STADSLAB STUDENTENROUTE

Een wandelroute in Deventer die veel door studenten wordt gebruikt is saai en onaantrekkelijk en niet representatief voor de stad Deventer. De gemeente was begonnen met de sloop van een aantal vervallen gebouwen om plaats te maken voor nieuwe moderne appartementencomplexen. Dit was een ideaal moment om ook de studentenroute achter deze nieuwe gebouwen aan te pakken en nieuw leven in te blazen. Deze rapportage doet verslag van een analyse van de omgeving en van het maken van een ontwerp voor de nieuwe situatie.

Towards a Weeting World

Walking meetings hebben de potentie om bij te dragen aan een breed scala aan maatschappelijke doelen. Deze thesis behandelt op welke wijze samenwerking aan interventies leidt tot verspreiding van walking meetings. Verspreiding is onderscheiden op drie niveaus: adoptie van het idee, meedoen op uitnodiging, en het zelf initiëren van een walking meeting. De interventies zijn onderzocht met een standaard indeling, waaronder kennis, aanpassing van de omgeving, of het inzetten van een rolmodel. Met behulp van het collaborative innovation raamwerk is de samenwerking geanalyseerd aan de hand van drie aspecten: de betrokken actoren – zoals werkgever of sociaal ondernemer, de assets zoals kennis of creatief vermogen, en de activiteiten in de samenwerking, zoals gezamenlijke probleemanalyse, het bedenken van nieuwe ideeën of het doen van experimenten.

Interventie Evaluatie Workwalk

Dit afstudeerrapport doet verslag van een onderzoek naar de mogelijkheden om een gedragsverandering te bewerkstelligen van medewerkers van de Tilburg University en ze meer gebruik gaan maken van de bestaande interventie Workwalk. Doel is om zo de vitaliteit en welzijn van de medewerkers te verhogen en hen een mogelijkheid te bieden om meer te kunnen bewegen tijdens werktijd.

Geschikte en aantrekkelijke openbare ruimte voor de oudere doelgroep

Het doel van dit onderzoek was om inzichtelijk te maken welke factoren van invloed zijn op de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte om hier fysiek actief te zijn. Vervolgens is met deze kennis een specifiek gebied in de gemeente Utrecht onderzocht. Ook is onderzocht hoe het bewonersperspectief inzichtelijk te krijgen zodat deze kan worden betrokken in gemeentelijke besluitvorming. Om dit inzichtelijk te maken is voor dit onderzoek een kaartmethode ontwikkelt waarmee met bewoners naar de eigen buurt is gekeken. Vervolgens is gereflecteerd op deze methodiek.

De succesfactoren van de openbare ruimte

In dit afstudeerrapport is verslag gedaan van een onderzoek naar de waarden van de openbare ruimte. Het doel is om stadsmakers, iedereen die te maken heeft met de ontwikkeling van een stedelijk gebied, te laten inzien dat er samen moet worden gewerkt om de kwaliteit van de openbare ruimte te waarborgen. Hiervoor is elk aspect waar de openbare ruimte invloed op heeft behandeld. Daarna is weergegeven hoe één aspect van een thema toegepast kan worden op een ontwerpopgave in de openbare ruimte.

Een onderzoek naar welke sfeerbeelden een stimulerend effect hebben op het verplaatsingsgedrag van de voetganger

In dit afstudeeronderzoek zijn de effecten van omgevingsaspecten en sfeerbeelden op het verplaatsingsgedrag van de voetganger verkend. Doel is dat lokale overheden beter in staat zijn om looproutes naar wens van de voetganger in te richten. Dit is in kaart gebracht door gebruik te maken van zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethoden (literatuurstudie, expert interviews en een enquête).

Walkability of large Dutch cities

Het betreft een onderzoek waarin de definities van walkablity worden benoemd en er op verschillende manieren gekeken is naar hoe het gesteld is met de loopvriendelijkheid in verschillende steden. De steden die gekozen zijn voor dit onderzoek zijn Utrecht en Amsterdam. Het onderzoek stelt dat in het beleid op het gebied van lopen de focus vooral is gericht op minder ruimtegebruik, veiligheid en modal shift.

De ontwikkeling van het stedelijke loop en wandelnetwerk – Handboek voor professionals

Als onderdeel van zijn afstudeeronderzoek heeft Dennis van Sluijs een handboek gemaakt met daarin handvaten waarmee stedenbouwkundigen, verkeerskundig ontwerpers en beleidsmakers actief rekening kunnen houden met de wandelintenties van de voetganger en de bijbehorende effecten op het wandelnetwerk en de openbare ruimte. Het doel van dit handboek is het bijdragen aan het verbeteren van huidige loop en wandelroutes, naar kwalitatief hoogwaardige loop en wandelroutes voor
iedere individuele voetganger. Het gewenste gevolg hiervan is dat er meer wordt gelopen en de openbare ruimte voor iedere voetganger comfortabel en aantrekkelijk is. Het bijkomende en voordelige effect hiervan is dat de baten van én voor de voetganger optimaal worden benut.

Hieronder is de afstudeerversie van het handboek te downloaden. Het handboek heeft inmiddels een update gehad. Deze is op te vragen via deze webpagina van adviesbureau Goudappel.

Wandelend de pandemie door

Zijn jongeren meer gaan wandelen als gevolg van de Covid-19 pandemie en wat zijn belangrijke factoren die dit gedrag beïnvloeden? Uit het onderzoek blijkt dat jongeren in Utrecht meer zijn gaan lopen met als voornaamste redenen niet fysieke gezondheid maar meer mentale gezondheid en sociale interactie. De gewandelde routes zijn ook veranderd ten opzichte van vóór de Covid-19 pandemie.

De openbare ruimte in de buurt

Een onderzoek waarin het effect van de fysieke inrichting en het beheer van openbare ruimte op het eigenaarsgevoel wordt onderzocht. Het blijkt uit dit onderzoek dat vooral de manier van onderhoud bijdraagt aan het eigenaarsgevoel.

En nu doorstappen! Een onderzoek naar het loopgedrag van ambtenaren van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Als werknemers gedurende de werkdag lopen leidt dit tot gezonde, productieve en creatieve werknemers. hetgeen voordelig is voor zowel werknemer als werkgever. Daarom is het van belang om lopen gedurende de werkdag te stimuleren. Dit onderzoek heeft zich gericht op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Er is onderzocht welke factoren van invloed zijn op de motivatie van werknemers om te gaan lopen gedurende de werkdag en op welke manieren de bereidheid om te lopen vergroot kan worden. Om deze vragen te beantwoorden zijn interviews afgenomen en is er een enquête uitgezet. Uit de verzamelde data kwamen verschillende bevindingen naar voren. Zo kan worden gesteld dat lopen voor weinig medewerkers van het ministerie onderdeel vormt van het woon-werkverkeer. Wel is gebleken dat meer mensen zijn gaan lopen gedurende de werkdag sinds het thuiswerken, zowel tijdens pauzes als tijdens vergaderingen. Over de factoren die van invloed zijn op de motivatie kan worden gesteld dat intrinsieke motivatie, de sociale omgeving en de fysieke omgeving invloed hebben op het besluit om al dan wel of niet te lopen tijdens de werkdag. Gebleken is dat extrinsieke prikkels nauwelijks effect hebben op de motivatie om te lopen. Daarnaast kan worden geconcludeerd dat er verschillende manieren zijn om medewerkers te stimuleren om te lopen, omdat iedereen zijn eigen behoeften heeft. Op basis van de verzamelde data zijn verschillende aanbevelingen gedaan aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat die zij kan opnemen in de werkgeversaanpak om lopen te stimuleren. Zo is onder andere voorgesteld om flexibel om te gaan met de pauzetijden om zo de drukte bij de liften te vermijden. Daarnaast wordt de aanbeveling gedaan om bilaterale vergaderingen standaard wandelend af te leggen.

>