In 2030 moeten er 900.000 woningen zijn bijgebouwd, een enorme opgave. Het kabinet stelt de komende tien jaar 7,5 miljard euro beschikbaar om ervoor te zorgen dat deze woningen goed bereikbaar zijn. Daarvan is ruim 1 miljard bestemd voor actieve mobiliteit: lopen en fietsen.
Veel voordelen
Het Platform Ruimte voor Lopen en Tour de Force doen een oproep aan gemeenten en projectontwikkelaars is: benut de kansen van actieve mobiliteit maximaal. Want de voordelen van lopen en fietsen zijn onomstreden. Actieve mobiliteit is gezonder, duurzamer en socialer. Belangrijk voor de woningbouwopgave is bovendien dat lopen en fietsen veel minder ruimte in beslag nemen dan rijdende en geparkeerde auto’s. Ruimte die hard nodig is voor een aantrekkelijke en klimaatbestendige woonomgeving.
Lopen en fietsen bieden oplossingen
Voorrang geven aan lopen en fietsen is niet nóg een extra last bij de woningbouwopgave, naast de druk van tijd, personeelstekorten, stikstof en financiële beperkingen. Welnee, het biedt juist oplossingen. Hoe benut je die optimaal? Lees de tien tips!
Visie
1 Pak je eigen visie erbij
In wat voor wijk willen we straks wonen? Vaak hebben we daar een heel goed beeld van. Gemeenten, provincies, ontwikkelaars en bouwers hebben namelijk een ding gemeen: ze hebben bij de start mooie en goede visies. In die visies zitten prima aanknopingspunten om in te zetten op een aantrekkelijke omgeving om te lopen en te fietsen. Verwateren de uitgangspunten uit de startfase tijdens het ontwerp en de uitvoering? Lees dan nog eens terug in de visies waarom we het ook alweer deden. Zie ook tip 2.
2 Bekijk de baten in breed perspectief
Lopen en fietsen hebben heel veel maatschappelijke en financiële voordelen. Weeg dat mee bij de ontwikkeling van woongebieden; het scheelt gemeenten en samenleving namelijk heel veel geld. Ga maar na:
- Actieve mobiliteit is laagdrempelig en stimuleert een gezonde leefstijl.
- Lopen en fietsen bevorderen ontmoeting en zelfredzaamheid.
- Een loop- en fietsvriendelijke omgeving is groen en klimaatbestendig.
- Ruimte voor lopen en fietsen houdt een verdichte stad
leefbaar en het stimuleert de lokale economie. - Lopen en fietsen zijn schoon en duurzaam.
3 Ontwerp voor de toekomst
Nieuwe woonwijken gaan meerdere generaties mee. Houd in het ontwerp rekening met de toekomstige mobiliteit van bewoners, gebruikers en bezoekers in het gebied. Bijvoorbeeld een toekomst waarin een eigen auto niet altijd meer vanzelfsprekend is; overweeg autoparkeren geconcentreerd aan de rand van het gebied. Denk vanuit ruimtegebruik en verwelkom mobiliteitsvormen die weinig plek innemen. Zo blijft er ruimte over om de wijk groener en leefbaarder te maken.
Ontwerp
4 Denk in (loop) netwerken
Het netwerkdenken is voor auto’s en openbaar vervoer heel gebruikelijk, en voor fietsen gelukkig ook steeds meer. Pas het ook op lopen toe, op straat-, buurt- en wijkniveau. Maak een gemeentelijke loopnetwerkkaart, zoals Amsterdam en Eindhoven die hebben. Zodat het nieuwe woongebied ook lopend goed is aangesloten op de groene omgeving daarbuiten. Ontwerp routes en plekken voor alle doelgroepen – met of zonder beperkingen – en voor alle gebruiksmotieven. Voor functionele verplaatsingen van A naar B én voor recreatieve doelen (lunchpauze-wandelingen, ommetjes vanuit huis, etc.). Maak looproutes veilig, aantrekkelijk en groenblauw, dan vinden mensen het prima om hun loopafstand op te rekken.
5 Zorg voor actieve verbindingen naar voorzieningen
Hoe dichterbij voorzieningen, des te makkelijker mensen gaan lopen en fietsen. Denk aan zorg, onderwijs, winkels en sport, en aan haltes voor openbaar vervoer. Ontwerp nieuwe voorzieningen én hun bereikbaarheid te voet en per fiets dus meteen mee. En zorg voor snelle, toegankelijke, veilige en aantrekkelijke routes naar bestaande voorzieningen net buiten het nieuwe woongebied.
6 Durf te mengen, durf te scheiden
Er zijn volop kansen om ruimteclaims slim te combineren. Groene fiets- en wandelpaden, pleinen met waterberging, een tijdelijke buurttuin op braakliggend terrein, fietsenstallingen met groene daken of zonnepanelen. Denk daarnaast creatief én zorgvuldig na over wanneer spelende kinderen, wandelende ouderen, skateboarders, fietsers en maaltijdbezorgers veilig van dezelfde ruimte gebruik kunnen maken en wanneer juist niet. Pas de daarbij behorende inrichtingseisen toe.
7 Ga wonen in het ontwerp
De bewoner centraal, het is makkelijk gezegd. Toch gaat het in de praktijk vaak over vierkante meterprijzen en voldoen aan de parkeernorm. Verplaats je liever écht in toekomstige bewoners. Hoe zit hun dag eruit? Wat willen ze zien, horen en ruiken? Hoe beleven ze hun woning, de straat, de buurt, de wijk? Wat is bijvoorbeeld het eerste dat ze tegenkomen als ze hun voordeur open doen? Een geparkeerde auto? Of een groen voetgangersgebied dat ze naar hun bestemming nabij of naar een fietsenstalling, OV punt of auto brengt? Kortom, ga wonen in het ontwerp; mentaal, virtueel of echt – als de eerste (proef)woningen zijn gerealiseerd.
Richtlijnen
8 Pas het STOMP-principe toe
Redeneer niet zoals vroeger vanuit autogebruik, maar kijk eerst naar stappen (lopen), trappen (fietsen), openbaar vervoer, mobiliteit als een dienst (taxi, OV-fiets, deelauto, deelstep, etc.) en dan pas naar de privéauto. Bijvoorbeeld zoals dat bij gebiedsontwikkelingen in Amersfoort, Zwolle, Dordrecht en Nijmegen is gebeurd. Pas dit STOMP-principe vanaf dag 1 in alle fasen van het bouwproces toe en op alle schaalniveaus. En vertel erover, dan weten bewoners waar ze aan toe zijn.
9 Kom los van de parkeernormkramp
De parkeernorm regeert nog vaak het ontwerpproces. Maar daarmee beperk je de mogelijkheden. Zet er andere normen naast of tegenover. Bijvoorbeeld: stel als norm dat je in tien minuten lopen in het groen of in vijf minuten fietsen bij alle basisvoorzieningen moet zijn. Zorg ervoor dat alle nieuwe woningen ‘mobiliteitslabel A’ halen!
Realisatie & beheer
10 Maak lifecycle-afspraken
Redeneer niet zoals vroeger vanuit autogebruik, maar kijk eerst naar stappen (lopen), trappen (fietsen), openbaar vervoer, mobiliteit als een dienst (taxi, OV-fiets, deelauto, deelstep, etc.) en dan pas naar de privéauto. Bijvoorbeeld zoals dat bij gebiedsontwikkelingen in Amersfoort, Zwolle, Dordrecht en Nijmegen is gebeurd. Pas dit STOMP-principe vanaf dag 1 in alle fasen van het bouwproces toe en op alle schaalniveaus. En vertel erover, dan weten bewoners waar ze aan toe zijn.
Meer informatie