Mensen lopen minder kans op diabetes en obesitas als ze in een wandelvriendelijke stad wonen. Een stad die een fijne en veilige infrastructuur heeft voor voetgangers. Zo concluderen onderzoekers van de University of Toronto. Zij vergeleken 170 studies over steden wereldwijd.
10% minder diabetes en obesitas in wandelvriendelijke stad
Het verschil tussen wandelvriendelijke en wandelonvriendelijke steden was maar liefst 10%. In steden waar lopen een minder voor de hand liggende optie is, krijgt 53% van de inwoners diabetes of obesitas. Op plekken die voetgangersvriendelijk zijn ingericht, ligt dit op 43%. “De studie laat zien dat de inrichting van steden invloed heeft op zowel het voorkomen als het tegengaan van ziektes”, meent betrokken professor Gilian Booth.
Stedelijke wildgroei groot probleem
De “ongecontroleerde, stedelijke wildgroei” is volgens professor Booth een groot probleem. Zij legt uit dat die mensen afhankelijk maakt van de auto. Om die reden pleit ze voor maatregelen die in haar ogen nodig zijn om de gezondheid te verbeteren. Ze denkt dan vooral aan noodzakelijke voorzieningen op loopafstand, betere voetpaden en goed openbaar vervoer. Dit soort steden worden ook wel 15-minuut-steden of urban villages genoemd.
De logica erachter? “Mensen worden actiever als je hen dit mogelijk maakt, als ze toegang hebben tot betere infrastructuur en voorzieningen in de buurt”, aldus Booth.
Benieuwd naar alle onderzoekresultaten?
Lees het interessante artikel dat Stadszaken erover schreef: ‘Minder diabetes en obesitas in wandelvriendelijke stad.’