Wandelschoenen aan, waterfles mee en dictafoonapp op scherp? Check. Een interview met de Wandelaar des Vaderlands Lana Witte de Wit en Weeting-bedenker Martine de Vaan doe je natuurlijk niet zittend rond een tafel. Een rondje Haagse Bos is veel logischer voor een goed lopend gesprek tussen deze twee voorvechters voor de voetganger. Al wandelend slaan we zijpaden in over wandelen versus lopen, het bereiken van overheidsprofessionals versus het brede publiek, en beleidsaanpak versus mediabenadering. De overeenkomsten blijken veel groter dan de verschillen. De twee vinden elkaar op hun pad richting hetzelfde doel: zoveel mogelijk mensen aan het lopen krijgen. De Vaan: ‘Verrassend dat Lana niet alleen recreatief mensen aan de wandel probeert te krijgen, maar ook in hun dagelijks leven. En leerzaam voor ons als beleidsmakers om te horen hoe zij dit als mediaprofessional aanpakt.’
‘Wil je aandacht trekken? Bedenk iets wat er nog niet is, zoals de Wandelaar des Vaderlands’
Zelf bedacht
We starten onze wandeling met een brandende vraag: hoe word je Wandelaar des Vaderlands? ‘Die titel heb ik zelf bedacht,’ is het verrassende antwoord. ‘We hebben al een Dichter- en een Filosoof des Vader lands, waarom dan geen Wandelaar des Vaderlands? Ik wil kijken of ik hiermee echt iets kan bijdragen op wandelgebied. De titel trekt de aandacht en dat is precies mijn bedoeling.’ De focus op wandelen komt zeker niet uit de lucht vallen bij de mediaprofessional. ‘Wandelen is mij met de paplepel ingegoten. Ik probeer altijd en overal lopen in mijn dagelijks leven te integreren.’ Als vrijwilliger maakte ze video’s van ANWB-wandelingen en samen met Staatsbosbeheer organiseerde ze opruimwandelingen voor groepen omdat het vele zwerfafval opviel tijdens het lopen.
Flaneerkwaliteit
Voor Witte de Wit smaakt dit naar meer. Ze benadert de Wandelbond met het voor stel haar te steunen als Wandelaar des Vaderlands. In ruil daarvoor haalt ze op wat er leeft onder wandelaars en maakt daar maandelijks een video over. Daar naast probeert ze zoveel mogelijk mensen aan het wandelen te krijgen en zet ze zich in voor meer en betere wandelpaden. ‘Ik erger mij er bijvoorbeeld vaak aan dat er wel een fietspad is maar geen wandelpad, terwijl daar wel ruimte voor is. Al leggen ze er maar houtsnippers neer, hoe moei lijk is het? Binnenkort praat ik met een gedeputeerde van Flevoland over waarom dat niet gebeurt, zodat ik het in een video aan de mensen kan uitleggen.’ De Vaan herkent hier veel in: ‘Daar maken we ons bij de City Deal ook hard voor. Ik noem dat “flaneerkwaliteit”. Een voorwaarde is dat je ontspannen met minimaal twee mensen naast elkaar moet kunnen lopen.’
Twee werelden
Wat leeft er nog meer onder wandelaars volgens Witte de Wit? Bijvoorbeeld zwerf afval en de toegenomen veiligheidsregels voor organisaties die wandeltochten organiseren. ‘Dan mag je met z’n tweeën door een gebied van Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer lopen, maar moet iedereen tijdens een georganiseerde wandeltocht omlopen. Of gemeenten zetten enthousiast Ommetjes uit, maar vergeten die routes te onderhouden en regelmatig de bordjes langs de route te checken. Wandelaars vinden die verdwenen paaltjes heel frustrerend.’ De Vaan herkent dat er vaak sprake is van twee werelden. Dit speelt niet alleen tussen overheid en organisaties, maar ook binnen overheden zelf. ‘Aan de ene kant heb je de teams re creatie en natuur, aan de andere kant de teams stedenbouw, openbare ruimte en mobiliteitsplannen. Binnen de City Deal werken deze beleidsmakers wel samen, binnen hun eigen gemeente is dat echter nog lang niet vanzelfsprekend.’
‘Gemeenten zetten enthousiast ommetjes uit, maar vergeten die routes te onderhouden’
Dagelijkse kost
Witte de Wit bekommert zich niet alleen om recreatieve wandelaars. ‘Ik wil juist mensen bereiken die nog weinig wandelen in hun dagelijkse leven. Doe eens te voet je boodschappen, loop een blokje om na het avondeten. Kleine stukjes lopen maken al zoveel verschil. Ik wil samen met de gemeente Den Haag kijken hoe we dit kunnen oppakken.’ De Vaan: ‘dat sluit mooi aan bij een van de doelen in het Nationaal Masterplan Lopen: het stimuleren van een loopcultuur. Mensen zijn heel goed in belemmeringen bedenken waar door ze niet kunnen lopen. Plus dat we veel werkenden haast de hele dag binnen aan hun scherm gekluisterd houden. En organisaties die meer bewegen tijdens de werkdag wel faciliteren, krijgen te maken met de diepgewortelde overtuiging dat hard werken lijden betekent. “Jij hebt het zeker niet druk dat je lekker buiten kunt lopen?” hoor je dan tijdens een wandelend overleg.’
Visueel en actueel
Die mindset moet doorbroken worden, daar zijn beiden het over eens. De Vaan is benieuwd hoe Witte de Wit mensen weet te bereiken en te overtuigen om wandelen onderdeel van hun dag te maken. Welke tips heeft zij voor beleidsprofessionals? ‘In de media werkt het altijd goed als je iets bedenkt wat er nog niet is of opzien baart, zoals Wandelaar des Vaderlands. Mensen hebben daar meteen een beeld bij. Maak je boodschap visueel aantrek kelijk om naar te kijken met bijvoorbeeld een video. En gebruik de actualiteit. Zo maakte ik een video over goed voorbereid zijn op buitenlandse wandeltochten, en benoemde in bijbehorende persbericht recent verongelukte bergwandelaars. Spreek mensen aan op wat hen triggert en vertaal je boodschap, maak de betekenis concreet voor je publiek. Een poster alleen is niet genoeg. Verdiep je in de doelgroep, wat heeft iemand nodig om op te staan uit de stoel? Begin ook vroeg, overtuig kinderen ervan dat wandelen leuk is.’
Gelijk oversteken
Maak het leuk én maak het makkelijker om te lopen. Zo doorkruist een drukke autoweg plotseling ons pad. De Vaan: ‘Mídden in het Haagse Bos, zonder over steekmogelijkheden. Dit is een typische illustratie van hoe de voetganger wordt vergeten. Met de City Deal proberen we zulke vraagstukken op te lossen. Zo zijn er nu voor het eerst steden die hier wel over nadenken en hun voetgangersnetwerk in kaart brengen.’ Maak het als beleidsmaker ook makkelijker voor bewoners om eigen initiatieven uit te voeren, betoogt Witte de Wit. De Vaan bevestigt dit maar ziet ook de andere kant: ‘de overheid is ondertussen best vaardig in bewoners betrekken, maar je houdt altijd een belangenstrijd: offer je parkeerplekken op voor meer groen en bredere looproutes? Dat kan er best hard aan toe gaan. Dan kun je toch beter als overheid de klappen opvangen.’ ‘Kijk niet alleen naar hoe te voldoen aan de regels,’ voegt Witte de Wit nog toe. ‘Dan krijg je een parkje ingeklemd tussen twee snel wegen om te voldoen aan de groennorm, en moet je niet verbaasd zijn als niemand daar loopt.’
‘Jij hebt het zeker niet druk dat je lekker buiten loopt?’
De norm
Normen en regels. Ze kruisen regelmatig hun pad. De Vaan heeft er een haat-liefde verhouding mee. ‘Ik pleit sterk voor standaardnormen voor de breedte van voetpaden en ja, ook voor een groennorm op voetpaden. Natuurlijk passen alle nor men bij elkaar opgeteld nooit en moet je daarover praten. Maar als er voor rijbaan, parkeerplaats en fiets wél een norm is, en voor de voetganger niet, dan sta je al 1-0 achter.’ ‘Goed idee, omdenken en eerst uitgaan van de voetganger en vergroener,’ vervolgt Witte de Wit enthousiast. We slaan nog een laatste zijpad in: is het wandelen of lopen? De Vaan: ‘Jij gebruikt de term wandelen veel. Wij gebruiken bewust “lopen”, wandelen roept een recreatieve associatie op.’ ‘Terwijl we ook allebei willen dat mensen meer gaan lopen in hun dagelijkse leven. Misschien moet ik vaker de term lopen gebruiken en jij vaker de term wandelen,’ besluit Witte de Wit.