Een onderzoek naar welke sfeerbeelden een stimulerend effect hebben op het verplaatsingsgedrag van de voetganger

In dit afstudeeronderzoek zijn de effecten van omgevingsaspecten en sfeerbeelden op het verplaatsingsgedrag van de voetganger verkend. Doel is dat lokale overheden beter in staat zijn om looproutes naar wens van de voetganger in te richten. Dit is in kaart gebracht door gebruik te maken van zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethoden (literatuurstudie, expert interviews en een enquête).

Kosten en baten investeren in lopen – Verkenning recente en gewenste kennis

In het kader van het Versnellingsplan van Ruimte voor Lopen uit 2022 is aan Decisio en Molster Stedenbouw gevraagd om te verkennen welke nieuwe kennis inmiddels beschikbaar is gekomen nadat in 2018 de CROW-publicatie ’Verkenning effecten van investeren in lopen’ is verschenen. Ook is gevraagd door middel van een reeks interviews met actoren uit het veld te onderzoeken welke informatie vooral nodig is en welke vorm deze het beste kan krijgen. In de nu verschenen rapportage wordt verslag gedaan van de verkenning en zijn aanbevelingen gedaan voor vervolgstappen. Op grond daarvan is besloten te werken aan het ontwikkelen van standaardgereedschap voor het doen van effectmeting van loopmaatregelen en een verdere verkenning van de baten van een loopvriendelijke omgeving bij gebiedsontwikkeling.

International Charter for Walking

Het door Walk21 opgestelde International Charter for Walking (internationale handvest voor lopen) is een gemeenschappelijke beleidsreferentie die steden, organisaties, buurtgroepen en individuen kunnen ondertekenen om meer dagelijkse wandelingen en een grotere beloopbaarheid in gemeenschappen aan te moedigen. Als stad of gemeente kan The International Charter for Walking worden gedownload, geprint en ondertekend door de burgemeester of andere gekozen functionarissen.

De 15-minutenstad. Hoe doe je dat?

Overzichtsdocument over het concept ’15-minutenstad’. Eerst worden de ontwerpprincipes van dit kader uitgelegd. Vervolgens worden enkele veel voorkomende dilemma’s uit de praktijk genoemd en behandeld. Tot slot worden twee voorbeelden behandeld van nieuw te ontwikkelen wijken die worden ontwikkeld aan de hand van dit principe.

 

Magazine Lopen over de 15-minutenstad.

Derk van der laan schreef voor het magazine LOPEN een artikel naar aanleiding van de publicatie: De 15-minutenstad. Hoe doe je dat? ‘Het begrip ‘De 15-minutenstad’ kwam het afgelopen jaar op allerlei plekken dicht(er)bij, in binnen- en buitenland. Ook groeide het aantal uitgesproken voor- en tegenstanders. Ondertussen loopt ons mobiliteitssysteem vast. Wanneer we op dezelfde voet doorgaan, raken leefbaarheid, bereikbaarheid en ruimtelijke kwaliteit verder in de knel.’schrijft Van der Laan online.  

Walkability of large Dutch cities

Het betreft een onderzoek waarin de definities van walkablity worden benoemd en er op verschillende manieren gekeken is naar hoe het gesteld is met de loopvriendelijkheid in verschillende steden. De steden die gekozen zijn voor dit onderzoek zijn Utrecht en Amsterdam. Het onderzoek stelt dat in het beleid op het gebied van lopen de focus vooral is gericht op minder ruimtegebruik, veiligheid en modal shift.

Wandelend de pandemie door

Zijn jongeren meer gaan wandelen als gevolg van de Covid-19 pandemie en wat zijn belangrijke factoren die dit gedrag beïnvloeden? Uit het onderzoek blijkt dat jongeren in Utrecht meer zijn gaan lopen met als voornaamste redenen niet fysieke gezondheid maar meer mentale gezondheid en sociale interactie. De gewandelde routes zijn ook veranderd ten opzichte van vóór de Covid-19 pandemie.

De openbare ruimte in de buurt

Een onderzoek waarin het effect van de fysieke inrichting en het beheer van openbare ruimte op het eigenaarsgevoel wordt onderzocht. Het blijkt uit dit onderzoek dat vooral de manier van onderhoud bijdraagt aan het eigenaarsgevoel.

En nu doorstappen! Een onderzoek naar het loopgedrag van ambtenaren van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Als werknemers gedurende de werkdag lopen leidt dit tot gezonde, productieve en creatieve werknemers. hetgeen voordelig is voor zowel werknemer als werkgever. Daarom is het van belang om lopen gedurende de werkdag te stimuleren. Dit onderzoek heeft zich gericht op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Er is onderzocht welke factoren van invloed zijn op de motivatie van werknemers om te gaan lopen gedurende de werkdag en op welke manieren de bereidheid om te lopen vergroot kan worden. Om deze vragen te beantwoorden zijn interviews afgenomen en is er een enquête uitgezet. Uit de verzamelde data kwamen verschillende bevindingen naar voren. Zo kan worden gesteld dat lopen voor weinig medewerkers van het ministerie onderdeel vormt van het woon-werkverkeer. Wel is gebleken dat meer mensen zijn gaan lopen gedurende de werkdag sinds het thuiswerken, zowel tijdens pauzes als tijdens vergaderingen. Over de factoren die van invloed zijn op de motivatie kan worden gesteld dat intrinsieke motivatie, de sociale omgeving en de fysieke omgeving invloed hebben op het besluit om al dan wel of niet te lopen tijdens de werkdag. Gebleken is dat extrinsieke prikkels nauwelijks effect hebben op de motivatie om te lopen. Daarnaast kan worden geconcludeerd dat er verschillende manieren zijn om medewerkers te stimuleren om te lopen, omdat iedereen zijn eigen behoeften heeft. Op basis van de verzamelde data zijn verschillende aanbevelingen gedaan aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat die zij kan opnemen in de werkgeversaanpak om lopen te stimuleren. Zo is onder andere voorgesteld om flexibel om te gaan met de pauzetijden om zo de drukte bij de liften te vermijden. Daarnaast wordt de aanbeveling gedaan om bilaterale vergaderingen standaard wandelend af te leggen.

De Voetgangerscode; Het creëren van een voetgangersklimaat

Deze scriptie is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Tilburg en kan in de toekomst een bijdrage leveren aan een duurzamere stad. Gemeenten zijn druk bezig met het opstellen van voetgangersbeleid. Om in toekomst de stap van voetgangersbeleid naar uitvoering te zetten is een methodiek ontwikkeld. De methodiek, genaamd ‘De Voetgangerscode’ kan ervoor zorgen dat gemeenten looproutes kunnen verbeteren door een infrastructurele basis te creëren en ruimtelijke en psychologische factoren te integreren. Dit zorgt ervoor dat looproutes in de toekomst voetgangers stimuleren om er gebruik van te maken. Conclusie is dat de methodiek werkt op basis van de variabelen van de voetgangersbehoeftepiramide. De gemeente dient er hierbij op een chronologische volgorde voor te zorgen dat de looproutes eerst voldoen aan de variabelen uit de onderste piramidelagen, voordat de variabelen uit de bovenste lagen van toepassing kunnen zijn.

Toegankelijkheid van looproutes tussen het OV en het rijksvastgoedbedrijf

Dit rapport is uitgevoerd door een zestal studenten van de Saxion Hogeschool Deventer voor het Rijksvastgoedbedrijf en heeft als doel om haar meer inzicht te geven over de toegankelijkheid en kwaliteit van looproutes van en naar Rijksvastgoedgebouwen. Er is gekozen om in vier steden (Amersfoort, Zwolle, Apeldoorn en Arnhem) onderzoek te doen naar de toegankelijkheid tussen het openbaar vervoer en de gebouwen van het Rijksvastgoedbedrijf. Hierbij zijn de routes vanaf het station of vanaf het busstation belopen en beoordeeld op toegankelijkheid en kwaliteit. Van al deze routes is een fotorapportage gemaakt die zijn verwerkt in het rapport. Om de routes te kunnen beoordelen zijn door middel van deskresearch randvoorwaarden opgesteld. Daarnaast is gekeken naar de overgang van openbaar naar privéterrein, omdat dit een belangrijk aspect bleek te zijn als het gaat om de toegankelijk van de gebouwen. Voor enkele routes zijn verbeter voorstellen gemaakt, deze voorstellen zijn gemaakt om een beeld te geven van hoe het anders zou kunnen.

De voetganger in Shared Space inrichtingen

Het doel van dit onderzoek is om nieuwe inzichten te verkrijgen in het ontwerpen met het Shared Space principe, om zo de positie van de voetganger te waarborgen en hiermee de (gevoelsmatige) problemen weg te nemen. Om deze doelstelling te behalen is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Welke kenmerken zijn van belang voor een veilige, toegankelijke en aantrekkelijke Shared Space inrichting voor voetgangers en zorgen ervoor dat de positie van de voetganger kan worden gewaarborgd? Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen verblijven en verplaatsen door de voetganger.

Met dit onderzoek zijn aanbevelingen gedaan om de positie van de voetganger in Shared Space gebieden te waarborgen. Deze aanbevelingen kunnen worden gebruikt bij herinrichtingsprojecten waarbij het Shared Space principe wordt toegepast. Met dit onderzoek is tevens aangetoond dat de voetganger en Shared Space in een combinatie zeker mogelijk zijn, maar dat dit op een juiste manier moet worden toegepast.

>