Sinds enkele jaren neemt de aandacht toe voor wandelen, of ‘lopen’. Vooral het initiatief ‘ruimte voor lopen’ is sinds 2019/2020 een aanjager geweest om meer aandacht aan voetgangers te geven in ruimtelijke ontwikkelingen.
Maar de aandacht ligt vooralsnog wel op ‘utilitair’ lopen, in een stedelijke context. Dat is niet onterecht; het grootste deel van wandelbewegingen is utilitair. De stap naar het ‘recreatieve’ lopen, in zowel stad als landschap, is een wenselijke verbreding. Er is geen vorm van bewegen waarbij utilitair en recreatief, binnen en buiten de stad, zo sterk vervlochten zijn als bij lopen. Juist dat maakt lopen zo’n veelzijdige en waardevolle beweging.
In dit onderzoek/deze toepassing staat het recreatieve lopen centraal. Ook deze vorm van lopen geniet steeds meer aandacht, zowel gestuwd door feitelijke toenames als een vernieuwde bewustwording en waardering.
Een weeting (walk your meeting, een vraag mee op pad nemen, een ommetje tijdens werktijd, een walkshop (wandelende workshop) of wandelende brainstorm. Er zijn vele manieren om je werk lopend uit te voeren. De werkgroep Lopend Werken brengt dit bij werkend Nederland onder de aandacht.
Er is toenemend aandacht voor het belang van beweging en buiten. Over heel het land zijn er verschillende initiatieven die lopen stimuleren en verleiden om te lopen. Een overzicht van deze initiatieven faciliteert beleidsmedewerkers bij de zoektocht naar het meest passende initiatief voor de betreffende gemeente of organisatie. In samenwerking met de deelnemende partijen van de City Deal Ruimte voor Lopen maken we bekende initiatieven inzichtelijk. Heb jij een initiatief dat hier ook bij hoort? Laat je horen!
Door de voetganger centraal en voorop te stellen bij gebiedsontwikkeling en op project- en straatniveau realiseer je loopvriendelijke gebieden die uitnodigen tot lopen. En deze gebieden groeien op termijn uit tot de ideale voetgangersstad.
Schaalniveaus:
- BO MIRT gebiedsagenda’s
- Omgevingsvisie
- Gebiedsgericht/projectniveau
- Onderhoud/straatniveau
De CROW-publicatie ‘Organisatie en bestrijding van wintergladheid’ bundelt alle informatie die van belang is voor een goed functionerende gladheidsbestrijding. De publicatie geeft praktische handvatten voor de inrichting en uitvoering van de gladheidsbestrijding. Met aandacht voor de wensen van de weggebruiker, de noodzakelijk te maken keuzes door de wegbeheerder, het milieu en de kosten. Hoofdstuk 11 van deel C gaat over gladheidsbestrijding op fietsverbindingen en voetgangersgebieden.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft in samenwerking met de andere wegbeheerders en in afstemming met maatschappelijke organisaties en kennisinstituten het ‘Protocol Stedelijke Mobiliteit in een anderhalvemeter-samenleving versie 7 mei 2020’ opgesteld.
Het weer opstarten van verschillende sectoren brengt een toenemende mobiliteitsvraag met zich mee die op een veilige manier en met anderhalve meter afstand moet kunnen plaatsvinden. Dit protocol gaat in op hoe de stedelijke mobiliteit kan gaan werken in de nieuwe anderhalvemeter-maatschappij, zodat verspreiding van COVID-19 zo goed mogelijk beperkt wordt. Het protocol heeft betrekking op grote en kleine steden, dorpen, kernen die op korte afstand van elkaar liggen. Kortom, op alle gemeenten van Nederland.
Dit is een handleiding en een drietal tools bedoeld voor het toetsen van de kwaliteit van bestaande looproutes of als hulp bij de realisatie van nieuwe looproutes.
De kennis over de kwaliteit van looproutes maakt onderdeel uit van de online kennismodule van CROW.
Wat zijn acceptabele loopafstanden? Het doel van dit project is om te komen tot een actueel, volledig en onderbouwd inzicht in wat als acceptabele loopafstand (of looptijd) wordt beschouwd. Ook worden alle factoren die van invloed zijn op wat als acceptabele loopafstand wordt beschouwd, in beeld gebracht.
Het project vindt plaats in het kader van de herziening van het ASVV (aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom). Het doel daarbij is om de tot nu toe gehanteerde cijfers tegen het licht te houden. Er wordt hierbij afgestemd met het KIM-project over acceptabele loopafstanden.
Wat maakt dat lopen prettig, leuk en inspirerend is? Dit onderzoek heeft als doel om meer inzicht te krijgen in de aspecten die van invloed zijn op de beleving van looproutes.
Het project moet leiden tot een publicatie die betrokkenen uit het werkveld handreikingen biedt bij het ontwerpen en inrichten van infrastructuur voor voetgangers.
Naast een beschrijving van de impact en definitie van de kwaliteitseis ‘aantrekkelijkheid’ zal de focus in de publicatie vooral liggen op de parameters die op de eis van invloed zijn en de uitwerking van deze parameters in aspecten. Het gaat dan om aspecten als onder meer afwisseling en verrassing, bescherming tegen weer en wind, sociale controle, levendigheid van de omgeving, kwaliteit van de ruimtelijke omgeving, relatie tussen inrichting en verwachtingspatroon, vindbaarheid, oriëntatie-mogelijkheid.
Steden en dorpen zijn de plekken waar ruimte voor lopen tot uitvoering moet worden gebracht. Omdat gemeenten veelal met dezelfde opgaven te maken hebben zijn we een samenwerking gestart om kennis uit te wisselen.
In dit traject wordt er kennis uitgewisseld tussen steden om samen slimmer te worden en indien wenselijk samen onderzoeksopgaven op te pakken.