Voetgangersvriendelijke steden komen niet vanzelf tot stand. Tijdens het Nationaal Voetgangerscongres op 1 oktober, met als thema Kiezen voor lopen, lieten Dennis van Wieren en Noa Hamacher (Sweco) zien waarom toegankelijkheid begint bij het proces en niet alleen bij het ontwerp. Hun sessie bouwde voort op het werk aan de nieuwe Leidraad Toegankelijkheid en de Landelijke Richtlijn Akoestische Signalering bij Verkeerslichten voor mensen met een visuele beperking. Wat betekent dit voor gemeenten en ontwerpers? En waarom is de stem van de doelgroep daarin onmisbaar? In dit interview blikken we met Dennis terug op de belangrijkste inzichten.
De urgentie van toegankelijkheid
Hoewel de voetganger de laatste jaren meer aandacht krijgt in beleid en ontwerp, ziet Dennis dat toegankelijkheid nog steeds achterblijft. “Lopen is de meest basale manier van verplaatsen, maar de voetganger heeft nog steeds niet de volle aandacht,” zegt hij. Sweco werkt voor CROW aan de Leidraad Toegankelijkheid en aan de Landelijke Richtlijn Akoestische Signalering bij Verkeerslichten voor mensen met een visuele beperking. De ervaringen uit deze projecten vormden de rode draad van de presentatie die Dennis samen met Noa Hamacher gaf. “‘Design for all’ betekent immers dat de openbare ruimte voor iedereen geschikt moet zijn om te lopen,” benadrukt hij. “Helaas is dat nog lang niet overal het geval.”
Het belang van houding en bewustzijn
In de sessie benadrukten Dennis en Noa dat toegankelijkheid niet alleen draait om technische maatregelen. “Toegankelijke openbare ruimtes vereisen de inzet van vele betrokkenen,” vertelt Dennis. Volgens hem weten ontwerpers en verkeerskundigen vaak goed wat er moet gebeuren, maar is het hoe en waarom minstens zo belangrijk. “Zodoende wordt niet zomaar wat gedaan, maar is men meer bewust van de noodzaak en meerwaarde.” De doelgroep speelt daarin een cruciale rol. “Eén belangrijke betrokkene mag bij de uitwerking van de plannen niet ontbreken: de doelgroep zelf.” Volgens Dennis maakt het betrekken van ervaringsdeskundigen toegankelijkheid concreet en toepasbaar.
Waarom richtlijnen meer vragen dan techniek
Wie denkt dat landelijke richtlijnen vooral een technische exercitie zijn, vergist zich. “Omdat je te maken hebt met verschillende belangen en specifieke richtlijnen en eisen voor mensen, is het van belang om goed naar elkaar te luisteren en je in te leven in de doelgroep,” legt Dennis uit. Hij ziet dat er snel aannames worden gedaan, bijvoorbeeld dat iets “wel acceptabel zal zijn” voor gebruikers. Daarom moet betrokkenheid doorlopen in alle fasen: van planvorming tot uitvoering en beheer. “Waarom niet evalueren en monitoren of het beoogde doel bereikt is?” vraagt Dennis zich af. Dat maakt toegankelijkheid een doorlopend proces dat je steeds kunt aanscherpen.
Hoe gemeenten toegankelijkheid kunnen verankeren
Volgens Dennis kunnen gemeenten en ontwerpers direct aan de slag, zonder dat daar ingewikkelde stappen voor nodig zijn. Hij verwijst naar de Gouden Driehoek, die bestaat uit opdrachtgever, inhoudsdeskundige en ervaringsdeskundige. “Deze samenwerking is essentieel om tot compleet advies te komen,” benadrukt hij. Door vakinhoudelijke kennis te verbinden met praktijkervaring ontstaan oplossingen die technisch kloppen en werken voor iedereen die zich lopend door de openbare ruimte beweegt. Een gemeente kan een werkgroep met ervaringsdeskundigen oprichten of de samenwerking zoeken met een bestaande groep, zoals gemeente Nijmegen doet met het Zelfregiecentrum Nijmegen. In de sessie lieten Dennis en Noa aan de hand van sprekende voorbeelden zien dat je deze werkwijze morgen al kunt toepassen in nieuwe projecten. Zo lieten ze zien dat ze voor de Leidraad Toegankelijkheid met de werkgroep op pad zijn geweest met mensen met Alzheimer. Zij benadrukten dat oversteeklocaties overzichtelijk moeten zijn en dat duidelijk moet zijn wat er van de gebruiker wordt verwacht.
Voor de Landelijke Richtlijn Akoestische Signalering bij Verkeerslichten zijn enkele locaties met verkeerslichten samen met de doelgroep bezocht. Ook maakte de projectgroep zelf een geblinddoekte oversteek. “We hebben ervaren hoe het is om het groen of rood alleen te kunnen horen in plaats van zien.”
Daarnaast is het belangrijk om duidelijk aan te geven waarom een aanpassing in de openbare ruimte nodig is. Als het belang van een aanpassing helder is, krijg je de verschillende betrokkenen, zoals uitvoerders, beheerders en omwonenden, makkelijker mee.
Waarom samenwerking met de doelgroep onmisbaar is
De belangrijkste oproep van Dennis en Noa was duidelijk: “Doe geen aannames en ga de samenwerking met de doelgroep aan.” Dat kan al eenvoudig door locaties samen te bezoeken of ontwerpkeuzes te toetsen bij mensen die afhankelijk zijn van duidelijke routes, voelbare overgangen of akoestische signalen.
Deze werkwijze sluit aan op het Nationaal Masterplan Lopen, dat inzet op een openbare ruimte die wandelvriendelijk is en waarin iedereen zelfstandig en veilig kan lopen. Door proces, inhoud en ervaring structureel te verbinden, wordt toegankelijkheid steeds meer een onderdeel van goed loopbeleid waar Ruimte voor Lopen aan werkt.