In gesprek met...

‘De wethouder is de belangrijkste speler om mee te krijgen’

De strategie van de Groene Metropool van Staatsbosbeheer

Het programma de Groene Metropool wil de natuur zo goed mogelijk verbinden met de stad. Aantrekkelijke, veilige looproutes zijn daarbij belangrijk. Harry Boeschoten en Caroline Porsius vertellen over hun praktijkervaringen.

‘Je moet eerst letterlijk inzien hoeveel mens en natuur met elkaar te maken hebben, dat besef is het startpunt. Van daaruit ga je het gesprek aan over wat je uiteindelijk gezamenlijk kunt doen’, vertelt Boeschoten. De simpele volgorde van eerst ‘snappen’ en vervolgens ‘willen’, zijn ingrediënten in de aanpak van de Groene Metropool, het programma van Staatsbosbeheer. Het belang van natuur zo duidelijk mogelijk bespreekbaar maken en snel privé ervaringen van gesprekspartners daarbij betrekken (‘Wat vind jij zelf leuk, wat zijn je eigen ervaringen?’) hoort hier ook bij. We hebben het over de strategie om gesprekspartners mee te krijgen in groene projecten. Aan het woord is Harry Boeschoten, directeur Groene Metropool bij Staatsbosbeheer. Ook aan tafel zit Caroline Porsius, zijn opvolgster per 1 december 2023, die al volop is ingewerkt. We zijn in de ‘Duinpan’, een glazen vergaderzaaltje hoog in het Amersfoortse hoofdkantoor. Boeschoten: ‘En o ja, wanneer je weggaat kun je het makkelijkst naar beneden lopen, daar links’. Het blijkt te gaan om tien af te dalen trappen.

Meer mensen willen wandelen

‘Wanneer je praat over de mens en de natuur, dan heb je het al snel over groenvoorzieningen maken en lopen stimuleren’, benadrukken beiden. Het programma Groene Metropool van Staatsbosbeheer wil directe verbindingen maken vanaf de voordeur van elk huis in Nederland tot in het landelijk gebied. Een ‘groenblauw’ netwerk waarop je alle huizen aansluit; net zoals iedereen stopcontacten en waterkranen in huis heeft. Porsius: ‘Beschouw zulke infrastructuur als aansluitingen die iedereen normaal vindt. Voorkom dat veel mensen eerst een eind moeten reizen om in contact te komen met natuur’.

Natuurgebieden steeds belangrijker

Al een tijd lang kijkt Staatsbosbeheer, als groene organisatie met een maatschappelijke functie, ook naar steden en dorpen. Een deel van de gebieden die worden beheerd ligt in de directe omgeving van de bebouwde kom. Die terreinen krijgen voor steeds meer mensen de belangrijke functie om van huis uit een wandeling of fietstocht te kunnen maken, of een andere vorm van groen beleving.


‘We hebben samenwerkings-overeenkomsten gesloten met grote projectontwikkelaars’

Samenwerken, samenwerken

Staatsbosbeheer neemt deel aan verschillende coalities. Een voorbeeld is NLBuiten. Hierin maken veertien organisaties, actief in het landelijk gebied, zich sterk voor meer ruimte voor recreatie en beweegmogelijkheden de komende jaren. Maak daarbij het landschap meer toegankelijk, benadrukken zij. Dit samenwerkingsverband telt veertien organisaties, variërend van grondeigenaar tot gebruiker en genieter. Wandelnet is hierin partner, net als onder meer de ANWB en de Federatie Particulier Grondbezit.

Nu is de tijd rijp

Het programma Groene Metropool startte ongeveer negen jaar geleden en heeft inmiddels als thema vleugels gekregen. Boeschoten, enthousiast: ‘De tijdgeest is er nu naar om blauwgroene netwerken serieus te nemen. Van alle kanten worden wij tegenwoordig benaderd om mee te denken met gebiedsontwikkelingen en andere, uiteenlopende projecten. Zo hebben we samenwerkingsovereenkomsten gesloten met grote projectontwikkelaars en werken we tegenwoordig mee aan een opleiding van de NEPROM, de vereniging van projectontwikkelaars. Wie had al deze ontwikkelingen vijf jaar geleden gedacht?’

Eén doorlopend groen netwerk

Staatsbosbeheer wil van groene gebieden binnen en buiten de bebouwde kom één doorlopend netwerk maken. Het vereist samenwerking met gemeenten, provincies, maar ook met gebiedsontwikkelaars en bouwers. Een advies van Porsius: ‘Loop eerst zelf een stad eens in en uit. Dat is een goede test, je ziet wat goed gaat en welke knelpunten vragen om een oplossing’. Er zijn talloze voorbeelden, zoals bijvoorbeeld Houten buiten de autoring. Een prima georganiseerde new town voor lopers en fietsers binnen de bebouwde kom. Maar wie wil wandelen naar buiten de stad, naar prachtige bestemmingen zoals het Kromme Rijngebied of de Utrechtse Heuvelrug, moet als een padvinder speuren naar aantrekkelijke looproutes.

Wethouders cruciaal

Het groener maken van woon- en leefomgevingen groeide de laatste jaren van een luxe kwestie nice to have, naar randvoorwaarde voor vele ruimtelijke ontwikkelingen. Het zoeken en enthousiasmeren van belanghebbenden blijft daarbij belangrijk. Zo moet op lokaal niveau de verankering van groenere verbindingen in de eerste plaats gebeuren door de gemeente, zeggen Boeschoten en Porsius: ‘Een cruciale factor is een wethouder die achter het plan staat. Wanneer het college van B&W een plan eenmaal goedkeurt volgen in de slipstream alle belangrijke ambtelijke diensten’.

Almere

Porsius en Boeschoten noemen voorbeelden: ‘Neem Almere, waar wij rondom de stad grote bossen en de Oostvaardersplassen beheren. Met de gemeente werken we samen om de functie en de bereikbaarheid van het Almeerderhout te verbeteren. Maar op een lager niveau zijn we ook actief. De gemeente inventariseert nu op het niveau van aansluitingen op het huis, hoe het staat met het groen in de straat en de wijk. Het gevolg in de praktijk: meer aanplant, ander groenbeheer. Een fors deel van de Almeerse wijken is aanzienlijk versteend en zo’n groene aanpak moet bewoners aanzetten tot vaker lopen in eigen woonomgeving, meer bewegen en genieten van de natuur. De steun van het college van B&W is hierbij essentieel’.


‘Loop eerst zelf een stad eens in en uit. Een goede test, je ziet wat goed gaat en welke knelpunten vragen om oplossing’

Purmerend

‘Een ander voorbeeld is het Purmerbos van Purmerend, 260 hectare groot, aan de oostflank van de stad. Hier willen de gemeente en de ontwikkelaar BPD graag huizen bouwen, want de woningnood in deze regio is hoog. Vaak ontstaan in zulke situaties compensatiediscussies. Hier een stukje bos weg, daar wat erbij en per saldo houdt Staatsbosbeheer evenveel natuur. Maar met zijn drieën lukte het om aan de start van het plan een gezamenlijke visie te ontwikkelen, vooral dankzij de bevlogenheid en inzet van de drie belangrijkste partijen. Ook hier is de wethouder een zeer belangrijke speler’. ‘De ambitie is meer betaalbare, duurzame woningen in combinatie met een groene omgeving, een aantrekkelijke buitenruimte én een groter Purmerbos. Het gaat om circa 5.000 woningen. Ook hier willen we het groene netwerk met de rest van de stad versterken. Wij zetten daarbij onze expertise op het gebied van natuur en recreatie in. Het groene netwerk omvat plezierige verbindingen voor dier en mens, die veilig via aantrekkelijke wandel- en fietspaden het bos kunnen bereiken.’

Den Haag

‘Wij beheren de Koekamp in hartje Den Haag. In een hoek van het terrein stond een werkschuur die verouderd was. Met het opknappen van dit deel kon tegelijkertijd de entree naar het nabije Haagse Bos worden verbeterd. Zo kwam er een oversteek over de vijver en een 10 meter brede loopbrug over de Utrechtse Baan (de A12) met volop groen. Een forse verbetering van doorgaande, (lange afstand) wandelroutes richting Wassenaar, maar ook een als extra stimulans voor het maken van aantrekkelijke ommetjes, weetings of lunchwandelingen. Ook hier bleek de steun van het college van B&W bij deze verbetering essentieel’.

Kijk altijd over grenzen heen

Tot slot nog een ander speerpunt van Boeschoten: recepten geven om te genezen van, wat hij noemt, de ‘topografische ziekte’. ‘Je maakt zo vaak mee dat overheden en organisaties letterlijk tot aan hun eigen grenzen denken. Wat daarbuiten gebeurt staat niet op de agenda. Maar de natuur kent geen grenzen, die trekt zich doorgaans niets aan van door de mens getrokken lijnen. En wie wil lopen, interesseert het echt niet of de gemeente, het waterschap of een particulier verantwoordelijk is voor openbare wandelroutes. Ons pleidooi luidt dus: beperk je alsjeblieft niet alleen tot je eigen domein, maar kijk ook over je grenzen heen’.

Staatsbosbeheer wil met het programma Groene Metropool de natuur dichterbij brengen. Dat kan door groene gebieden –binnen en buiten de bebouwde kom– tot één doorlopend netwerk aaneen te smeden. Deze foto’s laten drie belangrijke aspecten zien van dit netwerk.

Vanaf de voordeur van elk huis in Nederland een directe verbinding tot in het landelijk gebied. Een ‘groenblauw’ netwerk waarop je alle huizen aansluit; net zoals iedereen stopcontacten en waterkranen in huis heeft.

Een goed doorlopend wandelnetwerk, binnen en buiten de bebouwde kom. Langs singels en waterkanten, sporen, en door het bos.

Aantrekkelijke overgangen tussen stad en landelijk gebied. Een mooi voorbeeld hiervan uit Den Haag, waar de Utrechtsebaan een barrière vormde tussen het Haagse Bos en Koekamp. Om de verbinding te verbeteren is er een dek over een deel van de snelweg heen gemaakt.

City Deal logo