Zelfregulatie

Zelfregulatie bestaat uit (kleine) ondersteunende acties waarmee iemand zichzelf stimuleert met als doel meer te gaan lopen. Zoals het bijhouden van het aantal stappen dat je zet. Of steeds nieuwe, kleine doelen stellen, zoals het aantal minuten of de afstand die je wilt lopen.

Deze gedragsbepaler is te beïnvloeden via de volgende techniek(en). Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

Weer

Het weer kan iemand tegenhouden of juist motiveren om naar buiten te gaan. Mensen kunnen een intentie hebben om te gaan lopen, maar regen kan een te grote drempel vormen om het daadwerkelijk te doen. Omgekeerd kan een zonnetje mensen naar buiten lokken.

Het weer kun je niet veranderen, wel hoe je ermee omgaat. Bijvoorbeeld door een activiteit aan te passen aan de weersomstandigheden of door een beloning in het vooruitzicht te stellen voor het trotseren van slecht weer. Of door goed weer aan te grijpen om iets te gaan doen. Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

Waarde gezondheid

Een waarde is iets dat iemand belangrijk vindt in het leven. Iemand die relatief veel waarde hecht aan gezondheid is gemotiveerd om een goede gezondheid na te streven. Dat kan een drijfveer zijn om meer te lopen.

Deze gedragsbepaler is te beïnvloeden via de volgende techniek(en). Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

Veilige omgeving

Een omgeving kan als veilig of onveilig worden ervaren. Denk aan verkeersveiligheid of sociale veiligheid. Als mensen een omgeving als onveilig ervaren, dan kan dit een drempel zijn om te gaan lopen.

De veiligheid van de omgeving is feitelijk een basisvoorwaarde. Als de omgeving echt onveilig is, is het nodig om hulp te zoeken bij gemeente of handhaving. Het realiseren van een veilige oversteekplaats, kan de ervaren verkeersveiligheid bijvoorbeeld al flink verbeteren. Meer toezicht in het park verbetert de sociale veiligheid.

Gaat het meer over hoe mensen de veiligheid ervaren, dan zijn er nog andere mogelijkheden. Bijvoorbeeld door de omgeving aantrekkelijker te maken. Of door mensen te helpen met een gevoel van (sociale) onveiligheid om te gaan. Bij dat laatste kunnen als-dan-intenties helpen. Bijvoorbeeld: ‘als het donker is, dan loop ik samen met iemand anders’. Een andere invalshoek: mensen op sleeptouw nemen en laten ervaren dat het minder onveilig is dan ze wellicht denken.

Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

Social modelling

Als mensen rolmodellen zien lopen, dan is de kans groter dat zij dit gedrag zelf ook gaan vertonen. Een rolmodel hoeft geen bekende Nederlander te zijn, het kan ook iemand van school zijn, of een collega, of iemand die lokale bekendheid geniet.

Deze gedragsbepaler is te beïnvloeden via de volgende techniek(en). Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

Sociale ondersteuning

Sociale ondersteuning gaat over de ondersteuning die iemand vanuit zijn sociale omgeving voelt als het gaat om lopen. Zijn familie, vrienden of collega’s positief over iemands voornemens, zijn ze onverschillig of keuren ze het af? En helpen ze je bij het gaan lopen? Bijvoorbeeld met een herinnering of door samen te lopen?

De support van gezin, collega’s of buren is niet zomaar te beïnvloeden. Wat wel kan is een aanpak ontwikkelen waarin sociaal contact centraal staat. Deelnemers kunnen dan nieuwe mensen aan hun sociale netwerk toevoegen die hun voornemens wel steunen. Een andere invalshoek is om een bekende zoals een begeleider of iemand uit de loopgroep een rol te geven bij het helpen herinneren. Zorg bijvoorbeeld dat iemand wordt opgebeld of een tekstberichtje ontvangt. Ook beloningen geven in de vorm van een compliment door de trainer of groepsgenoten kan het gevoel van steun versterken.

Klik op een techniek voor een beschrijving en om praktijkvoorbeelden te zien waarin de techniek – mogelijk in een andere vorm en voor een andere doelgroep – is toegepast.

Sociale norm

De sociale norm beschrijft welk gedrag typisch of normaal is, maar ook welk gedrag gewenst is in de omgeving. Wat we anderen zien doen, of wat anderen van ons verwachten, beïnvloedt ons gedrag. Dus: als we mensen om ons heen een lunchwandeling zien maken, gaan we dat zelf ook eerder doen. Gedrag kan aanstekelijk werken.

Deze gedragsbepaler is te beïnvloeden via de volgende techniek(en). Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

Korte termijn boven lange termijn

Mensen zijn geneigd om een kleinere beloning in het heden zwaarder te wegen dan een grotere beloning later. Dus liever gemak nu (blijven zitten of met de auto gaan), dan positieve effecten later (goede mentale en fysieke gezondheid). Vooral bij pubers speelt deze zogeheten present bias.

Deze gedragsbepaler is te beïnvloeden via de volgende techniek(en). Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

Lopen als ontspanning zien

Wanneer iemand lopen associeert met ontspanning, kan dit leiden tot meer lopen.

Deze gedragsbepaler is te beïnvloeden via de volgende techniek(en). Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

Intentie om te lopen

Een intentie is het voornemen om te gaan lopen, bijvoorbeeld om dagelijks een ommetje te maken van 10 tot 20 minuten. Intentie is een sterke voorspeller van gedrag, maar door andere gedragsbeïnvloeders (afhankelijkheid van anderen, gewoonte, inertia, weer) kan iemand worden tegengehouden daadwerkelijk te gaan lopen.

Deze gedragsbepaler is te beïnvloeden via de volgende techniek(en). Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

Inertia

Inertia is een weerstand tegen veranderen omdat dat energie kost. “Ik wil, maar ik doe niet.” Iemand wil wel gaan lopen, maar heeft de puf niet om het te doen en blijft lekker op de bank hangen.

Deze gedragsbepaler is te beïnvloeden via de volgende techniek(en). Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

Gewoonte

Een gewoonte is een voorspelbaar, regelmatig terugkerend gedragspatroon. Bijvoorbeeld met de fiets naar de supermarkt gaan. Een gewoonte veranderen kost energie. Daardoor kan het lastig zijn om lopen in je alledaagse patroon op te nemen. Als het je gewoonte is om met de fiets naar de supermarkt te gaan, kun je uit automatisme op de fiets stappen, ook al had je jezelf voorgenomen te gaan lopen.

Deze gedragsbepaler is te beïnvloeden via de volgende techniek(en). Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

>