Obstakels op voetpaden: doe er wat aan!

Hoe komt het toch dat voetpaden zo vaak vol staan met allerlei zaken die daar niet horen of er misschien wel horen, maar waar te weinig ruimte voor is gereserveerd? De aanwezigheid van obstakels maakt lopen vaak niet prettig, soms gevaarlijk of zelfs onmogelijk. Maar op een goede manier geplaatst, kunnen objecten ook juist een positieve bijdrage leveren aan een loopvriendelijke omgeving. Het is dus zaak hier slim mee om te gaan.

Wil je ook aan de slag om looproutes obstakelvrij te maken en te houden? Deze flyer biedt een analyse van de problematiek en concrete oplossingsrichtingen. Wil je meer weten, download dan het volledige rapport (zie ook https://ruimtevoorlopen.nl/kennisitem/obstakels-op-voetpaden/). Het is gebaseerd op onderzoek dat bestaat uit literatuurstudie, interviews en een enquête.

De publicatie is ook te vinden op https://www.fietsberaad.nl/Kennisbank/Flyer-Obstakels-op-voetpaden

Exploring the Pedestrians Realm

Dit proefschrift van Rob Methorst biedt inzicht in wat er bekend is over voetgangers, wandelen en verblijven in de openbare ruimte, en over effectief en eerlijk beleid om de omstandigheden in dit opzicht te bestendigen en te verbeteren. Het  is bedoeld als krachtige informatie voor beleidsvorming ter verbetering van de voetgangers-, wandel- en verblijfsomstandigheden als bron van rijkdom en welzijn. Het proefschrift behandelt ten eerste de aanpak van het onderzoek met betrekking tot de vier onderzoeksvragen (methodologie). Vervolgens worden in vier hoofdstukken de onderzoeksresultaten gepresenteerd: relevante conceptuele modellen om het voetgangerssysteem in beeld te brengen, eisen aan voorzieningen en condities voor voetgangers, de status quo van het wandel- en verblijfssysteem, en hoe beleid voor verbeteringen in gang kan worden gezet. Het proefschrift wordt afgesloten met een hoofdstuk met conclusies en discussie. Belangrijke achtergrondinformatie is vastgelegd in twaalf bijlagen, waarvan de laatste twee bijlagen artikelen bevatten die in wetenschappelijke tijdschriften zijn gepubliceerd.

Het volledige document is te downloaden vanaf de websites van de TU Delft en MENSENSTRAAT

De coverillustratie van het proefschrift is gemaakt door: Brand Matters Creatives en Paulien van de Kamp

Obstakels op voetpaden

obstakels op voetpaden

Voetpaden worden niet alleen gebruikt om op te kunnen lopen, maar ook voor allerlei andere zaken die ergens een plek moeten krijgen in de openbare ruimte. Denk aan vaste objecten zoals lantaarnpalen, verkeersborden en bankjes, maar ook aan losse objecten zoals geparkeerde fietsen, terrasstoelen en containers. Dit gaat ten koste van de ruimte op voetpaden die bedoeld is voor voetgangers om te kunnen lopen. Zeker op plekken waar de ruimte toch al beperkt is, geeft dit problemen. Te krappe of te volle voetpaden kunnen leiden tot ongevallen en kunnen ervoor zorgen dat looproutes voor bepaalde groepen mensen volledig onbruikbaar worden. Daarnaast kunnen obstakels irritatie opwekken en het loopplezier verminderen. CROW heeft daarom aan Molster Stedenbouw gevraagd om de problematiek rond obstakels op voetpaden te verkennen. Hoe groot is het probleem eigenlijk? Welke obstakels zijn de grootste boosdoener? Wie heeft er voornamelijk last van en wat zijn de gevolgen? En vooral: wat kunnen gemeenten doen om de ruimte voor voetgangers voldoende vrij te maken en te houden van objecten, zodat de aanwezigheid van (noodzakelijke) objecten niet ten koste gaat van de veiligheid, de toegankelijkheid, het comfort en de aantrekkelijkheid van looproutes. In deze publicatie wordt uitgebreid ingegaan op deze vragen.

De publicatie is te vinden op https://www.fietsberaad.nl/Kennisbank/CROW-publicatie-Obstakels-op-voetpaden

Handboek ontwerpen voor kinderen

pexels-allan-mas-5623704

Aanbevelingen voor een kindvriendelijke inrichting van de verblijfs- en verkeersruimte. Kinderen willen veilig op straat verblijven en zich veilig kunnen verplaatsen. Maar kinderen zijn geen kleine volwassenen, kinderen zijn kwetsbaar. 

Dit handboek biedt hulp bij het scheppen van een verkeersveilige en kwalitatief goed ingerichte openbare ruimte, een voorwaarde voor het veilig verplaatsen en verblijven van kinderen.

https://www.crow.nl/online-kennis-tools/kennismodule-voetgangers

Richtlijn toegankelijkheid

Deze CROW-publicatie, ‘Richtlijn toegankelijkheid’, bevat aanbevelingen voor het toegankelijk inrichten van de openbare ruimte. 

Aanleiding voor het uitbrengen van de publicatie is de behoefte van gemeenten aan eenduidige en gedragen toegankelijkheidsrichtlijnen. Mensen – met en zonder beperkingen – moeten zich zonder belemmeringen en naar behoefte kunnen verplaatsen. Zelfredzaamheid en een zelfstandige mobiliteit zijn belangrijke voorwaarden om aan het maatschappelijk verkeer te kunnen deelnemen. Daarvoor is het nodig dat de openbare buitenruimte, zoals looproutes, bushaltes, parkeerplaatsen en reis- en routeinformatie, op orde is. In deze publicatie zijn aanknopingspunten te vinden voor het ontwerp, de inrichting en het beheer van de buitenruimte. Er worden daarbij zes typen gebieden onderscheiden: woongebied, winkelcentrum, plein, publieke en/of speciale voorziening, bedrijventerrein en recreatiegebied. De publicatie is behalve voor wegbeheerders ook interessant voor belangengroepen voor ouderen en mensen met een beperking, of particuliere instellingen die op eigen terrein tegen toegankelijkheidsvraagstukken aanlopen.

https://www.crow.nl/publicaties/richtlijn-toegankelijkheid

Aanbevelingen mengen fietsers en voetgangers


Dit project doet aanbevelingen over onder welke condities fietsers en voetgangers verantwoord gemengd gebruik kunnen maken van de openbare ruimte uit oogpunt van veiligheid, toegankelijkheid en beleving. Met name in gebieden waar in grote getalen fietsers en voetgangers aanwezig zijn. 

De aanbevelingen kunnen onder andere betrekking hebben op wanneer fietsers wel of niet worden toegelaten in voetgangersgebieden, op maatregelen hoe fietsers kunnen worden geweerd uit straten en gebieden, op condities onder welke fietsers en voetgangers op een verantwoorde manier kunnen worden gecombineerd, op inrichtingsmaatregelen die genomen kunnen worden als fietsers en voetgangers worden gemengd en op welke intensiteiten gecombineerd kunnen worden met welke wegbreedtes.

Pilotproject toegankelijkheid van stations en stationsomgevingen

Pilotproject toegankelijkheid van stations en stationsomgevingen

Het openbaar vervoer moet voor iedereen toegankelijk zijn, ongeacht beperking of handicap. Mensen met een beperking geven aan te merken dat het OV Zelf steeds toegankelijker wordt, maar dat geldt nog niet voor de omgeving van stations en haltes. Verbetering daarin is een voorwaarde voor het gebruik van het OV. In dit project worden er concrete verbetervoorstellen opgesteld voor vijf stations, inclusief de stationsomgeving.

In 2018 is er een project uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van I&W waarbij 5 stations en hun omgeving beoordeeld zijn op toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Dit onderzoek heeft 2 checklijsten opgeleverd, één voor gebruikers en één voor professionals. Deze twee checklijsten kunnen gebruikt worden met ervaringsdeskundigen en professionals om de toegankelijkheid van de stations(omgeving) te onderzoeken. Dit pilotproject toegankelijkheid van stations en stationsomgevingen is een vervolg op dit onderzoek uit 2018. 

In het huidige project zullen verschillende partijen samenwerken aan een aantrekkelijke en toegankelijke route, voor iedereen. In de pilots worden er concrete oplossingen bedacht voor de geconstateerde gebreken bij de toegankelijkheid van het betreffende stationsgebied. Er worden vijf locaties geselecteerd waar binnenkort sprake is van een nieuw ontwerp, herinrichting of geplande werkzaamheden. 

Wat hopen we te bereiken met deze pilots?

Een procesaanpak dat ook in andere steden kan worden toegepast. De afronding van dit project wordt voorzien in de eerste helft van 2020.

Space2Move — ruimte voor bewegen in de regio Arnhem-Nijmegen

Nederlandse volwassenen zitten gemiddeld negen uur per dag en zijn hiermee Europees kampioen zitten. Dat is nog eens een titel. Dit brengt substantiële gezondheidsrisico’s met zich mee. Vele initiatieven om deze levenswijze aan te pakken blijken onvoldoende effect te hebben. Daarom vond Provincie Gelderland het tijd voor een andere strategie.

Zo kwam Space2Move tot leven. Dit project heeft als doel om mogelijkheden voor actieve mobiliteit, dus lopen en fietsen, te vergroten in onze leefomgeving. Daarnaast ook om mensen die weinig bewegen te verleiden meer te gaan lopen en fietsen als vast onderdeel in hun dagelijks leven. Het pilotgebied voor dit project is de regio Arnhem-Nijmegen. In eerste instantie is het uitgangspunt wijken, daaropvolgend op schaalniveau stad en daarna regio. 

Er worden maatregelen genomen in het fysieke domein en gekeken hoe deze aanzetten tot meer- en actiever bewegen en in welke manier dit leidt tot positieve gezondheidseffecten. Het onderzoek stimuleert mensen die weinig bewegen om 10 tot 20 minuten te lopen en/of fietsen per dag. Het onderzoek bestaat uit een onderzoeksproject, experimenteren via pilot projecten en het ontwikkelen van nieuwe publiek-private samenwerkingen. De onderzoeken moeten leiden tot suggesties voor locatie-specifieke interventies in de bebouwde omgeving zowel als algemene ontwerprichtlijnen. 

Beloopbaarheid van wijken en buurten — walkability

Walkability

Met dit project werd gewerkt aan een gebruiksvriendelijke tool om inzicht te geven in de beloopbaarheid van wijken en buurten in zijn algemeenheid, maar ook voor speciale doelgroepen. Het project werd als pilot in de provincie Utrecht uitgevoerd voor een aantal wijken/buurten rondom OV-knooppunten.

Het doel was inzicht te krijgen in welke buurten en rond OV-knooppunten de randvoorwaarden voor lopen al dan niet op orde zijn, zodat gericht beleid kan worden gevoerd.

  • Welke indicatoren zijn van belang om zicht te krijgen op de beloopbaarheid van buurten en OV-knooppunten?
  • Welke (GIS)-data zijn beschikbaar om de indicatoren te meten?
  • Wat is de loopscore van buurten en OV-knooppunten op basis van de verzamelde data?
  • Wat is de waarde van deze loopscore in het licht van het totaal aantal indicatoren?
  • Wat kan er beleidsmatig gedaan worden om de loopscore te verhogen?

De belangrijkste conclusie is dat het mogelijk is om de beloopbaarheid van buurten en ov-knooppunten te meten met GIS-data. Op basis van (inter)nationaal literatuuronderzoek zijn 160 indicatoren gevonden die iets zeggen over de kwaliteit van een loopmogelijkheid. Van 117 indicatoren (73%) zijn GIS-data achterhaald. Van 14 indicatoren zijn data alleen op wijk- of gemeenteniveau of voor het buitengebied beschikbaar en deze zijn voor voetpaden niet onderscheidend en daarom vooralsnog niet meegenomen. Een loopscore is derhalve ontwikkeld op basis van 103 indicatoren (64%). De loopscore geeft daarmee een redelijke indicatie van de kwaliteit van een voetpad.

In totaal is er circa 3.400 km aan loopmogelijkheden in de 151 buurten. Daarvan is 68% een voetpad, 26% een rijbaan, 5% een fietspad, en 2% een woonerf. Gemiddeld ontbreekt in circa 30% van de buurten en in 25% van een Ov-knooppunt een voetpad en kan er niet exclusief op een voetpad gelopen worden, maar moet er op een fietspad, rijbaan of woonerf gelopen worden. Dit geldt in verhouding meer voor bushaltes dan voor treinstations.

De gemiddelde lengte van alle loopmogelijkheden is 49 m. De gemiddelde breedte is 2,2 m indien alleen de voetpaden worden geselecteerd. Om voetpaden coronaproof te maken (minimaal 2,7 m breed), zou er minimaal 19 km aan voetpad moeten worden verbreed.

Uit de analyse blijkt dat van de totale lengte aan loopmogelijkheden 58% een positieve loopscore heeft. 11 van de 19 gemeenten hebben een positieve loopscore en 8 een negatieve. Van de 31 gekozen buurten in de gemeente Utrecht hebben veel buurten een hoge loopscore en een aantal van de 15 gekozen buurten in de gemeente Houten heeft relatief een lage score. In de loopscore is de hoofdindicator Directheid van voorzieningen sterk bepalend, omdat er relatief veel data van beschikbaar zijn. De gemeente Utrecht dankt de hoge loopscore vooral door de zeer hoge score voor de hoofdindicator Directheid van voorzieningen. Gemeente Houten heeft relatief veel buurten waar de hoofdindicator Aantrekkelijkheid minder goed scoort. Uit nadere bestudering blijkt dat er bij Houten in het databestand veel bomen ontbreken die in werkelijkheid wel aanwezig zijn. Er zijn ook relatief weinig houtwallen, groene bermen en voortuinen in het databestand voor Houten. Houten scoort door het ontbreken van bomen in het databestand ook relatief laag op een groene uitstraling, er is enige kans op windhinder en er is relatief weinig beschutting. Dit verklaart de lage score voor een aantal buurten in Houten en geeft aan dat de gebruikte data niet altijd correct zijn.

In de loopscore…………..minder goed scoort. Uit nadere bestudering blijkt dat er bij Houten in het databestand veel bomen ontbreken die in werkelijkheid wel aanwezig zijn. Er zijn ook relatief weinig houtwallen, groene bermen en voortuinen in het databestand voor Houten. Houten scoort door het ontbreken van bomen in het databestand ook relatief laag op een groene uitstraling, er is enige kans op windhinder en er is relatief weinig beschutting. Dit verklaart de lage score voor een aantal buurten in Houten en geeft aan dat de gebruikte data niet altijd correct zijn

Een meerderheid (58%) van de Ov-knooppunten heeft een negatieve loopscore. Bushaltes scoren beter op de meeste hoofdindicatoren dan treinstations. Treinstations scoren alleen beter op directheid van voorzieningen en bewegwijzering. Van alle Ov-knooppunten scoort de Zamenhofdreef in de gemeente Utrecht het hoogst bij de bushaltes en Rijnsweerd-Noord in dezelfde gemeente het laagst.

In de provincie Utrecht is Utrecht Centraal Station het hoogst scorende Ov-knooppunt en treinstation Breukelen het laagst. 96% van de loopmogelijkheden rond Utrecht Centraal Station heeft een (zeer) hoge beloopbaarheid met de stationshal als hoogst scorende loopmogelijkheid. Treinstation Breukelen heeft met 24% de minste hoeveelheid voetpaden. Rond dit treinstation heeft 42% van de loopmogelijkheden een zeer lage beloopbaarheid.

Aanbevelingen

Rekentool
Het verdient aanbeveling om veel zorg te steken in het opbouwen van een basisbestand met loopmogelijkheden. Alle kleine polygonen moeten verwijderd worden. Een discussiepunt is waar de grens ligt van kleine polygonen. In dit project is een oppervlakte van kleiner dan 1 m² gekozen. Het is wellicht mogelijk om via een iteratief proces van buffering fietspaden en rijbanen die naast een voetpad liggen te verwijderen, zodat een clean basisbestand kan ontstaan.

Onderzoek naar de wijze waarop ook meer data van sociale indicatoren kunnen worden opgenomen Te beginnen met de indicator Loopdrukte. Er kunnen beleidsmatig meer onderbouwde keuzes gemaakt worden om bepaalde loopmogelijkheden als eerste te verbeteren als daar veel gelopen wordt.

Van de indicatoren waarbij data alleen op buurt-, wijk- of gemeenteniveau of voor het buitengebied beschikbaar zijn, zou onderzocht kunnen worden in hoeverre deze indicatoren toch bewerkt kunnen worden op individueel voetpadniveau.

Het is te overwegen om bij de toegankelijkheid sommige indicatoren te verwijderen die slechts potentieel een obstakel zouden kunnen zijn, of weinig voorkomen, zoals putten en bolders. Verbeteringen van de data bij de hoofdindicator Veiligheid is nodig.

De definitie van de indicator Plein moet worden aangepast, want nu zijn veel werkelijk aanwezige pleinen niet in het bestand opgenomen. Ook de definities van oude gebouwen, boulevard en hoogte van panden zijn voor discussie vatbaar.

Het ruimtelijk koppelen van indicatoren is nu gebeurd door buffers te trekken. In sommige gevallen, zoals een T-kruising, levert dit onjuiste uitkomsten. Een nadere GIS-studie is nodig om dit probleem op te lossen. Nadere studie is ook nodig om de lengte van polygonen adequater te kunnen berekenen.

In het systeem scoren loopmogelijkheden zonder data op een indicator een 0, omdat het niet duidelijke is hoeveel er aanwezig is van die indicator en een 0 geeft dan een neutraal beeld. Maar er zijn ook loopmogelijkheden die wel voor die indicator een hoeveelheid hebben, maar minder dan overige loopmogelijkheden. De z-score is dan negatief en dus lager dan 0. Dit is niet helemaal terecht en zou aangepast moeten worden.

Analyse
Onderzoek naar de onderlinge weging van de indicatoren is van belang. Met name of deze weging per doelgroep verschillend is en/of afhankelijk van de doelstellingen van een gemeente. De uiteindelijke loopscore van loopmogelijkheden in een buurt zou daarna ter validatie kunnen worden getoetst middels een enquête onder voetgangers en/of inwoners in die buurt.

De Excelfiles leveren een schat aan gegevens op waarmee diverse analyses gedaan kunnen worden, zoals een relatie tussen de woningprijzen en de loopscore in een buurt. Of de gezondheid van bewoners in een buurt gerelateerd aan de loopscore en welke (hoofd)indicatoren daarbij het meest van belang zijn.

Provincie Utrecht kan beleidsmedewerkers van gemeenten met het bestand en de indicatoren ondersteunen met het formuleren van de verbeterkansen om buurten en Ov-knooppunten voetgangersvriendelijker te maken. De indicatoren en data kunnen ook gebruikt worden bij een monitoringstool. De lijst met 160 indicatoren krijgt een meerwaarde door het te koppelen aan andere beleidsterreinen, zoals klimaatbeleid, waterbeleid, ruimtelijk beleid en gezondheidsbeleid.

Gebruiksvriendelijk
Het is raadzaam te onderzoeken of de rekencapaciteit verkleind kan worden via slim programmeren, zodat het systeem gebruiksvriendelijker wordt. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan is er wellicht de mogelijkheid om de Exceltabellen in de cloud van de provincie te zetten.

Er zou een gebruiksvriendelijk dashboard gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld om ontbrekende data in te voeren of om effecten van berekeningen te laten zien. Dit zou een webbased versie kunnen zijn. Bijvoorbeeld met behulp van digital twin software of via een app. Dan zouden ook inwoners ingeschakeld kunnen worden om ontbrekende data van hun straat of buurt in te vullen.

Lees het volledige document vanaf de website van de WUR.

Aandacht voor voetgangers in strategisch plan verkeersveiligheid

Voetgangersveiligheid. Een onderwerp dat van belang is, maar te weinig aandacht krijgt. Zo ook in het strategisch plan verkeersveiligheid (SPV) en het Landelijk Actieplan 2019-2021 (LAP). In deze actieplannen wordt beperkte aandacht besteed aan de veiligheid voor voetgangers in het verkeer. Het doel van dit project is dan ook om kennis te ontwikkelen en goede voorbeelden te verspreiden van de beschikbare informatie over voetgangers in relatie tot verkeersveiligheid. Gemeenten en provincies kunnen dit dan meenemen in hun risico-gestuurde aanpak en verdere uitwerking van het SPV.

Onlangs heeft het SWOV een rapport over voetgangersveiligheid uitgebracht.

Meer informatie: https://www.swov.nl/feiten-cijfers/factsheet/voetgangersveiligheid

>