Eigen-effectiviteit

Eigen-effectiviteit (ook wel self-efficacy) is de mate waarin iemand zelf gelooft te kunnen lopen, ondanks mogelijke barrières (zoals angst om te vallen of een gevaarlijke oversteek). Eigen-effectiviteit is een belangrijke beïnvloeder van loopgedrag. Hoe meer vertrouwen iemand heeft loopbarrières te kunnen overbruggen, hoe groter de kans dat hij of zij gaat lopen.

Deze gedragsbepaler is te beïnvloeden via de volgende techniek(en). Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

Dichtheid voorzieningen

Hoe hoger de dichtheid van voorzieningen in een dorp, stad of wijk, hoe groter de kans dat iemand te voet gaat. Denk bij voorzieningen aan winkels, de huisarts, het buurthuis, een park of de sportschool.

De dichtheid van voorzieningen is bij het ontwikkelen van een aanpak vaak niet zomaar aan te passen. Mocht de afstand tot voorzieningen voor je doelgroep een belangrijke belemmering zijn, dan is het verstandig dit onder de aandacht te brengen van de gemeente.

Hoewel afstand objectief te meten is, kan het ene toch verder voelen dan het andere. Dat heeft te maken met hoe aantrekkelijk de omgeving is. Leuke looproutes voor kinderen naar school of een looproute door een mooi park, kunnen het gevoel van afstand verkleinen. De omgeving aantrekkelijker maken is dus een mogelijke beïnvloedingstechniek.

Klik hieronder voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

Behoefte aan verbinding

Mensen voelen zich graag verbonden met anderen om hen heen. Wanneer mensen via lopen in contact kunnen komen met andere mensen, kan dit een motiverend zijn.

Deze gedragsbepaler is te beïnvloeden via de volgende techniek(en). Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

Autonomie

Autonomie is de mate waarin mensen zelfstandig beslissingen kunnen maken of – in dit geval – zich zelfstandig kunnen verplaatsen. Het hangt samen met een gevoel van vrijheid. Voor jongeren of mensen met een beperking ontstaat meer vrijheid als ze naar een bestemming kunnen lopen en niet afhankelijk zijn van anderen.

Autonomie hangt samen met afhankelijkheid van anderen, maar is wel breder. Het gaat bijvoorbeeld ook over het kiezen van een eigen tijdstip, geen controle hebben van ouders waar je naartoe gaat en het vaak fijne gevoel van ‘ik maak eigen keuzes’.

Deze gedragsbepaler is te beïnvloeden via de volgende techniek(en). Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

Attitude

Met attitude bedoelen we iemands mening en houding ten opzichte van lopen. Een positieve attitude zorgt ervoor dat iemand sneller gaat lopen. Denkt iemand negatief over lopen, tja, dan is hij of zij minder geneigd om te gaan lopen. 

Deze gedragsbepaler is te beïnvloeden via de volgende techniek(en). Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

Aantrekkelijke omgeving

Een positieve, verleidelijke of aanlokkelijke omgeving helpt om te gaan lopen. Dat kan soms zitten in kleine dingen: een duidelijke aangeven route, een bankje, aantrekkelijk groen. Dit soort elementen hebben invloed op iemands gevoel bij de omgeving.

Deze gedragsbepaler is te beïnvloeden via de volgende techniek(en). Klik op een techniek voor een beschrijving en om te zien of er een praktijkvoorbeeld beschikbaar is waarin deze techniek – mogelijk voor een andere doelgroep – is toegepast.

>