Lopen is voor Petrouschka Werther, sinds vorig jaar directeur Duurzame Mobiliteit bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, een alledaagse bezigheid. Ze maakt zich zorgen dat andere mensen te weinig bewegen. ‘Ik zou het mooi vinden als mensen zich er bewuster van zijn hoeveel vrijheid het geeft als je ergens naartoe kunt lopen.’
Midden in Den Haag, de derde stad van Nederland, ligt een eeuwenoud stuk bos, ooit deel van een groot oerbos dat zich uitstrekte tot boven Alkmaar. Hier onder de oude beuken en eiken van het Haagse Bos kun je de drukte van de stad achter je laten op een van de wandelpaden.
Geen gekke plek dus om Petrouschka Werther, directeur Duurzame Mobiliteit bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, én natuurliefhebber en wandelfanaat, te ontmoeten voor een interview over lopen. Na een korte wandeling, vertelt ze op een van de bankjes in het park over waarom lopen zo belangrijk is.
Wat heb je met lopen?
Werther: ‘Ik loop heel erg graag. Dat begint al ’s ochtends, van mijn huis naar de tramhalte is ongeveer tien minuutjes lopen. Als ik de tram mis, vind ik dat niet erg. Dan kan ik doorlopen naar de volgende halte. Ik heb natuurlijk een kantoorbaan dus dan zit je heel veel. Dan is het heerlijk om gewoon in je dagelijkse leven toch iets in te bouwen zodat je automatisch al beweegt. Ook lopen we ’s avonds vaak een rondje, en gaan we vaak op wandelvakantie.’
Je bent sinds ruim een jaar lid van de bestuurlijke kopgroep bij de City Deal Ruimte voor Lopen. Waarom? ‘Ik vind het belangrijk dat de City Deal er is, want lopen is echt zo’n onderwerp dat als je er niet heel bewust aandacht aan geeft, je het bijna zou vergeten. Het is zo gewoon. Je trekt je schoenen aan, doet de deur achter je dicht en je loopt. De reden dat dit zo vanzelfsprekend is, komt omdat er zoveel goede loopvoorzieningen in Nederland. Dat merk je pas als je in andere landen komt en merkt dat er bijvoorbeeld geen stoep is, of een oversteekplaats. Of dat je je als wandelaar onveilig voelt.’
Het is dus eigenlijk wel goed geregeld in Nederland?
‘Natuurlijk kan het nog wel beter, zeker als er gebrek aan ruimte is in steden of regio’s. Dan hebben we slimme manieren nodig om er toch voor te zorgen dat er ruimte is voor wandelaars. De steden zijn heel lang gebouwd voor auto’s. Daar komt nu verandering in. Kijk bijvoorbeeld naar Utrecht en hoe ze daar de grachten weer hebben opengegooid. Waarom dachten we ooit dat we niet zonder auto’s konden in de stad? Op het moment dat je er bewust over nadenkt, bijvoorbeeld met auto te gast straten, ontstaat er meer ruimte voor fietsers, wandelaars en ook kinderen. Dan kun je ineens voor je huis verblijven zonder dat je in het lawaai zit of in de stank van de uitlaatgassen.’
Is dat de belangrijkste taak van de City Deal om de voetganger meer ruimte te geven in de steden?
‘De City Deal maakt innovaties mogelijk, die voetgangers meer ruimte geven. Steeds meer steden zijn hiermee bezig. Kijk naar de Weesperknip in Amsterdam. Deze innovaties maken het dan aantrekkelijker voor mensen om bijvoorbeeld lopend of op de fiets hun boodschappen te gaan doen. Dat wil niet zeggen dat we de ruimte voor de auto overal moeten terugdringen, maar op heel veel plekken heb je hem eigenlijk niet nodig. Dan is het ook fijn dat als je ergens loopt waar het rustiger en groener is, waar de stoepen breder en veiliger zijn. Natuurlijk zijn ook veel mensen afhankelijk van de auto, zoals degenen die in de nachtdienst werken of geen kantoorbaan hebben. Maar ik snap heel goed dat je de auto wat minder in het straatbeeld wilt hebben. Dan zou ik wel adviseren: zorg voor goede parkeerplaatsen aan de randen van de wijk, voor deelauto’s of voor nog beter openbaar vervoer.’
Welke initiatieven vind je inspirerend?
‘Wat ik belangrijk vind is dat het veilig is om op openbaar vervoerplekken te komen. Dan bedoel ik niet alleen de treinstations, maar dat je ook veilig kunt wachten en in- en uitstappen bij bus- en tramhaltes. Wanneer daar richtlijnen voor worden ontwikkeld, moeten die ook snel gedeeld kunnen worden met andere steden. Dat vind ik mooi van het Ruimte voor Lopen programma: al dat soort kennis wordt via de website ontsloten. Steden hoeven niet het wiel opnieuw uit te vinden. Ook de pilot Walking4School in Katwijk vind ik belangrijk. Deze vernieuwende aanpak bevordert dat ouders hun kinderen lopend of fietsend naar de basisschool te brengen. In de pilot staan de kinderen centraal, zij mochten vertellen wat hun route naar school is en hoe ze die ervaren. Deze aanpak heeft inmiddels navolging gekregen in andere gemeenten, waaronder Rotterdam. Het geeft kinderen juist zoveel vrijheid als ze zelf ergens naartoe kunnen lopen of fietsen. Het is zo jammer als je echt zo’n achterbankgeneratie hebt.’
Waarom is er voor lopen nog zo weinig aandacht vanuit het Rijk?
‘Lopen is echt het nieuwste onderwerp binnen het domein van actieve mobiliteit. Daarin gaat onze aandacht vooral uit naar fietsen. Dat was tot een paar jaar geleden ook heel klein als onderwerp. Het lag niet meer bij het Rijk maar bij de steden en provincies. Tot de opkomst van de elektrische fiets. Met dit soort nieuwe vervoersmiddelen is het gewoon wel belangrijk is dat je daar vanuit het Rijk aandacht voor hebt. Ons fietsbeleid is inmiddels ook echt een exportproduct geworden. Als we met lopen kunnen bereiken wat we nu al met fietsen hebben bereikt is dat natuurlijk heel mooi. Ik denk dat iedereen wel doorheeft dat de steden toe zijn aan een nieuwe ronde stadsinrichting. Laten we daarin dan ook de voetganger meepakken.’
‘Ik denk dat iedereen wel doorheeft dat de steden toe zijn aan een nieuwe ronde stadsinrichting. Laten we daarin dan ook de voetganger meepakken.’
Petrouschka Werther, directeur Duurzame Mobiliteit bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, én natuurliefhebber en wandelfanaat
Waar sturen jullie vanuit het ministerie vooral op aan?
‘De City Deal is er sinds 2020 en we zijn nu bezig met de invulling ervan. Als IenW zorgen we voor de financiering en coördinatie van projecten. Wij investeren niet in loopinfrastructuur, dat is echt iets voor de gemeenten. Wel delen we kennis. We zorgen bijvoorbeeld dat er handreikingen worden opgesteld, die via de website weer gedeeld kunnen worden. Zo ontwikkelen we in samenwerking met de City Deal Ruimte voor Lopen de toolbox loopbeleid die gemeenten handvatten geeft bij het opzetten of verder ontwikkelen van loopbeleid. De toolbox loopstimulering wordt samen met VWS ontwikkeld en bevat allerlei instrumenten en trajecten die gemeenten kunnen volgen om specifieke doelgroepen te stimuleren vaker en
verder te lopen.’
Lopen is dus ook belangrijk voor de gezondheid?
‘Dat is een van de redenen om deze City Deal af te sluiten. We zien dat mensen steeds minder bewegen. Waar ik wel van schrok is dat er veel mensen zijn die niet eens tien minuten bewegen per dag,
omdat ze daar gewoon niet aan toekomen. Ze zitten gewoon hun hele leven op de bank. Terwijl het natuurlijk zo makkelijk kan zijn om meer te bewegen als je meer dagelijkse dingen lopend zou doen. We weten inmiddels dat minstens een half uur lopen per dag een goede basis is voor je gezondheid. We kunnen daar als overheid bij helpen door de omgeving daarop in te richten. Door te zorgen dat de voorzieningen op loopafstand beschikbaar zijn.’
Wat zou jouw ideaalbeeld zijn met deze City Deal bijvoorbeeld over vijf jaar?
‘Ik hoop dat we lopen echt als kans gaan zien. Wat ik zonde zou vinden is als er ergens grote investeringen worden gedaan, bijvoorbeeld bij nieuwe woningbouwprojecten, en daarbij niet automatisch wordt nagedacht over hoe je het lopen wat meer kunt stimuleren. Ik denk dat we daar met die City Deal best goed mee bezig zijn. In deze afgelopen kabinetsperiode, met de ambitie om een miljoen woningen in tien jaar te bouwen, was er ook budget beschikbaar voor het ontsluiten van die nieuwe woningbouwlocaties. Daar hebben we ook heel goed gelet op wat je kan doen om die nieuwe woonwijken lopend, op de fiets of met openbaar vervoer te ontsluiten. Ik zou het mooi vinden als mensen zich er bewuster van zijn hoeveel vrijheid het geeft als je ergens naartoe kunt lopen.’