“Dit gaat niet alleen over stoeptegels of toestellen.” Zo klinkt door in het verhaal van Noud van Herpen, programmamanager bij Sportservice Noord-Brabant. Volgens hem draait het bij het zoeken en vinden van voldoende beweegruimte in Nederland om veel meer dan de fysieke inrichting.
“Je redt het niet met alleen hardware, de fysieke inrichting van de openbare ruimte”, zegt hij bij Stadszaken. In zijn ogen moet je beweging organiseren. “Dat begint bij het combineren van functies. Een bankje is niet alleen om te zitten, maar kan ook onderdeel zijn van een beweegroute.”
Model van de Beweegvriendelijke Omgeving (BVO)
Om beter grip te krijgen op al die schakels die een omgeving beweegvriendelijk maken, ontwikkelde onze partner het Kenniscentrum Sport & Bewegen het model van de Beweegvriendelijke Omgeving (BVO). Een mooi model dat bestaat uit 3 elementen:
- Hardware: sportaccommodaties, speelplekken, wandelroutes, paden en recreatiegebieden.
- Software: activiteiten, begeleiding, communicatie en interventies die op de plekken plaatsvinden.
- Orgware: alles rondom beleid, beheer, samenwerking en eigenaarschap.
In het ideale geval zijn deze drie in evenwicht. Volgens Van Herpen geldt: “Hoe minder goed de fysieke ruimte is ingericht op bewegen, hoe harder je moet leunen op de software en orgware.” Het theoretische BVO-model krijgt handen en voeten in uiteenlopende praktijksituaties.
Kans: beweging als vanzelfsprekend thema bij ontwerpers.
Een mooie stap in de goede richting is BVO, toch merkt Van Herpen dat beweging nog geen vanzelfsprekend thema is bij ontwerpers. “Ze zijn vaak heel goed in groen, maar geven zelf aan dat ze weinig weten van bewegen. Dat neem ik ze niet kwalijk, maar daar ligt wel een kans.”
Stadszaken noemt één typisch voorbeeld van waar het schuurt, is het ontwerp van paden. “Leg je een fiets- en wandelpad aan beide kanten van een weg, dan krijgt ieder zijn strookje. Maar leg je het alleen aan één kant, dan ontstaat er ruimte voor een breed voetpad.” En op een breed voetpad is er meer ruimte om te spelen, bewegen en te verblijven.
Relevantie voor Ruimte voor Lopen
Het artikel ‘Sportief ontwerp openbare ruimte alleen is geen garantie voor beweging’ is direct relevant voor Ruimte voor Lopen. Zo dragen wij ook uit dat lopen meer is dan stoeptegels en paden: het gaat om een integrale benadering. Het genoemde BVO-model kunnen we gebruiken om te laten zien dat lopen altijd een combinatie van factoren is. Het valt goed te koppelen aan onze eigen kennis en praktijkvoorbeelden.
Lopen preventieve gezondheidsaanpak
Tot slot roept Van Herpen op om beweegruimte te zien als investering in gezondheid en wij ondersteunen deze oproep. Het Nationaal Masterplan Lopen positioneert lopen nadrukkelijk als een preventieve gezondheidsaanpak: meer lopen maakt lichamelijk en mentaal gezonder. Het voorkomt stilzitten en kan zorgkosten verlagen. Naast gezondheid verbinden we lopen ook met duurzaamheid, mobiliteit en sociale cohesie. Ons masterplan benadrukt dat een beweegvriendelijke omgeving een investering is in een gezondere, duurzamere en leefbare toekomst.
Copyright foto: Nout van Herpen. Foto: Sportkracht12