We willen allemaal groenere steden, want die zijn gezond, biodivers, sociaal, adaptief. Oftewel: levend. Tegelijkertijd moeten we de komende jaren flink bijbouwen in Nederland. Gaat dat verdichten en vergroenen wel samen?
Daarover gingen Rijksadviseur Wouter Veldhuis, Tamara Ekamper (gemeente Groningen) en José Besselink (gemeente Rotterdam) in gesprek tijdens ‘De Groene Stad’. Eén van de sessies die deel uitmaakte van de Dag van de Stad 2022. Een dag met meer dan 1.200 bevlogen sprekers, gedreven en kennisrijke professionals en betrokken inwoners.
Groen belangrijk voor gezonde steden
In de sessie stond groen centraal. Groen als factor die ons welzijn verbetert. “Groen is immers heel belangrijk voor de gezondheid van mensen” trapt Veldhuis af. Besselink kan dit beamen: “Je ziet keer op keer dat het juist groen is, waardoor mensen erop uitgaan. Of het nu lopend of fietsend is.”
Groen en verdichten hand in hand
Maar wordt groen niet verdrongen door baksteen? Zeker nu er de komende jaren duizenden woningen bij moeten komen om de woningnood in ons land tegen te gaan? Volgens de drie sprekers in de sessie niet. “Verdichten zonder groen is onvoorstelbaar”, klinkt Veldhuis. Nieuwbouwprojecten zijn juist de ideale kans om de openbare ruimte onder de loep te nemen. Om op alle schaalniveaus te bekijken waar er meer groen kan komen.
Mobiliteit onder de loep
Om de groene stad te realiseren, is het wel nodig om onder meer de mobiliteit onder de loep te nemen. In veel steden staan auto’s boven aan de verkeerspiramide. Parkeerplaatsen, brede autobanen en een goede doorgang: auto’s worden geen strobreed in de weg gelegd. Dat moet veranderen: we moeten naar wandel- en fietssteden. Ekamper: “We moeten ons steeds afvragen: Kunnen we met minder auto’s en meer actieve mobiliteit een heel andere openbare ruimte creëren die veel groener is en aantrekkelijker wordt?”