Auto weren uit de stad? Dit zijn de lessen die echt werken

Autoluw is geen doel, maar een middel

Steeds meer steden kiezen voor autoluw beleid. Niet omdat de auto slecht is – integendeel, het is een efficiënt vervoermiddel voor lange afstanden – maar omdat de auto in de stad simpelweg te veel ruimte inneemt. Ruimte die we ook kunnen inzetten voor wandelen, ontmoeten en spelen. Zoals Annemiek Wiggers en Gido van Os van RUIMTEVOLK het treffend zeggen: “De auto is de minst efficiënte manier van stedelijk ruimtegebruik die we kennen.” Dat raakt direct aan de missie van Ruimte voor Lopen: steden zo inrichten dat lopen vanzelfsprekend én aantrekkelijk is.

Vier lessen uit Europa

Wetenschappers Sean van der Lee en Wijnand Veeneman onderzochten het beleid in Barcelona, Bremen, Kopenhagen en Milaan en distilleerden daaruit vier lessen. De eerste?

1. Wees continu op zoek naar nieuwe maatregelen

Denk aan deelauto’s (zoals in Bremen) of herinrichting van straten (zoals in Milaan). Daarbij is het cruciaal om van andere steden te leren. Want wat werkt in Kopenhagen, kan misschien ook in Groningen.

2. Betrek bewoners én wetgevers

De tweede les: let op de lokale context. Een maatregel die op papier slim lijkt, kan in de praktijk stranden op wetgeving of weerstand. In Milaan mochten fietspaden bijvoorbeeld niet tijdelijk worden ingericht – tot een wetswijziging tijdens corona dit mogelijk maakte. In Barcelona werden bewoners actief betrokken bij het ontwerp van de beroemde Superblocks. Zo creëer je draagvlak en voorkom je verkeersarmoede.

3. Grijp het juiste moment

De derde les is misschien wel de belangrijkste: grijp je kans zodra die zich voordoet. Vaak openen zogeheten ‘kansenvensters’ zich onverwacht, bijvoorbeeld door maatschappelijke onrust of zelfs tijdens een pandemie. Dan moeten beleidsmakers snel kunnen schakelen. Voor ingrijpende plannen is timing cruciaal.

4. Test en leer

Tot slot: probeer maatregelen eerst uit, vóór je ze definitief invoert. Zo ontdek je wat werkt, en wat bijsturing nodig heeft. Dat geeft vertrouwen, ook bij bewoners. Voor Ruimte voor Lopen betekent dit: blijf experimenteren met tijdelijke wandelzones, woonerven of autoluwe straten.

Meer ruimte om te lopen

Waarom dit alles relevant is? Omdat autoluwe steden automatisch wandelvriendelijker worden. Minder auto’s betekent meer ruimte, meer veiligheid en meer rust voor voetgangers. En dat is precies waar het Nationaal Masterplan Lopen om draait: lopen als volwaardige vorm van mobiliteit. Meer weten? Bekijk de uitgangspunten in het Nationaal Masterplan Lopen.