Het loopbeleid vormt de leidraad voor het meer ruimte maken voor voetgangers. Het is belangrijk regelmatig te toetsen of die leidraad nog passend is. Evalueer en herijk het loopbeleid daarom regelmatig, bijvoorbeeld eens per jaar. Kijk daarbij niet alleen naar harde cijfers, maar ook naar de beleving van bewoners en bezoekers.
Monitoren en evalueren moet niet primair worden gedaan vanuit ‘controleren of legitimeren’, maar ook bijvoorbeeld om ‘te leren en te verbeteren’. Hieronder staat een aantal doelen waarvoor monitoren en evaluatie ingezet kan worden:
- Signaleren: zijn er afwijkingen te zien ten opzichte van eerdere ontwikkelingen of de gewenste situatie?
- Bijsturen: gaat het goed, wat kan beter en wat moeten we aanpassen of aanscherpen?
- Alloceren: verdeling van beschikbare middelen vindt plaats op basis van de gebudgetteerde aantallen van de activiteiten of producten en de kostprijzen ervan. Het registreren van de realisatie is belangrijk om hierop te kunnen sturen.
- Leren: wat kunnen we leren van de waargenomen processen, resultaten en effecten? Dit levert input voor zowel de verbetering van de doelgerichtheid, efficiëntie en productiviteit, als ook voor het vergroten van de klant- en cliëntgerichtheid.
- Verklaren: welke factoren beïnvloeden de processen, resultaten en effecten? Hoe kun je hier efficiënt mee om gaan?
- Verantwoorden: worden de beoogde doelen en resultaten bereikt? Hebben investeringen (zowel in personeel als financieel) geleid tot het gewenste resultaat en effect? Denk zowel aan een tussentijdse verantwoording als de eindverantwoording.
- Verankeren: was het beleid succesvol? Wat zijn de kritische succes- en faalfactoren? Welke (uitvoerings)partijen zijn betrokken bij een vervolg en welke rol hebben zij? Welke veranderingen voeren we door bij het formuleren van nieuw beleid.
Bron: Frans Osté