“We deden onbewust al veel voor de voetganger, maar we doen het nu veel bewuster. We zoeken steeds meer naar mooie mogelijkheden om meer ruimte voor lopen te creëren”
Aldus André de Wit. Hij is adviseur mobiliteit bij de gemeente Rotterdam en maakt met onder meer collega Merel Scheltema (planoloog) deel uit van het gemeente-brede team achter Rotterdam Loopt: het ambitieuze plan dat de voetganger beleidsmatig op een voetstuk zet.
Gezond, actief, toegankelijk & nabij: de vier signaalkaarten
Een resultaat dat ze dit jaar opleveren: signaalkaarten die knelpunten, risico’s en kansen voor de voetganger letterlijk en figuurlijk op de kaart zetten. De kaarten werken het ambitiedocument Rotterdam Loopt 2025 verder uit en laten zien welke activiteiten, investeringen en projecten het meeste bijdragen aan een betere positie voor de voetganger. We hebben hieraan gewerkt met een klein integraal team en bureau Humankind. Het vertrekpunt: de thema’s gezond, actief, toegankelijk & nabij zijn gecombineerd met data en analyses. Dat leidt tot vier signaalkaarten (hieronder): 1 Kinderen veilig naar school. 2 Hoe gezond is lopen in Rotterdam? 3 Meer straten voor mensen. 4 OV-bereikbaarheid.
Waar is ingrijpen noodzakelijk en waar liggen kansen?
Aan de ene kant leggen de kaarten de urgentie van ingrijpen bloot, maar ook de kansen. Scheltema: “Ons doel was om scherp te krijgen wat thema’s en plekken zijn waar je impact kan maken voor voetgangers. Om te signaleren waar verandering écht noodzakelijk is.”
“Wij laten zien waar je moet beginnen, waar je in actie moet komen voor voetgangers”, vult De Wit aan. “Bijvoorbeeld omdat cijfers aantonen dat er te veel verkeersongelukken gebeuren, dat de straat ronduit onveilig is. Maar we kijken verder dan dat: we nemen ook kansen onder de loep. Waar zijn straten bijvoorbeeld vooral ingericht voor de auto, terwijl er maar weinig auto’s doorheen rijden? Zulke straten kun je heel makkelijk aantrekkelijker maken voor voetgangers (en fietsers), bijvoorbeeld door rijbanen smaller te maken en stoepen breder.”
Voetgangers op 1
Rotterdam wil meer autoluwe wijken en de voetganger prominent boven aan de verkeerspiramide zetten. Scheltema: “Standaard was dat de auto’s vaak op 1 stond. Bijna alle straten waren zo ingericht dat zij het beste tot hun recht kwamen: brede rijstroken, veel parkeerplaatsen en gunstige voorrangsregels. Wij werken aan de mobiliteitstransitie als onderdeel van een groeiende stad. Daarbij hoort kritisch reflecteren op wie de straat gebruikt en voor wie je die wilt (gaan) inrichten? We streven naar straten die gezonde mobiliteit het meeste stimuleren. Dit past ook bij een groenere en aantrekkelijkere omgeving. De vraag is: waar is daar ruimte voor? Daarvoor hebben we op basis van een idee van collega-adviseur mobiliteit, Chris Visser twee analyses gedaan. We hebben onder meer gekeken naar de benuttingsgraad: hoeveel verkeer er nu door de straten rijdt in verhouding tot de totale breedte van de straat. Zo konden we goed vaststellen hoe de balans nu is.”
Verschillende typen kansen
”We benoemen drie soorten kansen. Kansen op basis van disbalans (= te veel ruimte voor de auto, maar weinig auto’s), kansen op basis van ambitie en kansen op basis van de transitie”, somt Scheltema op. Die laatste is de lastigste. Dat zijn straten waar relatief veel auto’s rijden en waar nú weinig ruimte is voor voetgangers. Maar waar we wél meer loopruimte willen creëren. Daarvoor is een totaal nieuwe indeling van de straat nodig, met veel ruimte voor groen, wateropvang, fietsers en voetgangers. De Westblaak is daar een prachtig voorbeeld van. Daar komt misschien wel de helft minder ruimte voor auto’s. Dat vraagt pas echt een transitie in ons doen en laten: we móéten minder de stad doorkruisen per auto. Zodat straten in de stad niet meer langer doorstroomstraten zijn, maar leefstraten worden.”
Kracht van data en beleving
De kracht van het Rotterdamse programma is de ijzersterke combinatie van data en (subjectieve) beleving. “Vanuit ons programma hebben we een enquête gehouden onder onze inwoners: de hartjes-kaart-enquête”, vertelt Scheltema. “Daarbij konden mensen hartjes geven voor plekken in de stad die zij fijn vinden en gebroken hartjes voor plaatsen die ze niet prettig vinden. In eigen woorden konden ze vervolgens uitleg geven over geluidsoverlast, luchtvervuiling en onveiligheid. Daarnaast was er tijdens de coronaperiode een enquête over 1,5 meter en verkeersveiligheid. Die gaf specifieke informatie over hoe Rotterdammers de verkeersveiligheid beleven. De resultaten daarvan hielpen ons om risicostraten te markeren.”
22 straten met knelpunten en 3 typen kansen
Uit de analyse van data en de enquêtes kwamen 22 zogenoemde risicostraten rollen. De Wit: “Dat zijn straten met knelpunten, veiligheidsissues. Het heeft geholpen om deze straten te benoemen! Er liep al een programma Veilige en gezonde straten en wij hebben ervoor gezorgd dat meer straten op de lijst van dit programma kwamen.”
Verbinding met andere programma’s, projecten en disciplines
De makers van de signaalkaarten slaan een brug tussen verschillende beleidsvelden. En laten zien dat voetgangersbeleid een integraal thema is dat andere opgaven overduidelijk raakt. Denk aan het verlagen van de snelheidslimieten, klimaatadaptatie, vergroening en toegankelijkheid. “Deze opgaven kunnen we heel effectief combineren, waardoor je niet investeert voor maar één doel”, meent De Wit. “We zoeken continu de samenwerking met bestaande programma’s, roepen op om het belang van voetgangers mee te nemen. Een werkwijze die werkt: steeds vaker krijgen we een voet tussen de deur. Ons team ‘Rotterdam Loopt’ krijgt steeds vaker uitnodigingen om aan overleggen deel te nemen. Om daar te vertellen hoe belangrijk het is om de voetganger mee te nemen in plannen. De signaalkaarten zijn ons hierbij goed van dienst.”
Meer aandacht voor de voetganger werpt z’n vruchten af
Ook planoloog Scheltema is van mening dat de weg die de gemeente Rotterdam is ingegaan met haar loopbeleid z’n uitwerking niet mist. “Voor 2019 hadden we geen voetgangersbeleid en kijk eens waar we nu staan. Wat een mooie stappen we hebben gezet naar een concreet plan van aanpak! Stappen die we overigens willen blijven zetten, want iedereen is gebaat bij een beter voetgangersbeleid. Iedereen is immers een voetganger: of het nu gaat om de korte wandeling naar je auto of als onderdeel van je OV-reis. Niet iedereen kan een auto betalen; iedereen kan lopen of ‘rollen’. We investeren dus in basiskwaliteit waar iedereen gebruik van maakt.”
Goed voorbeeld doet volgen?
De Wit en Scheltema raden andere steden aan om hun aanpak te volgen. “Die zorgt ervoor dat je scherp voor ogen hebt wat je agenda is of moet zijn. Waar je moet beginnen voor de voetganger. En het mooiste is dat je collega’s helpt en inspireert om vaker vanuit het perspectief van de voetganger naar de buitenruimte in de stad te kijken.”