De ideale voetgangersstad

Laat groen meegroeien, óók bij verdichting

De deelnemers van de werkgroep Lopen en groen & verdichting zijn ervan overtuigd: verdichten kan prima samengaan met een gezonde en fijne stad, maar alleen als je zorgt voor voldoende groen en een groene doorgaande wandelstructuur voor voetgangers. Waarom is dat nodig? 

De komende jaren komen er heel veel woningen bij, die zoveel mogelijk in bestaand stedelijk gebied worden gebouwd. Meer mensen op dezelfde oppervlakte vraagt om een andere indeling van de ruimte, met meer veilige wandel- en fietspaden, ontmoetingsruimte, wateropvang en vooral ook groen in de stad. Groen is goed voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid, vermindert hittestress en draagt bij aan waterberging. 

Praktijkvoorbeelden

Verdichting en groen zijn dan ook niet los van elkaar te zien bij een gezonde inrichting van de stad. Daarom zijn deze onderwerpen in één werkgroep ondergebracht. De deelnemers hebben het afgelopen jaar verschillende locaties met een vergroenings- en verdichtingsopgave bezocht, zoals Binckhorst in Den Haag, Amstel III in Amsterdam, Kattenbroek in Amersfoort en het project BOSK in Leeuwarden. Marjan den Braber, trekker van werklijn 1 van de City Deal, de ideale voetgangersstad en directeur Marktgroep Water, Klimaat en Landschap bij Arcadis is enthousiast over de bezoeken: “Tegelijkertijd verdichten en vergroenen – het kan! De mens te voet, de voetganger, speelt een sleutelrol. Bij het ontwerp, maar ook op korte termijn kun je effect bereiken, zoals bij de groene interventies in Leeuwarden en in de Binckhorst.”  

BOSK Leeuwarden

100 dagen lang kleurde het hart van Leeuwarden groen. Van 7 mei tot en met 14 augustus 2022 liepen er namelijk meer dan 1000 grote en kleine bomen door de binnenstad. Stenige straten werden opeens groen. De traag bewegende kunstinstallatie van BOSK vestigde de aandacht op de noodzaak om andere keuzes te maken in de vergroening van onze publieke ruimte, en in de wereld meer bomen aan te planten om zo de klimaatcrisis te helpen keren. “De inwoners omarmen BOSK”, vertelt artistiek leider Bruno Doedens enthousiast, “Hebben we eindelijk een wandelend bos, zegt iedereen ‘laat maar staan.’” 

Foto: Wilmar Dik

Bincks groen

Bincks groen

De Binckhorst in Den Haag transformeert in de komende jaren tot een stoer woon- en werkgebied. Groen is belangrijk om prettig en gezond te kunnen wonen en werken. Daarom hebben overheidspartijen, marktpartijen en I’M BINCK de handen ineengeslagen en zich verenigd in Bincks Groen. Op verschillende plekken gaan zij als collectief aan de slag met een klimaatadaptieve Binckhorst, onder meer op de CarWeide, een kavel waarop de komende jaren nog geen definitieve ontwikkeling plaatsvindt en waar nu een tijdelijke groene ontmoetingsplaats is gerealiseerd. Bewoners, werknemers en bedrijven worden hier actief bij betrokken om van de huidige, stenige omgeving een groene wijk te maken. Een uitnodigend groen netwerk om te kunnen wandelen en fietsen. Met zoveel harde barrières een hele uitdaging!

Gezonder en gelukkiger met groen

Allerlei onderzoeken tonen aan dat een groene omgeving ons gelukkiger en gezonder maakt. Groen vermindert stress, stimuleert ontmoetingen tussen mensen en zorgt voor gevarieerder spel van kinderen. Uit onderzoek blijkt dat kinderen in groene wijken 15 procent minder vaak last hebben van overgewicht. Ook blijkt dat hoe groener de woonomgeving, hoe minder ADHD-medicatie en antidepressiva worden gebruikt. Ook kan groen een rol spelen bij het verminderen van eenzaamheid die kan ontstaan in een dichtbevolkte stad. Een internationaal onderzoek laat zien dat gevoelens van overbevolking de eenzaamheid met gemiddeld 39% deden toenemen. Maar wanneer mensen bomen of de lucht konden zien, of vogels konden horen, daalde het gevoel van eenzaamheid met 28%. 

De deelnemers zien dan ook dat gezondheid vaak de aanjager is bij de roep om te vergroenen. Bart van Overbeek, beleidsmedewerker bij het ministerie van VWS beaamt dit: “Vanuit VWS zien we groen steeds meer als een noodzaak voor gezonde stedelingen. Vanwege koelte, schaduw en omdat het uitnodigt tot bewegen. Daarnaast bewegen mensen in compacte steden sowieso meer, met een lager BMI tot gevolg.” Hij verwijst naar chirurg Maurits de Brauw, hoofdspreker op het 18e Landelijk Congres Openbare Ruimte van vakblad Stedelijk Interieur, die stelt dat uit onderzoek blijkt dat een compacte, veilige stad 50 procent minder kans geeft op obesitas dan een omgeving die niet compact is, zowel verkeerstechnisch als sociaal. Bij compactheid gaat het over de mate waarin wonen, werken en winkelen op beloopbare afstand van elkaar liggen. Een gezonde stad begint bij het wegnemen van barrières die heel natuurlijk mensengedrag – wat lopen is – belemmeren (https://stadszaken.nl/artikel/4443/compacte-veilige-stedelijke-omgeving-is-effectieve-dunhouder). 

Barrières wegnemen

Dit kwam ook naar voren bij een van de bezoeken van de werkgroep. Riëtte Bosch, stedenbouwkundige en strategisch adviseur bij het Rijksvastgoedbedrijf vertelt: “Je kunt op talloze plekken zien dat verdichten en vergroenen nog niet vanzelfsprekend is, bijvoorbeeld bij de gebiedsontwikkeling Amstel III in Amsterdam, waar we op bezoek waren. In dit project is volop aandacht voor de voetganger, maar de aantakking op de Amstelscheg [een groene wig aan de zuidzijde van Amsterdam die doorloopt tot in de stad, red.] is een blinde vlek. De eerste stap daarbij is dat je dit überhaupt ziet. Vervolgens is de vraag: hoe veranker je dat in planvorming?”

“Ook snelwegen door de stad kunnen barrières vormen. Denk aan de A12 door het Haagse Bos of de A2 bij de Bijlmer. Voetgangers worden als hyperlokaal gezien, waarvoor oplossingen – zoals groene overkluizingen over deze wegen – lokaal moeten worden gefinancierd. Maar de middelen voor openbare ruimte of zelfs gebiedsontwikkeling zijn niet toereikend. Wij pleiten er daarom voor om oplossingen voor voetgangers bij deze grote infrastructuurvoorzieningen landelijk op te pakken.”  

Natuur van voordeur tot buitengebied

Welke voorwaarden zijn er eigenlijk voor groen in de stad? Harry Boeschoten, programmadirecteur Groene Metropool van Staatsbosbeheer benoemt ze: “Voor groen in en om de stad gaat het om drie dingen: een minimale maat aan oppervlakte, verbinding via groene netwerken en definiëren van basiskwaliteit voor mens en natuur. Vooral het groene netwerk is van belang voor de wandelende mens én voor de natuur. Het brengt de mens vanuit zijn voordeur tot het verre buitengebied en brengt de natuur tot aan je voordeur.” Riëtte Bosch vult aan: “Voor het dagelijkse leven van stadsbewoners is niet alleen de groene verbinding naar het buitengebied van belang, maar juist een netwerk door de hele stad. Zo kun je momenten van ontspanning inbouwen in het dagelijks leven. De meeste ommetjes zijn niet langer dan 20 minuten en groene routes naar school, werk of de winkel zorgen voor ontspanning in elke doordeweekse dag. Dat wil niet zeggen dat elke straat even groen moet zijn. Niet elke straat kan dezelfde groene kwaliteit hebben. Voorlopig is de vuistregel dat het groene loopnetwerk op 5 minuten loopafstand van elke voordeur bereikbaar moet zijn.” 

Inventariseren looproutestructuur en groen netwerk

De vraag is vervolgens: hoe komen de groenstructuur en het loopnetwerk samen? Het samenbrengen van deze werelden start met in kaart brengen wat er is – en wat ontbreekt. In Amersfoort is Houkje Hibma, adviseur landschap, groen en recreatie bij de gemeente, daar al mee begonnen: “We hebben de looproutestructuren geïnventariseerd, ook het groene netwerk. Dat is een eerste stap naar een plan hoe we dit kunnen verbeteren.”

Uit de eerste inventarisatie komt naar voren dat vergroening ook oudere wijken veel kan brengen. Riëtte Bosch: “We zien kansen bij wijken uit de jaren ’60 tot ’80. Deze wijken vergrijzen en daardoor dreigen voorzieningen te verdwijnen. Verder is er weinig hoogwaardig groen in deze wijken. Door de kwaliteit van het groen beter te definiëren en laten aansluiten op het groene netwerk naar de binnenstad en het buitengebied, kunnen we deze wijken weer aantrekkelijk maken.” 

De werkgroep neemt de ervaringen mee in een advies voor de landelijke Omgevingsvisie. Want groen kán en moét meegroeien bij verdichting!

Internationale inspiratie

Deze drie groeiende steden hebben al langer een strategie gericht op aaneengesloten groene netwerken voor wandelen (en fietsen). De schaal van het netwerk en de doelstellingen verschillen:  

Hamburg

Het Grunes Netz Hamburg bestaat uit radiale landschapsassen en twee groene ringen die ontspannen lopen en fietsen langs autovrije routes en in gezonde lucht door de hele stad mogelijk moeten maken. In 2004 is het netwerk verankerd in het Landschapsplan.

Wenen

Het Green & Open Space network van Wenen heeft als doel een fijnmazig groen netwerk door de hele stad te realiseren dat ontspannen en bewegen vlakbij huis mogelijk moet maken voor iedereen, ook voor kinderen en ouderen. In 2015 is de visie Step 2025 gepresenteerd.

Singapore

Het Park Connector Network (PCN) van Singapore is formeel vastgelegd in 1991. Het is een netwerk van lineaire groene corridors dat parken en natuurgebieden met elkaar verbindt. Doel is het bieden van groene recreatiemogelijkheden, een verbeterde toegankelijkheid tot natuurgebieden en het versterken van de ecologische kwaliteit van het groen. In 2015 was er 300 km aan verbindingen gerealiseerd. 

City Deal logo