Het CBS heeft samen met mobiliteitsexperts bedacht hoe je steden zo kunt inrichten dat alle verkeersdeelnemers genoeg ruimte hebben, het verkeer veiliger wordt en de stad prettig is om in te wonen en verblijven. Dit concept wordt de ontwerpmethodiek Lopen in de stad genoemd.
Ontwerpmethodiek
De ontwerpmethodiek ‘Lopen in de stad’ zorgt ervoor dat de beschikbare ruimte in steden op een slimmere en veilige manier gebruikt kan worden. Dankzij een verandering in inrichting worden alle verplaatsingen van voetganger, fietser, automobilist en openbaar vervoergebruiker prettiger en veiliger. En nog een bijkomend pluspunt, de stad functioneert beter.
Voertuigfamilies
Hoe zit de ontwerpmethodiek in elkaar? Voertuigen worden ingedeeld naar ‘voertuigfamilies’. Wat houdt dit in? Een indeling op basis van gewicht. Bij het ontwerpen van straten kijkt de gemeente eerst welke maximum snelheid het beste past bij de functie van de straat. Bijvoorbeeld, is het een winkelstraat of een doorgaande weg? Om dit soort vragen te beantwoorden werken verkeersdeskundigen en stedenbouwkundigen samen. Ook wordt de mening van bewoners, winkeliers en andere betrokkenen gevraagd. Aan iedere maximum snelheid wordt een voertuigfamilie gekoppeld, deze is maatgevend voor het ontwerp van de straat. Bijvoorbeeld: een 10 km/u zone is voor voetgangers, een 20 km/u zone voor fiets-achtigen (normale fietsen, e-bikes, elektrische steps), een 30 km/u zone voor lichte motorvoertuigen en een 50 km/u zone voor auto-achtigen (vrachtwagens enz.).