In Amersfoort krijgt wandelen een belangrijke plek in het mobiliteitsbeleid. Dat is goed voor de gezondheid, de leefbaarheid én de bereikbaarheid van de stad. De afgelopen twee jaar werkte de gemeente aan een nieuw mobiliteitsprogramma. Daarin speelt wandelen een hoofdrol, als onderdeel van een bredere aanpak voor duurzame en prettige mobiliteit. Adviseurs Patrick van Holk (mobiliteit) en Houkje Hibma (landschap en recreatie) vertellen hoe de gemeente Amersfoort dat aanpakt.
Waarom kiest Amersfoort voor wandelen als uitgangspunt?
Houkje: ‘Het programma sluit aan bij de omgevingsvisie van Amersfoort. Daarin staat dat de stad bereikbaar en leefbaar moet blijven. We verbeteren daarom belangrijke routes en plekken in de stad. Deze levensaders worden steeds meer een fijne verbinding voor wandelaars en fietsers. Door lopen als uitgangspunt te nemen, maken we de stad groener en aantrekkelijker.’
Patrick: ‘Lopen was lange tijd een blinde vlek in ons beleid. Daardoor kreeg het te weinig aandacht. Gelukkig is dat nu anders. We gebruiken het STOMP-principe: eerst Stappen, dan Trappen, daarna het openbaar vervoer, vervolgens deelvervoer en tot slot de privéauto. Zo geven we wandelen de hoogste prioriteit.’
Hoe is het programma tot stand gekomen?
Patrick: ‘We hebben veel samengewerkt met bewoners, belangenorganisaties en partijen zoals Stichting Wandelnet. Inwoners kennen hun eigen omgeving het best en weten waar de kansen liggen. Het college heeft het programma vastgesteld als onderdeel van onze bredere plannen voor een groeiende stad.’
Houkje: ‘Omdat de stad groeit, moeten we slimmer met ruimte omgaan. Auto’s nemen veel plek in en zorgen voor barrières. In de wijk Liendert kijken we bijvoorbeeld hoe we de ruimte groener en beter kunnen inrichten. Zo wordt het voor inwoners aantrekkelijker om regelmatig te wandelen.’
“Wandelen zorgt voor ontmoeting en maakt de stad levendig. Dat motiveert mij om de openbare ruimte zo in te richten dat lopen prettig en normaal wordt.”
Houkje Hibma

Wat is er al gedaan in Amersfoort?
Patrick: ‘We hebben het hele voetgangersnetwerk van de stad in kaart gebracht. Dat zijn zowel functionele routes, zoals van station naar binnenstad, als recreatieve routes langs parken en water. Een mooi voorbeeld zijn onze 12 beweegrondjes: één in elke wijk. Deze routes zijn speciaal gemarkeerd en bedoeld om bewoners aan te moedigen vaker te wandelen of hard te lopen.’
Houkje: ‘We verbeteren nu de oudere beweegrondjes. In Liendert is het beweegrondje een aanleiding om ook de oversteekbaarheid van kruisingen aan te pakken. Samen met buurtsportcoaches en stichting Marathon Amersfoort organiseren we hier activiteiten. Lopen is gezond en ook heel sociaal: wandelaars groeten elkaar makkelijk.’
Wat is een ander voorbeeld van een geslaagd project?
Patrick: ‘De herinrichting van de Noordewierweg in het Soesterkwartier. Deze brede asfaltweg was een echte barrière. In overleg met bewoners is de straat opnieuw ingericht: groener, veiliger en met minder autoverkeer. Er is een bewonersgroep opgericht: ‘Noordewierweg verbindt’. De straat voelt nu als een plek om elkaar te ontmoeten.’
Houkje: ‘Ook de herinrichting van de Varkensmarkt is een succes. Dat plein stond eerst vol fietsen, maar is nu een echte plek met groen, bankjes en ruimte voor ontmoeting. Ondernemers waren eerst kritisch, maar zijn nu enthousiast. En ik ben trots op de bewegwijzering in de binnenstad waarop je als wandelaar kunt zien hoeveel minuten je moet lopen naar je bestemming.’
Hoe maken jullie lopen veiliger en makkelijker?
Houkje: ‘Bij nieuwe inrichtingen zorgen we dat auto’s niet meer half op de stoep staan. Minder parkeerplekken en auto’s verder van de voordeur zorgen ervoor dat wandelen en fietsen vanzelfsprekender worden. En dat er meer ruimte komt voor groen en spelen.’
Patrick: ‘Ook verbeteren we de verkeerslichten en verkorten we wachttijden voor voetgangers. Op steeds meer plekken krijgen voetgangers voorrang. Ook verlagen we volgend jaar op veel wegen de snelheid van 50 naar 30 km/u. Zo kunnen kinderen veilig zelf naar school lopen.’
“We maken samen een gezondere, veiligere en leefbaardere stad, waar wandelen voor veel mensen een logische keuze is. Daarom verbeteren we ons loopnetwerk en richten we de stad steeds meer in voor voetgangers.”
Patrick van Holk

Werken jullie samen met andere steden?
Patrick: ‘Amersfoort is trotse ondertekenaar van het Nationaal Masterplan Lopen. Daarin werken verschillende organisaties samen om lopen meer aandacht te geven. Ook delen we kennis met andere grote steden, zoals Utrecht en Den Haag. Dat levert veel inspiratie op.’
Houkje: ‘Elke stad heeft vergelijkbare uitdagingen. Hoe maak je een stad gezonder, toegankelijker en aantrekkelijker? En hoe krijg je lopen op de politieke agenda? Maar ook hoe zorgen we samen dat onze kennis over lopen in onderwijsprogramma’s wordt opgenomen.’
Waarom vinden jullie dit werk belangrijk?
Houkje: ‘Wandelen zorgt voor ontmoeting en maakt de stad levendig. Dat motiveert mij om de openbare ruimte zo in te richten dat lopen prettig en normaal wordt. Ik laat me ook inspireren door nieuwe vormen van lopen, zoals ‘weetings’, waarbij je wandelend vergadert.’
Patrick: ‘Ik wandel en hardloop al bijna mijn hele leven. Het is goed voor je hoofd en je lijf. Tijdens mijn lunchpauze wandel ik graag langs de Eem en de oude stadsmuren. Zo zie je pas hoe mooi de binnenstad is.’
Wat is jullie uiteindelijke missie?
Patrick: ‘We maken samen een gezondere, veiligere en leefbaardere stad, waar wandelen voor veel mensen een logische keuze is. Daarom verbeteren we ons loopnetwerk en richten we de stad steeds meer in voor voetgangers.’
Houkje: ‘We gaan voor een stad waar het veilig is om te wonen en te verblijven. Een stad die uitnodigt om te wandelen, elkaar te ontmoeten en van het groen te genieten. Met deze brede aanpak zorgen we dat Amersfoort ook in de toekomst aantrekkelijk blijft.’
Lopen in Amersfoort
Amersfoort kiest bewust voor wandelen als volwaardige vorm van mobiliteit. Dat leidt soms tot discussie in de gemeenteraad. Een goed voorbeeld is de voetgangersbrug bij de Hogeweg: de raad vond dat die er alleen mocht komen als hij voor iedereen bruikbaar was. Als dat niet haalbaar is, moet er een goed alternatief zijn. Deze afweging is nu opgenomen in het Omgevingsprogramma Mobiliteit.
Volledige toegankelijkheid is echter niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld bij tunnels of bruggen. Oplossingen zoals hellingen of liften kosten veel ruimte en geld. In zulke gevallen beoordeelt de gemeente of een nieuwe verbinding voldoende waarde heeft voor het grootste deel van de gebruikers. Belangrijk uitgangspunt blijft dat er altijd een redelijk alternatief moet zijn voor mensen die er anders geen gebruik van kunnen maken.
Ook op andere punten zijn duidelijke keuzes gemaakt: laadpalen mogen niet op voetpaden worden geplaatst, alle bushaltes moeten toegankelijk zijn, en bij het ontwerpen van routes kijkt de gemeente door de ogen van een 8-jarig kind dat veilig door de stad moet kunnen lopen.
Om deze ambities te realiseren, is er jaarlijks budget beschikbaar voor het verbeteren van het loopnetwerk. Op basis van de loopnetwerkkaart en in overleg met betrokken partijen wordt bepaald in welke maatregelen wordt geïnvesteerd.