Lopen met Corona

As vrijdag is het vier jaar geleden dat ik van de een op de andere dag werd geconfronteerd met een nieuwe kijk op mobiliteit. Want op 3 juli 2016, de 3e verjaardag van mijn zoontje Kai, werd mijn partner aangereden door een tegenligger en was onze auto total loss.

Eva was gelukkig gezond en de verzekering betaalde goed uit maar in plaats van te kiezen voor het kopen van een nieuwe auto, stelde mijn vrouw een pilot voor: laten we nadenken over ons mobiliteitsvraagstuk i.p.v. gewoon een nieuwe auto te kopen. Dat is goed voor het milieu en zo vaak gebruiken we hem toch niet, was haar redenatie.

Dit stuitte op de nodige weerstand binnen in mijzelf. Ik vond het idee van een auto voor de deur namelijk wel zo aantrekkelijk. Tegelijkertijd had ik altijd wel al een ambivalente houding tegenover auto’s nadat ik drie keer gezakt was voor mijn rijbewijs en mijn rijinstructeur te kennen gaf dat ik nooit formule 1 coureur zou worden…

En groot als pleitbezorger van pilots, vanwege mijn rol bij Agenda Stad, kon ik bovendien maar moeilijk ageren tegen het voorstel voor een pilot in mijn eigen huishouden.

Daarom begon een traject van verkenningen hoe het verlies van de auto op te vangen. Zo kwamen er twee nieuwe fietsen: een elektrische bakfiets voor Eva en voor mij de snelste racefiets waarop ik Kai nog kon vervoeren. Er kwam een OV kortingsabonnement voor het hele gezin.

En we zijn een appgroep gestart in de straat om te kijken of er mogelijk buren waren die hun auto wilde delen.

Die appgroep had als positieve bijwerking dat we naast deelauto’s nu ook heel veel andere dingen met de buren delen, waaronder de nodige gezellige drankjes tijdens de corona lockdown.

Sluitstuk in ons mobiliteitsvraagstuk was lopen. Nu blijkt, sinds we met deze city deal bezig zijn, dat lopen voor heel veel organisaties het sluitstuk is.

Een gemiste kans heb ik gemerkt in mijn eigen ervaring van de corona lockdown.

Meer dan ooit heb ik, vergaderend en al, gezworven door mijn buurt, genoten van het groen, een ijsje gegeten op onverwachte plekken, jonge dieren zien opgroeien en de nodige zon gepakt.

De wandelende innovatie in mijn vergaderbestaan, kreeg een enorme boost toen ik een artikel in de NY Times las met de titel: Why Zoom is Terrible.

Hierin wordt nauwgezet uitgelegd dat wij niet alleen walking beings zijn, maar op de eerste plaats zeker ook social beings. Die in gesprekken met elkaar enorm vertrouwen op non-verbale communicatie om te controleren of ze nog steeds goed zijn aangesloten op hun gesprekspartner.

Ons hoofd en hart is constant aan het pijlen of de er ander er nog is. En probeert bij te sturen waar mogelijk, om die connectie te versterken.

Bij Skype, Zoom of Webex is dat echter helemaal niet mogelijk omdat onze gesprekspartners op het beeldscherm helemaal niet bezig zijn met jou – de spreker – maar met of hun eigen haar goed zit, het beantwoorden van een dringende mail of het wordt bemoeilijkt omdat je rechtstreeks in de neusgaten kijkt van iemand die zijn telefoon op tafel heeft liggen. Dat is enorm uitputtend voor ons sociale wezens.

Bovendien probeert ons hoofd ook nog eens alle digitale storingen uit onze communicatiestroom te knippen, op een zelfde manier als dat we eigenlijk nooit doorhebben dat we met onze ogen knipperen, omdat de zwarte delen – als je ogen dicht zijn –  door onze hersenen er worden uitgeknipt.

Opgeteld maakt dit dat wij na een dag vol zoommeetings enorm uitgeput op de bank liggen, met grote kans op een gevoel van emotionele leegte.

En dat is waar lopen weer om de hoek komt kijken.

Want er is namelijk een beproefd communicatiemiddel wat al deze bijwerkingen niet heeft: de mobiele telefoon. Telefoneren zorgt zelfs voor extra alertheid omdat je alleen je gehoor kan gebruiken. Bovendien is het een stuk intiemer omdat het lijkt alsof iemand rechtstreeks met zijn lippen in je oor praat.

En laat nou net de mobiele telefoon uitstekend combineerbaar zijn met wandelen.

Dus waar ik kan bel ik i.p.v. zoom ik zonder beeldscherm, en geniet ik ondertussen van het groen, de ijsjes, de zon en kleine dieren om me heen. Druk doende met het bedenken van nieuwe pilots en City Deals, waar ik vol weerstand, dan uiteindelijk toch weer enthousiast aan mee doe…

Dit is een column van Frank Reniers, programmamanager Agenda Stad op het ministerie van BZK. Hij sprak deze column uit op een City Deal bijeenkomst in juni 2020.

Deze bijdrage is een onderdeel van de Walking being columns, een reeks van persoonlijke verhalen over Lopen van mensen die actief samenwerken in de City Deal Ruimte voor Lopen.

‘Iedere keer prijs ik me gelukkig dat ik buiten kan werken’

Ioana Biris aan het werk

Ioana Biris wil graag dat mensen meer naar buiten gaan, niet alleen in hun vrije tijd, maar ook tijdens hun werk. Als mede-eigenaar van Nature Desks wil ze mensen laten zien hoe je gezonder kan werken in de stad. In deze column vertelt ze over haar liefde voor lopen. “Je kijkt niet in elkaars ogen, maar hoort elkaars adem en kan elkaar aanraken. Je hebt tijd om goed te luisteren.”

“Goedemiddag,

Mijn naam is Ioana en ik zit in een openbare tuin van een verzamelgebouw voor sociale ondernemingen midden in Amsterdam. Ik zit hier vaak te lezen of te schrijven, ik ontmoet collega’s en we lopen naar parken in de buurt. En iedere keer prijs ik me gelukkig dat ik op deze manier kan werken. Vandaag vieren we de Outdoor Office Day en als initiatiefnemer voel ik me moreel verplicht om het goede voorbeeld te geven. Ik werk dus buiten. Wellicht horen jullie vogels of de stemmen van mijn buren op de achtergrond: buiten werken komt nou eenmaal met vele extra’s.

Ik ben geboren in een land waar stevig wandelen in de bergen of een moestuin hebben bijna een religie is. De relatie met de ‘echte natuur’ is sterk en maakt deel uit het alledaagse leven. Mijn vader is als econoom in kantoren beland, maar buiten zijn is zijn zuurstof. Hij woont in een stad maar snapt het niet helemaal; hij reist, maar verlangt naar zijn bomen. Hij kan zich beter oriënteren in de oneindige bossen in de Karpaten dan op de Amsterdamse grachten. Heeft dat mij ook gevormd? Ik vroeg me soms af of ik 20 jaar geleden toen ik naar Nederland kwam, mezelf had kunnen omschrijven als een ‘walking being’ en buitenmens. Misschien wel maar het was allemaal niet bewust en heel zichtbaar. Past in Amsterdam en nadat ik moeder werk ben langzaam steeds meer een bewuste ‘walking being’ geworden.

Ik werk gevraagd om deze column te schrijven, en tijdens het nadenken over wat ik te melden kan, werd ik mij ervan bewust dat het zijn van een ‘walking being’ meerdere facetten kent. Zal ik schrijven als stadsliefhebber en over de oneindige mogelijkheden van lopen in steden praten: wat je allemaal kan leren en mee kan maken als je een stad te voet – langzaam en met je ogen en hart open – ontdekt? Of liever als sociaalpsycholoog en de toegevoegde waarde van het wandelen opsommen? Over het effect van bewegen op onze gezondheid of over duurzame mobiliteit? Of als bewoner die de stad beter, socialer, groener en leuker wil maken?

Elke dag meer meters maken
Ik heb ervoor gekozen om te praten als moeder en een klassiek verhaal te vertellen. Rond de tijd dat mijn kinderen al lang goed konden lopen heb ik rugklachten gekregen; een operatie en revalidatie volgden. Revalidatie van een rugpatiënt is synoniem met lopen dus daar ging ik: langzaam elke dag meer en meer meters maken. Onze kinderen hebben vanaf de eerste dag meegelopen. Eerst omdat ze zich zorgen maakten, daarna omdat het steeds leuker werd. Het eerste jaar waren het ommetjes in de buurt, daarna werden onze wandelingen steeds langer. We gingen lopend naar school op zoek naar de groenste of leukste routes. En we gingen praten, heel veel praten. 

Het is nu jaren later, maar we lopen nog steeds heel veel: in Amsterdam om nieuwe buurten te ontdekken of als koeriers om #UrbanNatureAmsterdam kaarten langs te brengen en praatjes te maken met de liefhebbers van stedelijke natuur. We lopen in de bergen als we op vakantie zijn, we lopen in alle steden die op ons pad komen. Soms lopen de kinderen zelfs alleen. We zullen blijven wandelen, rondkijken of ontdekken, soms in stilte maar heel vaak toch pratend. Je kijkt niet in elkaars ogen maar hoort elkaars adem en kan elkaar aanraken. Je hebt tijd om goed te luisteren, je hebt tijd om uitgebreid iets te vertellen, om op talloze nieuwe ervaringen te reageren. Je leert.

We zijn een ‘walking family’ geworden.”

Ioana Biris

Ioana Biris is social psycholoog, onderzoeker en sociaal ondernemer. Ze is mede-oprichter van Nature Desks, een organisatie die mensen wil aansporen om meer naar buiten te gaan en te genieten van de natuur, ook in de stad.

Deze bijdrage is een onderdeel van de Walking being columns, een reeks van persoonlijke verhalen over Lopen van mensen die actief samenwerken in de City Deal Ruimte voor Lopen. Ioana sprak deze column uit tijdens de Outdoor Office Day in 2021.

Nieuwe partijen tekenen voor de City Deal Ruimte voor Lopen

De City Deal krijgt er 4 partijen bij, een half jaar na de start. Op 8 april, tijdens de Wandel tijdens je Werk-Dag tekenden gemeente Amersfoort en gemeente Den Haag voor hun deelname.

De Amersfoortse Wethouder Sport en Luchtkwaliteit, Hans Buijtelaar: “Héél veel mensen lopen graag en veel. Er wordt wat afgewandeld; voor beweging, sport, ontspanning, maar ook voor boodschappen, naar het werk, als manier om elkaar prettig te ontmoeten. En dat is goed nieuws, want het helpt je aan een soepel lichaam en ontspannen hoofd. Dat geeft ons als gemeente ook de taak om te zorgen dat Amersfoort een stad is waar je goed kúnt lopen. Dat regelen we met een Amersfoorts loopplan: we maken de stad loopvriendelijker en zo gezonder.

Ook de Haagse Wethouder Mobiliteit en Cultuur, Robert van Asten, zet zich met enthousiasme in voor de voetgangersstad:

“Den Haag groeit door tot naar verwachting 600.000 inwoners in 2040. De ruimtelijke impact van deze groei vraagt om een transitie naar een efficiëntere en schonere vorm van vervoer die minder ruimte inneemt. Dat is lopen. Lopen draagt bovendien bij aan een gezonde leefomgeving en de economische vitaliteit van de stad. De gemeente Den Haag werkt graag samen met andere steden om kennis op te bouwen en ervaringen te delen over de wijze waarop de stad voetgangersvriendelijk kan worden gemaakt.”

Net als deze gemeenten stappen ook het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de appaanbieder eRoutes in de City Deal. Samen gaan we, met de andere partijen van de City Deal Ruimte voor lopen, een mooie samenwerking tegemoet. We gaan aan de slag met onderzoek en experimenten, maar ook nog meer mensen verleiden om te lopen. Zoals vandaag bij de #Wandeltijdensjewerkdag.

Buijtelaar: “Op zoek naar inspiratie? Pak de Amersfoortse Weetingkaart er eens bij voor een leuke route! Amersfoort heeft fenomenale routes te bieden.”

>