnetwerken, groene gebiedsontwikkeling of werken vanuit de mens dan vind je hier een overzicht. Je kunt rechtstreeks contact opnemen met de gastdocent en samen afspraken maken. Klik hier voor het overzicht.
Deze maand was Walk21, “een wereldwijde conferentie over lopen. 5 Dagen lang praten we nergens anders over”. Een conferentie met 550 mensen uit maar liefst 61 landen. Om elkaar te inspireren en zelf geïnspireerd te raken. Vanuit Nederland was er een mooie delegatie, waarvan André de Wit uitmaakte. Hij is strategisch adviseur bereikbaarheid bij gemeente Den Haag en coauteur van het Nationaal Masterplan Lopen neemt ons in verhalende zin mee naar de conferentie.
Wat was de reden om naar deze Walk21-conferentie te gaan?
“Deel was ik daar vanuit mijn rol bij gemeente Den Haag”, trapt De Wit af. “Aan de andere kant ook omdat ik mede het Masterplan had geschreven. Vanuit Walk21 hadden ze gevraagd of ik daar een sessie over wilde verzorgen op maandag. Want in totaal duurt deze wereldwijde conferentie 5 dagen. Ieder jaar is het in een ander land en stad, deze keer de eer aan Lissabon (Portugal) om ons te ontvangen. Op de conferentie zie je heel veel verschillende mensen. Samen zijn we bezig met de hoofdvraag: ‘hoe kunnen we lopen hoger op de agenda krijgen?’
De Nederlandse delegatie
Volgens de strategisch adviseur was er dit jaar een hele grote groep op de conferentie afgekomen. En ook Nederland was goed vertegenwoordigd met medewerkers van gemeente Eindhoven, Rotterdam, Den Haag, Groningen en provincie Zuid-Holland. Daarnaast was Wandelnet er, net als twee adviesbureaus Goudappel en Rebel Group. “Een hele groep! Helemaal leuk was dat we midden in de week ook nog op ontbijt mochten op de Nederlandse ambassade in Lissabon.”
Waar staan wij als land?
“Er waren landen bij Walk21 die het op loopgebied beter doen dan wij, en landen waar het minder gaat”, vat De Wit krachtig samen. “Waar het minder goed gaat? Dat zijn denk vooral Afrikaanse landen. Daar lopen wél veel mensen, omdat ze weinig alternatieven hebben. Alleen het is er vaak onveilig met veel slachtoffers tot gevolg.. De tegenovergestelde wereld van hier: hier is het veiliger, maar verkiezen mensen snel de auto boven de benenwagen. Een heel goed voorbeeld van een land dat het béter doet, is Oostenrijk. Zij hebben nu een Tweede Masterplan gemaakt en hebben zodoende ontzettend veel ervaring met landelijk loopbeleid. Wat ik ook sterk vind, is dat ze ook middelen beschikbaar stellen: maar liefst €95 miljoen voor actieve mobiliteit.
Wat een sterk kant is van Nederland? Dat typisch polderen! In Griekenland bijvoorbeeld komt al het beleid van bovenaf, en heeft niemand er inspraak in. Wij hebben ‘gewoon’ met bijna 70 organisaties een Nationaal Masterplan gecreëerd. We maken het daarmee ‘gemeengoed’. Unieke aan onze situatie is overigens wel de combinatie fietser en voetganger. In andere landen is er meer ruimte vrij te maken voor mensen die lopen en wandelen, omdat de fiets vaak geen alternatief is . En autoruimte krijg je in binnensteden meestal wel weg, maar in omringende wijken niet. Dat leidt er dan toe dat twee vormen van duurzame vormen van mobiliteit – lopen en fietsen – onterecht strijden om de overgebleven ruimte.”
Zorgen om regeringswissel
Volgens De Wit mogen we positief gestemd zijn dat al zovéél landen nationaal loopbeleid hebben, maar reden voor zorg zijn wel de regeringswissels in verschillende landen. In voorlopersland Oostenrijk had je eerst een linksgeoriënteerde regering die progressief was. “Nu wint het conservatisme aan terrein en zij hechten vaak veel belang aan voldoende ruimte voor auto’s. Dus daar zitten veel landen wel mee in de maag. Gaat dat mooie beleid nu niet overboord? Veel van de voordelen van lopen is gelukkig voor elke politieke stroming relevant. Het is gezond, veilig, ruimtebesparend, geeft ruimte voor ontmoeting en is goed voor de lokale economie. Verder zagen de landen op Walk21 ook wel in dat verdichten alleen gaat als we iets veranderen aan hoe we nu met de ruimte omgaan.
‘Relational city’ en ‘city of care’
Op onze vraag wat de belangrijkste lessen waren, hoeft De Wit niet lang na te denken. “Twee perspectieven op de steden van de toekomst neem ik mee naar huis. Allereerst het principe van ‘relational city’: we moeten weg van het idee van een functionele stad waar je van A naar B reist. We willen naar een relationele stad waar je ontmoetingen organiseert, plekken bedenkt waar mensen samenkomen. Met mooie parken, mooie speelplekken en met een mooie schil om die plekken heen. Een omgeving die fijn is om in te lopen. Bij de ‘city of care’ raak je doordrongen van het feit dat de meeste reizen gericht zijn op de ‘zorg’. Kinderen naar school brengen, ophalen van de BSO, sportclubjes, zorg voor je ouders etcetera. Heel veel verplaatsingen hebben daarmee te maken en daarom moet het alledaagse leven centraal staan in stedelijke beslissingen.”
Mensen over de streep halen
Kortom, het was een inspirerende Walk21. Waarbij hoofdresultaat was dat ieder deelnemend land vol inspiratie naar huis ging. “Daarnaast zie je ook een domino-effect”, klinkt De Wit enthousiast over de digitale lijn. “Het haalt mensen en organisaties ook over die spreekwoordelijke streep. Zo had je gemeente Zuid-Holland die door deze conferentie heel erg werd getriggerd om ook echt stappen te gaan maken met loopbeleid.”
De vierde editie van het Magazine LOPEN is uit. Wethouder Cilia Daemen van Nijmegen heeft vandaag op het Voetgangerscongres het eerste exemplaar in ontvangst genomen.
Ook dit jaar biedt het magazine, een uitgave van de City Deal Ruimte voor Lopen, weer inspirerende verhalen, praktijkervaringen en handreikingen hoe we de gebouwde omgeving kunnen verbeteren voor voetgangers. Speciaal gemaakt voor iedereen die in de dagelijkse praktijk meer ruimte wil maken voor de voetganger.
Het magazine bevat o.a. een informatieve verhalen over het Nationaal Masterplan Lopen en de Toolbox Lopen Stimuleren. Ook lees je een boeiend twistgesprek tussen Frans van den Berg en Rob Methorst, over wat er belangrijker is: ruimte voor lopen of groen? En heb jede nieuwste ganzenbord-editie al gezien: samen met collega’s werken aan loopbeleid .
Lees LOPEN
Het magazine lees je online, maar is ook in een papieren variant beschikbaar. Wil je een exemplaar ontvangen, stuur dan een e-mail
Erna Jansen – van der Meer stond aan de wieg van het Voetgangerscongres. Als werknemer van Acquire – de organisator van het congres – had ze in eerste instantie haar twijfels: een hele dag praten over lopen, is dat nu wel nodig? Inmiddels weet ze wel beter, schrijft Erna, die recent overstapte naar de gemeente Zwolle: ‘Er is nog zo veel te onderzoeken, ontdekken, veranderen en te verbeteren.’
‘April 2017. Ik werkte bij Acquire Publishing voor het fonds mobiliteit. In het team werd gesproken over een Voetgangerscongres. Want als je succesvol congressen organiseert over verkeerskunde, fiets en ook parkeren, dan mag lopen niet ontbreken, was het idee. Een hele dag kennis uitwisselen, nadenken over de voetganger? Het leek me wat overdreven. Iedereen loopt immers? Wat valt er te leren?
Ik hoef het jou niet te vertellen. Er is nog zo veel te onderzoeken, ontdekken, veranderen en te verbeteren. Eén bijeenkomst is niet genoeg om de wereld te veranderen. Er is werk aan de winkel. De voetganger als uitgangspunt nemen bij iedere (her-)ontwikkeling is een goed startpunt.
Meer dan 100 mensen kwamen af op het congres dat met stoom en kokend water in twee en een halve maand uit de grond was gestampt. Want op 4 juli 2017 werd het eerste Voetgangerscongres georganiseerd. In Rotterdam. Toen nog met de naam Lopen Loont. Het was een succes. Mensen waren enthousiast. Kennis werd gedeeld en de kennissenkring groter. Jim Walker van WALK21was er, Ineke Spapé was dagvoorzitter, de toenmalig Rijksbouwmeester Floris Alkemade was aanwezig, Rob Methorst vertelde over zijn onderzoek, Emile Oostenbrink was erbij en heel veel anderen.
Het zaadje was geplant. Bij velen. En zeker ook bij mij. Tot op de dag van vandaag organiseert Acquire het Nationaal Voetgangerscongres. En Ruimte voor Lopen neemt actief deel in de programmering.
Ik was al een ‘addict’. Maar dan vooral op vakantie, in de bergen. Je maakt mij niet blijer dan sjouwen, klimmen en klauteren, mét of zonder wetsuit en of klimtuig in de bergen. Als Nederland Alpen zou hebben was ik ieder vrij moment te vinden in die bergen om te klettersteigen of canyoning te doen of gewoon lekker te lopen op geitenpaadjes. Hoe smaller, hoe rotsachtiger, hoe leuker ik het vind.
En ik begrijp inmiddels ook waarom ik met name van dat berglandschap ben gaan houden. Ik ben namelijk een polderkind. Heb je wel eens gewandeld in de Noordoostpolder? Ik wel; ieder jaar met school de avond-4-daagse. Met op de vrijdag de armen vol met bossen bloemen gekregen van familie en bekenden die langs de kant stonden om je toe te juichen. Dát was leuk. De lange rechte polderwegen met enkel een bocht van 90 graden naar links of rechts waren oersaai.
Ondertussen woon ik heel wat jaren in Zwolle en ik houd van de rivieren, de bossen en de oude binnenstad. Waar je heerlijk kun lopen. Een paar keer per week wandel ik vanuit huis ‘een rondje dijk’. Ik ben inmiddels bijna mijn PTSS die ik had opgelopen in de polder, te boven 😊.
En nu werk ik dan sinds kort bij de gemeente Zwolle. Ik mag me richten op Actieve Mobiliteit; op fietsen én lopen. Een prachtige kans om een steentje bij te dragen aan de stad waar ik zo van ben gaan houden. Zwolle is wereldfietsstad. Nergens wordt meer gefietst. En de gemeente is ambitieus. Want Zwolle wil ook wereldfietsstad blijven door het realiseren van 20% meer fietskilometers in 2027 ten opzichte van 2017. Uitvoering geven aan het actieplan is een belangrijke taak; gedragsbeïnvloeding, goede communicatie, activiteiten ontwikkelen, veiligheid vergroten, comfort verhogen als ook nadruk leggen op het gezondheidsaspect zijn thema’s waar ik me op zal toeleggen.
Zwolle kiest voor het STOMP-principe bij het (opnieuw) inrichten van de openbare ruimte. Prachtig. Want dat betekent dat STAPPEN écht op de eerste plek wordt gezet.
Ik merk dat Zwolle nog wel wat stappen moet zetten. Waar je bij www.zwolle.nl/fietsen een goed gevulde webpagina vindt, krijg je een 404-tje (foutmelding) als je www.zwolle.nl/lopen intypt. Er is dus werk aan de winkel! Samen met mijn collega’s zal ik de belangen van de voetganger vertegenwoordigen en promoten binnen de gemeentelijke organisatie, in beleid en in de uitvoering. Zodat Zwolle niet alleen Wereld Fietsstad blijft maar ook een Wereld(se) Wandelstad wordt.’
Erna Jansen – van der Meer sprak deze column uit tijdens de City Deal dag in Zwolle op 17 april 2024. Ze werkt als thematrekker Actieve Mobiliteit bij de gemeente Zwolle.
‘Ga aan de slag met je eigen looptijdenkaart!’ Meer dan dertig mensen gaven gehoor aan de oproep van de City Deal Ruimte voor Lopen. Gewapend met stiften, papier, plattegronden en vooral een overvloed aan enthousiasme, gingen de deelnemers op vrijdag 22 maart van start met het maken van hun Walking Time kaart.
Het is een diverse groep mensen die aansluit in de Werfkelder van het Utrechtse stadskantoor: betrokken buurtbewoners, vertegenwoordigers van gemeente en zorginstellingen, buurtsportcoaches, een projectontwikkelaar en experts op het gebied van mobiliteit en stedenbouw. Allen met dezelfde ambitie: laten zien dat lopen een goed alternatief is voor andere vervoersvormen, zoals de auto, de bus of de fiets.
Wel hebben ze allemaal een ander toepassing voor ogen: de een gaat aan de slag met het maken van een kaart voor bewoners van een zorgcentrum, een ander zoekt mooie routes voor collega’s tijdens de lunchpauze. Ook worden looproutes naar een Amsterdamse basisschool in kaart gebracht, wordt er gewerkt aan een kaart voor toeristen in Rotterdam, én aan een kaart van wandelroutes van mobiliteitshubs naar de Zwolse binnenstad. En zelfs aan een themakaart met routes om te vertragen; waar je lekker kunt slenteren in de luwte van de stad.
Kruipen in de huid van je doelgroep blijkt voor veel deelnemers nog niet zo eenvoudig. ‘Het maken van zo’n kaart is veel meer dan het verbinden van een aantal punten,’ zegt een van de deelnemer. ‘Wat voor informatie heeft de gebruiker van deze kaart nu echt nodig? Waar begint hij met lopen? En waar wil laat je hem heenlopen?’
Dat kan Martine de Vaan, programmamanager van de City Deal Ruimte voor Lopen, beamen. Zij maakte in het najaar van 2023 de Utrecht Walking Time kaart, een versimpelde kaart van het centrum speciaal gemaakt voor het WHO European Healthy Cities Network congres. Bezoekers zagen zo in één oogopslag hoe ver het lopen was naar hun hotel, de Utrechtse Domtoren of naar cafés en restaurants.
‘Bij het maken van zo’n kaart voor een congres is het vrij eenvoudig om te bedenken welke points of interests er op de kaart moeten komen, maar maak je een kaart voor bewoners, dan zijn weer hele andere punten belangrijk, ‘legt Martine uit bij de start van de bijeenkomst. ‘De ene looptijden kaart is de andere niet. Welk doel dient de kaart en wie wil je bereiken is belangrijk om over na te denken voor je van start gaat.’
Metro Minuto DeUtrechtse Walking Time Kaart is geïnspireerd op een initiatief uit de Spaanse stad Pontevedra. Hier verscheen een aantal jaar geleden de Metro Minuto: een schematische voetgangerskaart, vormgegeven zoals veel metrokaarten, met kleurige rechte lijnen met daarbij het aantal minuten dat het lopen is naar belangrijke punten in de stad. ‘Het schijnt dat de kaart in Pontevedra uit het straatbeeld is verdwenen,’ vertelt Martine, ‘ zo gaat dat vaak met innovatie. Aan ons de uitdaging om te zorgen dat de kaarten zo praktisch toepasbaar zijn dat ze blijven. Bijvoorbeeld als standaard kaart in een bushokje of in de lobby van hotels. Of als bijsluiter bij een stadsvisie.’
Aan energie geen gebrek. Drie uur lang zitten de deelnemers – met hulp van Vincent Luyendijk, Marco Duijnisveld, Nienke Sluier, Miriam Weber en Martine de Vaan – te tekenen en te brainstormen. Welke routes zijn prettig om te lopen, hoe bereken ik de juiste afstanden? Welke voorzieningen zet ik op de kaart? Sommige deelnemers maken voor het eerst een schets. Anderen hadden al flinke stappen gezet. Maarten Reiling maakte eerder al een looptijdenkaart tussen Haagse Pleinen en Muhammet Baldan had al een mooi vormgegeven kaart voor toeristen die Amersfoort ‘Dit zomerseizoen gaan we hem hopelijk testen.’
En in de toekomst? Dennis van Sluijs liet tot slot nog even zien hoe hij Artificial Intelligence had ingezet voor het maken van looptijdenkaart. In een paar uur werk had hij met hulp van kunstmatige intelligentie, GIS- software en Indesign een kaart gemaakt. ‘Het begint wel met de juiste input,’ heeft hij ook ondervonden. Daar is de mens voorlopig nog niet overbodig bij het maken van een kaart.
De middag resulteert niet alleen in tientallen kaarten, maar ook in nieuwe ideeën en inspiratie. En het is nog niet af. Op basis van deze ervaringen wordt een handreiking gemaakt, zodat anderen ook aan de slag kunnen met een looptijdenkaart. Hieraan wordt ook een set aangeleverd met handige iconen, die iedereen vrij kan gebruiken
Op de hoogte blijven? Wil je ook aan de slag met de looptijdenkaart, meld je aan voor de nieuwbrief Ruimte voor Lopen en ontvang binnenkort het stappenplan en de iconenset.
Kom ook op 22 maart naar het werkatelier en ga aan de slag met je eigen Walking Time kaart. Je bent van harte welkom van 12.00 – 16.30 in de Werfkelder van het Stadskantoor van Utrecht. Het werkatelier heeft veel plekken maar is wel gelimiteerd- meld je snel aan!
Eind vorig jaar ging de Walking Time Kaart viraal. Een kaart waarop je snel de looptijden naar belangrijke bestemmingen ziet.
De kaart is geïnspireerd op een initiatief uit de Spaanse stad Pontevedra. Het WHO European Healthy Cities Network congres dat in Utrecht plaatsvond, gehost door Miriam Weber van gemeente Utrecht was voor Martine de Vaan de aanleiding om vanuit de City Deal Ruimte voor Lopen de kaart te maken, specifiek gericht op het event. De kaart is vormgegeven door Eva Rietbergen. Marco Duijnisveld van Movares, partner van de City Deal stapte naar voren om werk te maken van opschaling. Vincent Luyendijk deelde de kaart via LinkedIN en X en kreeg duizenden reacties.
“Dit wil ik ook”, “dit moet mijn gemeente ook doen”, maar ook allerlei suggesties over de inhoud van de kaart. Een versie specifiek voor de jeugd, met toegankelijke routes, voor werkgevers of hotels…
Hoe gaaf zou het zijn om een middag met een groep mensen samen te werken aan Looptijdenkaarten? Heel gaaf, en dat gaan we dan ook samen doen.
City Deal & platform Ruimte voor Lopen en het Healthy Cities netwerk nodigen iedereen die zelf een start wil maken met zo’n kaart uit om mee te doen.
Je wil bijvoorbeeld:
Bewoners van een gemeente stimuleren om vaker te lopen
Een kaart maken voor je eigen buurt
Toeristen informeren over looptijden
Een kaart maken voor de hal van je kantoor
Een specifieke looptijdenkaart maken voor een evenement
Als je meedoet, ga je zelf, met input van jezelf en anderen, een looptijdenkaart ontwikkelen. Beoogd eindresultaat: een 0.2 versie van je eigen Walking Time kaart én een test van de concept handreiking die de City Deal Ruimte voor Lopen wil publiceren.
Meld je aan door een e-mail te sturen naar citydeal@ruimtevoorlopen.nl, met je naam, (eventueel) organisatie. Het is helemaal mooi als je kan aangeven wat de insteek wordt van jouw kaart, maar noodzakelijk is dat niet.
Kun je niet op 22 maart, maar ben je wel geïnteresseerd? Laat het ons weten, dan houden we je op de hoogte van vervolgactiviteiten.
Hoe leg je als ambtenaar op een feestje uit wat voor werk je doet. Dat is niet altijd makkelijk, concludeert Anass Harmane, als Rijkstrainee betrokken bij de City Deal Ruimte voor Lopen. In deze column lees je hoe hij dit aanpakt. ‘Ik kan hier verschillende antwoorden op geven, maar het is een verjaardag dus het moet nog wel gezellig blijven.’
‘Het is als ambtenaar altijd al een uitdaging geweest om op een toegankelijke wijzen op verjaardagen uit te leggen wat je precies doet. Tuurlijk, je kan wel leuk vertellen dat je bij een ministerie of een gemeente werkt en dat je met die en die vraagstukken bezighoudt, toch heeft men altijd weer de neiging om door te vragen. Ook ik als jonge ambtenaar moet me verantwoorden op feestjes. Hoe vertaal ik de complexe maatschappelijke vraagstukken waar ik mee bezig ben naar toegankelijke taal die voor de leek te begrijpen zijn?
Nou gelukkig hoeft dat niet voor het vraagstuk omtrent lopen en loopbeleid, omdat dat voor de meeste mensen wel te begrijpen is. En toch roept het, ondanks de behapbaarheid van het vraagstuk en de positieve associaties die daarmee gepaard gaan, toch vragen op: Wat heb ik met lopen? Waarom vind ik het een interessant vraagstuk? Waarom vind ik het belangrijk? Hier kan ik verschillende antwoorden op geven, maar het is een verjaardag dus het moet nog wel gezellig blijven.
Dus in plaats van op de evidente voordelen te wijzen ten aanzien van je fysieke en mentale gezondheid en op mobiliteit, doe ik liever een beroep op onze evolutionaire geschiedenis als mens/diersoort. Want lopen maakt mensen in zekere zin uniek en onderdeel is van onze evolutionaire geschiedenis.
3,5 miljoen jaar geleden Als je erover nadenkt is het best wel gek dat we lopen en loopbeleid op de agenda moeten zetten, terwijl dit iets is wat we zeker al een paar miljoen jaar doen. Met lopen bedoel ik specifiek dat wij als een van de weinige zoogdieren in staat zijn onszelf rechtop en op twee benen voort te bewegen. Het begon ergens in Afrika 3,5 miljoen jaar geleden. De tijd dat we rechtop lopen nog niet hadden ‘uitgevonden’. Niet zo gek ook, want dat was niet echt nodig om te kunnen leven in de bossen, zo klommen wij ook nog in bomen bijvoorbeeld.
Er zijn verschillende hypothesen die moeten verklaren waarom wij op twee benen zijn gaan lopen. De meest aannemelijke is dat door klimaatverandering bossen ruimte hebben moeten maken voor de savanne. Zoals dat in de evolutie gaat, moest de voorganger van de mens zich opnieuw aanpassen aan de omgeving. Daarbij bleek dat de mensapen die meer rechtop en op twee benen gingen lopen meer kans op overleven hadden, met name omdat je dan beter over de uitgestrekte vlakte kan turen en op tijd roofdieren of prooi kan spotten, dus al gauw was de savanne bezaait met tweebenige zoogdieren die tja.. vooral bezig waren met lopen.
In tegenstelling tot in het woud moest je op de savanne veel lopen om te overleven, met name om opzoek te gaan naar voedsel. Toen hebben wij ook het hardlopen uitgevonden, dat maakten ons uitstekende jagers. Onze viervoetige concurrenten zijn weliswaar sneller, maar de mens heeft meer uithoudingsvermogen. Een bijkomend voordeel is dat onze handen vrijkwamen wat weer heeft geleid tot het kunnen maken en vasthouden van gereedschap.
Urban Jungle Tuurlijk, ik pleit er niet voor om edelherten en wilde zwijnen te gaan stalken op de Veluwe met een speer in je hand. Maar je zou die twee benen van je alsnog prima kunnen inzetten voor een wandeling naar de dichtstbijzijnde supermarkt voor een vega alternatief. Terwijl je dat doet kan je van de wandeling gebruik maken om te luisteren naar je favoriete podcast. Oké vooruit, waarom loop je niet een stukje, zodat je nog een aflevering kan luisteren. Oh wat blijkt, de batterij van je oortjes lijken het te begeven, maar je benen kunnen nog wel een kilometer of twee aan.
En dan besluit je, net als je oeroude voorouders, om maar te gaan lopen. Je weet niet precies waar naartoe, je kent je stad misschien als fietser of als passagier van een stadsbus of tram, maar niet als een rechtopstaande primaat die rondloopt zonder een duidelijke bestemming. Een oeroud stukje brein gaat er nog van uit dat je die rechtopstaande primaat bent die op de savanne rondloopt, opzoek naar voedsel om te overleven en waakzaam voor roofdieren.
De savanne hebben wij inmiddels ingeruild voor een urban jungle, waar je gelukkig niet meer achter je eten aan hoeft te rennen. In plaats daarvan heb je keus uit meer dan genoeg supermarkten, winkels en eettentjes. Je hoeft je geen zorgen te maken dat een roofdier je zal opeten maar in aanraking komen met een metalen bak op wielen die 50 km per uur rijdt, is ook niet prettig, dus in zekere zin moet je nog wel op je hoede blijven.
Wees daarom een voorbeeld zodat andere tweebenige zoogdieren die metalen bak laten voor wat het is en ook ervaren hoe leuk het kan zijn om rond te lopen in een urban jungle. Want in essentie is dat niet veel anders dan hoe onze voorouders dat gedaan hebben. Urenlang rondlopen was voor onze voorouders een noodzaak om aan voedsel te komen. Voor ons is dat weliswaar niet meer nodig om te overleven, maar het zou wel kunnen bijdragen aan een fijner leven. En die dopamine shot die een homo sapien 100.000 jaar geleden zou krijgen bij het zien van een pruimenboom of een oase, zou jij net zo goed kunnen ervaren bij het ontdekken van een leuk koffietentje of een verborgen stadsparkje.
En dat was de laatste keer dat ik werd uitgenodigd op een verjaardag.’
Anass Harmane
Anass Harmane is Rijkstrainee bij het Ministerie van BZK. Hij sprak deze column uit tijdens de City Deal dag op 12 november 2023.
Deze bijdrage is een onderdeel van de Walking being columns, een reeks van persoonlijke verhalen over Lopen van mensen die actief samenwerken in de City Deal Ruimte voor Lopen.
Bezoekers van het WHO Congres over gezonde steden – dat deze week in Utrecht wordt gehouden – hebben geluk. Ze kregen namens de City Deal Ruimte voor Lopen een praktische kaart, die de loopafstanden tussen belangrijke plekken in de stad overzichtelijk weergeeft.
De kaart met de titel Utrecht Walking Time ziet eruit als een metrokaart. Doel van de kaart is om de bezoekers van het congres te laten zien hoe gemakkelijk je te voet naar het congresgebouw, je hotel, of het avondprogramma in het centrum kan gaan . En om hen te laten ervaren hoe zo’n kaart het beeld van een stad kan vormen of veranderen.
Een beter leven te voet Deze kaart is geïnspireerd op Metrominuto, een initiatief uit 2011 van de lokale overheid van Pontevedra (Spanje) dat gericht was op het bevorderen van lopen in de stad. Het bood een handig overzicht van wandelafstanden tussen verschillende punten in de stad op een eenvoudige en begrijpelijke manier. Metrominuto werd verspreid als een handige papieren kaart, te vinden op informatiepanelen van het openbaar vervoer en beschikbaar als gratis app. Het werd gepromoot met slogans zoals “Beweeg op eigen kracht” en “Een beter leven te voet”. De metrominuto heeft veel opvolging gehad in andere steden
De Utrecht Walking Times is speciaal gemaakt voor dit WHO congres over gezonde steden. ‘Maar het zou natuurlijk mooi zijn als zo’n kaart vaker wordt gebruikt bij internationale of meerdaagse congressen,’ aldus Martine de Vaan van de City Deal Ruimte voor Lopen. ‘Het is wel steeds maatwerk: de hotels, restaurants en andere congreslocaties verschillen. Daar moeten we nog iets slims op bedenken.’ Maar zo’n kaart is natuurlijk ook voor reguliere bewoners en bezoekers te gebruiken, zoals het oorspronkelijke concept. ‘Laat het een inspiratie zijn voor andere toepassingen en andere steden.’
“We willen wel wat met lopen gaan doen, maar er is nog niet veel over bekend.” Dat was een veelgehoord commentaar tijdens het webinar over lopen in hoger onderwijs. Dit webinar vond eind september plaats. Rode draad door de meeting was de vraag: wat bieden docenten aan kennis en kunde en wat hebben studenten nodig?
Het was een mooie meeting waarin we napraatten over het onderzoek van Ineke Spapé en Sandra Schuit. Samen zetten we de eerste stap om lopen meer te verankeren in het curriculum van verschillende opleidingen. We waren met een mooi clubje “uit alle windstreken”: uit Breda, Nijmegen, Arnhem en Leeuwarden.
Ook vergezelde Robert van der Bijl ons. Hij is professor ‘Mobility Planning’ aan de Universiteit van Gent en kon meepraten vanuit zijn eigen ervaring. “In de jaren ’70 had je in België al workshops over toegankelijkheid”, vertelt hij. Ruimte voor lopen maakte daar deel van uit. “Ook wordt het voetgangersdeel al voor een deel in het ov-systeem meegenomen.” Woorden waarmee hij al gelijk een lastig probleem bij lopen aanstipte: lopen maakt vaak wel deel uit van verschillende onderwerpen, maar wordt niet als apart thema benaderd.
Omslag in denken
Er is ook echt een omslag in denken over lopen nodig, zo benadrukken de workshopgevers. Bereikbaarheid krijgt nu nog prioriteit, waarbij verblijven en verplaatsen als gescheiden worden gezien. Omslag zit ‘m erin dat we gaan nadenken over ruimte in termen als: nabijheid, verplaatsen op eigen kracht, gedeelde ruimte en verplaatsen en verblijven in één dezelfde ruimte.
Onderstaande sheet geeft dit mooi weer:
Aanbevelingen voor het onderwijs en de vakwereld
Uit het eerdergenoemde onderzoek kwamen de onderstaande aanbevelingen naar voren. Vooral het standaardiseren van lesmateriaal is een belangrijk punt. “Zelfs binnen opleidingen bestaan er heel veel verschillen tussen vakken en studierichtingen”. Lopen is niet goed verweven in het onderwijs en is vaak geen apart vak. Aanvulling vanuit de deelnemers van het webinar was om studenten niet alleen theorie over lopen te leren, maar ze er praktisch mee aan de slag te laten gaan.
Is lopen een hoofdthema?
Tot slot stelden we de deelnemers deze vraag. Daar kwamen heel veel termen uit. “Aan de ene kant is dat een kans,” geeft één van de aanwezigen terug. “Aan de andere kant een struikelblok. Je hebt zovéél verschillende manieren om naar lopen te kijken.” In ieder geval zien we dat lopen vaak in één adem wordt genoemd met duurzame mobiliteit en het principe STOMP. Lopen is ook een belangrijk thema bij het inrichten van gebieden (inrichten gebieden, inrichting openbare ruimte, gebiedsontwikkeling).
Op dinsdag 3 oktober maakte Wouter Veldhuis, juryvoorzitter van de LoopAward 2023, de twee winnende initiatieven bekend op het Nationaal Voetgangerscongres. De winnaar in de categorie ‘ruimtelijke initiatieven’ is de KWIEK Beweegroute. In de categorie ‘maatschappelijke initiatieven’ is Envida naar Buiten de winnaar.
Maar liefst 18 organisaties meldden hun initiatief dit jaar aan bij het platform Ruimte voor Lopen. De jury, bestaande uit Karen van Ruiten (Directeur Alles is Gezondheid & Positieve Gezondheid), Bruno Bruins (voormalige minister voor Medische Zorg & Sport, nu adviseur voor de Raad van State) en Wouter Veldhuis (Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving) nomineerde uit alle inzendingen zes initiatieven, waaruit de twee uiteindelijke winnaars zijn bepaald.
De genomineerden van maatschappelijke initiatieven waren: Wandelhoofdstad Papendrecht, Envida naar Buiten en WorkWalk. In de categorie ruimtelijk waren dit: Handboek ‘De ontwikkeling van het stedelijk loop- en wandelnetwerk’, De Groene Lopers van de Utrechtse Zusterparken en KWIEK beweegroute.
Beoordelingscriteria LoopAward 2023
De inzendingen werden vooral beoordeeld op originaliteit, actualiteit en in hoeverre de initiatieven inspirerend werken voor anderen. Daarnaast keek de jury naar vernieuwing, opschaalbaarheid en de combinatie van werving, zorg en privatisering. Het viel de juryleden op dat er dit jaar meer private partijen meededen. Ook vindt de jury het eervol dat sommige partijen jaarlijks hun inbreng insturen.
KWIEK Beweegroute
De ruimtelijke award ging dit jaar naar de KWIEK Beweegroute. KWIEK realiseert in cocreatie met lokale initiatieven beweegroutes in de buitenruimte voor kwetsbare doelgroepen, waarbij bestaand straatmeubilair wordt ingezet voor diverse oefeningen. Dit moet met name de dagelijkse mobiliteit en autonomie van seniore deelnemers ondersteunen.
De beweegroutes zijn in elke gemeente te integreren. Tot nu toe heeft KWIEK al tachtig beweegroutes opgeleverd in gemeenten. In de opschaalbaarheid zit de kracht, wat de jury betreft.
Envida naar Buiten
De winnaar van de maatschappelijke award is Envida naar Buiten. Zorgorganisatie Envida komt uit het zuiden van het land en startte in 2019 het initiatief Envida naar Buiten, waarbij zorgprofessionals en natuurgidsen met cliënten op pad gingen. De groep bezoekt met een eigen personenbus rolstoel- en rollatortoegankelijke plekken. Inmiddels is het project binnen het dagbestedingsbeleid verankerd en wordt op acht locaties van Envida eens per week twee dagdelen met bewoners gelopen.
Vanwege de verbinding met zorg en preventie, ziet de jury iets nieuws in dit initiatief ten opzichte van voorgaande jaren. Ook het feit dat het in de organisatie is ingebed, maakt deze winnende inzending erg krachtig.
De awards
De LoopAwards bestaan uit een sculptuur gemaakt door Lilian Beentjes. De sculpturen stellen beenderen voor die noodzakelijk zijn voor het lopen.
Alle inzendingen voor de LoopAward 2023 kun je nalezen op onze site.
Wethouder Melanie van der Horst heeft vandaag op het voetgangerscongres in Amsterdam de derde editie in ontvangst genomen van het magazine LOPEN.
Het magazine, een uitgave van de City Deal Ruimte voor Lopen, staat boordevol inspirerende verhalen, praktijkervaringen en handreikingen hoe we de gebouwde omgeving kunnen verbeteren voor voetgangers. Het is gemaakt voor iedereen die in de dagelijkse praktijk meer ruimte wil maken voor de voetganger. Of dit nu een expliciet en prominent doel is of subtiel een plek krijg bij stedelijke herinrichting.
Het magazine bevat columns van o.a. wethouder Melanie ter Horst van Amsterdam en stadsecoloog Max Klasberg, interviews met wethouder Cilia Daemen van Nijmegen, Petrouscha Werther van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en hoogleraar Urban Mobility Features Marco te Brömmelstroet. Ook neemt het magazine een kijkje in bij de steden Utrecht, Eindhoven en bij de Provincie Groningen om te zien hoe zij aan de slag gaan met de voetganger. Het magazine zoomt ook in op de 15-minutenstad, het vergroenen van je buurt en blikt terug op bijzondere evenementen als OutdoorOfficeDay en Wandel naar je werkdag.
Veel leesplezier
Het magazine lees je online, maar is ook in een papieren variant beschikbaar. Wil je een exemplaar ontvangen, stuur dan een e-mail
Maar liefst vijf nieuwe partijen sluiten zich aan bij de City Deal Ruimte voor Lopen. Het gaat om de bureaus Goudappel, Movares, Royal HaskoningDHV, DTV Consultants en het programma Mooi Nederland van het Ministerie van BZK. Vandaag – op het voetgangerscongres in Amsterdam – zetten zij hun handtekening.
‘In de City Deal Ruimte voor Lopen zetten gemeenten, departementen en diverse partijen zich gezamenlijk in om samen te experimenteren met loopbeleid in een stedelijke omgeving. Met het aansluiten van deze partners voegen we veel kennis en ervaring toe aan ons netwerk’, aldus programmaleider Martine de Vaan. ‘Ik kijk ernaar uit om gezamenlijk de kennis op het gebied van stedelijk loopbeleid te versterken, versnellen en te verspreiden.’
Rob Althuisius, Hoofd Mobiliteit en Ruimte, Movares
‘Movares ziet de voetganger als essentieel en volwaardig onderdeel van het duurzame mobiliteitssysteem. Ruimte voor de voetganger moet hand-in-hand gaan met het verbeteren van de verblijfskwaliteit en het klimaatadaptief maken van de openbare ruimte. Dit uiteraard in samenhang met andere thema´s zoals Gezondheid, Economie en Veiligheid. Ook zien we dat aandacht nodig is voor de nabijheid van voorzieningen om lopen (en fietsen) te stimuleren.’
Lees de motivatie van de nieuwe partners:
Wim Korver, Directeur Goudappel Groep
‘Voetganger zijn we allemaal. En toch is het een blinde vlek in mobiliteitsonderzoek. Daarom doen wij mee aan de City Deal Ruimte voor Lopen, waarin we samen met andere stakeholders de kennis rondom lopen verbeteren, om zo vorm te geven aan een duurzame samenleving waarin ieder mens zich prettig kan bewegen.’
Gido ten Dolle, Programma MooiNL, Ministerie van BZK
‘Deze City Deal sluit heel goed aan bij het perspectief Leefbare Steden en Regio’s van het programma MooiNL. Het krachtige netwerk van experts is een mooie aanvulling op onze allianties. Ruimte voor lopen is namelijk essentieel voor een leefbare stad, die plek heeft voor ontmoeten en ontspannen in de openbare ruimte. In MooiNL zetten wij daarom ontwerpkracht in voor slimme oplossingen met ruimte voor lopen samen met andere opgaven in de verdichtende stad.’
Anton van der Sanden, Directeur Mobiliteit & Infrastructuur, Royal HaskoningDHV
‘Bij Royal HaskoningDHV merken we een groeiende aandacht voor de voetgangersmodaliteit, en dit is begrijpelijk gezien de toenemende drukte en behoefte aan een duurzame, gezonde leefomgeving. Deze ontwikkelingen dwingen ons om de overstap te maken naar duurzame mobiliteit. Royal HaskoningDHV speelt een cruciale rol in het begeleiden van steden bij deze mobiliteitstransitie. De voetganger neemt hierin een centrale positie in. Wij bundelen onze expertise op gebieden zoals voetgangersbeleid, stedelijke planning, gedragsverandering en het gebruik van data en digitale tools om gemeenten te helpen hun doelen te bereiken.’
Paul van den Bosch, Directeur DTV Consultants
‘Lopen is een belangrijke vorm van mobiliteit en is daarnaast een onmisbare en onderbelichte schakel in de mobiliteitsketen. Binnen de City Deal zet DTV Consultants haar kennis, expertise en enthousiasme in om samen met de partners de positie van de voetganger te verbeteren en in beleid en ontwerp om zodoende bij te dragen aan een veilige en voor iedereen toegankelijke buitenruimte. Daarnaast maken we actief werk van het implementeren van alle opgedane kennis en expertise over voetgangers in ons opleidingen- en cursusaanbod.’