‘The walking being. Eigenlijk was ik altijd meer een cycling being. Maar sinds een paar jaar ben ik ook een echte loper geworden. Het begon in 2017 toen ik Jim Walker van Walk21 ontmoette en de wereld van de wandelaar zich aan mij openbaarde.
Twee jaar geleden hadden we nog een echte wandel naar je werkdag. We liepen met een grote groep collega’s van centraal station naar ons kantoor De Rotterdam op de Wilhelminapier. Een goed begin van de dag en ook wel een eyeopener voor mij. Want ik fietste eigenlijk altijd naar kantoor, maar lopend bleek het ongeveer een half uur te zijn. Dat viel me best mee dus na die dag ben ik dat vaker gaan doen. Gewoon af en toe als ik er zin in had.
En tijdens die wandeling liep ook Jim Walker met ons mee. Hij was in de stad voor de voorbereidingen van Walk21. Zoals jullie wel weten is het mede dankzij dit congres gelukt om de voetganger op een voetstuk te zetten in Rotterdam. In ieder geval in ons beleid en hopelijk ook steeds meer op straat. De timing van de lancering van Rotterdam Loopt kon wat dat betreft niet beter, nu lopen (voor een deel van ons) een nationale hobby is geworden. En de urgentie is hoog als we de cijfers over bewegingsarmoede zien…
Lopen hoort toch ook wel echt bij het DNA van Rotterdam. Al is het alleen al in de taal. Want Rotterdammers hebben nogal de neiging om overal het woord lopen voor te plakken. Lopen te lopen dus. En het loopt inmiddels ook best lekker moet ik zeggen. We zijn nu bezig met het actieplan waarin we allerlei verschillende projecten aan het opzetten zijn, maar waarbij we ook proberen om zoveel mogelijk samen op te lopen met andere projecteren programma’s in de stad. En ook onze samenwerking in de City Deal is daar onderdeel van.
Weer terug naar het thema van deze dag. Volgens de wandeltest ben ik een spontane wandelaar en daar herken ik mezelf ook wel in. Het zijn geen vaste momenten, maar ik doe het gewoon wanneer ik zin heb. ‘s Ochtends vroeg, even tussendoor wanneer ik vastloop in m’n werk, tijdens een belletje met een collega of luisterend naar een podcast, ‘s avonds nog net even snel voor de avondklok. En natuurlijk wandelingen met vriendinnen nu we nog steeds niet in een café kunnen afspreken…
Dus ja, wandelen doe ik eigenlijk tijdens alle werkdagen en niet alleen vandaag. Ik heb het inmiddels echt geïntegreerd in mijn dagelijkse routine. Helemaal nu ik ook een fitbit heb. Ik ben niet zo erg dat ik tijdens het koffiezettenen of tandenpoetsen op m’n plek ga staan te lopen, maar ik moet zeggen dat het toch wel een sport is geworden om die 10.000 te halen.
En het leuke voor een walking cycling being als ik, is dat een ritje op de fiets ook gewoon meetelt!’
Jose Besselink
Jose Besselink is strategisch adviseur bij de Gemeente Rotterdam. Zij sprak deze column uit tijdens een City Deal dag in 2022. Deze bijdrage is een onderdeel van de Walking being columns, een reeks van persoonlijke verhalen over Lopen van mensen die actief samenwerken in de City Deal Ruimte voor Lopen.
“Dertig jaar geleden werd ik als schoolverlater aangenomen voor mijn eerste baan; bij de Voetgangersvereniging VBV in Den Haag. In een statig pand aan het Emmapark in Bezuidenhout mocht ik Emile Oostenbrink opvolgen als verkeersadviseur en kwam ik onder de hoede van Rob Methorst. Twee bekende namen die nog steeds veel betekenen voor de voetgangerswereld. Hier raakte ik besmet met – zoals ik het zelf noem – het voetgangersvirus.
Jaren later ging ik aan de slag ging bij de gemeente Den Haag waar een van mijn eerste acties het schrijven van een Zebranota was. Ik vond dat er voor het toepassen van zebra’s in Den Haag teveel werd geredeneerd vanuit de auto (schijnveiligheid!) en niet vanuit de behoefte van de voetganger. Die Zebranota staat nog steeds als geldend beleid. Hij is zo oud dat er geen digitale versie van is, alleen een scan van het gedrukte exemplaar 😊.
De Voetgangersvereniging had de afkorting VBV van de oorspronkelijke naam de Vereniging voor Bescherming Voetgangers. Dat was ook het oorspronkelijke doel: zorgen dat voetgangers beschermd worden tegen het al maar toenemende autoverkeer. Van oorsprong een Haagse vereniging, een beetje beschaafde club van mensen van goede komaf (van het Zand, zouden ze hier zeggen). Heel anders dan de veel radicalere clubs als Stop de Kindermoord (het latere Kinderen Voorrang) en de Fietsersbond.
Ludieke actie
Ik herinner me nog goed dat we in 1993 een ludieke actie hielden. In de Haagse Grote Markstraat hielp een straattheatergroep mensen op een grappige manier om veilig over te steken. Toen was dit nog een echte verkeersader met bussen, trams en autoverkeer. Het was ook de hoofdwinkelstraat van de stad, met aan de ene kant van de Bijenkorf en aan de andere kant de V&D. Hier lag een zebrapad met verkeerslichten met waarschuwende bordjes erbij ‘door rood, hier al zoveel doden’.
Grote Marktstraat in 1995: Beeld: Gemeente Den Haag
Inmiddels is de Grote Marktstraat het exclusieve domein voor voetgangers. De auto’s en bussen zijn verdwenen en de tram rijdt onder de grond. Voor de fietsers wordt naarstig gezocht naar een goede alternatieve route, want op de drukke momenten zitten voetgangers en fietsers elkaar hier flink in de weg. Of dat het resultaat was onze actie? Nee, de plannen van de gemeente lagen er al, maar het heeft vast geholpen.
Grote Marktstraat in 2016: Beeld: Jurriaan Brobbel
Fusie In mijn tijd bij de Voetgangersvereniging lag de nadruk op verkeersveiligheid. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat, onze subsidieverlener, vond het niet efficiënt dat er meerdere belangenorganisaties waren voor verkeersveiligheid. De Voetgangersvereniging moest fuseren met Kinderen Voorrang! en Veilig Verkeer Nederland. Aanvankelijk onder de naam 3VO om de verschillende identiteiten van de 3 organisaties uit te drukken. Maar al gauw werd het Veilig Verkeer Nederland en verdween de belangenbehartiger voor voetgangers langzaam uit beeld.
De fusie heb ik niet meer meegemaakt, maar het ging me wel aan mijn hart dat de vereniging van het toneel verdween. De Fietsersbond echter floreerde als nooit tevoren. Fietsen was hot. Het belang van fietsen voor een efficiënt mobiliteitssysteem werd steeds meer omarmd. In steeds meer steden en dorpen verschenen rode lopers om de fietser ruim baan te geven. Een positieve ontwikkeling, maar door de belangstelling voor fietsen verdween de voetganger meer en meer naar de achtergrond.
Terug naar de menselijke maat De laatste jaren keert gelukkig het tij en groeit de belangstelling weer voor lopen. Steeds meer mensen zien in dat het mobiliteitssysteem moet veranderen als we steden en dorpen leefbaar en bereikbaar willen houden. Naar vervoerswijzen die minder ruimte innemen en die schoon en veilig zijn. Terug naar de menselijke maat. Lopen is daarbij een essentiële schakel. En lopen is meer dan een manier van verplaatsen. Het draagt bij aan de gezondheid, de levendigheid en economische vitaliteit en is bovendien laagdrempelig. Want iedereen kan lopen.
De hernieuwde belangstelling voor lopen verenigt ons weer. Er bestaat weer een voetgangersvereniging, een Wandelnet, een Stichting MensEnStraat, een platform Ruimte voor Lopen. Steden slaan de handen ineen in de City Deal Ruimte voor Lopen. Het voetgangersvirus heeft mij nog steeds goed te pakken en steeds meer mensen raken ermee besmet. En niet alleen voor het werk heeft het virus mij te pakken. In mijn vrije tijd loop ik graag. Iedere thuiswerkdag start ik steevast met een flinke wandeling. Lopen is voor mij een manier van leven geworden.”
“Lopen is voor mij een manier van leven geworden.”
Jacqueline Pieters
Deze bijdrage is een onderdeel van de Walking being columns, een reeks van persoonlijke verhalen over Lopen van mensen die actief samenwerken in de City Deal Ruimte voor Lopen.
Jacqueline Pieters sprak deze column uit in in december 2022. Jacqueline Pieters zet zich als Programmamanager mobiliteit Gemeente Den Haag in voor de voetganger. Tegenwoordig werkt Jacqueline voor de gemeente Utrecht.
Vandaag donderdag 1 december is het congres ‘Gamechangers in de Bouw & Infra’. Met extra veel aandacht voor lopen – wat zijn wij daar blij mee! Eén van de sprekers is onze programmaleider Martine de Vaan. “Het specifiek ontwerpen voor een wandelvriendelijke stad is een echte gamechanger”, vindt zij.
“De ruimte voor voetgangers is een restpost”, vertelt zij aan het platform ‘Duurzaam Gebouwd.’ “De stoepen staan vol met obstakels als lantaarnpalen, afvalbakken, fietsen en tegenwoordig ook laadpalen. Op de rijbaan zie je dat nooit. Heb je weleens een lantaarnpaal midden op de rijbaan gezien?”
Nog meer om trots op te zijn! Afgelopen donderdag hebben we een gloednieuwe editie van ons magazine gelanceerd. Met als inspirerende titel LOPEN. Tijdens het Nationaal Voetgangerscongres overhandigde ‘onze’ Martine de Vaan, projectleider van City Deal Ruimte voor Lopen de gedrukte versie aan Gerdien Rots (Wethouder van Mobiliteit gemeente Zwolle).
Ook online versie!
Tegelijkertijd verscheen het magazine LOPEN online. Barstensvol interessante interviews, inspirerende voorbeelden en indrukwekkende stappen die worden gemaakt op het gebied van lopen. Van de voetganger in de gemeente Coalitieakkoorden tot een groene, gezonde stad. En van de Schoolstraat tot de 15-minutenstad. Het ene onderwerp is nog interessanter dan het andere en we belichten lopen in al z’n facetten.
Terugkijken en vooruitkijken
Verder biedt het magazine LOPEN een inkijkje in welke stappen we in het tweede jaar van de City Deal Ruimte voor Lopen zetten. En: wat heeft de toekomst voor ons in het verschiet? Al onze partner-organisaties krijgen een gezicht en inspireren met uiteenlopende initiatieven.
Wil je het magazine in gedrukte versie ontvangen? Stuur dan een e-mail naar citydeal@ruimtevoorlopen.nl met jouw gegevens.
Derk van der Laan, zelfstandig schrijver en redacteur
Gemeenten en organisaties kunnen veel doen om mensen meer te laten lopen. Dat blijkt tijdens het eerste Open Huis City Deal Ruimte voor Lopen op 5 juli 2022. Bestuurders, specialisten en andere professionals reiken hun belangrijkste ‘tips en tools’ aan. Hella van der Wijst, journaliste en loop-enthousiast (KRO tv-programma De Wandeling) gaat met hen in gesprek. Online en in de zaal bij Beeld & Geluid in Den Haag maken volgers de interviews en presentaties mee.
Meer aandacht voor lopen = urgent
Meer aandacht voor lopen is urgent, schetst Martine de Vaan, projectleider van de City Deal Ruimte voor Lopen: “Veel mensen lopen en genieten daarvan. Maar er valt heel wat te verbeteren, zeker voor iedereen die iets minder flexibel is dan de gemiddelde gezonde Nederlander. Een scheve stoeptegel weerhoudt mensen ervan om naar buiten te gaan”.
CityDeals helpen steden versterken
Frank Reniers, Programmamanager van Agenda Stad, legt uit hoe City Deals steden helpen versterken. Een voorbeeld is de afgeronde City Deal Klimaatadaptatie. Een geslaagde toekomstgerichte samenwerking tussen belangrijke partijen. Wat verwacht hij van deze Deal? “Ik vertrouw hier ook op zo`n succes. Een miljoen woningen bouwen kan alleen met meer lopen en dat is nog onvoldoende in het vizier bij gemeenten. Stap voor stap werken we daar nu aan”.
Troep van de stoep
Annemieke Molster, stedenbouwkundige en auteur van het boek ‘Loop!’, toont goede voorbeelden van herinrichting, zoals de Groene Loper in Breda. Maar regelmatig wordt bij projecten niet gedacht vanuit voetgangers zelf en hun looplijnen. Haar tips voor gemeenten? “Stel een doel, zoals bijvoorbeeld meer tevreden burgers. Zet daarna het voetgangersnetwerk op je netvlies. Wat heb je en wat wil je? Doe tellingen, gebruik kaarten. Kijk over plangrenzen heen, want te vaak stopt een route abrupt. Waarmee beginnen? Met troep van de stoep. Ruimte is er al en die hoef je alleen maar vrij te maken”.
André de Wit, adviseur mobiliteit van de gemeente Rotterdam: “Bij ons gebruiken we meer de benenwagen dan in andere steden, ondanks de vele lege ruimtes en langere afstanden. Een gedreven wethouder in het vorige college, maar met steun van alle wethouders, heeft een aantal ingrepen in de binnenstad aangejaagd. Aantrekkelijke voetgangersgebieden zijn ontstaan zoals het Binnenrotteplein. Een prima plek als verbindingsroute en als verblijfsgebied. De nieuwe coalitie zet het beleid voort met veel aandacht voor toegankelijkheid en autoluwe gebieden”.
Lopen is leven
In haar gesproken column gaat Patty Muller uit van de belevingswereld van de voetganger. Zij is voorzitter van de Voetgangers Vereniging Nederland. Ruimte voor lopen is ruimte voor leven en zou in de dagelijkse praktijk centraal moeten staan: “Heel anders dan fietsen, waarbij je altijd een zekere oogklep op moet hebben. Fietsend kijk je nauwelijks links of rechts, daar kom je niet aan toe. Een kind van vier moet vooral lopen, spelen en onverhoedse, kriskras bewegingen kunnen maken: nodig voor de ontwikkeling van de hersenen”.
Productiever dankzij lopen
Femke Hulshof is projectleider bij ‘Werken in Beweging’, een samenwerkingsverband van Wandelnet en de Fietsersbond. Zij biedt faciliteiten en kant en klare tools voor bedrijven die medewerkers meer willen laten lopen. Soms is goede motivatie de invalshoek, soms financiële voordelen. Zo becijfert een rekentool productiviteitsstijging en afname van ziekteverzuim wanneer medewerkers, bijvoorbeeld, twee keer per week een uur lopend overleggen. “Beloon lopers op allerlei manieren”, adviseert zij. “Geef ze voorrang in de lunchrij. Zet in agenda`s een overleg buiten als standaard optie”.
Medewerkers verleiden tot bewegen lukt, maar vereist regelmatig opnieuw aandacht. Dat is de ervaring van Marjan den Braber, directeur Marktgroep Water, Klimaat en Landschap bij Arcadis. Het bedrijf kent al jaren een vitaliteitsbeleid. “Regelmatig achter de computer vandaan komen als blijvende sociale norm, is een kwestie van herhaling. Stimuleringsprogramma`s hebben regelmatig een impuls nodig, globaal één keer per jaar schat ik. Wij kijken ook hoe je thuiswerkers in beweging krijgt. Met het sponsoren van sta-bureaus doen wij daarin een eerste stap”.
Hella van der Wijst vraagt aan Govert de With, beleidsadviseur verkeer en openbare ruimte van de gemeente Amsterdam, wat de stad doet om voetgangers te helpen, gegeven de schaarse ruimte: “Het is lastig kiezen, er zijn veel gevechten om de vierkante meter, of zelfs centimeter. Terrassen en groen kunnen ten koste gaan van loopruimte. Lopen wordt wel steeds meer gezien als onderdeel van het hele straatleven, zoals Patty Muller aangaf. Zo leveren lagere snelheden een meer leefbare stad op. Amsterdam wil in een jaar of wat in één keer de standaard van 50-kilometer snelheid omdraaien in 30 kilometer. Dat gebeurt voor een groot deel van de stad”.
Snoepwinkel
Burgemeester Simon de Boeck van het Vlaamse Gooik, tevens architect, vergelijkt drie grote steden die voetgangers meer ruimte geven. Barcelona bereikte aanvankelijk veel door abrupt een andere straatinrichting door te voeren en quasi autovrije zogenaamde superblokken te maken (‘tactical urbanism’). Na zo`n voldongen feit werd vervolgens de weerstand overwonnen. Later ging de stad meer inzetten op een mooi ontwerp en vroegtijdige, intensieve participatie.
Een loopvriendelijker stad maken blijkt in Londen vooral een apolitiek onderwerp. Voor de verkiezingen liet negentig procent van de bevolking weten dit accent op parken en vergroening te ondersteunen. Alle kandidaat-burgemeesters namen deze keuze over.
In Parijs geldt sterke polarisatie, maar won een gemeentebestuur met een sterk voetgangersvriendelijk programma twee keer de verkiezingen. Bewoners hebben veel zeggenschap over projecten in hun directe woonomgeving. Parijs wordt zo wel minder coherent dan Barcelona, daar wordt meer van bovenaf op consistentie gestuurd.
Wat kunnen we leren?
Martinede Vaan: “Deze ervaringen zijn bij elkaar een ware snoepwinkel waaruit je kunt kiezen voor je eigen methoden en financieringsstrategieën. In deze City Deal werken we met veel partijen aan vernieuwing, maar we hebben meer gemeenten nodig die dezelfde druk gaan uitoefenen op deze verandering.
De komende tijd gaan we binnen de City Deal verder aan de slag met de ideale voetgangersstad. In september dragen we bij aan de Dag van de Stad, samen met de City deal Openbare Ruimte. En in oktober komt ons tweede Magazine uit rond het Nationaal Voetgangerscongres”.
Wil je het eerste Open Huis terugzien?
Benieuwd naar de tips en tools die bestuurders, specialisten en andere professionals aanreiken? Kijk nu terug hoe journaliste Hella van der Wijst met hen in gesprek gaat: bekijk het Open Huis online.
Hoe kunnen gemeenten haar inwoners verleiden om (meer) te gaan lopen? Samen met Alles is Gezondheid ontwikkelden we de infographic ‘Verleiden om te Lopen’. Om beleidsmakers op het gebied van ruimte en sociale zaken te helpen bij hun zoektocht naar het best passende loopinitiatief. Deze presenteren we vandaag, 7 juni 2022, de eerste dag van de week van de Gezonde Jeugd
Verleiden om te Lopen bundelt alle alle loopinitiatieven
Op 16 mei lazen we in een CBS-rapport dat ruim de helft van alle Nederlanders te weinig beweegt. Gelukkig zijn er tegelijkertijd verschillende initiatieven die verleiden om te lopen. Die lopen stimuleren. Op dit moment zijn dit allemaal losse stukjes, maar wij willen de puzzel compleet maken: wij willen alle loopinitiatieven bundelen tot een handig overzicht. Vanuit deze behoefte is de infographic ontstaan.
Focus op gedrag
Belangrijkste focuspunt is gedrag. Een aantrekkelijke inrichting van de openbare ruimte stimuleert ook om te wandelen. We onderscheiden in de infographic de volgende thema’s: Gezondheid & Zorg, Werk,Groen,Mobiliteit,Onderwijs, Buurt, Recreatie & SportCentrum. Elk thema geeft actuele kennis, tips voor hoe je dit in de praktijk brengt en praktijkvoorbeelden. De best practices zijn gebundeld als inspiratie. Bijzondere aan de infographic is dat ‘ie leeft: periodiek vullen we hem aan met de meest actuele documenten en voorbeelden. Wel zo handig, want kennis verandert continu!
Zo’n tien keer per jaar komen we met alle deelnemers samen voor de City Deal Dag, op de tweede donderdag van de maand. 4 keer per jaar is dit op een locatie in plaats van online en op 14 april was dit in Amsterdam. Op een stralende en leerzame dag.
De City Deal Ruimte voor Lopen bestaat uit 3 werklijnen:
1) de ideale voetgangersstad 2) samen oplopen: organiseren van integraliteit 3) verleiden om te lopen
Amstel III
Een werkgroep van werklijn 1 bezoekt in de ochtend een gebied nabij Amsterdam Arena wat Amstel III wordt genoemd. De werkgroep wordt voordat ze op pad gaan meegenomen in het mobiliteitsplan voor het gebied, met twee presentaties. De overgang van kantorengebied naar woon-werk-gebied is hier een hele uitdaging! De menselijke maat moet terugkomen, door verbeterde openbare ruimte en veel groen. Ook de voetganger krijgt een belangrijke plek. Als voorbeeld dient de vier-baans-autoweg die straks plaatsmaakt voor het Hondsrugpark. Inspirerend!
In Amstel III
Tolhuistuin
Een andere werkgroep organiseert de bijeenkomst bij de Tolhuistuin. Zittend op het beneden-terras in de volle zon nemen ze de gezamenlijke actiepunten door en toetsen ze de plannen bij elkaar. Aan bod komen:
een wegwijzer of checklist voor de omgevingsvisie en eventueel het omgevingsplan;
het onderzoek van Human Kind naar het gedrag in de publieke ruimte bij 4 gemeenten: Den Haag, Groningen, Nijmegen en Rotterdam; en
fotovergelijkingen van vroeger en nu met inspiratie voor meer ruimte voor lopen.
Plenaire sessie
Daarna is het tijd voor de gezamenlijke middag in de Expo-zaal van de Tolhuistuin. Een zaal met prachtig uitzicht over het IJ, het fiets- en voetpad van de pont richting het Eye Museum. Inspirerender kan haast niet! Om 13.30 trapt Fokko Kuik af met zijn walk-being-gast-column. Hij vertelt over zijn eigen ervaring als Amsterdamse voetganger. Én over hoe de voetganger lang het ondergeschoven kindje was (en nog steeds een beetje is) bij mobiliteitsbeleid en gebiedsontwikkeling. Een interessante presentatie over de gebiedsontwikkeling van het Noorderpark volgt, waarbij we inzoomen op beweeggedrag en verblijf voor en na de verandering. Kort samengevat: mensen bewegen meer in het park. Goed nieuws!
Altijd mooi om te horen over succesvolle, groene initiatieven, maar die moeten we natuurlijk ook zien met eigen ogen! Na de presentatie maken we een mooie wandeling door het Noorderpark, waar we een kennisquiz doen.
Het programma eindigt met een wandelende presentatie door stichting Gezond Natuurwandelen die ons vertelt over haar maatschappelijke project. Met wandelgroepen gaan zij eenzaamheid te lijf in 9 provincies, 65 gemeenten en 120 locaties.
Presentatie van de GGD over transformatie van het Noorderpark
“Natuur in de stad biedt veel voordelen: het verbetert de biodiversiteit en is dus goed voor de natuur zelf. Het vangt water op, wat noodzakelijk is om overstromingen bij piekbuien te voorkomen. Daarnaast verhoogt een mooi park, eigen tuin of groenstrook de waarde van vastgoed en verbetert het vestigingsklimaat voor bedrijven. Of het nu gaat om een horecagelegenheid of een autoshowroom is: groen dichtbij levert klandizie op.
Meer natuur in de stad is dus een win-win-win situatie voor natuur, economie en mens. Maar het heeft nog een groot voordeel dat niet bij iedereen even goed bekend is: een betere gezondheid. Intuïtief herkent iedereen allang dat natuur gezond is en gelukkig is er ook stevig wetenschappelijk bewijs. Maar hoe werkt natuur dan precies in op onze gezondheid?
Aangeboren voorliefde Volgens de Biophilia-hypothese heeft de mens een aangeboren voorliefde voor natuur. Het grootste deel van de evolutie woonde de mens midden in de natuur en was volledig afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen. En nog steeds hebben mensen positieve associaties met natuur: die zoeken we op in vakanties en onze vrije tijd, om te ontspannen. Voor dokters onvoldoende bewijs, dus keken we diepgaander naar de mechanismes die de gezonde werking van natuur kunnen verklaren. Dat zijn er vier:
Ten eerste: de omgevingskwaliteit. Grote bomen bieden door hun schaduw en verdamping een sterk verkoelend effect. Ook struiken, planten en gras helpen met verkoelen, terwijl beton, asfalt en stenen hitte juist vasthouden. Een groene omgeving in de stad kan zo tot wel zes graden koeler zijn dan een versteende wijk. Dat is belangrijk voor de gezondheid van baby’s en voor oudere mensen; zij voelen minder goed of ze oververhit raken of dorst hebben.
Tijdens iedere hittegolf sterven honderden ouderen. Zij durven dan amper naar buiten als daar geen koele plek in de schaduw is. Klimaatverbond Nederland combineerde samen met Alliantie Een tegen Eenzaamheid hitte-eiland kaarten met gegevens waar eenzame mensen wonen. Wat bleek? Veel eenzame ouderen wonen juist in versteende wijken. Investeren in groen zorgt ervoor dat deze groep toch naar buiten kan voor een ommetje of om elkaar in het park te ontmoeten.
Gezonde leefstijl Het tweede punt is de leefstijl: groen nodigt op alle fronten uit tot een gezondere leefstijl: we bewegen meer, ontspannen beter, eten meer groente en fruit, we slapen beter, hebben meer sociaal contact en ervaren meer zingeving in een groene omgeving. Gezonde leefstijl is cruciaal voor de omslag van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag. Als ons lukt, gaat het veel zorgconsumptie schelen. Natuur kan daarbij dus helpen.
Groen is ook weldadig voor ons brein, mijn derde punt. Ons aandachtsysteem heeft het makkelijker: door de kleur groen maar ook herhalende patronen van fractalen (dat is een herhalend ‘grafisch’ patroon, bijvoorbeeld bij de stam van een boom, de takken en de bladeren) maken ons brein rustiger. Het hoeft minder prikkels te verwerken. In de stad is er meer visuele onrust.
In de natuur is er ook meer ruimte voor andere functies van ons brein; voor creativiteit, of voor introspectie. Het klopt dus dat je andere gesprekken voert als je in het groen loopt en ook dat je op een andere manier nadenkt over je eigen leven. En ja, mensen ontspannen ook makkelijker in de natuur. Ziehier de verklaring voor jouw voorkeur voor een groene route tijdens je weeting of wandeling naar het station. Maar ook voor het succes van de wandelcoach of buitenpsycholoog.
Immuunsysteem Tot slot; de microbiologie. Bomen en planten scheiden fytonciden uit die inwerken op ons immuunsysteem. Bij kleine groepen gezonde mensen is aangetoond dat hun natural killer cells tot wel 30 dagen sterk verhoogd bleven na een wandeling van anderhalf uur in een gemengd bos. En deze cellen zijn belangrijk bij afweer tegen corona, hartvaatziekten, kanker en allerlei andere ziekteverwekkers. Het is nog niet aangetoond bij specifieke ziektes en dus zijn zorgkostenbesparingen nog niet altijd keihard aantoonbaar. Een hoopvol gegeven!
En als je lekker loopt in het bos: vergeet dan niet de bomen en planten aan te raken. Ook dat levert ook ons veel op: de bacteriën en schimmels die de planten en bomen bij zich hebben beschermen niet alleen zichzelf, maar verrijken ons mengsel aan micro-organismen op onze huid en in onze darmen. En dat helpt ons te beschermen tegen ziekten. Kortom: een boom knuffelen tijdens je wandeling is een heel goed idee! Of het gras even aaien. Ze doen veel goeds voor ons. Daar mogen ze best wel eens schouderklopje voor ontvangen!”
Meer weten: Annette Postma schreef samen met Jolanda Maas de Handleiding Natuur en Gezonde Leefstijl, wetenschappelijke onderbouwing van de relatie tussen natuur en gezondheid
Annette Postma
Annette Postma werkt als Netwerkadviseur groen bij Alles is Gezondheid. Ze sprak deze column uit in 2021.
Deze bijdrage is een onderdeel van de Walking being columns, een reeks van persoonlijke verhalen over Lopen van mensen die actief samenwerken in de City Deal Ruimte voor Lopen.
Nu de City Deal Ruimte voor Lopen een jaar bestaat is het tijd voor een fysieke ontmoeting. En helemaal nadat de City Deal dagen 9 keer online plaatsvonden. Op 11 november komen de deelnemende partijen van de City Deal Ruimte voor Lopen samen in stadslab RAUM in Leidsche Rijn (Utrecht).
De deelnemers zijn samen een groot en gemotiveerd gezelschap, waaronder vertegenwoordigers van 9 gemeentes, Amersfoort, Amsterdam, Den Haag, Groningen, Leeuwarden, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg en Zwolle. Betrokken maatschappelijke organisaties en kennis- en onderwijsinstellingen maken de groep compleet. Op de City Deal pagina lees je welke partijen deelnemen.
De vertegenwoordigers van de 28 partijen die actief betrokken zijn bij de City Deal ontmoeten elkaar vandaag in levenden lijve. De aftrap is ’s ochtends bij station Utrecht Centraal met een stevige ochtendwandeling naar de locatie van RAUM, via een groene route en de Daphne Schippersbrug. Bijzonder is het lopen over het dak plateau van de A2, de Leidscherijntunnel, waar de snelweg niet te zien of horen is. De wandeling doorkruist de ‘Kwiek-beweegroute’, met bewegingsoefeningen voor alle leeftijden. Met het gebruik van stickers en straatmeubilair laat de route zien hoe je de oefeningen tijdens je wandeling kunt uitvoeren. De gemeente Amersfoort, deelnemer aan deze City Deal, kent de Kwiek-beweegroutes en deelt daarover de succesverhalen.
‘Leidsche Rijn is eigenlijk best dichtbij’
Aangekomen bij RAUM wordt het gezelschap verwelkomd door Daniël, de gastheer. Voorafgaand aan de lunch werken de deelnemers aan de werklijnen van de City Deal. De 28 partijen vormen samen de coalitie en zijn verdeeld in 5 samenwerkingsverbanden, die de toepasselijke titel ‘mini-coalities’ dragen. Deze mini-coalities hebben verschillende aandachtspunten en werken sinds een jaar in groepsverband samen aan meer ruimte voor lopen, qua beleid en in de praktijk. De volgende onderwerpen staan centraal:
In deze coalities komen vruchtbare discussies goed op gang en wordt er gereflecteerd op eerdere conclusies. Welke adviezen kunnen we delen met de gemeente van het afgelopen werkbezoek? Het onderwerp bewegwijzering van looproutes staat ter discussie. Maken wandelaars nog gebruik van borden op straat sinds Google Maps? Daarover verschillen de meningen, maar zeker is dat men zich bewuster is van de wandeling zonder gebruik van de telefoon. Borden en pijlen stimuleren een bewuste wandeling, waardoor er meer aandacht is voor het lopen en omgeving. Met een meer bewuste en ontspannen ervaring als resultaat.
De groep luistert aandachtig naar de gemeente vertegenwoordiger die vanuit huis deelneemt en haar visie deelt
Maken wandelaars nog gebruik van borden op straat sinds Google Maps?
Na de heerlijke vegetarische lunch van RAUM start het middagprogramma. Een vast onderdeel van de City Deal dagen is de ‘walking being column’. Elke coalitie brede bijeenkomst start ‘s middags met een column over lopen in de breedste zin van het woord. Eerder al verzorgd door tien andere City Deal-collega’s, was het onderwerp vandaag het boek ‘Het Zoutpad’ van Raynor Winn. Het verhaal over de uitdagende wandelroute langs de kust van Cornwall (Engeland) benadrukte dat “lopen óók romantiek is”.
Omdat dit gezelschap de voordelen van wandelend vergaderen goed kent staat ’s middags een weeting (wandelmeeting) op het programma. Al wandelend bespreken de deelnemers welke onderwerpen en initiatieven de coalities leveren voor de volgende editie van het magazine ‘LOPEN’.
Het dagprogramma
De ‘razende reporter’ van de Rijksoverheid sluit bij het gezelschap aan, voor een reportage over ‘weeten’ en andere manieren van wandelend werken. Zodra die aflevering van ‘Hybride Werken TV’ online staat volgt de video hier.
De deelnemers trotseren een plaatselijke bui en fantaseren samen (lopend in twee- of drietallen) over de vele mogelijkheden en ambities binnen deze City Deal. Welke plannen smeden we voor volgend jaar? Welke onderwerpen en initiatieven lichten we uit en welke acties gaan we ondernemen? In de aanloop naar de tweede editie van het magazine LOPEN brengt de walkshop ons tot onderwerpen, mogelijke titels, illustrerende beelden en verzonnen quotes. Eenmaal terug van buiten presenteren de mini-coalities de uitkomsten van hun wandelend overleg.
Om de dag prikkelend te eindigen, vormt een discussiebijeenkomst het laatste onderdeel van deze City Deal dag. RAUM faciliteert het hybride onderdeel met een groot scherm, zodat twee deelnemers vanuit huis probleemloos kunnen aansluiten bij het programma. De opening van dit onderdeel doet een spreker vanuit huis. Zijn stem is goed hoorbaar over de geluidsinstallatie van de horecagelegenheid. In levenden lijve vertelt de vertegenwoordiger van Rotterdam over de omgevingsvisie en de collega van gemeente Den Haag deelt kennis over de onderzoeken naar de beleving van lopen. En dat de positieve beleving ervan essentieel is om meer mensen lopend in beweging te krijgen.
De mini-coalities denken vervolgens mee over de betrekking van de voetganger in meerdere lagen van beleidsvisie -en plannen. Antwoorden op de volgende vragen worden in de werkvorm ‘wereld café’ doorgeschoven, wat uitnodigt om elkaars ideeën aan te vullen.
De vragen luiden: Hoe veranker je de voetganger in:
De omgevingsvisie?
(mobiliteits)beleid?
Gebieds-/ thema plannen?
Ontwerprichtlijnen/ ontwerpen?
Veel van de plannen zijn gestoeld op gelaagd en complex beleid maar concrete ideeën volgen elkaar in een rap tempo op. Een voorbeeld is de kaarten van voetgangersnetwerken door de steden. Die kun je ontwerpen op verschillende niveaus, zoals groene en rustige wandelroutes en ’s avonds en ‘nachts veilige routes. Maar ook uitstekende looproutes naar O.V.-knooppunten kunnen meer onder de aandacht worden gebracht.
En het belang van omgeving-psychologische principes wordt opnieuw benadrukt. Hoe kan bijvoorbeeld de sociale component van wandelen in en buiten de stad worden geaccentueerd? Worden er al bankjes langs de looproutes tegenover elkaar geplaatst? Is er inbreng van wijkbewoners bij het ontwerpen van nieuwe routes mogelijk? Maar ook logische looproutes tussen prettige verblijfplaatsen binnen het publieke domein van een stad aan elkaar verbinden, zou de wandelbeleving functioneel én prettig maken. Want lopend zien we zo veel meer van onze omgeving. En wist je dat wandelen de rechterhersenhelft stimuleert en daarmee onze creativiteit? Reden genoeg om deze 10e City Deal dag tevreden af te sluiten: want al wandelend is deze club – met elkaar – een stuk verder gekomen.
Tijdens het Nationaal Voetgangerscongres in Den Haag overhandigt Martine de Vaan, projectleider van de City Deal Ruimte voor Lopen, de eerste editie van het magazine LOPEN. De Haagse wethouder Mobiliteit, Robert van Asten, neemt de gedrukte versie in ontvangst. De online versie vind je hier.
In het magazine lees je welke stappen er in het eerste jaar van de City Deal Ruimte voor Lopen zijn gezet. En wat de toekomst ons brengt. Het magazine geeft een gezicht aan de deelnemende partijen en inspireert met uiteenlopende initiatieven.
Wil je het magazine in gedrukte versie ontvangen? Stuur dan jouw (post)adres naar citydeal@ruimtevoorlopen.nl
As vrijdag is het vier jaar geleden dat ik van de een op de andere dag werd geconfronteerd met een nieuwe kijk op mobiliteit. Want op 3 juli 2016, de 3e verjaardag van mijn zoontje Kai, werd mijn partner aangereden door een tegenligger en was onze auto total loss.
Eva was gelukkig gezond en de verzekering betaalde goed uit maar in plaats van te kiezen voor het kopen van een nieuwe auto, stelde mijn vrouw een pilot voor: laten we nadenken over ons mobiliteitsvraagstuk i.p.v. gewoon een nieuwe auto te kopen. Dat is goed voor het milieu en zo vaak gebruiken we hem toch niet, was haar redenatie.
Dit stuitte op de nodige weerstand binnen in mijzelf. Ik vond het idee van een auto voor de deur namelijk wel zo aantrekkelijk. Tegelijkertijd had ik altijd wel al een ambivalente houding tegenover auto’s nadat ik drie keer gezakt was voor mijn rijbewijs en mijn rijinstructeur te kennen gaf dat ik nooit formule 1 coureur zou worden…
En groot als pleitbezorger van pilots, vanwege mijn rol bij Agenda Stad, kon ik bovendien maar moeilijk ageren tegen het voorstel voor een pilot in mijn eigen huishouden.
Daarom begon een traject van verkenningen hoe het verlies van de auto op te vangen. Zo kwamen er twee nieuwe fietsen: een elektrische bakfiets voor Eva en voor mij de snelste racefiets waarop ik Kai nog kon vervoeren. Er kwam een OV kortingsabonnement voor het hele gezin.
En we zijn een appgroep gestart in de straat om te kijken of er mogelijk buren waren die hun auto wilde delen.
Die appgroep had als positieve bijwerking dat we naast deelauto’s nu ook heel veel andere dingen met de buren delen, waaronder de nodige gezellige drankjes tijdens de corona lockdown.
Sluitstuk in ons mobiliteitsvraagstuk was lopen. Nu blijkt, sinds we met deze city deal bezig zijn, dat lopen voor heel veel organisaties het sluitstuk is.
Een gemiste kans heb ik gemerkt in mijn eigen ervaring van de corona lockdown.
Meer dan ooit heb ik, vergaderend en al, gezworven door mijn buurt, genoten van het groen, een ijsje gegeten op onverwachte plekken, jonge dieren zien opgroeien en de nodige zon gepakt.
De wandelende innovatie in mijn vergaderbestaan, kreeg een enorme boost toen ik een artikel in de NY Times las met de titel: Why Zoom is Terrible.
Hierin wordt nauwgezet uitgelegd dat wij niet alleen walking beings zijn, maar op de eerste plaats zeker ook social beings. Die in gesprekken met elkaar enorm vertrouwen op non-verbale communicatie om te controleren of ze nog steeds goed zijn aangesloten op hun gesprekspartner.
Ons hoofd en hart is constant aan het pijlen of de er ander er nog is. En probeert bij te sturen waar mogelijk, om die connectie te versterken.
Bij Skype, Zoom of Webex is dat echter helemaal niet mogelijk omdat onze gesprekspartners op het beeldscherm helemaal niet bezig zijn met jou – de spreker – maar met of hun eigen haar goed zit, het beantwoorden van een dringende mail of het wordt bemoeilijkt omdat je rechtstreeks in de neusgaten kijkt van iemand die zijn telefoon op tafel heeft liggen. Dat is enorm uitputtend voor ons sociale wezens.
Bovendien probeert ons hoofd ook nog eens alle digitale storingen uit onze communicatiestroom te knippen, op een zelfde manier als dat we eigenlijk nooit doorhebben dat we met onze ogen knipperen, omdat de zwarte delen – als je ogen dicht zijn – door onze hersenen er worden uitgeknipt.
Opgeteld maakt dit dat wij na een dag vol zoommeetings enorm uitgeput op de bank liggen, met grote kans op een gevoel van emotionele leegte.
En dat is waar lopen weer om de hoek komt kijken.
Want er is namelijk een beproefd communicatiemiddel wat al deze bijwerkingen niet heeft: de mobiele telefoon. Telefoneren zorgt zelfs voor extra alertheid omdat je alleen je gehoor kan gebruiken. Bovendien is het een stuk intiemer omdat het lijkt alsof iemand rechtstreeks met zijn lippen in je oor praat.
En laat nou net de mobiele telefoon uitstekend combineerbaar zijn met wandelen.
Dus waar ik kan bel ik i.p.v. zoom ik zonder beeldscherm, en geniet ik ondertussen van het groen, de ijsjes, de zon en kleine dieren om me heen. Druk doende met het bedenken van nieuwe pilots en City Deals, waar ik vol weerstand, dan uiteindelijk toch weer enthousiast aan mee doe…
Dit is een column van Frank Reniers, programmamanager Agenda Stad op het ministerie van BZK. Hij sprak deze column uit op een City Deal bijeenkomst in juni 2020.
Deze bijdrage is een onderdeel van de Walking being columns, een reeks van persoonlijke verhalen over Lopen van mensen die actief samenwerken in de City Deal Ruimte voor Lopen.
Ioana Biris wil graag dat mensen meer naar buiten gaan, niet alleen in hun vrije tijd, maar ook tijdens hun werk. Als mede-eigenaar van Nature Desks wil ze mensen laten zien hoe je gezonder kan werken in de stad. In deze column vertelt ze over haar liefde voor lopen. “Je kijkt niet in elkaars ogen, maar hoort elkaars adem en kan elkaar aanraken. Je hebt tijd om goed te luisteren.”
“Goedemiddag,
Mijn naam is Ioana en ik zit in een openbare tuin van een verzamelgebouw voor sociale ondernemingen midden in Amsterdam. Ik zit hier vaak te lezen of te schrijven, ik ontmoet collega’s en we lopen naar parken in de buurt. En iedere keer prijs ik me gelukkig dat ik op deze manier kan werken. Vandaag vieren we de Outdoor Office Day en als initiatiefnemer voel ik me moreel verplicht om het goede voorbeeld te geven. Ik werk dus buiten. Wellicht horen jullie vogels of de stemmen van mijn buren op de achtergrond: buiten werken komt nou eenmaal met vele extra’s.
Ik ben geboren in een land waar stevig wandelen in de bergen of een moestuin hebben bijna een religie is. De relatie met de ‘echte natuur’ is sterk en maakt deel uit het alledaagse leven. Mijn vader is als econoom in kantoren beland, maar buiten zijn is zijn zuurstof. Hij woont in een stad maar snapt het niet helemaal; hij reist, maar verlangt naar zijn bomen. Hij kan zich beter oriënteren in de oneindige bossen in de Karpaten dan op de Amsterdamse grachten. Heeft dat mij ook gevormd? Ik vroeg me soms af of ik 20 jaar geleden toen ik naar Nederland kwam, mezelf had kunnen omschrijven als een ‘walking being’ en buitenmens. Misschien wel maar het was allemaal niet bewust en heel zichtbaar. Past in Amsterdam en nadat ik moeder werk ben langzaam steeds meer een bewuste ‘walking being’ geworden.
Ik werk gevraagd om deze column te schrijven, en tijdens het nadenken over wat ik te melden kan, werd ik mij ervan bewust dat het zijn van een ‘walking being’ meerdere facetten kent. Zal ik schrijven als stadsliefhebber en over de oneindige mogelijkheden van lopen in steden praten: wat je allemaal kan leren en mee kan maken als je een stad te voet – langzaam en met je ogen en hart open – ontdekt? Of liever als sociaalpsycholoog en de toegevoegde waarde van het wandelen opsommen? Over het effect van bewegen op onze gezondheid of over duurzame mobiliteit? Of als bewoner die de stad beter, socialer, groener en leuker wil maken?
Elke dag meer meters maken Ik heb ervoor gekozen om te praten als moeder en een klassiek verhaal te vertellen. Rond de tijd dat mijn kinderen al lang goed konden lopen heb ik rugklachten gekregen; een operatie en revalidatie volgden. Revalidatie van een rugpatiënt is synoniem met lopen dus daar ging ik: langzaam elke dag meer en meer meters maken. Onze kinderen hebben vanaf de eerste dag meegelopen. Eerst omdat ze zich zorgen maakten, daarna omdat het steeds leuker werd. Het eerste jaar waren het ommetjes in de buurt, daarna werden onze wandelingen steeds langer. We gingen lopend naar school op zoek naar de groenste of leukste routes. En we gingen praten, heel veel praten.
Het is nu jaren later, maar we lopen nog steeds heel veel: in Amsterdam om nieuwe buurten te ontdekken of als koeriers om #UrbanNatureAmsterdam kaarten langs te brengen en praatjes te maken met de liefhebbers van stedelijke natuur. We lopen in de bergen als we op vakantie zijn, we lopen in alle steden die op ons pad komen. Soms lopen de kinderen zelfs alleen. We zullen blijven wandelen, rondkijken of ontdekken, soms in stilte maar heel vaak toch pratend. Je kijkt niet in elkaars ogen maar hoort elkaars adem en kan elkaar aanraken. Je hebt tijd om goed te luisteren, je hebt tijd om uitgebreid iets te vertellen, om op talloze nieuwe ervaringen te reageren. Je leert.
We zijn een ‘walking family’ geworden.”
Ioana Biris
Ioana Biris is social psycholoog, onderzoeker en sociaal ondernemer. Ze is mede-oprichter van Nature Desks, een organisatie die mensen wil aansporen om meer naar buiten te gaan en te genieten van de natuur, ook in de stad.
Deze bijdrage is een onderdeel van de Walking being columns, een reeks van persoonlijke verhalen over Lopen van mensen die actief samenwerken in de City Deal Ruimte voor Lopen. Ioana sprak deze column uit tijdens de Outdoor Office Day in 2021.