Investeren in lopen draagt bij aan allerlei maatschappelijke opgaven:
Lopen is een actieve mobiliteitsvorm, de perfecte manier om te bewegen die bijna altijd beschikbaar en toegankelijk is. Lopen heeft uiteenlopende lichamelijke voordelen, zo helpt het onder andere tegen hart- en vaatziektes, overgewicht en stress. Het verbetert de stoelgang, versterkt onze botten en spieren en heeft een positief effect op je lichaam tijdens een zwangerschap. Daarnaast is lopen goed voor onze mentale gezondheid, maakt het ons gelukkiger en geeft het ons een gevoel van autonomie. (bron: College van Rijksadviseurs)
150 minuten of meer wandelen per week leidt daarom volgens de Gezondheidsraad tot een aantoonbaar effect op (bron: Alles over sport): lagere bloeddruk, vetmassa, buikomvang; lager gewicht; betere opname van (brand)stoffen uit het bloed (grotere insulinegevoeligheid); grotere spierkracht (bij ouderen); hogere vetvrije massa, lees meer spiermassa (bij ouderen); hogere loopsnelheid (bij ouderen); minder fracturen (bij ouderen); slaapkwaliteit.
Wandelen is een sociale activiteit omdat de mens te voet toegankelijk is voor contact en je andere mensen tegenkomt en ontmoet. Kwalitatief goede mogelijkheden om je lopend te verplaatsen en een aantrekkelijke openbare ruimte, blijken te leiden tot meer sociale contacten (en indirect dus ook tot minder eenzaamheid en sociale isolatie). Er is een verband tussen voetgangersvriendelijkheid en het gevoel van veiligheid op straat. De aanwezigheid van andere mensen op straat vermindert angstgevoelens. Er is sprake van een zelfversterkend effect van sociale veiligheid. Grotere sociale veiligheid leidt tot meer voetgangers, wat leidt tot grotere sociale veiligheid. (bron: Alles over sport).
Wandelen doe je vaak samen met andere mensen. Als je samen met iemand anders wandelt, blijk je (onbedoeld) hetzelfde ritme aan te nemen. Synchroon bewegen is een basis voor interpersoonlijke interactie, die correleert met enkele sociale karaktertrekken van je persoonlijkheid. (bron: Alles over sport).
Lopen is goedkoop want we hebben er geen vervoermiddelen voor nodig. Een omgeving die comfortabel en prettig is om in te wandelen kan mensen met verschillende sociaaleconomische achtergronden en uit verschillende leeftijdsgroepen aansporen tot een gezonde en actieve leefstijl. (bron: College van Rijksadviseurs)
Aantrekkelijke binnensteden die gericht zijn op voetgangers trekken meer bezoekers aan van buitenaf (toevloeiing). In (binnen)steden trekken voetgangers andere voetgangers aan; er gebeurt iets omdat er iets gebeurt, omdat er iets gebeurt, etc. Kortom: een zichzelf versterkend effect, dat leidt tot meer, langer en vaker bezoek met als gevolg meer uitgaven, bedrijvigheid en werkgelegenheid. (Bron: lopen als sleutel voor aantrekkelijke binnensteden)
Hoewel er meer onderzoek nodig is om het effect van voetgangers en voetgangersvriendelijke infrastructuur op de economie te duiden, wijzen verschillende onderzoeken erop dat voetgangers meer uitgeven dan automobilisten. Zo blijkt uit Rotterdams onderzoek naar de uitgaven en de modal split van de bezoekers in het winkelgebied de Meent dat de gemiddelde uitgaven per bezoek lager liggen voor iemand die lopend is gekomen dan voor iemand met de auto (52,90 euro om 106,90 euro). De bezoekfrequentie van de voetganger is wel hoger, waardoor de gemiddelde uitgaven per bezoeker per week voor voetgangers hoger liggen dan voor automobilisten. Voetgangers geven gemiddeld 156,06 euro per week uit, automobilisten 128,28 euro. Ander onderzoek laat zien dat supermarktbezoekers te voet en per fiets samen meer besteden dan klanten per auto. Van de totale omzet bij alle typen supermarkten tezamen komt 54 procent van langzaam verkeer. Het aandeel van alleen de voetganger in de totale omzet bedraagt tussen de 17 en 44 procent, afhankelijk van de locatie. Het aandeel van voetgangers in de weekomzet blijkt relatief groot, en is het grootst voor binnenstad- en buurtsupermarkten (44 en 37 procent). (Bron: CROW en Decisio).
Tijdens een wandeling geeft een wandelaar gemiddeld € 1,95 uit. Dat lijkt weinig, maar door het grote aantal wandelingen loopt dit jaarlijks op tot in de miljoenen. (bron: Alles over sport en Wandelmonitor)
Bij verplaatsingen tot 2,5 km gaat grofweg 22% met de auto, 37% lopend en 39% met de fiets. Op dit moment zijn 18% van alle de verplaatsingen volledig te voet (bron: KiM). Er is dus nog veel winst te behalen voor lopen (en fietsen).
De huidige focus op autonome en elektrische auto’s, elektrische deelscooters en elektrische fietsen maakt het makkelijk om de bescheiden voetganger te vergeten, terwijl de bijdrage van actieve mobiliteit en lopen in het bijzonder aan verduurzaming veel groter is. Lopen is een schone vorm van mobiliteit. Er is geen externe aandrijving nodig en het leidt niet tot de uitstoot van broeikasgassen, fijnstof of geluidsoverlast. (bron: College van Rijksadviseurs)
Een omgeving met veel functies op loopafstand zorgt voor minder verre verplaatsingen. Hierdoor neemt de algemene druk op het mobiliteitssysteem af.
Zo goed als elke reis begint en eindigt te voet. Lopen vormt een flexibele schakel tussen de verschillende modaliteiten en kan het mobiliteitssysteem versterken door de keuze voor openbaar vervoer makkelijker te maken.
Een voetganger neemt weinig plek in. Hij heeft lopend een gemiddeld ruimtebeslag van 2m², terwijl een geparkeerde auto een gemiddeld ruimtebeslag heeft van 20m² en een auto die 50 km per uur rijdt een gemiddeld ruimtebeslag van zelfs 140m². In een verdichte stad zullen meer mensen gebruik maken van de openbare ruimte. Lopen is daarom de perfecte vervoerswijze voor een compacte stad. In een compacte stad gaat bebouwing niet ten koste van openbare ruimte, maar biedt een dicht programma juist een financiële basis voor hoogwaardige openbare ruimtes en effectief groen. De compacte stad zorgt ook voor functies op loopafstand. Dit zal ervoor zorgen dat lopen en wandelen naast een noodzaak ook een prettigere keuze wordt in de compacte stad. (bron: College van Rijksadviseurs)
De beschikbare ruimte in de stad zal de komende jaren verder onder druk komen te staan door allerlei urgente vraagstukken, zoals klimaatadaptatie, bevolkingsgroei, biodiversiteit en de energietransitie. Als we meer investeren in lopen – in combinatie met minder ruimte voor rijdende en geparkeerde auto’s – kunnen we ruimte vrijmaken voor andere doeleinden zoals verblijfsruimte en meer groen en water in de stad.
Andersom draagt het realiseren van de opgave rond klimaat en biodiversiteit bij aan het aantrekkelijker maken van het lopen zelf. Wandelen wordt namelijk interessanter door meer groen in de straat.
Verder is lopen is niet afhankelijk van fossiele brandstoffen en kan het een rol spelen in de energietransitie. Het levert daardoor een grote bijdrage aan onze klimaatdoelstellingen en de ecologische kwaliteiten van onze omgeving. (bron: College van Rijksadviseurs)
Lopen draagt bij aan brede welvaart. Brede welvaart omvat alles wat mensen van waarde vinden. Naast materiële welvaart gaat het ook om zaken als gezondheid, onderwijs, milieu en leefomgeving, sociale cohesie, persoonlijke ontplooiing en (on)veiligheid. Bovendien betreft het niet alleen de kwaliteit van leven in het ‘hier en nu’, maar ook de effecten van onze manier van leven op het welzijn van mensen ‘elders’ (buiten de regio) en ‘later’ (toekomstige generaties) (bron: PBL). Lopen draagt bij aan al deze aspecten.
Alle bovengenoemde effecten zorgen samen voor een verbeterde leefbaarheid.
Bijvoorbeeld: als elke inwoner van Zuid-Holland dagelijks één extra kilometer loopt, levert dat een maatschappelijke waarde op van ongeveer 500 miljoen euro per jaar, voornamelijk door gezondheidsvoordelen. (bron: Provincie Zuid-Holland)
Bron: Wilmar Dik