Lopen, een logische keuze
Twintig jaar geleden heb ik een half jaar in Detmold gewoond. Ik had toen alleen de benenwagen en dat ging prima. Je kon alles te voet doen, andere vervoersmiddelen waren niet nodig. Daarom is het voor mij een inspirerende stad.
Detmold is een belangrijke stad van de deelstaat Nordrhein-Westfalen. Daarom heeft de stad veel voorzieningen en al die voorzieningen zijn op loopafstand. Dat maakt lopen een logische keuze. Ook vanuit toeristisch oogpunt is het een heel aantrekkelijke stad, schitterend gelegen met bossen en heuvels rondom. Je kunt prachtig wandelen van de binnenstad naar het buitengebied.
Het is een oud stadje met veel vakwerkhuizen en een kasteel van de familie Lippe. Toen ik in Detmold woonde, werd het kasteel bewoond door een neef van prins Bernhard. Het kasteel ligt in het centrum, de tuin is openbaar, in de zomer zijn er biergartens, het maakt echt deel uit van de stad. In het omringende gebied zijn veel luftkurorten, traditioneel gebieden met gezonde lucht waar ouderen komen kuren. In het Teutoburger Wald staat het Hermannsdenkmal, een standbeeld van een krijger, een soort Asterix die het tegen de Romeinen op nam. In totaal is het echt een super aantrekkelijke stad met historische gebouwen, groen en alles op loopafstand.
Detmold is iets kleiner dan Zwolle, maar net als in Detmold is in Zwolle het groen altijd dichtbij. Ik zie Detmold voor Zwolle vooral als inspiratie om betere verbindingen tussen stad en het groen te realiseren. De verbindingen met het groen zijn er wel, we hebben de zogenaamde groene vingers naar de stad, maar we kunnen dat nog beter ‘verknopen’ met het stadse voetgangersnetwerk. Qua toegankelijkheid kunnen we ook van de Duitsers leren, ik denk dat die van oudsher wat vooroplopen. Bestratingen zijn vaak heel netjes vlak.
Zwolle heeft grote ambities: we zijn al de op één na beste fietsstad van de wereld, maar we willen de langzaamverkeerstad van de wereld zijn. We hebben veel tijd en aandacht aan het fietsverkeer besteed, nu willen we op dezelfde manier de voetganger faciliteren. Ik denk dat de fietskennis daarbij ook een voordeel is, ontwerpen voor de fiets is een ander schaalniveau dan ontwerpen voor de auto. Onderwerpen als nabijheid spelen voor de fiets en voor de voetganger een belangrijke rol. De basis is er.’
“Detmold heeft veel voorzieningen, en allemaal op loopafstand.”
Foto Hans Blossey
Schoenen uit
Freiburg is een mooie stad en heeft een fantastische ligging. Je loopt vanuit de stad zo het Zwarte Woud in. Het is ook een stad met goed openbaar vervoer en het is er fijn wandelen, zowel in de stad als daarbuiten. Freiburg inspireert me indirect voor het gebied waar ik mee bezig ben, de Binckhorst in Den Haag. We willen de Binckhorst vergroenen en voetgangervriendelijker maken.
In Freiburg zijn de smalle kanaaltjes (de ‘Freiburger Bächle’) die dwars door de stad lopen, heel leuk. Toen wij er waren was het erg warm. Mensen trokken hun schoenen uit en zetten hun voeten in de kanaaltjes. Kinderen speelden er. Een winkeltje verkocht kleine houten speelgoedbootjes waarmee kinderen in die kanaaltjes konden varen. Heel mooi als dat midden in je stad kan! Wat ik van ‘placemaking’ weet is, dat als mensen bereid zijn hun schoenen uit te doen, je heel goed bezig bent. Dat gebeurt hier in Freiburg.
Het is ook een echte studentenstad, heel relaxed. We zagen bij het terras van een mensa schaakspellen op de tafels, mensen speelden ermee. Het is een heel relaxte uitnodigende stad. We zochten en vonden in een stadspark een box voor ‘geocaching’, ook dat is een leuke manier om een stad te beleven.
De inspiratie opgedaan in Freiburg kan ik indirect toepassen op de Binckhorst. Wat ik mooi vind in Freiburg is dat ze plekken hebben gecreëerd waar mensen langer verblijven. Dat is placemaking, dat wil ik ook bereiken in de Binckhorst. In de Binckhorst is genoeg water, misschien moeten we dat beter bereikbaar maken, niet overal een harde hoge kade, maar meer natuurlijker beschoeiing, steigertjes, zodat het water bereikbaar is.
Freiburg is een studentenstad, we zouden op de Binckhorst ook graag meer jongeren willen, bijvoorbeeld een stukje hogeschool, zodat jongeren echt onderdeel zijn van de Binckhorst.
Voor de Binckhorst wens ik vooral dat het een groenere plek wordt, een beter beloopbaar gebied. Leuke plekken zijn er nu al, maar we willen het netwerk tussen die verschillende plekken verbeteren. Dat je gemakkelijker van de ene plek naar de andere loopt. Nu ben je toch snel geneigd de fiets te pakken of de auto. Ik zou het mooi vinden meer plekken te creëren waar mensen hun schoenen uit doen!
“Mensen trokken hun schoenen uit en zetten hun voeten in de kanaaltjes, kinderen speelden er.”
Foto: LOOK-foto
Gezondere, groenere, wildere steden
Londen ken ik heel goed: ik kom er al 20 jaar en is de enige stad waar ik per direct naartoe zou willen verhuizen. Ik houd ervan om een bus of metro te nemen naar het eindpunt en vanaf daar naar het centrum te lopen. De stad blijft je verrassen: bijzondere architectuur, kleine musea, vergeten winkels. De laatste jaren ga ik het liefst gericht op zoek naar de natuur in en rondom Londen.
Vijf jaar geleden ben ik met Nature Desks begonnen, een platform dat draait om het verbinden van natuur, werk en gezondheid. Ik dacht: iedereen zit opgesloten in een doos, niemand is blij, er is veel stress. We maken onszelf gek met hoe we ons werk inrichten. Op individueel niveau kun je zeggen: mensen, denk na, ga tijdens je werk even naar buiten. Dat helpt veel mensen om zich weer op te laden. Stap twee is dat steden groener en uitnodigend moeten zijn om veilig en prettig te wandelen. Een grijs en lelijk industriegebied helpt niet om even naar buiten te gaan.
Toen kwam ik Daniel Raven-Ellison op het spoor: hij wil van London een National Park City maken zodat mensen meer oog krijgen voor de natuur en de wildernis in de stad. Een manier om steun te vergaren waren zijn enorme spiraalvormige wandelingen door de stad. Op die wandelingen sprak hij met bewoners, politici, bedrijven.
De National Park City Foundation is daarna geboren. Zij willen dat de steden groener, wilder en gezonder worden. Vanuit de mens gedacht, en ook vanuit biodiversiteit. Het is het soort omdenken dat mij inspireert. London National Park City liet een groen-blauwe kaart van de stad maken waar al het groen en water op stond. Amsterdam heeft nu ook zo’n kaart.
Veel plekken in London inspireren mij. Ik vind het heerlijk om te verdwalen en dan weer iets te vinden, een klein museum of een verrassend winkeltje. En de Londense parken zijn natuurlijk geweldig.
Ik wens Nederlandse steden meer ruimte voor lopen en meer ruimte om elkaar buiten te ontmoeten, minder auto’s en meer natuur. Steden met groenblauwe structuren die parken, grachten en plantsoenen aan elkaar verbinden. Groene bedrijventerreinen waar medewerkers met plezier naartoe fietsen of lopen of even buiten kunnen werken. We hebben met de pandemie gezien dat het heel goed kan. Fantastisch dat mensen de afgelopen anderhalf jaar veel meer wandelend vergaderden. Omarm deze ontwikkelingen, het is veel gezonder.
“Steden met groenblauwe structuren die parken, grachten en plantsoenen aan elkaar verbinden.”
Foto: Stuart Black
Lopen en de tube
Londen is een heel prettige loopstad. Dat is mijn ervaring als toerist, maar ook in beleid is Londen inspirerend. Ik heb gehoord dat tijdens de Olympische Spelen mensen bij metrostations werden gewezen op loopafstanden tot het volgende metrostation, zodat een bepaald metrostation niet te druk werd. Lopen als alternatief wordt expliciet naar voren gebracht in Londen. Dat vind ik ook inspirerend voor onze steden. We zouden veel duidelijker in ons straatbeeld kunnen aangeven hoe lang het lopen is naar een bepaalde bestemming. In een aantal Nederlandse steden gebeurt dat al.
Londen is ook inspirerend omdat ze al jaren een beleid voeren om actieve mobiliteit te promoten. Als wereldstad lopen ze daarmee voorop. Londen heeft een enorm uitgebreid metronetwerk, maar een metro brengt je nooit precies op de plek waar je moet zijn, je moet altijd nog een stukje lopen om op je bestemming te komen. Misschien dat ‘walkability’ daarom meer aandacht krijgt.
De parkendichtheid van London is geweldig. Er zijn zoveel mooie en grote parken: Hyde Park, St. James’s Park, Regent’s Park. Westminister met de Houses of Parliament is ook een gebied waar je goed kunt lopen. In Londen heb ik altijd zoveel mogelijk te voet gedaan.
Voor het verbeteren van de keten openbaar vervoer en lopen is Londen echt een inspiratiebron. Lopen als voor- en natransport bij het OV kunnen we in Nederland beslist nog beter organiseren. Ik zit in de mini coalitie OV en lopen, daar zitten ook de steden Nijmegen, Tilburg, Rotterdam, Groningen in. Wij hebben geconstateerd dat het in veel steden nog best een toer is om als voetganger van het station naar het centrum te komen. Rotterdam met het Centraal Station is een mooi voorbeeld van hoe het wél kan, maar dat iedereen dat noemt zegt ook wel iets over hoe het elders is.
Even los van het Londense voorbeeld wens ik dat Nederland meer een van 8 tot 88 land wordt, waar iedereen van jong tot oud veilig over straat kan. Ik zou willen dat de straat weer meer voor de mens wordt. De mens moet centraal staan in de openbare ruimte, niet de voertuigen, zodat jong en oud, valide en mindervalide zich goed kunnen verplaatsen.’
“In veel steden is nog best een toer is om als voetganger van het station naar het centrum te komen.”
Foto: Andrew Sparkes
Voortbouwen op bestaande kwaliteit
Wenen is een stad die heden en verleden weet te benutten. De beroemde Ringstraße, de cirkelvormige boulevard rond het centrum, werd aangelegd in de 19e eeuw op de plek van de oude stadsmuur. Deze boulevard is meer dan een straat, het is een herkenbaar systeem van groene ruimtes met belangrijke publieke gebouwen, mensen wilden en willen er graag wonen. Het is altijd een belangrijk wandel- en flaneergebied geweest, kijken en bekeken worden, ook Freud liep er zijn rondje naar verluidt. Ondanks dat het ook een belangrijke verkeersfunctie heeft, is het een heldere kwalitatieve structuur waar de stad inspiratie uit haalt voor haar toekomstambities. Sinds 2015 staat al in de stadsplannen dat in 2025, 80% van alle stadsverplaatsingen te voet, fiets of het openbaar vervoer moet plaatsvinden.
Wenen staat altijd hoog op lijstjes over leefbaarheid. Wenen inspireert mij omdat ze kijken naar bestaande kwaliteiten en hoe die te benutten zoals bij de Ringstraße. Daar kunnen we in Nederland van leren. Het iconische Haagse Bos is bijvoorbeeld te weinig bekend. Uit een enquête voor de City Deal Ruimte voor Lopen blijkt dat er mensen op ministeries in Den Haag werken – bij wijze van spreken op ‘spuugafstand’ van het Haagse Bos – die het bos niet kennen, er nooit een ommetje gaan maken. Dat komt ook omdat er drukke wegen tussen liggen. Het Haagse Bos, de Amstel in Amsterdam, groene straten, moeten in de cultuur van mensen worden gebracht. Steden hebben allerlei kansen: ze hebben geschiedenis, tijdslagen, landschappelijke kwaliteiten, en die kunnen ze gebruiken. Dat laat Wenen goed zien. Poets die kwaliteiten op en verbind met wat er is. Veel steden hebben op die vestingwerken parkachtige omgevingen, zoals het Singelpark in Leiden en Utrechtse singels.
Wenen is niet het enige voorbeeld hoor. Parijs, Kopenhagen doen het ook heel goed met autoluw beleid. Maar als je kijkt naar Europese steden als inspiratiebron, dan zeg ik: Wenen.
“Ik wens iedereen in Nederland toe dat je vanuit je voordeur de spreekwoordelijke horizon tegemoet kan lopen. Dat is vrijheid, om het landschap in te lopen, dat is vrijheid in de meest basale vorm. In Nederland kan dat en dat is een groot goed. In de VS, in steden als Los Angeles, in veel Zuid-Amerikaanse en Aziatische steden, kan dat niet door de sprawl, de structuur van die steden. Daar heb je een auto of het OV nodig, en als je dat niet hebt, dan kan het gewoon niet.”
“Sinds 2015 staat al in de stadsplannen dat in 2025 80% van alle stads- verplaatsingen te voet, fiets of het openbaar vervoer moet plaatsvinden.”
Foto: Viennaslide