Lopen is niet voor iedereen ontspannend, voor sommige mensen is lopen naar een bushalte al een grote inspanning. Door je aanpak aanpasbaar te maken aan het niveau van de doelgroep en het individu, kan de aanpak toch een positieve bijdrage leveren.
Denk bijvoorbeeld aan:
- Er zijn minimaal twee niveaus van lopen waar deelnemers uit kunnen kiezen (bijvoorbeeld weinig intensief en normaal intensief).
- De loopniveaus zijn ontwikkeld in samenspraak met de doelgroep.
- Tijdens je aanpak is er ruimte voor reflectie om te kijken welk niveau het beste bij welke deelnemer past.
- Het is voor de deelnemer mogelijk om eigen doelen (bij) te stellen, zodat de doelen uitdagend én haalbaar zijn.
- De begeleider is in staat om activiteiten op verschillende niveaus te bedenken.
Toepassing
Voor een wandelgroep kunnen mensen zich inschrijven voor drie niveaus, bijvoorbeeld dichtbij (500 meter), verder (1,5km) en uitgebreid (2,5km). Uiteraard zijn deze niveaus dan 1afgestemd met de doelgroep. Of bij slecht weer introduceert de begeleider een ludieke paraplutrip, minder lang lopen, paraplu’s mee en af en toe bijkletsen onder een viaduct.