Interview: hoe dichtbij is een fijne wandelroute? De Nabijheidsanalysetool geeft antwoord

In april werd die gelanceerd en op 1 oktober bij het Nationaal Voetgangerscongres voor het voetlicht gebracht. De nabijheidsanalysetool is ontworpen door Movares in opdracht van Wandelnet en laat voor iedere Nederlandse wijk zien hoe dichtbij blauwe, groen- en wandelstructuren zijn.

Wat is de aanleiding voor de nabijheidsanalysetool?

Een beetje een open deur, want dat hangt samen met het groeiende belang van lopen. Van Hardeveld: “Lopen wordt steeds belangrijker in ruimtelijke planning en we kwamen erachter dat we niet precies weten hoe de situatie rondom de nabijheid van fijne wandelroutes er nu precies uitziet. De vraag rees van: Hoe kunnen we dat in kaart brengen? Dus zo zijn we aan de nabijheidsanalysetool begonnen die per wijk laat zien hoe het met de nabijheid is, en waar kansen en opgaven liggen.”

Kolner voegt toe: “We hebben dus alle infrastructuur onder de loep genomen. Hoever is dat lopen en hoe is de beloopbaarheid? Zo kan een park hemelsbreed dichtbij liggen, maar dat het door een spoorweg heel ver omlopen is. Voor de tool hebben we als uitgangspunt genomen dat het binnen tien minuten te belopen móet zijn om een positieve beoordeling te krijgen. Aan de drie elementen hebben we geen wegingsfactor gehangen. Natuurlijk zijn het wel factoren die wat zeggen over de aantrekkelijkheid, maar beleving is ook subjectief. Dan moet je bijvoorbeeld ook kijken naar hoe kwalitatief groen het is: de biodiversiteit, de stilte, inclusiviteit en een gevoel van gezelligheid. Dat ligt buiten onze scope.”

Achterliggende wandeldata-sets

Achter de nabijheidsanalysetool zit een hele hoop data. Van Hardeveld: “We hebben voor een deel data gebruikt uit de Nationale Route Databank. “Daarin hebben we zelf onderscheid gemaakt tussen groenstructuren, blauwstructuren en wandelplekken”, neemt Kolner het stokje over. “Daarvoor hebben we bepaald aan welke eisen die structuren moeten voldoen. Dat was geen solo-beslissing, het vloeide voort uit een werksessie met Staatsbosbeheer, Wandelnet en andere loop-experts. Ook hebben we gedeeltelijk de aantrekkelijkheid geprobeerd mee te nemen. Zo zeiden we tegen elkaar dat we een begraafplaats niet meenemen als groenstructuur alhoewel dat wel groene en rustige plekken zijn. Het groen moet wel openbaar toegankelijk zijn en het t moet een bepaalde omvang hebben.

Presentatie nabijheidsanalysetool op Voetgangerscongres

Aandachtspunt: definities kunnen verschillend effecten hebben per locatie

Daarmee heb je gelijk een aandachtspunt van de tool te pakken. Van Hardeveld legt het zo uit: het is een tool met definities die gelden voor heel het land. Alleen niet alle locaties zijn hetzelfde: je hebt de randstad met compacte ruimte, provincies met veel land. Het postzegelpark in Amsterdam wordt bijvoorbeeld niet meegenomen, terwijl het voor de stedelingen wel kan gelden als een oase van groen, rust en lopen. “Het ligt ook aan veel factoren of iets nabij wordt genoemd. Zo kan een stoep iets verder van het water af liggen, wat mooier is, maar niet dichtbij genoeg is. Dan telt die ene stoep dus niet mee. Werken aan nabijheid is daarom ook maatwerk.”

Kolner doet nog de toevoeging dat nabijheid ook verschilt per doelgroep: voor iemand die slecht te been is, is 500 meter al ver, terwijl het voor een fitte dertiger een peulenschilletje is. Op een gegeven moment moet je echter de knoop doorhakken over de definitie. Kolner: “We gebruiken de 10-minutenstad. Dat houdt in dat alle basisvoorzieningen binnen 10 minuten lopend te bereikend moeten zijn. Bij meer dan 10 minuten is de nabijheid slecht, bij 5 zeer goed.”  Vertrekpunt om meer ruimte voor lopen te creëren

Terug naar Van Hardeveld die ons vertelt dat er nog geen inzicht is in welke beleidsmakers de nabijheidsanalysetool hebben gebruikt. Volgens hem is de mogelijke impact dat zij inzicht krijgen in hoe de nabijheid is geregeld. “Dat betekent heel veel voor hoe je de ruimte kan inrichten. Je ziet een transitie naar autovriendelijke binnenstad, de tool helpt je om dat voor elkaar te krijgen.”  Hij wijst erop dat niet alle gemeenten even ver zijn. Sommige hebben het voor de helft van de wijken de nabijheid tot aantrekkelijke wandelroutes goed geregeld, alleen voor een paar wijken niet. “Als je als gemeente aan de slag gaat met die wijken, dan is het al een enorme verbetering.”

En hoe kunnen die gemeente aan de slag gaan met wijken waar de nabijheid slechter is? “Die zijn roodgekleurd op de kaart”, legt Kolner uit. “Als je op die wijk klikt, zie je vervolgens wat het dichtstbijzijnde groenpunt is of de dichtstbijzijnde route. Je ziet dus de ruimtelijke context. Vervolgens kun je een verbinding bedenken om vanuit de slechtere wijk op dat punt te komen: een viaduct, bruggetje, of tunneltje. Daarmee haal je de barrière weg die tot nu dan toe werd ervaren.” “Ik zou hetzelfde zeggen: je krijgt inzicht in barrières”, bevestigt Van Hardeveld. En door de nabijheidstool kun je dan een voor- en na laten zien: de nabijheid vooraf en na de ingreep. “Dus: we hebben gewerkt aan groen. Wat is de impact?”

Inspiratie voor andere gemeenten

Beide hopen dat de nabijheidsanalysetool gemeenten en andere geïnteresseerden inspireert om eens te kijken hoe het in hun gemeente is geregeld. “De informatie die we eruit halen, is echt bedoeld als een vertrekpunt voor verder gesprek. Maatwerk blijft dus nodig: niet ieder stukje blauw of groen zit erin.”

Lees ook wat Wandelnet eerder schreef over de nabijheidsanalysetool: Nabijheidsanalysetool maakt aantrekkelijke wandelomgevingen zichtbaar – Wandelnet.