In gesprek met...

Nieuwe norm maakt ruimte voor de voetganger in Amsterdam

In het vorige magazine Lopen #2, vertelde Govert de With over het beleidskader ‘Ruimte voor de Voetganger’. Na veel bezwaren van horecaondernemers werd de besluitvorming overgelaten aan het nieuwe College. De draad werd weer opgepakt en in juni 2023 stelde de gemeenteraad –met enige aanpassingen– het kader alsnog vast. Dit maakt Amsterdam één van de weinige Nederlandse steden met vastomlijnde normen voor de voetgangersruimte. Goverts opvolger, beleidsmedewerker Frans Osté, vertelt over dit beleid.

‘Na een vrij lange weg is het kader Ruimte voor de Voetganger door de gemeenteraad vastgesteld’, vertelt Osté tevreden. Een kader dat een lange geschiedenis achter de rug heeft. Al in 2019 vond de gemeente dat een dergelijk beleidskader nodig was. ‘We zagen dat de voetganger in het nauw kwam.’ Reden om normen voor de vrije doorloopruimte te ontwikkelen en aan de politiek voor te leggen. De verschijning van het beleidsstuk viel precies samen met de eerste, langdurige lockdown in maart 2020. ‘Een rare, lastige en zware tijd, zeker voor de velerlei horecagelegenheden die onze hoofdstad rijk is.’

Door verplichte sluitingen liepen ondernemers veel inkomsten mis en daarna moesten ze rekening houden met de 1,5 meter afstand. ‘En daar zit precies het pijnpunt’, legt Osté uit. ‘Als voetgangers veel ruimte op de stoep krijgen, dan blijft er minder ruimte over voor terrassen. Te weinig ruimte, zo vonden veel horecaondernemers. De tijden waren onzeker, we hadden geen idee wanneer de coronaregels weer overboord zouden gaan. De reden waarom de besluitvorming over dit beleidskader uiteindelijk werd uitgesteld.

De voetgangersnormen moeten worden aangepast

In 2022 kozen de Amsterdammers een nieuwe gemeenteraad met partijen die zich hard maken voor het milieu, meer groen en ook voor de voetganger. ‘Maar ook in de nieuwe gemeenteraad was discussie over het toepassingsbereik van de normen en er werd ons gevraagd om aanpassingen te doen. Het concept beleidskader gold nog voor alle situaties in de stad, maar dat bleek uiteindelijk niet haalbaar. Het toepassen van de normen op alle bestaande situaties zou te grote gevolgen hebben voor met name horeca- en winkeluitstallingen. Daarom hebben we afgesproken dat het beleidskader voortaan alleen voor nieuwe situaties geldt. Dus als je een straat opnieuw inricht of de ruimte in de straat herverdeelt.’


‘Nu krijgen we een volwaardige plek aan tafel bij projecten in de openbare ruimte’

Welke normen gelden er nu voor de voetganger?

De normen zijn afhankelijk van de voetgangersintensiteit op het drukste moment, waarbij er vier categorieën voetgangersintensiteiten zijn onderscheiden. Een hogere voetgangersintensiteit betekent een norm die meer voetgangersruimte voorschrijft. De normen variëren van een minimum van 2 meter voor de rustigste straten tot een optimum van 3,6 meter voor stadsstraten. Voor zeer drukke routes met meer dan 30 voetgangers per minuut is 3,6 meter niet genoeg, dus daar geldt maatwerk.

Hoe wordt deze ruimte gecreëerd?

Door auto’s minder ruimte te geven, fietsparkeeroverlast aan te pakken en objecten zoals prullenbakken te verplaatsen. Of soms door bepaalde verkeersmiddelen niet toe te staan in een straat, of door het instellen van éénrichtingsverkeer. De beste mogelijkheden zijn er als de straat opnieuw wordt ingericht (herinrichting). Dat gebeurt echter niet zo vaak, waardoor er in bestaande situaties weinig extra ruimte voor voetgangers zou komen. Vandaar dat het integrale herverdelingsplan in het leven is geroepen. Een plan om alles in een straat te herschikken: verkeersborden, bushokjes, prullenbakken, fietsenrekken en ook terrassen. Hoe kan alles fijner en beter worden geplaatst, zodat er meer ruimte op de stoep komt? Zo’n herschikking ziet de gemeente ook als een ‘nieuwe situatie’, waardoor de nieuwe normen gelden. Dit gaat gemeente Amsterdam doen op plekken in de stad waar voetgangers de meeste knelpunten ervaren.

Waarom alleen normen?

‘Dat vroegen veel belangenorganisaties voor voetgangers zich inderdaad af’, lacht Osté. ‘Zij vinden dat er veel meer onderwerpen in een beleidskader aan bod moeten komen, zoals toegankelijkheidseisen. ‘Maar ook in ander beleid en richtlijnen zijn zaken voor de voetganger opgenomen’, geeft hij aan. ‘We vinden juist normen voor vrije doorloopruimte heel belangrijk omdat deze bepalen hoeveel ruimte er in een straat voor de voetganger moet worden vrij gemaakt.

Dat wilden we expliciet door de gemeenteraad laten vaststellen’. Voor andere vervoersmiddelen zijn zulke richtlijnen er al: voor fietspaden, voor rijbanen en bus-stroken. Die zijn vaak landelijk geregeld. ‘Nu krijgen we een volwaardige plek aan tafel bij projecten in de openbare ruimte’.

Voetgangers en andere beleidsstukken

Voetgangersbeleid is dus ook te vinden in andere beleidsstukken. Neem bijvoorbeeld de Agenda Amsterdam Autoluw die focust op het verminderen van het aantal autoparkeerplaatsen. Door simpelweg plekken weg te halen of ze te verplaatsen naar parkeergarages onder de grond, of onder water. Minder parkeerplekken op straat betekent meer ruimte voor lopen en groen in de stad.

En ook de overkoepelende Visie voor de Openbare Ruimte zorgt ervoor dat lopen en fietsen een grotere rol krijgt bij planontwikkeling. ‘In veel gebiedsplannen is er ruimte ingebouwd voor lopen’, geeft Osté aan. ‘Maar vaak komt de term ‘voetganger’ niet letterlijk voor in de tekst.

Goed om daarbij te noemen is dat we een Toetsteam hebben dat onder andere toetst of de voetgangersbelangen voldoende worden meegenomen. Laatst hadden we een plan bij de Zuidas voorliggen, waarbij de doorloopruimte voor voetgangers te krap was voor zo’n druk gebied. Na deze constatering hebben we samen gesleuteld aan de indeling, zodat er ook ruimte voor een betere looproute ontstond.’

De voetganger speelt ook een toenemende rol in het fietsparkeerbeleid. De overlast door fietsparkeren probeert de gemeente Amsterdam zo klein mogelijk te houden, waardoor er voldoende ruimte vrij blijft op de stoep om te lopen of te verblijven. ‘Een mooi voorbeeld zijn de nieuwe fietsenrekken, die in drukke gebieden de zogenaamde ‘nietjes’ (aanleunbeugels) vervangen. De nietjes zien er prachtig uit, maar de fietsen steken veel meer uit, waardoor ze het lopen bemoeilijken. Amsterdam ontwierp daarom speciaal een nieuw fietsenrek met iets meer ruimte tussen de fietsen, bredere gleuven voor kinderfietsjes met dikke banden tot zeven centimeter. Ook zitten de gleuven laag boven de grond, zodat je zware e-bikes nauwelijks hoeft op te tillen. Hierdoor staan fietsen netjes in een rij geparkeerd in plaats van los op de stoep.’

Vijf mooie projecten

Niet alleen in het beleid krijgt de voetganger meer ruimte, het gebeurt ook buiten.

Het stationsgebied
‘Aan de voorkant en de IJ-zijde is het gebied enorm verbouwd én verbeterd. Bijzonder is natuurlijk de grote fietsenstalling voor 7.000 fietsen onder het water. Voetgangers worden nu niet meer onder de wielen gereden door kriskras door elkaar rijdende fietsers. En aan de IJ-kant heb je een heuse ‘flaneerboulevard’ om wandelend te genieten van het spectaculaire uitzicht over het water. Véél meer wandel- en verblijfruimte die varieert tussen de 12 en 15 meter.’

De Rode Loper
‘Het bovengrondse gebied van de Noord-Zuidlijn (metro), van het Damrak tot de Ferdinand Bolstraat. Beter en met meer ruimte voor de voetganger. De Rode Loper is een excursie waard, aangezien deze route het belang illustreert van maatwerk. Allerlei breedtes komen voor, uiteenlopend van 1,5 meter in de Ferdinand Bolstraat tot tweemaal 10 meter bij het Damrak.’

Postzegelparkje aan de Nieuwezijds Voorburgwal
‘Hier maakte asfalt plaats voor groen. Voetgangers kunnen er midden in de stadse drukte verblijven en genieten van groen, terwijl auto’s uitgenodigd worden om minder hard te rijden. Dit gebied maakt heel goed inzichtelijk wat er met zo’n plek kan, een plek die vroeger erg versteend was.’

Marineterrein Amsterdam
‘Een gebied op het stadseiland Kattenburg naast het Scheepvaartmuseum. De 400 jaar oude kazerne wordt veel compacter en gaat de hoogte in, wat ruimte geeft voor woningen, bedrijven, groen en lopen. Het openbare gedeelte van het Marineterrein wordt nagenoeg autovrij. Wel zijn er 200 parkeerplaatsen gepland, conform de minimale norm voor B-locaties. Dat betekent: 0 voor sociale huur, 0,3 voor middeldure huur en 0,6 voor vrijesectorwoningen. De parkeerplaatsen worden ondergronds gerealiseerd en zijn alleen bereikbaar vanuit de rand van het terrein. Dat geeft ruimte voor lopen en verblijven.’

Leidseplein
‘Wie kent het niet? Begin 2018 ging dit plein op de schop voor de aanleg van een nieuwe ondergrondse fietsenkelder met plek voor 2.000 fietsen. Een fietsenstalling die vanwege de vormgeving een prijs won. Bovengronds kreeg het plein een andere indeling, waardoor voetgangers er fijn kunnen lopen.’

Gewenste ruimte voor de voetganger

Vanaf 2,00 meter vrije doorloopruimte kunnen twee voetgangers goed naast elkaar lopen of elkaar passeren. De voetganger moet zich aanpassen wanneer hij iemand passeert die meer ruimte nodig heeft, zoals een rolstoel of iemand met volle boodschappentassen. Bij drukte of daar waar veel mensen in groepjes lopen, is deze maatvoering oncomfortabel.

Indicatie straattype

Deze maatvoering is alleen geschikt voor rustige trottoirs. Bijvoorbeeld in woonstraten die (overwegend) monofunctioneel zijn. Voor de aanvoerroutes naar buurtvoorzieningen, zoals de supermarkt of basisschool, dient de bovenkant van deze maatvoering aangehouden te worden. Ook rustigere winkelstraten vallen in deze categorie.

Gewenste ruimte voor de voetganger

Vanaf 2,2 meter vrije doorloopruimte kunnen ook mensen die meer ruimte nodig hebben zonder hinder een tegenligger passeren. Het passeren van een derde persoon levert wel hinder op. Op locaties waar mensen veel in groepjes lopen, blijft deze maat te krap. Er treden dan te veel conflicten op tussen voetgangers.

Indicatie straattype

Deze maatvoering is geschikt voor trottoirs in gemengde stadsbuurten, waar naast woningen ook veel voorzieningen als winkels en horeca gevestigd zijn. Ook voor aanvoerroutes naar kleinere OV knooppunten zoals busstations kan dit een passende maat zijn. Voor de drukke stadsstraten en centrumgebieden is deze maatvoering vaak niet voldoende.

Gewenste ruimte voor de voetganger

Vanaf 2,9 meter vrije doorloopruimte kunnen drie mensen comfortabel naast elkaar lopen of elkaar passeren, zelfs als één van hen meer ruimte nodig heeft. Ook twee-aan-twee passeren lukt, maar aanpassing van het loopgedrag is dan wel nodig. Deze maat is geschikt op drukke plekken en daar waar veel mensen in groepjes lopen.

Indicatie straattype

Deze maatvoering is geschikt voor stadsstraten waar de verkeersfunctie en de verblijfsfunctie samenkomen en voorzieningen geclusterd zijn. Ook in gebieden waar veel bezoekers komen, die geneigd zijn in groepjes te lopen, is deze maat benodigd.

Gewenste ruimte voor de voetganger

Op zeer drukke voetgangersroutes, met meer dan 30 voetgangers per minuut, is meer dan 3.60 meter vrije doorloopruimte nodig. Dit vraagt om maatwerk.

Indicatie straattype

Zeer divers. Voorbeelden zijn de flaneerboulevard aan het IJ, het Damrak, en routes over het Leidseplein. De grote aantallen voetgangers vragen daar om veel meer ruimte. De combinatie van wandel- en verblijfsruimte leidt op dit soort plekken tot breedtes van 10 tot 15 meter of nog meer.

City Deal logo