Column

Bestaan er voetgangersverliesuren?

In gesprek met Fokko Kuik, voormalig beleidsadviseur Verkeer en Openbare Ruimte van de Gemeente Amsterdam

Hoewel elke verplaatsing begint met een stukje lopen, is de voetganger al lang het ondergeschoven kindje van het mobiliteitsbeleid. Lopen is een leuke vorm van vrijetijdsbesteding, maar niet echt een manier om van a naar b te gaan lijkt het. In mobiliteitsplannen waar ik aan gewerkt heb, kwam de voetganger nauwelijks aan bod. In verkeersmodellen bestaat ‘lopen’ als vorm van mobiliteit niet. En belangenbehartigers zoals de ANWB, Rover en de Fietsersbond bestaan niet voor de voetganger.

Ik had –behalve in vakanties– ook nooit zoveel met lopen. Lopen was vooral iets wat ik deed als m’n fiets stuk was of op weg naar de tramhalte. Daar kwam noodgedwongen alleen verandering in na fietsongelukjes die ik soms had. Dan was lopen een noodzakelijke en soms ook best wel aangenaam alternatief voor het fietsen.

In de stad zijn veel bestemmingen op loopafstand

Daar kwam pas echt structureel verandering in toen ik in 2013 vanuit Amsterdam-IJburg terug naar Amsterdam Oud-Oost verhuisde. Ineens was bijna alles waar ik normaal naar toe fietste zo dichtbij dat lopen een prima alternatief bleek. We haalden ook geen boodschappen meer voor meerdere dagen, maar kochten gewoon dagelijks wat kleine hoeveelheden bij kleine bakkertjes, slagertjes en op de markt. Daar heb je geen fiets voor nodig. Toen ik het maar eens ging uitproberen bleek ook m’n werk op loopafstand te zijn. En even naar de bioscoop is een kwestie van maximaal een kwartiertje lopen, met 3 bioscopen in m’n buurt.

In het beleid van Amsterdam krijgt de voetganger inmiddels voetje voor voetje ook een serieuze plek, al is dat nog niet vergelijkbaar met die van de andere modaliteiten. Het is er ook moeilijk mee te vergelijken. Lopen doe je lang niet altijd met haast, bijna overal is wel een min of meer veilige stoep en de druktepatronen zijn totaal anders dan bij de andere mobiliteitsvormen.

Voetgangersbeleid gaat vooral over het wegnemen van ergernissen, denk ik. Als de stoep vol staat met van alles waardoor je moet slalommen. Als je volstrekt genegeerd wordt door fietsers als je wil oversteken bij een zebra. Als bij de herinrichting van de straat de meeste aandacht (en geld) gaat naar de vormen van (snel) rijdend verkeer.

Voetgangersverliesuren?

Voetgangersverliesuren komen niet voor in beleidsafwegingen, dus maatschappelijke baten van betere voetpaden zullen niet snel aan het licht komen. En toch, als je na een buitenlandse reis weer terugkomt in je eigen stad ben je meestal toch blij hoe er in Nederland rekening wordt gehouden met het belang van de voetganger. Helemaal geen stoep of een stoepbreedte die alleen voor bedoeld is om je autoportier zonder schade te kunnen openen, komen hier gelukkig niet veel voor. 

De basis is dus niet slecht en nu we sinds COVID19 massaal ommetjes zijn gaan maken, zijn we ons er ook meer bewust van geworden hoe belangrijk goede voetpaden zijn. Wat vaker zelf gaan lopen in de stad kan ik iedereen aanraden. Omdat het leuk is. Omdat je ervaart wat er nog beter moet. Omdat afstanden in de stad toch kleiner zijn dan je vaak denkt. 

City Deal logo