De Gezonde Stad Index van Arcadis vergelijkt 20 steden op het gebied van gezondheid. “Meer bewegen is één van de belangrijkste verbeterpunten als het gaat om gezondheid”, vertelt John Boon, hoofd van de adviesgroep Landschapsarchitectuur en Groene Stad bij Arcadis. “Fietsen en wandelen zijn laagdrempelige manieren om te bewegen.” Boon pleit ervoor om wandelen een goede plek te geven in gemeentelijk beleid. “Het besef dat de fysieke omgeving een belangrijke bijdrage kan leveren aan de gezondheid moet omhoog.”
“Ik kwam ooit per toeval in gesprek met mensen van het RIVM. Zij gaven aan dat er wel al heel veel informatie is over de gezonde stad, maar dat deze kennis nog maar mondjesmaat wordt toegepast. Dan denk je in eerste instantie dat dat wel meevalt, maar ze hadden gelijk. Arcadis heeft als grote partij zich verplicht gevoeld iets met deze vraag te doen”, vertelt Boon, vragend naar het ontstaan van de index. “We wisten eigenlijk niet zo goed hoe Nederlandse steden ervoor stonden op het gebied van gezondheid. Er was wel een onderzoek gedaan, in de stad Utrecht, maar dat duurde zeker een jaar, omdat het moest voldoen aan allerlei wetenschappelijke standaarden. Als Arcadis zijn wij altijd bezig met allerlei data, die analyseren en verwerken we ook. Dus wij dachten dat dit sneller en eenvoudiger moest kunnen, veel data zijn al lang bekend. Dat lag bij het RIVM een beetje ingewikkeld, dus zijn we het zelf gaan doen.”
Het voorwerk van het RIVM is wel gebruikt. “Zij hadden aan ruim 300 deskundigen gevraagd waar zij aan dachten bij de term ‘gezonde stad’. Deze input hebben we gebruikt om de index in verschillende aspecten in te delen. Je hebt natuurlijk beleid en sociale aspecten, maar de index richt zich vooral op de fysieke inrichting van de stad, omdat dat als belangrijkste kenmerk naar voren kwam. We hebben deze kenmerken vergeleken met data die voor elke stad goed te vergelijken zijn, uit openbare bronnen en GIS-basissystemen.”
De Gezonde Stad Index vergelijkt 20 steden. “Om een goede geografische spreiding te krijgen hebben we gekozen voor de 12 grootste provinciesteden. En daarna de 8 grootste steden die niet ook al de grootste stad van de provincie zijn. Zo hebben we een mooie balans gevonden waarin zowel Utrecht voorkomt maar ook een stad als Emmen, of Terneuzen als grootste stad van Zeeland.”
Lopen door een gezonde stad
“Lopen is een laagdrempelige manier om meer te bewegen, omdat het geen extra tijdsinvestering vergt. Je gaat gewoon lopen of fietsen en laat de auto staan, er is geen speciaal moment voor nodig zoals bij sporten. Ook mensen die sporten bewegen meer als ze fietsen of lopen in plaats van autorijden”, vertelt Boon. “Veel gemeentes doen daar te weinig mee. Waar er wel investeringen gedaan worden in betere fietsinfrastructuur, is dat voor wandelinfrastructuur nauwelijks het geval. We denken nog heel dominant bij inrichting aan de auto, terwijl mensen het vaak prima vinden als de auto niet voor de deur staat.”
“Wandelen door groen gebied is het gezondste. Dat denken we niet alleen, dat blijkt ook uit onderzoek. Het toegankelijk maken van groene omgeving is goed voor de lichamelijke én de geestelijke gezondheid van de inwoners”, aldus Boon. “In de medische wereld is dat gemeengoed. Kijk naar de adviezen tijdens het herstelproces van een burn-out, beweging in de groene omgeving is daar een belangrijk onderdeel van.”
Dat verbeteren van de wandelinfrastructuur en het toegankelijker maken van groene gebieden hoeft niet ingewikkeld of duur te zijn. “Weinig gemeenten kijken goed naar de hiaten in het wandelnetwerk. Dan zijn er bijvoorbeeld wel groene gebieden in de omgeving, maar deze zijn niet of nauwelijks verbonden met wandelpaden. Dan is er een aantrekkelijk wandelgebied, maar zijn er geen aantrekkelijke routes ernaar toe. Zorg ervoor dat je wandelnetwerk en zeker ook de groene gebieden met elkaar verbonden zijn. Als je gemeentes hierop wijst, dan is de eerste reactie vaak om in de verdediging te gaan. Men is bang dat het duur is, of ingewikkeld, en dat er grond onteigend moet worden. Of dat er veel nieuwe, dure infrastructuur aangelegd moet worden. Maar de knelpunten zijn nauwelijks in beeld. Verdere actie ontbreekt vaak ook, dan is er bijvoorbeeld nog geen gesprek geweest met een boer bij wie een wandelpad over het erf zou kunnen lopen. Als je het nooit vraagt wéét je ook niet of het duur of ingewikkeld is.”
“De Gezonde Stad Index kijkt naar het verschil tussen steden. Wat ons opviel was ook het grote verschil tussen wijken. In wijken met lage inkomens en lage opleidingsniveaus zijn de problemen het grootst, daar wordt het minste geïnvesteerd door de gemeentes. Aan de andere kant is het groen in de ‘goudkust’ van de gemeente ook op ‘goudkust’-niveau. Dat mag in die dure wijken best zo blijven, maar investeer ook in de armere wijken, daar is gezondheidswinst te behalen door wandelen toegankelijk te maken.”
Openbare ontmoetingsruimte
Wandelen is meer dan alleen goed voor de fysieke en mentale gezondheid. “Wandelen is ook goed voor de sociale cohesie”, aldus Boon. “Dat werd in de coronaperiode ook erg duidelijk. Wandelen is een ideaal tempo om mensen te ontmoeten, je stopt even en maakt een praatje met andere mensen. Dat doe je op de fiets niet, dan zwaai je hooguit even. De openbare ruimte is ook een ontmoetingsplek.”
Richtlijnen
“Over fietsnetwerken kunnen we van alles zeggen over de kwaliteit van het netwerk, dus niet alleen over de kwantiteit. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de kwaliteit van wandelnetwerken. Als daar onderzoek naar gedaan zou worden, is dat echt van toegevoegde waarde. Zoals de Fietsersbond het fietsnetwerk kwalitatief in kaart brengt, zou dat voor het wandelnetwerk ook moeten. Er ontbreken bijvoorbeeld goede richtlijnen voor wandelpaden, terwijl die er voor fietspaden wel zijn.”
Laaghangend fruit
Boon wil gemeentes adviseren om vooral het laaghangende fruit als eerste te plukken. “Breng de wandelnetwerken in kaart, inventariseer waar de ontbrekende schakels zitten en kijk hoe je dat kunt oplossen. Bedenk ook hoe je routes groener en aantrekkelijker kunt maken. Daar zijn data essentieel voor, maar die zijn er ook.“