Lopen is een relatief veilige vervoerwijze. Tegelijkertijd zijn voetgangers kwetsbare verkeersdeelnemers. Welke risico’s lopen voetgangers en hoe kun je die risico’s verminderen? In de factsheet ‘Voetgangers en verkeersveiligheid’ gaat het Kennisnetwerk SPV (Strategisch Plan Verkeersveiligheid) hier nader op in.
Overheden staan voor de taak om de belangrijkste verkeersveiligheidsrisico’s voor voetgangers te verminderen. Dit komt voort uit de landelijke, regionale en lokale risicogestuurde aanpak van verkeersveiligheid: een proactieve aanpak om ongevallen te voorkomen door de belangrijkste risico’s in het verkeerssysteem aan te pakken.
De factsheet ‘Voetgangers en verkeersveiligheid’ geeft aan op welke risico-indicatoren voor verkeersveiligheidsbeleid gemeenten invloed kunnen uitoefenen. Dat zijn vooral de risico-indicatoren Veilige infrastructuur en Veilige snelheid. Daarnaast kunnen gemeenten een rol vervullen met betrekking tot Veilige verkeersdeelnemers.
Veilige inrichting
Verder zijn gemeenten verantwoordelijk voor de veilige inrichting van de openbare ruimte. Het is hun taak om de infrastructuur zo te ontwerpen, uit te voeren en in stand te houden dat voetgangers niet geconfronteerd worden met te hoge snelheden, voldoende ruimte hebben, geen obstakels tegenkomen en niet vallen over oneffenheden. Uitgangspunt bij de inrichting van de openbare ruimte is het design for all-principe: het moet intrinsiek veilig zijn voor álle voetgangers, dus ook voor de ruim 2 miljoen mensen met fysieke of mentale beperkingen.
Routesegmenten
Vanuit het perspectief van de voetganger bestaat de infrastructuur uit drie verschillende ‘routesegmenten’: trottoirs en voetpaden, oversteekpunten en gebieden waar voetgangers zich mengen met rijdend verkeer, zoals erven. De drie typen kennen elk hun eigen veiligheidsrisico’s. Lees in de factsheet welke maatregelen kunnen bijdragen om de risico’s voor voetgangers zo klein mogelijk te maken.
Walkability, which refers to the extent to which the built environment encourages walking, has been linked to increased physical activity and improved health. While various studies have developed indicators to assess walkability, limited attention has been given to the influence of specific city characteristics on residents’ perceptions of walkability. Therefore, this study proposes the development of a context-specific walkability index for Amsterdam.
Een wandelroute in Deventer die veel door studenten wordt gebruikt is saai en onaantrekkelijk en niet representatief voor de stad Deventer. De gemeente was begonnen met de sloop van een aantal vervallen gebouwen om plaats te maken voor nieuwe moderne appartementencomplexen. Dit was een ideaal moment om ook de studentenroute achter deze nieuwe gebouwen aan te pakken en nieuw leven in te blazen. Deze rapportage doet verslag van een analyse van de omgeving en van het maken van een ontwerp voor de nieuwe situatie.
Walking meetings hebben de potentie om bij te dragen aan een breed scala aan maatschappelijke doelen. Deze thesis behandelt op welke wijze samenwerking aan interventies leidt tot verspreiding van walking meetings. Verspreiding is onderscheiden op drie niveaus: adoptie van het idee, meedoen op uitnodiging, en het zelf initiëren van een walking meeting. De interventies zijn onderzocht met een standaard indeling, waaronder kennis, aanpassing van de omgeving, of het inzetten van een rolmodel. Met behulp van het collaborative innovation raamwerk is de samenwerking geanalyseerd aan de hand van drie aspecten: de betrokken actoren – zoals werkgever of sociaal ondernemer, de assets zoals kennis of creatief vermogen, en de activiteiten in de samenwerking, zoals gezamenlijke probleemanalyse, het bedenken van nieuwe ideeën of het doen van experimenten.
Dit afstudeerrapport doet verslag van een onderzoek naar de mogelijkheden om een gedragsverandering te bewerkstelligen van medewerkers van de Tilburg University en ze meer gebruik gaan maken van de bestaande interventie Workwalk. Doel is om zo de vitaliteit en welzijn van de medewerkers te verhogen en hen een mogelijkheid te bieden om meer te kunnen bewegen tijdens werktijd.
Het doel van dit onderzoek was om inzichtelijk te maken welke factoren van invloed zijn op de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte om hier fysiek actief te zijn. Vervolgens is met deze kennis een specifiek gebied in de gemeente Utrecht onderzocht. Ook is onderzocht hoe het bewonersperspectief inzichtelijk te krijgen zodat deze kan worden betrokken in gemeentelijke besluitvorming. Om dit inzichtelijk te maken is voor dit onderzoek een kaartmethode ontwikkelt waarmee met bewoners naar de eigen buurt is gekeken. Vervolgens is gereflecteerd op deze methodiek.
In dit afstudeerrapport is verslag gedaan van een onderzoek naar de waarden van de openbare ruimte. Het doel is om stadsmakers, iedereen die te maken heeft met de ontwikkeling van een stedelijk gebied, te laten inzien dat er samen moet worden gewerkt om de kwaliteit van de openbare ruimte te waarborgen. Hiervoor is elk aspect waar de openbare ruimte invloed op heeft behandeld. Daarna is weergegeven hoe één aspect van een thema toegepast kan worden op een ontwerpopgave in de openbare ruimte.
In dit afstudeeronderzoek zijn de effecten van omgevingsaspecten en sfeerbeelden op het verplaatsingsgedrag van de voetganger verkend. Doel is dat lokale overheden beter in staat zijn om looproutes naar wens van de voetganger in te richten. Dit is in kaart gebracht door gebruik te maken van zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethoden (literatuurstudie, expert interviews en een enquête).
In het kader van het Versnellingsplan van Ruimte voor Lopen uit 2022 is aan Decisio en Molster Stedenbouw gevraagd om te verkennen welke nieuwe kennis inmiddels beschikbaar is gekomen nadat in 2018 de CROW-publicatie ’Verkenning effecten van investeren in lopen’ is verschenen. Ook is gevraagd door middel van een reeks interviews met actoren uit het veld te onderzoeken welke informatie vooral nodig is en welke vorm deze het beste kan krijgen. In de nu verschenen rapportage wordt verslag gedaan van de verkenning en zijn aanbevelingen gedaan voor vervolgstappen. Op grond daarvan is besloten te werken aan het ontwikkelen van standaardgereedschap voor het doen van effectmeting van loopmaatregelen en een verdere verkenning van de baten van een loopvriendelijke omgeving bij gebiedsontwikkeling.
Het door Walk21 opgestelde International Charter for Walking (internationale handvest voor lopen) is een gemeenschappelijke beleidsreferentie die steden, organisaties, buurtgroepen en individuen kunnen ondertekenen om meer dagelijkse wandelingen en een grotere beloopbaarheid in gemeenschappen aan te moedigen. Als stad of gemeente kan The International Charter for Walking worden gedownload, geprint en ondertekend door de burgemeester of andere gekozen functionarissen.
Overzichtsdocument over het concept ’15-minutenstad’. Eerst worden de ontwerpprincipes van dit kader uitgelegd. Vervolgens worden enkele veel voorkomende dilemma’s uit de praktijk genoemd en behandeld. Tot slot worden twee voorbeelden behandeld van nieuw te ontwikkelen wijken die worden ontwikkeld aan de hand van dit principe.
Het betreft een onderzoek waarin de definities van walkablity worden benoemd en er op verschillende manieren gekeken is naar hoe het gesteld is met de loopvriendelijkheid in verschillende steden. De steden die gekozen zijn voor dit onderzoek zijn Utrecht en Amsterdam. Het onderzoek stelt dat in het beleid op het gebied van lopen de focus vooral is gericht op minder ruimtegebruik, veiligheid en modal shift.