Gewoontes te doorbreken kan op momenten dat gewoontes op een natuurlijk manier toch al veranderen, zoals bij belangrijke levensgebeurtenissen.
Gewoontes te doorbreken kan op momenten dat gewoontes op een natuurlijk manier toch al veranderen. Dat gebeurt bij belangrijke levensgebeurtenissen, zoals een verhuizing, de geboorte van een kind, slagen voor het schoolexamen of het het rijbewijs halen.
Belangrijk is dat de levensgebeurtenis waarop je aanpak aansluit minimaal één gewoonte doorbreekt die invloed heeft op loopgedrag. De aanpak stimuleert dan nieuw loopgedrag als vervanging van het oude gedrag.
Toepassing
Iemand is verhuisd naar een nieuwe woonplaats. Dit doorbreekt gewoontes die loopgedrag beïnvloeden, want iemand heeft nieuwe routes nodig naar de supermarkt, bushalte en het werk. De gemeente stuurt een welkomstkaart en heet de nieuwe bewoner welkom. Op de kaart staan leuke wandelroutes én routes naar functionele bestemmingen (inclusief loopafstand). Dit draagt ook een zogeheten injunctieve norm uit: in deze buurt is het normaal om te lopen.