Steden en dorpen zijn de plekken waar ruimte voor lopen tot uitvoering moet worden gebracht. Omdat gemeenten veelal met dezelfde opgaven te maken hebben zijn we een samenwerking gestart om kennis uit te wisselen.
In dit traject wordt er kennis uitgewisseld tussen steden om samen slimmer te worden en indien wenselijk samen onderzoeksopgaven op te pakken.
Tussen 2010 en 2017 zijn Nederlanders 4,1% meer gaan lopen. Dit blijkt uit de brochure Loopfeiten van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Nederlanders zijn met name vaker en verder lopend onderweg voor vrijetijdsdoeleinden. De groei voor vrijetijdsdoeleinden is veel sterker voor vrouwen dan voor mannen (1,75 keer). De groei in lopen wordt voornamelijk veroorzaakt door mensen boven de 50 jaar. Voor kinderen tot 12 jaar en volwassenen tussen de 30 en 50 jaar is juist sprake van een kleine afname in loopafstand.
De ANWB heeft samen met mobiliteitsexperts bedacht hoe je steden zo kunt inrichten dat alle verkeersdeelnemers genoeg ruimte hebben, het verkeer veiliger wordt en de stad prettig is om in te wonen en verblijven. Dit concept wordt de ontwerpmethodiek Verkeer in de stad genoemd.
De ontwerpmethodiek Verkeer in de stad zorgt ervoor dat de beschikbare ruimte in steden op een slimmere en veilige manier gebruikt kan worden. Dankzij een verandering in inrichting worden alle verplaatsingen van voetganger, fietser, automobilist en openbaar vervoergebruiker prettiger en veiliger. En nog een bijkomend pluspunt, de stad functioneert beter.
Hoe zit de ontwerpmethodiek in elkaar? Voertuigen worden ingedeeld naar ‘voertuigfamilies’. Wat houdt dit in? Een indeling op basis van gewicht. Bij het ontwerpen van straten kijkt de gemeente eerst welke maximum snelheid het beste past bij de functie van de straat. Bijvoorbeeld, is het een winkelstraat of een doorgaande weg? Om dit soort vragen te beantwoorden werken verkeersdeskundigen en stedenbouwkundigen samen. Ook wordt de mening van bewoners, winkeliers en andere betrokkenen gevraagd. Aan iedere maximum snelheid wordt een voertuigfamilie gekoppeld, deze is maatgevend voor het ontwerp van de straat. Bijvoorbeeld: een 10 km/u zone is voor voetgangers, een 20 km/u zone voor fiets-achtigen (normale fietsen, e-bikes, elektrische steps), een 30 km/u zone voor lichte motorvoertuigen en een 50 km/u zone voor auto-achtigen (vrachtwagens enz.).
De voetganger is een volwaardige verkeersnorm en gemeenten die de ontwerpmethodiek gebruiken zullen geconfronteerd worden met de voetganger tijdens dit traject. Dit zorgt ervoor dat de voetganger meegenomen wordt in het ontwerpen van de openbare ruimte.
Contact: Gemeenten kunnen zelf aan de slag met gaan met de methodiek. Daarnaast bieden Mobycon, Awareness en Bart Egeter advies masterclasses en presentaties aan over dit project.
Project status: afgerond. De rapportage uit 2015 wordt deze zomer vervangen voor een nieuwe.