Er is geen gemeente zonder voetpaden. En is er geen voetpad? Dan mag je volgens de verkeerswet ook over het fietspad of de straat. Maar daarmee heb je nog geen voetgangersnetwerk, zegt voetgangersspecialist Dennis van Sluijs. ‘In veel gemeenten ligt een gatenkaas van losse voetpaden, geen netwerk met logische onderlinge verbindingen.’ ‘Dat voetgangersnetwerk is ook nog eens bijna nergens in kaart gebracht,’ voegt stedenbouwkundige Annemieke Molster toe. ‘Hoe kun je de voetganger in je beleid op één zetten zonder te weten wat de hoofdlooproutes zijn en waar de belangrijkste knelpunten zitten? Zonder een in kaart gebracht voetgangersnetwerk blijven je beleidsmatige keuzes losse flodders.’ Zo’n kaart maken is geen kwestie van een druk op de knop, maar combineer data met lokale straatkennis en je komt een heel eind.
Transitiefase
Amsterdam had als eerste een netwerk kaart, later volgden onder andere Arn hem, Harderwijk en Tilburg. Ze vormen vooralsnog een selecte groep. Van Sluijs: ‘Aandacht voor een eigen plek voor de voetganger in de openbare ruimte is iets van de laatste jaren. Die transitie kost tijd, met het fietsnetwerk ging het net zo. Als het voetgangersnetwerk net zo goed en aantrekkelijk wordt als ons fietsnetwerk, gaan veel meer mensen lopen.’ Je kunt zo’n netwerk vanuit verschillende beleidsvelden insteken. Harderwijk deed het om belangrijke bestemmingen voor mensen met een beperking beter toegankelijk te maken, Arnhem omdat ze de voetganger in hun Duurzaam Mobiliteitsplan op één zetten, een andere gemeente om vervoersarmoede in bepaalde wijken te bestrijden.
Gelaagd netwerk
Een voetgangersnetwerk kent drie lagen. De eerste laag is het basisnetwerk. Dit netwerk omvat alle voetpaden die alle voordeuren met elkaar verbinden, en moet toegankelijk zijn voor iedereen. De tweede laag is het hoofdnetwerk met alle hoofdlooproutes. Het hoofdnet werk op orde brengen heeft de hoogste prioriteit omdat de routes belangrijke bronpunten en bestemmingen met elkaar verbindt. Molster: ‘Hoe een gemeente dat in de praktijk invult, verschilt. Denk aan verbreden en beter onderhouden van hoofdlooproutes, tot zorgen dat de voetganger sneller kan oversteken. Het liefst natuurlijk allemaal.’ Het groene, ontspannen netwerk vormt de derde laag en heeft andere uitgangspunten en prioriteiten. Het kan deels samenvallen met het basis- of hoofdnetwerk, maar is deels juist anders. ‘Denk aan parkpaden en paden langs het water. Daar kun je andere kwaliteitseisen aan stellen, zoals dat een grindpad of minder goede verlichting ook voldoet.’
‘Zonder een in kaart gebracht voetgangers netwerk blijven je beleidsmatige keuzes losse flodders’
Data ontbreken of kloppen net niet
Je start met het stapelen van GIS-kaartlagen met alle voorzieningen, infrastructuur en andere relevante informatie. Daarna wordt het lastiger. Molster: ‘Je kunt voetpaden niet, zoals fietspaden of autowegen, als kaartlaag aanzetten in je GIS-systeem. Een woonerf is niet gelabeld als voetpad, een gedeeld fietspad ook niet. Het fietsnetwerk of de ontsluitingswegen als alternatief gebruiken kan, maar die komen lang niet altijd overeen met de looproutes. Plus dat je het liefst de meest logische route intekent die mensen ook graag willen lopen. Dus niet langs die drukke ontsluitingsweg maar liever langs een rustigere straat, die er parallel aan loopt. Daarnaast loopt de beschikbare data vaak achter op de realiteit. Dan is er wel een voetpad maar staat deze nog niet of niet als zodanig gelabeld in het systeem. Op geen enkele kaartlaag of app staan alle voetpaden goed. Voor negentig procent accurate data klinkt goed, maar inzoomend zie je veel afwijkingen die onbruikbare resultaten kunnen geven.’
‘Voor negentig procent accurate data klinkt goed, maar is het niet in de praktijk’
Missing links aanvullen met lokale kennis
Lokale kennis is dan ook essentieel om de missing links en fouten in je data te verbeteren. Molster organiseerde werksessies met collega-ambtenaren van verschillende afdelingen en ging met hen de straat op: ‘Ik legde een schetsrol over de kaart en zei: ‘Dit zijn volgens mij de logische looproutes maar jullie kennen dat stadsdeel nog beter dan ik, dus vul aan en verbeter.’ Van Sluijs: ‘Betrek veel ver schillende beleidsvelden. Naast verkeer, openbare ruimte, beheer en leefomgeving bijvoorbeeld ook welzijn. Iedereen kijkt met een andere blik en krijgt al na één sessie veel meer oog voor de voetganger.’ Molster betrok er bewust geen Arnhemse inwoners bij vanwege de extra tijd en geld die bewonersparticipatie op die schaal kost, Van Sluijs doet dit voor de wijk Paddepoel in Groningen wel.
Voetgangersnetwerk Harderwijk
Laat een lampje branden
Naast data en lokale kennis is bestuurlijk draagvlak en verankering in de organisatie een vereiste. Van Sluijs: ‘De kaart is op zichzelf niet zoveel waard, je moet een vastgesteld voetgangersnetwerk hebben.’ Molster: ‘Zet de kaart, liefst met de kwaliteitseisen erbij, als kaartlaag in het GIS systeem. Als iemand begint met een project, gaat er meteen een lampje branden: Er loopt een hoofdlooproute door het projectgebied, daar moet ik wat mee. Punten in het basisnetwerk die niet voldoen aan de basiseisen, zoals een vrije doorloopruimte van twee meter, pakken we dan meteen mee.’
Kaart vormt onmisbare onderbouwing
Het in kaart brengen van het voetgangersnetwerk is onmisbaar voor een goed voetgangersbeleid. Molster: ‘Als je de voetganger prioriteit wil geven bij bijvoorbeeld openbare ruimteverdeling of budgetclaims, kun je met de kaart je keuze onderbouwen: dit is een druk fietspad én een hoofdlooproute dus hier moet echt iets aan gebeuren. Of: dit zijn de kosten als we hoofdlooproutes onder houden op A-niveau. Als je overal op je strepen gaat staan, nemen ze je niet meer serieus. En hoe beoordeel je de kwaliteit van je looproutes zonder netwerkkaart? Hoe weet je waar verbetering nodig is, als je niet eens weet waar de knelpunten liggen? Zonder netwerkkaart kun je niet analyseren, geen knelpunten vaststellen, geen kosten inschatten, geen prioriteiten stellen en het college niet adviseren.’ Van Sluijs: ‘de kaart helpt om het onderwerp überhaupt te kunnen agenderen.’
‘Ga naar buiten en kijk waar je –soms letterlijk– tegenaan loopt’
De straat op
‘Begin gewoon,’ besluit Molster, ‘zo ingewikkeld is het niet.’ De Handreiking Voetgangersnetwerken helpt. Deze bevat alles wat er in CROW’s Ontwerpwijzer Voetgangers staat, plus allerlei hulpmiddelen. ‘Loop vooral zelf eens verschillen de routes, over wijkgrenzen heen. Kijk waar je -soms letterlijk- tegenaan loopt. Zoals slechte wijkverbindingen of te lang op rood staande verkeerslichten. En verplaats je ook in de voetganger met een beperking. Van Sluijs: ‘We onderzochten een buurt samen met een man in een rolstoel. “Deze keitjes zijn de reden dat ik vanochtend extra pijnstillers innam,” vertelde hij. Hier doen we het voor.’
Voetgangersnetwerk van wijk Paddepoel in Groningen (in concept)
Loopvriendelijk Paddepoel in Groningen
‘In de wijk Paddepoel verandert veel. Het winkelcentrum wordt vernieuwd waarbij er aan de noordkant een autoknip komt. Dit biedt een mooie kans om de openbare ruimte rondom voet gangersvriendelijker te maken. Daarnaast willen we het wijkgroen beter verbinden via wandelpaden. Werken met voetgangersnetwerken is nieuw voor ons. We nemen voetgangersvoorzieningen wel mee op projectniveau, maar nog niet vanuit een netwerkperspectief zoals bij de fiets. Een netwerkkaart helpt ons om de voetganger meer prioriteit te geven in de complexe belangenafweging tussen auto, bus, fiets en voetganger. En om een slimme investeringsagenda voor de voetganger te maken. Wanneer er koppelkansen liggen, biedt dat gelijk kansen voor het verbeteren van hoofdlooproutes. Vorig jaar heeft Groningen meegewerkt aan het Loopkaarten Kookboek, opgesteld door Track in opdracht van de City Deal. Dat heeft een degelijke basis gelegd voor het maken van voetgangersnetwerken. Dit jaar werken we de wijk Paddepoel helemaal uit, en in november 2024 hebben we het voetgangersnetwerk goed in beeld dankzij Goudappel. We integreren dit in de nieuwe ontwerpen voor de wegen rondom het winkelcentrum.’
Femke Niekerk, beleidsmedewerker
lopen, fietsen en verkeersveiligheid,
gemeente Groningen