Tips, Tricks & Tools

Voetgangers vangen met een dataset 

Wegwijs in tools en meetmethoden

Voetgangers zijn vluchtig als vlinders – je weet nooit waar ze vandaan komen of waar ze heen gaan. Je wilt dat wel weten om beleid te kunnen maken. Om looproutes te verbeteren, een loopnetwerk te ontwikkelen en de wandelaars – wij allemaal – te ondersteunen. Gelukkig zijn er vele manieren om informatie te verzamelen. Van het ‘ouderwets’ tellen en schouwen tot het subtiel wegen van tientallen indicatoren. Disclaimer: je kunt helemaal losgaan op het verzamelen van data, maar vergeet nooit eerst de hamvraag te stellen: wat wil ik weten?

De voetganger is nog maar net ‘ontdekt’. Decennialang heeft de auto het rijk vrijwel alleen gehad, ook in stedelijk gebied. Terwijl we allemaal lopen, zelfs al is het niet verder dan the first and last mile van elke reis. Door hun vluchtigheid bleven voetgangers onderbelicht. Een belangrijke vraag is dan ook: hoe brengen we lopers in beeld? En ook: welke plek kunnen ze krijgen in de steeds drukkere steden en dorpen? De ruimte wordt steeds intensiever benut – denk aan fietsers en toeristen maar ook aan groen en woningen. Het is puzzelen hoe we ruimte kunnen maken voor voetgangers.  

Chinese toestanden 

Er zijn verschillende manieren om een antwoord op deze vragen te krijgen. Vanuit het standpunt van dataverzamelaars en beleidsmedewerkers zouden we het liefst alles van de voetganger willen weten. Het zou fantastisch zijn om via de mobiele telefoons de loop van alle wandelaars door de steden en straten te kunnen volgen, maar privacywetgeving steekt hier een stokje voor.  

“Terecht natuurlijk”, zegt Filip van As, coördinator van het Platform Ruimte voor Lopen en programmamanager voetgangersbeleid bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). “We willen hier geen Chinese toestanden met een overheid die alles monitort. Aan alle digitale hulpmiddelen zitten dus beperkingen qua privacy. Ook camera’s zijn in onze samenleving omstreden.” 

De voorkeur gaat dus uit naar andere mogelijkheden om loopstromen in kaart te brengen en de beloopbaarheid van steden, wijken of straten te bepalen. Meerdere partijen zijn bezig om inzicht te krijgen in deze mogelijkheden en in het ontwikkelen van tools om benodigde data te verkrijgen en te analyseren. 

Nijmegen, Groningen en Rotterdam maken deel uit van de City Deal Ruimte voor Lopen. Zij doen het voorwerk voor andere gemeenten om voetgangers op de kaart te zetten. Senior beleidsmedewerker Vincent Meijers van Nijmegen legt uit:  “Fietsen is geëmancipeerd. Veel gemeenten beschikken over snelfietsroutes om makkelijk fietsend vanuit de buitenwijken of omliggende dorpen naar plekken in de stad voor werk of winkelen te komen. We moeten nu een hoofdnetwerk voor voetgangers maken. Met bestemmingsplannen in de hand, informatie van de Kamer van Koophandel, overzicht van sociale en culturele bestemmingen, gegevens over parkeerplaatsen, OV-verbindingen en haltes kun je al veel lijnen trekken. Maar we willen meer, zoals een looproutekaart ontwikkelen. Ook willen we op basis van bestaande gemeentelijke dataverzamelingen een methodiek ontwikkelen om voetgangers in beeld te krijgen. Die blijft niet beperkt tot de steden die meedoen aan de City Deal, maar kan in alle gemeenten in Nederland ingevoerd worden. Nijmegen trekt hierin op met Groningen en Rotterdam.” 

Rotterdam loopt 

Het Rotterdams college van B&W heeft zijn ambities vastgelegd in ‘Rotterdam loopt 2025’. De stad wil de voetgangers op een voetstuk zetten. Dat kan natuurlijk niet overal tegelijk. Om de prioriteiten geïnformeerd te kunnen bepalen, werkt Rotterdam met en aan verschillende tools. De bekendste is de Loopmonitor, ontwikkeld in samenwerking met Witteveen & Bos. Inmiddels is het centrum in kaart gebracht. Rotterdam weet nu hoe het netwerk van looproutes loopt – welke routes het meest gebruikt worden, wat de belangrijke verbindingen zijn. Dit geeft relevante informatie voor onderhoud en beheer, maar de kennis helpt ook om te beslissen waar het meest effectief ingezet kan worden op herinrichting. 

Hier komt de tweede tool om de hoek kijken. In samenwerking met het bureau Humankind werkt de gemeente aan een methode om plekken in de stad te analyseren. Planoloog José Besselink van de dienst Stadsontwikkeling: “De tool van Humankind meet wat goede publieke ruimte is door informatie over de ruimtelijke inrichting te combineren met het sociale gebruik van die ruimte. 

Via observerend onderzoek komen we te weten hoe mensen zich gedragen, waar en wanneer ze bewegen, spelen, sporten, zitten of praten, alleen of in groepjes, aangevuld met demografische gegevens. Die informatie wordt gekoppeld aan gegevens over veiligheid, groen, comfort en voorzieningen uit onder andere de GIS-bestanden van gemeente. Er loopt nu een testcase voor het Meentplein. Die plek is expres gekozen omdat er een herinrichting voor de deur staat.” 

Rotterdam maakt ook nog zogenaamde Signaalkaarten, in principe voor intern gebruik. Besselink: “We trechteren informatie op vier thema’s. Voor het thema ‘Kinderen veilig naar school’ bijvoorbeeld, brengen beleidsmedewerkers de grootste risicostraten en -situaties in kaart in schoolomgevingen. Voor het thema ‘Hoe gezond is lopen in Rotterdam’ worden kaarten gemaakt met lagen als hittestress, geluidhinder en aanwezigheid van groen. Deze gegevens uit GIS-bestanden van de gemeente worden gekoppeld aan de indicatoren van luchtkwaliteit. Ook hier moet deze gefilterde informatie duidelijk maken waar je investeringen het best kunt plegen.” 

Nijmegen  

Senior beleidsmedewerker openbare ruimte Vincent Meijers en zijn opvolger Sophie Bekkers zien hoe de transities de stad veranderen. Bekkers: “Klimaat, hittestress, gezondheid, mobiliteit, verdichting – alles gaat de ruimte in de stad aan. De stadscentra zijn aan het veranderen. Ook door invoering van 30 km in de binnenstad en het verplaatsen van de bus naar de rand. Fietsers en voetgangers krijgen meer ruimte en tegelijkertijd moet je mensen verleiden om de auto te laten staan, met aantrekkelijke looproutes en straten.” 

Relevante informatie bij het ontwikkelen van een netwerk is meer dan weten waar mensen zijn, je moet ook weten waar ze vandaan komen en waar ze heen gaan.  

Meijers: “Voetgangers kun je niet over een streepje laten rijden of volgen via radar. Ze zijn vluchtig. We weten heel goed waar en wanneer het druk is in de stad. Elke twee jaar sturen we studenten de stad in om te tellen, bijvoorbeeld in winkelgebieden. Sinds vier jaar hangen er in het centrum van Nijmegen circa twintig camera’s die van alles wat voorbijkomt – fietsers, voetgangers – een stipje maken, 24/7. We weten dus hoe druk het is op die plek, maar we hebben geen idee waar de mensen vandaan komen of heen gaan.” 

‘Waarom gaat u hier linksaf, terwijl rechtsaf sneller is’

En de enkele keer dat de camera’s dat wel vastleggen, is er altijd de vraag: waarom? 

Meijers geeft een voorbeeld: “Wie het Nijmeegse station uitkomt kan kiezen, rechtdoor over de boulevard en een groot plein langs de schouwburg en De Vereeniging, of linksaf langs coffeeshops en tattoozaakjes. Het is de bedoeling dat de bezoekers de koninklijke weg rechtdoor kiezen en tweederde doet dat ook. Maar die andere derde pakt zijn mobiele telefoon en slaat linksaf. Deze groep is gemiddeld veel jonger en misschien op weg naar de Primark. Het is relevante kennis dat een derde van de voetgangers de koninklijke weg negeert en de veel minder mooie route kiest.”  

Voor de gemeente zijn de keuzes van voetgangers razend interessant, net als de vraag hoe de gemeente hierop moet of kan reageren. 

Groningen 

Groningen zet voetganger en fietser op één. “Wij nemen in onze Mobiliteitsvisie, die eind vorig jaar is vastgesteld, afstand van de auto, rijdend en geparkeerd”, vertelt Stijn Ringnalda, beleidsadviseur Verkeer en Vervoer bij de gemeente Groningen.  

“We zijn nu aan het inventariseren welke looproutes het meest gebruikt worden. Samen met Nijmegen en Rotterdam zijn we in gesprek met een bureau om dataverzamelingen in kaarten te visualiseren. Allereerst een netwerkkaart, een beeld van de meest gebruikte routes door de stad en de populaire plekken. Ten tweede een waarderingskaart: op welke plekken kun je prettig lopen en waar niet? Een hartjes-en-boze-hoofdenkaart, zoals Rotterdam heeft gemaakt. In Groningen hebben we een stadspanel dat we deze vraag kunnen voorleggen. Op basis van die kaart kunnen we al snel en simpel plekken beter inrichten. De derde data-bron zou bijvoorbeeld Strava kunnen zijn, om zicht te krijgen op de recreatieve routes. Zo verzamelen we op drie vlakken nuttige data om ons beleid op te baseren.” 

Humankind observeert en registreert het gedrag in de publieke ruimte bij het toekomstige Meentplein in Rotterdam. Foto: Wilmar Dik

Wat wil je weten? 

In toenemende mate dienen zich hulpmiddelen aan in de vorm van datagedreven tools. Zo ontwikkelde het ministerie van IenW recentelijk de Looptool. Van As: “De tool is primair een hulpmiddel voor voetgangersbeleid. Ambtenaren kunnen de lijst van dertig meerkeuzevragen invullen en beoordelen, maar ook burgers hiertoe uitnodigen. De scores, handig verzameld in een Excel-sheet, zijn goed te vergelijken en zo krijg je snel inzicht in de kwaliteit van loopmogelijkheden in wijken en straten.”  

Ook CROW biedt tools om de kwaliteit van looproutes te meten, als onderdeel van de online Kennismodule Voetgangers. “Er is een quickscantool beschikbaar waarmee snel een globale indruk van de kwaliteit van een wegvak of oversteekplaats kan worden bepaald”, vertelt Emile Oostenbrink, projectmanager voetgangers bij kennisplatform CROW, “En er is een meer gedetailleerde methode beschikbaar waarmee op afzonderlijke kwaliteits-aspecten het kwaliteitsniveau bepaald kan worden. Denk daarbij aan toegankelijkheid, veiligheid, onderhoud van het plaveisel of de verlichting. 

De keuze voor een tool hangt af van de onderzoeksvraag. Oostenbrink: “Elke tool kiest een eigen insteek en heeft andere toepassingsmogelijkheden. Wat een gemeente wil weten bepaalt welke tool het meest geschiktst is. Maar wat is een goede vraag om te stellen, aan welke inzichten heeft een gemeente behoefte? Wil je de beloopbaarheid van de hele gemeente in beeld brengen? Of wil je kunnen zien hoe het per wijk met de beloopbaarheid is gesteld? Of op straatniveau? En er zijn ook zachtere factoren die je lastig in data kunt vangen: hoe aantrekkelijk is een route, hoe (on)veilig voelt het om ergens te lopen? Met data kun je eindeloos losgaan, maar verlies niet uit het oog wat je eigenlijk wilt weten.” 

Looptool

Ontwikkeld door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat / adviesbureau Goudappel.
Quickscan. Eenvoudig te hanteren. Geeft snel inzicht in kwaliteit van loopmogelijkheden van wijk en straat. Dertig meerkeuzevragen verdeeld over vijf indicatoren: kun je er lopen, is het toegankelijk, is het veilig, is het comfortabel, is het aantrekkelijk om er te lopen? Per indicator een score die in een Excel-sheet wordt ingevoerd. Beleidsmedewerkers kunnen ermee aan de slag, maar de tool is ook toegankelijk voor burgers.  

• Tool voor analyse loopmogelijkheden straat en wijk 

• Laagdrempelig in te vullen door (burger)deskundige 

• 5 indicatoren, 30 meerkeuzevragen 

• Resultaat in de vorm van piramide met score op de 5 indicatoren

Loopmonitor

Ontwikkeld door de gemeente Rotterdam/Witteveen & Bos. De Loopmonitor is de Michelinkaart van het voetgangersnetwerk in de Rotterdamse binnenstad. Analyseert op basis van tellingen en een set van ruimtelijke factoren de patronen van voetgangers in de stad. Het platform meet de drukte en de rust, het waardeert de aanwezigheid van groen, OV, bankjes en brede trottoirs en het berekent de impact van beleidsbeslissingen: wat is het effect op voetgangersstromen van een nieuwe voetgangersbrug op dit punt, of juist daar? In feite is het een voorspelmodel om beleid op te baseren. Rotterdam heeft met het model de meest gebruikte looproutes en het netwerk van routes voor het centrum in kaart gebracht. Vervolgfase is om ook andere gebieden in kaart te brengen en om het loopnetwerk te koppelen aan de OV-stations.

• Platform meet drukte en rust 

• Combineert tellingen met data m.b.t. ruimtelijke factoren 

• Voorspelmodel voor beleidsbeslissingen over knelpunten

Beloopbaarheid

Onderzoek Wageningen University Research, in opdracht van de Provincie Utrecht en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Complexe studie die de diepte ingaat. Onderzocht de kwaliteit van loopgebieden en -routes rondom OV-knooppunten in de provincie Utrecht. Kan ook elders ingezet worden. Identificeert 160 indicatoren die kwaliteit van loopmogelijkheid bepalen, verdeeld over negen categorieën.   

Literatuuronderzoek WUR identificeert 160 indicatoren  

• Samengebracht in 9 categorieën 

• Toegepast op looproutes rondom OV

Quickscan en beeldmeetlattenmethodiek

Twee tools ontwikkeld door Kennisplatform CROW om de kwaliteit van looproutes te beoordelen op het niveau van wegvakken en trottoirs. Inzetbaar afhankelijk van de opgave. Met de quickscan kan de bestaande situatie van een wegvak of kruispunt op een snelle wijze in beeld worden gebracht. De zogenoemde beeldmeetlatten geven in meer detail inzicht in de beloopbaarheid van wegvakken of kruispunten van de huidige situatie. Methodiek gebruikt bij beheer openbare ruimte en vertaald naar looproutes. Gekeken kan worden naar criteria als toegankelijkheid, veiligheid, onderhoud van het plaveisel of de kwaliteit van de verlichting. 

• Twee tools CROW voor beoordelen kwaliteit looproutes 

• Focus op kwaliteit wegvakken, trottoirs en kruispunten 

• Toepasbaar voor beheer openbare ruimte

Goede Publieke Ruimte

Ontwikkeld door stedelijk onderzoeksbureau Humankind. Deze tool combineert data over de fysieke inrichting van ruimte met informatie over mensen die er verblijven. Doel is om beter inzicht te krijgen in de kwaliteit van de publieke ruimte waarbij het welzijn van mensen als uitgangspunt wordt genomen. De tool concentreert zich op plekken. Voor de fysieke kant put de tool uit bestaande databronnen van overheden en zelfontwikkelde software. Het gedrag wordt geobserveerd door medewerkers van het bureau Humankind en door gemeentelijke ambtenaren/ontwerpers. Via de City Deal Ruimte voor Lopen wordt de tool nu uitgeprobeerd in Rotterdam, Den Haag, Nijmegen en Groningen. In elk van deze steden op specifieke plekken, zoals een drukke straat of een winkelcentrum.  

• Combineert data over fysieke inrichting met observatie van de gebruikers 

• Benut bestaande publieke databronnen 

• Focus op plekken (niet routes)

PosadMaxwan Walkability tool

Ontwikkeld door stedelijk ontwerpbureau PosadMaxwan. Bedoeld om de beloopbaarheid (walkability) van buurten en steden te meten en met elkaar te vergelijken en om de beloopbaarheid te verbeteren. Per wijk krijgen de morfologie, leefbaarheid en veiligheid een score aan de hand van twaalf kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren – variërend van stoepbreedte tot aantal verkeersongelukken met voetgangers. Iedereen kan de beloopbaarheid van zijn of haar buurt/stad testen met deze tool. 

• Beloopbaarheid buurt of stad op basis van openbare databronnen 

• Online tool, publiek toegankelijk 

• De kaart laat walkability score, barrières, ongevallen en voorzieningen zien

Healthy Streets

Ontwikkeld in het Verenigd Koninkrijk door Lucy Saunders, deskundige op gebied van publieke gezondheid, stedelijke ontwikkeling en transport. Dit model hanteert tien kwalitatieve indicatoren voor straten (waaronder schone lucht, makkelijk oversteken, schaduw en bescherming, zitplekken, geluidsoverlast, veiligheid, wil om te lopen en bestemmingen). Brengt aan de hand van open source data de gezondheid van straten in kaart – zie de Healthy Streets Index voor Central London. 

• Focus op gezondheid van individuele straten 

• Kaart laat kwaliteit van straten zien 

• Inspiratie uit het Verenigd Koninkrijk

Activity tracking data

Wandelaars, hardlopers en hardfietsers delen onder andere via de app Strava vrijwillig hun routes, tijden en obstakels onderweg. Geschat wordt dat ca 800.000 Nederlanders hun routes tracken. Op de site van Strava kun je een heatmap van een gebied genereren. Interessante bron, wel komt alle informatie van sportieve bewegers. Track Landscapes combineert deze data onder meer met kwalitatieve beoordeling van gebruikers.   

• Benut data van sport apps 

• Heat map laat meest gebruikte routes zien 

• Steeds meer data over lopen, naast hardlopen 

City Deal logo