Ruimte voor lopen logo | Toolbox loopbeleid

Maatregelen

Op hoofdlijnen zijn er drie types maatregelen die je in loopbeleid op kan nemen:

Infrastructurele en fysieke maatregelen, bijvoorbeeld

  • Het aanleggen van groenstructuren (inclusief groene ommetjes)
  • Aanleggen van voetpaden en bestaande voetpaden verbinden
  • Het voor voetgangers veiliger inrichten van kruispunten 
  • Straten autovrij maken
  • Dementievriendelijke routes aanleggen
  • Toegankelijke routes naar voorzieningen (bijv. OV en wijkcentra) aanleggen
  • Het nemen van tijdelijke alternatieve maatregelen bij afsluitingen van straten en trottoirs
  • Voldoende ogen/camera’s op straat
  • Voorzieningen voor voetgangers zoals bankjes
  • Aanpak onveilige locaties op basis van ongevalsgegevens
  • Strooien bij gladheid
  • Groene verbindingen naar het buitengebied
  • Aansluiting op recreatieve wandelnetwerken

Stimuleringsmaatregelen, bijvoorbeeld

  • Campagne ‘lopen naar school’
  • Gamification-initiatieven voor scholieren en studenten
  • Handleiding voor bouwers, klussers, horeca, etc. om stoepversperring te voorkomen
  • Educatie over voordelen van lopen
  • Weetings

Ondersteunende maatregelen, bijvoorbeeld

  • Kaarten van loopnetwerk ontwikkelen
  • Ontwerprichtlijnen voetgangersinfrastructuur vastleggen en hier op toetsen
  • In projecten in de openbare ruimte aandacht voor de voetganger verplichten
  • Voetgangersdata verzamelen
  • Onderzoek doen naar wie er wel en niet lopen, en waarom
  • Medewerkers van de eigen organisatie stimuleren om te lopen
  • Lopen als onderdeel van studieopdracht bij o.a. verkeerskundige opleidingen
  • Handhaving op bijv. op de stoep geparkeerde auto’s
  • Flankerend parkeerbeleid

Bron: Wilmar Dik

Ook andere indelingen kunnen gebruik worden. Denk bijvoorbeeld aan de indeling naar hardware (infrastructuur), software (bijv. activiteiten en communicatie) en orgware (bijv. organisatie en monitoring).

Voor infrastructurele en gedragsmaatregelen geldt dat ze zowel als push of als pull-maatregel ingezet kunnen worden. Een pushmaatregel maatregel ‘duwt’ mensen naar het lopen. Bijvoorbeeld door alternatieven voor lopen minder aantrekkelijk te maken. Een pullmaatregel maakt lopen zelf aantrekkelijker, en ‘trekt’ zo meer mensen naar lopen.

Beschrijf de maatregelen zo concreet mogelijk door per maatregel aan te geven:

  • Hoe de verantwoordelijkheden zijn verdeeld. Wie doet wat? 
  • Wat de planning is. 
  • Wat de kosten zijn. Maak onderscheid naar incidentele of structurele kosten, en naar investering of exploitatie. 

Links naar relevante informatie